• No results found

Invloed van leesbaarheid op de geloofwaardigheid van het management

het vertrouwen in de publicatie

4.5 Invloed van leesbaarheid op de geloofwaardigheid van het management

De verwachting vanuit hypothese 3 is een grotere geloofwaardigheid van het management als de publicatie goed leesbaar is, ongeacht de aard van het nieuws (goed of slecht). Zoals ook beschreven is in §3.2 wordt de geloofwaardigheid van het management gemeten aan de hand van twee vragen. Om resultaten van deze vragen bij elkaar op te tellen is er gebruik gemaakt van een Cronbach’s alfa. In dit experiment komt de Cronbach’s alfa uit op 0,789 en ligt daarmee boven de drempelwaarde van 0,70 (Nunnally, 1978). De twee vragen over de deskundigheid en betrouwbaarheid van het

management mogen gecombineerd worden. In onderstaande tabel zijn de resultaten van de invloed van leesbaarheid op de geloofwaardigheid van het management. Er is gebruik gemaakt van een two-sample t-test.

Type steekproef

Verschil tussen het

niveau van leesbaarheid P-waarde

Goed nieuws 1,924 0,493

Slecht nieuws -1,604 0,262

Totale 0,046 0,324

Tabel 10: Resultaten geloofwaardigheid management

De resultaten (zie p-waarden) tonen aan dat hypothese 3 kan worden verworpen. Er is geen significant verband tussen leesbaarheid en de geloofwaardigheid van het management. Oftewel, persberichten die meer leesbaar zijn, leiden niet tot een hogere geloofwaardigheid van het management. Deze resultaten liggen in lijn met de uitkomst van hypothese 1 en 2, waarin leesbaarheid geen invloed heeft op respectievelijk de bedrijfswaardering en vertrouwen in de publicatie.

31

5 Conclusie

De standpunten van de AFM en de invoering van de Plain English Rule door de SEC is de aanleiding geweest tot het schrijven van deze scriptie. Dit onderzoek is een replica van het onderzoek van Rennekamp (2012). Rennekamp heeft in haar onderzoek de taal- en stijlsuggesties van de SEC meegenomen om te onderzoeken of leesbaarheid van invloed is op de niet-professionele belegger. Het onderzoek is specifiek gericht op de niet-professionele belegger, aangezien de opstelde regels door de SEC speciaal bedoeld zijn om de niet-professionele belegger te ondersteunen, omdat zij over het algemeen over minder inside-information beschikken en hierdoor meer afhankelijk zijn van gepubliceerde informatie. In het onderzoek van Rennekamp (2012) wordt aangetoond dat niet-professionele beleggers sterk reageren op de mate van leesbaarheid van informatie. Er is sprake van een overreactie: overwaardering bij een goed leesbaar bericht met goed nieuws en een

onderwaardering bij een goed leesbaar bericht met slecht nieuws.

Verschillen met Rennekamp (2012)

In tegenstelling tot de resultaten van het onderzoek van Rennekamp (2012) worden in dit onderzoek geen verschillen gevonden in verwerkingsgemak en vindt er geen overreactie plaats in de

bedrijfswaardering. Een goed leesbare publicatie leidt dus niet tot een sterkere reactie dan minder leesbare publicaties. Daarnaast tonen de resultaten van dit onderzoek aan dat er geen verband is tussen een goed leesbaar bericht en een verhoogd vertrouwen van de niet-professionele belegger op het vertrouwen in de informatie. Ook de geloofwaardigheid van het management wordt niet

beinvloed door de mate van leesbaarheid van de publicatie.

Er zijn een tweetal grote verschillen tussen de respondenten van dit onderzoek en het onderzoek van Rennekamp (2012).

1. Financiële achtergrond:

Waar Rennekamp gebruikt maakt van respondenten uit een algemene database (ATM), wordt in dit onderzoek gebruik gemaakt van master-studenten accountancy die allemaal een financieel-economische achtergrond hebben. Zij worden geacht om informatie uit een tekst te halen, zonder zich te laten beïnvloeden door de leesbaarheid ervan.

2. Taalachtergrond:

Waar de respondenten uit het onderzoek van Rennekamp allemaal de Engelse taal als moedertaal kennen, is dit in deze scriptie geheel andersom. Van geen enkele respondent is Engels de moedertaal.

32

Beperkingen experiment

In dit onderzoek zijn er veel fouten gemaakt op de manipulatie check vragen (de tekst is niet goed gelezen of niet begrepen). Aangezien slecht 53% van de respondenten foutloos geantwoord hebben kan je concluderen dat de respondenten moeite ondervonden om de (Engelse) tekst te lezen. Hierin zit in mijn ogen ook het grote verschil in resultaten vergeleken met Rennekamp (2012). Het proces van informatieverwerking wordt analytischer en hiermee kan het aangetoonde effect van

verwerkingsgemak teniet worden gedaan. Dit ligt in lijn met het onderzoek van Alter et al. (2007).

Vervolgonderzoek

Vervolgonderzoek in een buitenlands land waar Engels niet de moedertaal is, zal moeten vaststellen of het verwerkingsgemak daadwerkelijk aantast wordt en daardoor de effecten van leesbaarheid niet duidelijk genoeg naar voren komen.

33

Referenties

 Alter, A., Oppenheimer, D. (2009). Uniting the Tribes of Fluency to Form a Metacognitive Nation. Personality and Social Psychology Review, 13, 219-235

 Alter, A., Oppenheimer, D., Epley, N., Eyre, R.N. Overcoming Intuition: Metacognitive Difficulty Activates Analitic Reasoning. Journal of Experimental Psychology 2007, Vol. 136, No. 4, 569-576

Ashton, R.H., Kramer, S.S. (1980). Students as Surrogates in Behavioral Accounting Research:

Some Evidence. Journal of Accounting Research, Vol. 18, No. 1: 1-15

 Buckless, F.A., Ravenscroft, S.P. (1990). Contrast Coding: A Refinement of ANOVA in Behavioral Analysis. The Accounting Review, 65, 933-945

 Chang, C.J., Ho, J.L.Y. (2004). Judgement and Decision Making in Project Continuation: A Study of Students as Surrogates for Experienced Managers. ABACUS, Vol. 40: 94-116

 Courtis, J.K.. (1986). An investigation into annual report readability and corporate risk return relationships. Accounting and Business Research 16: 285–294

 Courtis, J.K.. (1987). Fry, Smog, Lix, and Rix: Insinuations about corporate business communications. The Journal of Business Communication 22: 19-27

Courtis, J.K. (1995). Readability of Annual Reports; Western versus Asian evidence. Accounting, Auditing & Accountability Journal 8: 4-17

 Edmunds, A., Morris, A. (2000). The problem of information overload in business

organisations: a review of the literature. International Journal of Information Management, Vol. 20, Issue 1: 17-28

 Feenstra D. (2012). Ontwikkelingen in het leesbaarheidsonderzoek van narratieve accountingteksten. Maandblad voor accountancy en bedrijfseconomie 6: 222-234

 Hoogendoorn, M.H., Gortemaker, J.C.A., Knecht de, E.A., Kocks, H.C., Kruis de, C. (1993)

Maatschappelijk aanvaardbaar. Rotterdam: Kluwer

Jensen, M.C., Meckling, W.H. (1976). Theory of the firm: managerial behaviour, agency costs

and ownership structure. Journal of Financial Economics 3: 305-360

Jones, M.J., Shoemaker, P.A. (1994). Accounting narratives: A review of empirical studies of

content and readability Journal of Accounting Literature 13: 142-184

Kintsch, W. (1998). Comprehension: A paradigm for cognition. New York: Cambridge University Press.

Li, F. (2008). Annual report readability, current earnings, and earnings persistence. Journal of

34

 Miller, B. (2010). The Effects of Reporting Complexity on Small and Large Investor Trading.

The Accounting Review, 85, 2107-2143

 Nelson, R.R., Todd, P.A., Wixom, B.H. (2005). Antecedents of information and system quality: an empirical examination within the context of data warehousing. Journal of Management Information Systems, Vol. 21, Issue 4: 199-235

Neuschel, R.F. (1976). Strengthening management information systems. McKinsey Quarterly, 1976, Issue 4: 46-57

 Novemsky, N., Dhar, N., Schwarz, N., Simonson, I. (2007). ‘Preference Fluency in Choice.’

Journal of Marketing Research 44 (2007): 347-356

 Nunnally, J. (1978). Psychometric Theory. 2nd edition. New York, NY: McGraw-Hill.

 Oppenheim, C., Stenson, J., Wilson, R.M.S. (2003). Studies on information as an asset I: Definitions. Journal of information science, Vol. 29, Issue 3: 159-166

Oppenheimer, D. (2006). Consequences of Erudite Vernacular Utilized Irrespective of

Necessity: Problems with Using Long Words Needlessly. Applied Cognitive Psychology, 20: 139-156

 Rennekamp, K. (2012). Processing Fluency and Investors’ Reactions to Disclosure Readability.

Journal of Accounting Research, Vol. 50 Issue 5: 1319-1354

 Shah, A., Oppenheimer, D. (2007). Easy Does it: The Role of Fluency in Cue Weighting.

Judgment and Decision Making, 2, 371-379

 Sydserff,R., Weetman, P. (2002). Developments in content analysis: a transitivity index and scores, Accounting, Auditing & Accountability Journal, Vol. 15 Issue 4: 523 – 545

35