Bijlage II in Deel II geeft een uitgebreid overzicht van karteringseenheden, attributen en mogelijkheden voor attributen.
inventarisatiemethode
landschapselementen
De bijlagen in Deel II geven een overzicht van karteringseenheden, definities, attributen en te gebruiken codes. Tevens aanwijzingen hoe te inventariseren en het materiaal te verwerken.
Er worden verschillende bronnen benut:
- orthofoto’s, topografische kaarten 1 : 10 000, historische kaarten, perceelskaarten; - luchtfoto’s - digitale gegevens; - veldwerk.
opslag van
landschapselementen
De gegevens worden in een GIS-systeem opgeslagen. Per snuffelplaats (grid van 1x1 km) allerlei kaartjes, luchtfoto’s en systematische terrestrische foto’s + een beschrijving.
opmerkingen
Interessant onderzoek mede als voorbeeld hoe monitoringsystemen op te zetten, geplaatst ook in EU-kader.bronnummer A3 bron Baas, H.G., P.P.D. Burm, W.A. Ligtendag, V. Vreugdenhil, 1997. Historische
geografie in kaart. De selectie van aandachtsgebieden en elementen en patronen van bovenregionale betekenis, onderverdeeld naar
landschapsvormende functie. Landview, Hoorn.
aard van de bron Onderzoeksrapport in het kader van het Meetnet Landschap en ter voorbereiding van de selectie van Belvedere-gebieden.
provincie Alle provincies landschapstype Alle landschapstypen
doel Doel is een selectie te maken van in historisch-geografisch opzicht samenhangende gebieden, die een hoge mate van gaafheid bezitten en kenmerkend zijn voor verschillende landschapsvormende functies. definiëring kleine
landschapselementen De landschapselementen worden niet gedefinieerd; zie daarvoor Renes (1992). typen
landschapselementen De typen landschapselementen zijn gekoppeld aan de landschapsvormendefuncties: - agrarisch grondgebruik - delfstoffenwinning - waterstaat - verkeer - defensie - historische buitenplaatsen.
Per functie worden lijsten gemaakt waarin de aandachtsgebieden worden besproken naar landschapstype, kenmerkendheid/gaafheid en waardering. kenmerken
landschapselementen Het rapport is niet gericht op de beschrijving en inventarisatie van elementenmaar meer op het selecteren van aandachtsgebieden. inventarisatiemethode
landschapselementen Vooral veel literatuur. Per landschapsvormende functie wordt een overzichtgegeven van de belangrijkste literatuurbronnen. opslag van
landschapselementen Figuur 3 geeft de globale plaats en omvang van de aandachtsgebieden (lijst 1). opmerkingen Voor een overzicht van definities en literatuur over historische
landschapselementen wordt ook verwezen naar:
Renes, J, 1992. Historische landschapselementen. Een lijst met definities en literatuur. DLO-Staring Centrum, Rapport 201, Wageningen.
Een overzicht van de cultuurhistorisch meest waardevolle gebieden en steden is te vinden in de Nota Belvedere. In de bijlage bij deze nota worden 70 gebieden gekarakteriseerd naar:
Cultuurhistorische identiteit: - karakteristiek
- fysieke dragers (hierbij ook een overzicht van karakteristieke cultuurhistorische landschapselementen)
Inventarisatie van beleidskansen: - bestemming en beschermingsstatus - integrale gebiedsgerichte acties
- inrichting, inpassing, herstel en visualisatie - beheer en gebruik
- onderzoek, voorlichting en erkenning Voorgestelde beleidsstrategie:
- instandhouden cultuurhistorische identiteit - ontwikkeling cultuurhistorische identiteit. .
bronnummer A4 bron Baas, H.G., P.P.D. Burm, W.A. Ligtendag en V. Vreugdenhil, 2001. Ontgonnen
Verleden. Inzoomen op de historisch-geografische ontwikkeling van het Nederlandse landschap. Landview, Hoorn.
aard van de bron Studierapport voortvloeiend uit het Natuurbeleidsplan 1989 provincie Alle provincies
landschapstype De acht landschapstypen volgens de Nota Landschap.
doel Het ontwikkelen van een methode voor de selectie en waardering van elementen en patronen binnen het kader van de landschapsgenese. Er zijn zeven lijsten samengesteld van elementen en patronen van bovenregionale betekenis, samenhangend met
1 agrarisch grondgebruik 2 delfstoffenwinning 3 waterstaat 4 verkeer 5 defensie 6 historische buitenplaatsen
7 internationaal zeldzame landschapselementen. definiëring kleine
landschapselementen
Geen beschrijving van het begrip ‘kleine landschapselementen’, wel uitgebreide documentatie en begrippenlijst.
typen
landschapselementen In deel II, hoofdstuk 3 worden voor de 8 landschapstypen de kenmerkendepatronen en elementen genoemd. Heuvelland, kenmerkende patronen:
- lineaire nederzettingen (straatdorpen en heidedorpen) - grote open bouwlanden op de plateaugebieden - kleinschalige ontginningen rond nederzettingen Heuvelland, kenmerkende elementen:
- grote agrarische bedrijven, kastelen, kloosters, holle wegen, driesen, veedriften, molens met molenbeken en molenvijvers, visvijvers,
vloedgraven, grotwoningen, graften, voorden, meidoornhagen, houtwallen, hoogstamboomgaarden, landweren, mijnbergen
Zandgebied, kenmerkende patronen:
- kleinschalig landschap met essen en kampontginningen - grootschalige veenontginningen en jonge heideontginningen - oude en recente bosaanplant
- stuifzanden en heidevelden op armste zandgronden
- bewoning geconcentreerd in esdorpen of verspreid (hoevenzwermen) in het gebied van de kampontginningen
Zandgebied, kenmerkende elementen:
- huiskampen, brinken (plaatse, biest of heuvel), essen, kampen, oude bomen rond brinken, landgoederen en buitenplaatsen, beken, houtwallen,
markegrenzen, watermolens met molenbeken, sprengen, oude landwegen, veedriften
Hoogveenontginningsgebied, kenmerkende patronen:
- grootschalige en zeer systematische ontginningen langs kanalen - lineaire nederzetttingsstructuren (veenkolonien)
Hoogveenontginningsgebied, kenmerkende elementen:
- kanalen, wijken, turfvaarten, zwetsloten, dijkwegen, rechte wegen, leidijken Rivierengebied, kenmerkende patronen:
dorpen
- in de kommen verspreide bebouwing - dijkbebouwing langs de rivieren
- open bouwlandcomplexen bij de nederzettingen (engen)
- in Noord- en Midden-Limburg bewoning op door de Maas gevormde terrassen
Rivierengebied, kenmerkende elementen:
- zijdwenden, kaden, dijken, dwarsdijken, kromme akkers, weteringen, overlaten, woonterpen, vloedschuren, omgrachte boerderijen, boomgaarden, grienden, kleiputten, steenbakkerijen, houtranden, vluchtbergen
Zeekleigebied, kenmerkende patronen:
- grootschalige, open, rationeel verkavelde jonge zeekleipolders - meer besloten, onregelmatig verkavelde, oude zeekleipolders - in oude zeekleipolders geconcentreerde bewoning
- in jonge zeekleipolders voornamelijk verspreide bebouwing - het dijkenpatroon weerspiegelt de bedijkingsgeschiedenis Zeekleigebied, kenmerkende elementen:
- huis- en dorpsterpen, vliedbergen, dijken, welen, kreken en restgeulen, ringdorpen, rechte wegen, gebogen wegen, kruinige percelen, rijsdammen, voorstraatdorpen, platen en schorren, moerneringssporen
Laagveengebied, kenmerkende patronen:
- grotendeels zeer open polderlandschap met regelmatige strokenverkaveling - lineair nederzettingspatroon langs, wegen, dijken of wateren
- cope-ontginningen zeer regelmatig Laagveengebied, kenmerkende elementen:
- weteringen, landscheidingen, tiendwegen, kaden, houtwallen, daliegaten, grienden, knotbomen, molens met molensloten, boezemwateren, pergaten en zetwallen, veenplassen
Droogmakerijen, kenmerkende patronen:
- grootschalig en zeer regelmatig verkavelingspatroon, veelal binnen duidelijke begrenzingen van ringvaart en ringdijk
- lineair nederzettingspatroon
Droogmakerijen, kenmerkende elementen:
- ringvaarten, ringdijken, poldervaarten, voormalig oudland, poldermolens met molentochten, molengangen, hereboerderijen
Kustzone, kenmerkende patronen:
- duidelijke landschappelijke zonering van duinen, strandvlakten en strandwallen
- oudste bewoning gesitueerd op de strandwallen - langs de duinrand veel bossen en buitenplaatsen
- in de duinen op sommige plaatsen kleinschalige ontginningen
- afgegraven duinen met regelmatig patroon van vaarten en hoog liggende wegen
Kustzone, kenmerkende elementen:
- geesten, tuunwallen, haaimeten, schurvelingen, hoagten, buitenplaatsen, trekvaarten, zandvaarten
Selectie en beschrijving van 63 aandachtgebieden, min of meer als onderlegger en uitwerking van de Belvedere-gebieden.