landschapselementen. Nieuwland Advies, Wageningen.
aard van de bron
Vooronderzoek naar de wenselijkheid en mogelijkheid voor de ontwikkeling van een typologie van kleine landschapselementen door voeren van 16 vraaggesprekken.provincie
Niet van toepassinglandschapstype
Niet van toepassingdoel
De ondervraagden noemen verschillende situaties waarin zo’n typologie bruikbaar zou zijn:- bij landschapsinventarisaties t.b.v. landschapsbeleidsplannen; - bij inventarisaties voor landinrichtingsplannen;
- als basis voor ecologisch onderzoek (actuele en potentiële natuurwaarden per type);
- bij het bepalen van de beheerdoelstellingen (m.n. natuurwetenschappelijke) en de concrete maatregelen;
- bij het plannen van het beheer;
- als ondersteuning bij voorlichting en cursussen;
- bij het beoordelen van het financiële rendement van de aanleg- en beheersubsidies.
Beleidsmakers en beheerders willen een nieuwe typologie vooral op lokaal en regionaal niveau toepassen (schaal 1 : 5000 en 1 : 10 000).
definiëring kleine
landschapselementen
Met de volgende definitie konden de meesten goed uit de voeten: Onder kleine landschapselementen worden alle punt- en lijnelementen verstaan en alle vlakelementen kleiner dan 1 hectare. De grens van 1 ha kan volgens anderen wel worden opgetrokken naar 5 ha. Het stedelijk gebied buiten de definitie laten.
Bij het ontwikkelen van een nieuwe typologie gebruik maken van bestaande literatuur en systemen.
typen
landschapselementen
In het vooronderzoek is geen typenindeling ontwikkeld.
kenmerken
landschapselementen
Er is in het vooronderzoek geen lijst van kenmerken gegenereerd.
inventarisatiemethode
landschapselementen
Voeren van 16 vraaggesprekken.
opslag van
landschapselementen
Niet van toepassing
opmerkingen
bronnummer
A9
bron
Dirkx, G.H.P., J.T.R. Kalkhoven, W.C. Knol & A.H.F. Stortelder, 1993.Typologie van lijnvormige beplantingen in Nederland. DLO-Staring Centrum, Rapport 184, Wageningen
aard van de bron
Onderzoeksrapportprovincie
Landelijk, alle provinciesVerdeling (%) van de opnamen (N=708) over de provincies:
Limburg 11 Noord-Brabant 19 Zeeland 7 Zuid-Holland 3 Noord-Holland 5 Utrecht 3 Gelderland 18 Overijssel 14 Drenthe 7 Friesland 7 Groningen 3 Flevoland 3
landschapstype
Alle landschapstypendoel
- vermeerderen en systematiseren van kennis;- opsporen geografische differentiatie;
- opsporen problemen en knelpunten voor verschillen typen elementen; - basisinformatie voor aanleg en beheer van lijnvormige beplantingen.
definiëring kleine
landschapselementen
Lijnvormige beplantingen:
- houtige gewassen (bomen en/of struiken) bepalen het beeld; - de breedte is maximaal 10 meter;
- de lengte bedraagt minimaal 50 meter
- gemeten in de lengte-richting bedraagt de bedekking van de houtige gewassen meer dan 50%.
typen
landschapselementen
De elementen kunnen worden getypeerd naar de afzonderlijke kenmerken zoals spreiding over Nederland, lengte, groeivorm, hoogte, breedte,
bodemgesteldheid, beheersvorm, gaafheid, ouderdom, soort grens, dood hout in beplantingen, landschapstypen.
Bij de classificatie zijn deeltypen onderscheiden en er is een geïntegreerde typologie ontwikkeld.
Deeltypen:
- structuurtypen; - vegetatietypen; - boom- en struiktypen;
- typen aangrenzend grondgebruik; - typen abiotisch profiel;
- landschapstypen.
De geïntegreerde typologie van Nederlandse lijnvormige beplantingen bestaat uit 34 typen, samengevat in de volgende hoofdgroepen:
- struwelen (5 typen); - bomenrijen (8 typen);
- houtwallen en –kaden met 1 boomlaag en struiken (4 typen);
- houtsingels met 1 boomlaag en struiken (op vlakke ondergrond) (5 typen); graften (2 typen);
- houtwallen met 2 boomlagen en struiken (5 typen);
- houtsingels met 2 boomlagen en struiken (op vlakke ondergrond) (4 typen).
Geïntegreerde typologie is hiërarchisch opgezet: Lijnvormige beplantingen
Geen boomlaag struwelen
1 boomlaag
zonder struiken bomenrijen
met struiken
wallen en houtkaden wallen en houtkaden vlak of hellend beplantingen met 1 boomlaag 2 boomlagen
wallen
graft graften
houtwal houtwal met 2 boomlagen vlak of hellend beplantingen met 2 boomlagen
kenmerken
landschapselementen
In het inventarisatieformulier zijn 46 kenmerken geclassificeerd (zie aanhangsel 1): Algemene kenmerken 1 opname nummer 2 provincie 3 uurhok 4 coördinaten x en y 5 datum 6 naam opnemer 7 breedte elementen 8 hoogte beplanting 9 stamtal Boomlaag 10 hoogte 11 horizontale bedekking 12 horizontale heterogeniteit 13 verticale heterogeniteit Struiklaag 14 hoogte 15 horizontale bedekking 16 horizontale heterogeniteit 17 verticale heterogeniteit Kruidlaag 18 hoogte 19 horizontale bedekking 20 horizontale heterogeniteit 21 verticale heterogeniteit Abiotisch profiel 22 abiotisch profiel 23 grondsoort
24 hoogte t.o.v. maaiveld 25 strekken/oriëntatie Beheer
27 hoogte hakhout 28 beplantingsvorm 29 onderhoudstoestand 30 beïnvloeding 31 toegankelijkheid Omgeving 32 aangrenzend grondgebruik 33 grenstype 34 bereikbaarheid
35 vorm aanliggend perceel 36 transparantie
37 dominantie in landschap 38 type afrastering
Landschap
39 lengte houtige beplantingen in km-hok 40 aantal knoop- en hoekpunten per km-hok 41 (vervallen)
42 lengte en breedte verhouding en regelmatigheid van percelen 43 grondgebruik
44 ouderdom van het voorkomen van de houtige begroeiing 45 type historisch-geografisch landschap
46 bedrijfsvorm 1860
inventarisatiemethode
landschapselementen
Van de ca. 70000 ha lijnvormige beplantingen in Nederland is een aselecte steekproef van 700 lijnvormige beplantingen getrokken. De gegevens (voor structuur, vegetatie, bomen, aangrenzend grondgebruik, abiotisch profiel, landschap) zijn via veldwerk en kaartanalyses verkregen. De inventarisatie is uitgevoerd in 1988 en 1989.
Voor de classificatie tot deeltypen en de geïntegreerde eindtypologie is gebruik gemaakt van het clusterprogramma Twinspan.
opslag van
landschapselementen
De gegevens zijn opgeslagen in een digitaal bestand. Beheerder van dit bestand is Wim Knol.
opmerkingen
Voor nadere informatie wordt verwezen naar het rapport en naar Wim Knol., Alterra, Wageningen.bronnummer
A10bron
Feddes, F. (eindred.), 1997. Belvedere. Beleidsnota over de relatie cultuurhistorie en ruimtelijke inrichting. Bijlage: Gebieden. Ministerie van OCW, LNV, VROM, V&W, Den Haag.aard van de bron
Beleidsnotaprovincie
Alle provincieslandschapstype
Alle landschapstypendoel
Uitwerking van het beleid met als centrale doelstelling: De cultuurhistorische identiteit wordt sterker richtinggevend voor de inrichting van de ruimte, en het rijksbeleid zal daarvoor goede voorwaarden scheppen.definiëring kleine
landschapselementen
Geen definitie
typen
landschapselementen
In de Gebiedsbijlage zijn de volgende kaarten opgenomen: - basiskaart archeologische waarden
- basiskaart historisch-bouwkundige en stedenbouwkundige waarden - basiskaart historisch-geografische waarden
- werelderfgoed UNESCO
- cultuurhistorisch belangrijke steden - Belvedere-gebieden.
In de Bijlage worden 70 Belvedere-gebieden beschreven naar: Cultuurhistorische identiteit
- karakteristiek - fysieke dragers
Inventarisatie van de beleidskansen - integrale gebiedsgerichte acties
- inrichting, inpassing, herstel en visualisatie - beheer en gebruik
Voorgestelde beleidsstrategie:
- instandhouden cultuurhistorische identiteit - ontwikkeling cultuurhistorische identiteit
Onder ‘karakteristiek’ en ‘fysieke dragers’ worden kenmerkende elementen genoemd.
kenmerken
landschapselementen
Geen uitwerking van kenmerken van elementen.
inventarisatiemethode
landschapselementen
In Belvedere wordt gewerkt met een selectie van gebieden en steden. Selectie op basis van basiskaarten en expert-judgment. Belangrijk is het criterium om de selectie te baseren op gave voorbeelden vanuit de landschapsgenese.
opslag van
landschapselementen
Opslag in inventarisatielijsten en CultGis. Zie hiervoor de bronnen Baas e.a. (1997, 2001).