• No results found

1. Opening

• Kennismaken: vertel je naam, wat je studeert, waarom je aan dit onderzoek deelneemt en dat je niet van politie of justitie bent. Vermeld hierbij wel dat je verplicht bent om het te melden als de jongere in zijn/haar interview een delict opbiecht dat niet bij politie of justitie bekend is. Zo maak je de jongere duidelijk dat je echt komt voor zijn/haar mening over het leven in de instelling en niet voor zijn/haar privé omstandigheden buiten de instelling.

• Doel van dit onderzoek is om in beeld te brengen hoe het is om hier te zijn. Dit wordt gebruikt om jongeren beter te kunnen begeleiden.

• Het interview zal ongeveer een anderhalf uur duren. • Thema’s die tijdens het interview besproken worden:

o Hoe de eerste dagen verliepen. o De leefgroep, groepsleiding en school o Negatieve aspecten van het verblijf o Zin van het verblijf en motivatie o Iets over de jongere zelf

o Resultaat van het verblijf en de toekomst

• Toestemming vragen voor bandopname: de enigen die de bandopname krijgen te horen zijn de student die het interview doet om het interview goed te kunnen uitwerken en misschien zullen delen van het interview door de onderzoeksleiding beluisterd worden. Het bandapparaat kan ook door de respondent zelf uitgezet worden (laten zien).

• Informed consent formulier laten ondertekenen.

• Vragen of respondent nog vragen heeft voordat de band gestart wordt.

2. Interviewvragen A. Inleiding

Vertel de jongere dat je eerst een aantal inleidende vragen wil stellen. 1. Hoe is het voor jou om hier te zijn?

2. Is dit de eerste keer dat je uit huis geplaatst bent? • Indien nee:

o Kun je iets vertellen over een eventuele eerdere keer? 3. Kwam de uithuisplaatsing onverwachts?

4. Wat is de reden dat je hier bent?

B. Eerste dagen

Vertel de jongere dat je nu een aantal vragen wil stellen over de eerste dagen dat hij/zij in de instelling verbleef.

5. Kun je iets vertellen over hoe het de eerste dagen met je ging? • Hoe heb je de eerste dagen ervaren?

• Indien ja:

• Hoe kwam het dat je je veilig voelde? • Indien nee:

• Hoe kwam het dat je je niet veilig voelde? • Wat betekent veiligheid voor jou?

• Had je die eerste dagen contact met iemand? Hielp iemand je? 6. Hoe gaat het nu met je?

• Voel je je inmiddels veilig, kan je daar iets over zeggen?

C. Leefgroep

Vertel de jongere dat je nu een aantal vragen wil stellen over de leefgroep waarop hij/zij verblijft in de instelling.

7. Kun je je leefgroep eens uitgebreid beschrijven? Hoe gaat het daar aan toe? • Wat zijn goede kanten en minder goede kanten aan je leefgroep?

• (Indien het geval) Wat vind je ervan dat jongens en meisjes gescheiden op de leefgroepen verblijven?

8. Wat vind je van de regels binnen? • Welke regels vind je goed? • Welke regels vind je niet goed?

• Zijn alle regels goed uitgelegd toen je hier binnenkwam?

• Als je regels zou kunnen veranderen, welke zouden dat dan zijn?

9. Kom je hierbinnen wel eens in de problemen? Zo ja, wat is daar de oorzaak van? 10. Hoe is contact tussen de jongeren onderling?

11. Welke invloed hebben de jongeren hier op je? Positief of negatief? 12. Heb je het gevoel dat je hier iets leert van de andere jongeren?

• Indien ja:

o Kun je daar iets meer over vertellen? o Welke dingen leer je van hen? • Indien nee:

o Hoe komt het dat je niets van hen leert? o Zou je iets van hen willen leren?

13. Zijn er ook dingen die je hier leert die je verkeerd vindt? Kun je daar meer over vertellen? 14. (Indien het geval) Hoe is het contact tussen jongens en meisjes / Gebeurt er wel eens iets

tussen jongens en meisjes? Kun je daar iets meer over vertellen?

15. Zijn er jongeren die het voor het zeggen hebben anders dan de groepsleiding? Kun je vertellen hoe dat gaat?

16. Wat doe je als je andere jongeren op de groep niet mag? 17. Is er wel eens sprake van agressie onderling, hoe gaat dat dan? 18. Als je iets persoonlijks bespreekt, met wie doe je dat dan?

D. Groepsleiding

Vertel de jongere dat je nu een aantal vragen wil stellen over de groepsleiding van de groep waarop hij/zij verblijft.

19. Hoe is je contact met de groepsleiding, kun je daar iets over vertellen? 20. Is de groepsleiding altijd eerlijk tegen je?

21. Hoe ervaar je de hulp van de groepsleiding? • Kan je altijd terecht bij iemand als er iets is?

22. Zijn er momenten dat je iets wil vragen aan de groepsleiding en dat dat niet kan? 23. Zijn er momenten dat de groepsleiding te lang of te veel op kantoor zit?

24. Behandelt de groepsleiding jou en de andere jongeren met respect? • Doen ze dit ook als iemand heel boos wordt?

25. Stimuleert de groepsleiding jou? (Bijv. met school, de behandeling, het leren van nieuwe dingen.)

26. Behandelt de groepsleiding alle jongeren hetzelfde?

• Zijn er momenten dat niet iedereen dezelfde behandeling krijgt? • Waardoor komt dat denk jij?

• Geeft de groepsleiding uitleg op deze momenten?

E. School

Vertel de jongere dat je hem/haar nu een aantal vragen wil stellen over zijn/haar ervaringen met school en de leraren.

27. Hoe gaat het op school? Hoe gaat het op school?

28. Hoe gaat het op school? Kun je daar iets meer over vertellen? 29. Kan je iets vertellen over leuke en minder leuke dingen op school? 30. Verveel je je wel eens op school?

• Hoe komt dat? • Wat doe je dan?

31. Wat vind je van de leraren? Kun je daar iets meer over vertellen?

32. Gebeuren er wel eens dingen op school waar je vrolijk van wordt? Kun je daar iets meer over vertellen?

33. Gebeuren er wel eens dingen op school waar je gestrest van wordt? Kun je daar iets meer over vertellen?

F. Negatieve aspecten van het verblijf

Vertel de jongere dat je nu een aantal vragen wil stellen over eventuele negatieve kanten van zijn/haar verblijf in de instelling.

34. Verveel je je wel eens hierbinnen? • Hoe komt dat?

• Wat doe je als je je verveelt? 35. Voel je je veilig op de groep?

• Indien ja:

o Hoe komt dat?

o Wat draagt er bij aan jouw gevoel van veiligheid? • Indien nee:

o Hoe komt dat?

o Wat draagt er bij aan jouw gevoel van onveiligheid? 36. Raak je wel eens gestrest hier?

• Indien ja:

o Hoe komt dat? (Denk aan: opgesloten zijn/contact andere jongeren/veiligheid/contact groepsleiding/contact bezoek.) o Hoe ga je daarmee om?

o Wat doe je als je je gestrest voelt?

37. Doe je jezelf wel eens pijn als je je gestrest voelt? • Wat doe je dan?

38. Heb je in het verleden behoefte aan professionele hulp gehad vanwege psychische problemen of spanningen?

• Ben je naar de dokter of een andere hulpverlener gegaan? o Indien ja:

 Waarom wel? o Indien nee:

 Waarom niet?

39. Heb je meer/ minder/ of evenveel last van lichamelijke klachten en psychische

problemen nu je hier zit? (Bijv. slaapproblemen, depressieve gevoelens, angsten, etc.) • Zijn er hier factoren die jouw (psychische) problemen verergeren?

Vertel de jongere dat je nu een aantal vragen wil stellen over hoe het nu met hem/haar gaat, de zin van het verblijf en zijn/haar behandelmotivatie.

40. Kun je iets vertellen over het nu met je gaat? Hoe doe je het nu voor jezelf? • Hoe denk je je huidige situatie zelf te kunnen veranderen?

• Denk je dat dit gaat lukken?

• Ben jij trots op jezelf? Waarom wel/niet?

41. Kun je zelf beter omgaan met agressie dan voordat je hier kwam? Of juist minder goed? Kun je daar meer over vertellen? Hoe komt dat?

42. Ervaar je het verblijf, met het oog op de toekomst, als nuttig? • Indien ja:

o Welke elementen vind je nuttig?

o Wat denk je daarmee te kunnen in de toekomst? • Indien nee:

o Hoe komt het dat je het niet nuttig vindt?

o Wat zou je nodig hebben om het verblijf wel nuttig te maken? 43. Krijg je behandeling tijdens je verblijf hier?

44. Ben je gemotiveerd voor je verblijf en behandeling hier? • Indien ja:

o Wat is de reden dat je gemotiveerd bent? Kun je daar iets meer over vertellen? o Welke rol speelt de groepsleiding in jouw behandelmotivatie?

o Denk je dat jouw behandelmotivatie van invloed is op hoe de groepsleiding met jou omgaat?

• Indien nee:

o Hoe komt het dat je niet gemotiveerd bent? Kun je daar iets meer over vertellen? o Wat zou er gedaan kunnen worden om je te motiveren?

o Kan de groepsleiding daar een rol in spelen?

o Denk je dat jouw gebrek aan behandelmotivatie van invloed is op hoe de groepsleiding met jou omgaat?

H. Kenmerken respondent

Vertel de jongere dat je nu een aantal vragen wil stellen over hem/haarzelf en zijn/haar situatie voordat hij/zij in de instelling geplaatst werd.

45. Kun je een omschrijving geven van je eigen ik, hoe jij was voordat je in hier kwam? (denk aan vrolijk, depressief, agressief, impulsief)

• Wat deed je op dat moment op school? (denk aan mavo, havo, vwo) 46. Gezinssituatie:

• Uit wat voor gezin kom je?

• Hoe was de relatie met je ouders/verzorgers voor je hier kwam? o Vertelde je wat je had meegemaakt?

o Wisten je ouders wie je vrienden zijn? o Vertelde je je geheimen aan je ouders? o Deelde je je emoties met je ouders?

o Moest je toestemming vragen aan je ouders voor bepaalde dingen? Zo ja, welke dingen? (Oefenden de ouders veel controle uit?)

o Had je het gevoel dat je altijd bij je ouders terecht kon?

• Had je wel eens ruzie met je moeder? Kun je daar iets over vertellen? (Denk aan irritaties / fysiek geweld)

• Had je wel eens ruzie met je vader? Kun je daar iets over vertellen? (Denk aan irritaties / fysiek geweld)

• Hoe is de relatie met je ouders/verzorgers nu? (Verbetert op genoemde aspecten of niet?)

vastzit?

• Hoe gaat het contact nu met je familie en vrienden en andere mensen buiten. Kun je daar iets over vertellen?

47. Vrienden:

• Vind jij vrienden belangrijk? Waarom wel/niet?

• Pleegden jouw vrienden ook delicten? Had je ook vrienden die niet betrokken waren bij criminele activiteiten?

• Welke invloed heeft jouw vriendengroep verder gehad op het feit dat je nu hier zit? 48. Gebruik(te) je alcohol, drugs of medicijnen? Kun je daar iets over vertellen (hoe dat is

begonnen, met wat en hoe dat verder ging)? 49. Wat vind je van de wereld om je heen (buiten)?

I. Resultaat van het verblijf en de toekomst

Vertel de jongere dat je nu een aantal vragen wil stellen over het resultaat van zijn/haar verblijf in de instelling en over hoe hij/zij de toekomst ziet.

50. Als je hier uitkomt, heeft dat jou dan iets veranderd? Kun je daar iets meer over zeggen? • Indien ja:

o Welke elementen van het verblijf hebben bijgedragen aan jouw verandering? o Wat ga je daarmee doen als je weer buiten bent?

• Indien nee:

o Hoe komt het dat je niet veranderd bent? o Wat had je nodig gehad om te veranderen? 51. Hoe denk je dat het over een jaar met je gaat?

• En nog later, wat wil je gaan doen?

• Heb je ergens hulp of ondersteuning nodig (b.v. huisvesting, schulden) 52. Wat zijn jouw toekomstplannen?

53. Als jij het voor het zeggen had binnen deze instelling:

• Wat zou je dan doen om jongeren zoals jij verder te helpen? Kun je daar iets meer over vertellen?

• Zou je dan iets veranderen? Zo ja, wat? 3. Afsluiting:

54. Zijn er nog dingen die je aan mij kwijt zou willen? • Vragen: Wat is je leeftijd?

Noteren: geslacht en groep. Bedanken voor het interview. Terugblik op het interview.

10.2 Eigen toevoeging interviews

Uit de bestaande topiclijst die opgesteld is voor de interviews van het Leefklimaatonderzoek heb ik reeds een deel van de informatie kunnen halen voor het beantwoorden van mijn

deelvragen en hoofdvraag. Hiernaast heb ik bij de jongeren die ik zelf geïnterviewd heb extra vragen gesteld voor verdieping van bepaalde onderwerpen. Deze vragen staan in dit stuk beschreven. De interviewvragen zijn opgedeeld per dimensie van het sociale leefklimaat. Organisatie en orde

 Is er voldoende structuur? Of vind je het juist te veel of te weinig?  En op welke vlakken?

 Hoeveel belang hecht je aan orde en structuur op de groep?  Is het vaak (te) druk op de leefgroep? Wat vind jij hiervan? De dagelijkse routine

 Hoe ziet een gemiddelde dag er voor jou uit?  Wat vind je van deze dagindeling?

 Als je iets zou mogen veranderen wat zou dat dan zijn?

 Wat doe je het liefst in je vrije tijd? (is dat mogelijk hierbinnen? Mag dit altijd?) Steun en support van pedagogisch medewerkers

 Zijn er vlakken waarop je meer steun en support zou willen ontvangen van de groepsleiding?

 Hoeveel belang hecht je aan het contact/ de band met de groepsleiding? De support die de jongeren van elkaar ontvangen

 Helpen jullie elkaar voldoende op de groep?

 Heb je behoefte aan steun van de andere jongeren op de groep?

GERELATEERDE DOCUMENTEN