• No results found

interview leidraad Onderzoek Politie & Wetenschap: Veiligheidsbeleving 1 Hoe lang werkt u al in het onderwijs?

2. Wat is precies uw huidige functie?

3. Hoeveel kinderen zitten er bij jouw in de klas? En ongeveer op school 4. Zou jij je klas of de school omschrijven als een met een grote diversiteit? 5. Zo ja, wat voor een diversiteit?

6. Zo nee, wat zijn de delers die de school/klas homogeen maakt?

Diversiteit

1. Kan je iets noemen van wat je leuk vind aan die diversiteit?

2. Zijn er dingen die je moeilijk vindt aan de diversiteit/homogeniteit? 3. Wordt er gesproken over de verschillen?

4. Zijn er verschillen die de leerlingen van elkaar lastig vinden of niet begrijpen?11. Zijn er ver- schillen die leerlingen niet van elkaar accepteren?

5. Waar denk je als eerste aan als je nadenkt over de sociale veiligheidsbeleving van de leerlingen? 6. Wat zijn voor jou kenmerken dat leerlingen zich sociaal veilig voelen?

7. Wat zijn voor jou kenmerken dat leerlingen zich sociaal onveilig voelen?

8. Wat zijn gebeurtenissen of situaties waardoor de sociale veiligheid onder spanning komt te staan in de klas/op school? (concrete voorbeelden, doorvragen naar oplossingsstrategieën).

Sociale cohesie

1. Is er onderling vertrouwen tussen de leerlingen? Waaraan merk je dat? 2. Is er eenheid in de klas?

3. Actualiteit

1. Wat is de invloed van maatschappelijke gebeurtenissen op de veiligheidsbeleving van de leer- lingen? (e.g.aanslagen, verkiezingen, vluchtelingen).

2. Is er invloed van de actualiteiten en de media op de veiligheidsbeleving van de leerlingen

1. Ben je tevreden over de betrokkenheid van de ouders? Hoe komt dat?

2. Welk cijfer geef je de sociale veiligheidsbeleving van je leerlingen in de klas? (Korte toelichting) 3. Toekomst-vragen

4. Hoe ziet de ideaal veilige situatie in een school/klas eruit? 5. Wat zijn de kenmerken van zo een school?

6. Wat moet daar zeker niet gebeuren?

7. Zijn er volgens jou veranderingen geweest in de sociale veiligheid binnen scholen en klassen? 8. Heb je behoefte aan extra ondersteuning intern of extern als het gaat om veiligheidsbeleving? Demografische gegevens:

Geboorteland: Geboorteland ouders: Geboorte datum:

Bijlage 2: codeerschema’s

Codes Beeld ‘spanningsvolle’ situaties

Wat zijn span- ningsvolle situa- ties volgens leer- krachten en schoolleiders? Voorbeeld ‘qoute’ Categorie: Discriminatie Leerkrachten worden beschul- digd van discrimi- natie

“Nou, mijn zoon krijgt altijd de schuld. Want dat nemen ze gauw over van zo'n kind. U heeft het altijd op mijn zoon, en ze geloven hun kind, want de ander heeft het gedaan. En dan hoor je ze later praten: Nou, die meester of juf, die nou, die is.. Dan krijg je al bijna racistisch. Dat we racistisch zijn.”

Geloof Gezag van vrou-

wen wordt niet geaccepteerd door leerlingen

“Ik hoef toch niet naar jou te luisteren, want je bent een vrouw.'

In de eerste instantie voelde ik een woede vanbinnen opko- men dat ik denk: Wat zeg je? Brutale snotaap. Hoe bedoel je 'ik hoef niet naar jou te luisteren want je bent een vrouw'. Ben jij wel helemaal wijs? Zo werkt het hier niet.”

Discriminatie Ervaren discrimi-

natie van leer- lingen

“Als je met elkaar naar het zwembad gaat bijvoorbeeld. Als uitje met groep 8. Dan gaan we vaak naar het Sloterpark- bad. En daar zitten natuurlijk ook weer delen van blanken en allerlei kinderen door elkaar. En dan wordt er meteen al gezegd als je dan langsloopt, dan hoor je gewoon 'oh, moet je die donkere jongen zien' of eh, weet je. En dat is nog wel in West zelf. Dus, daar wonen heel veel donkere mensen. Maar dan wordt je meteen al, dan kom je met een groep kinderen. En dan heb je meteen al een klein beetje het op- boksen tegen elkaar.”

Respect voor school en leer- krachten (passend onderwijs)

Leerling met ex- ternaliserend gedragsproblema- tiek

“Intimiderend gedrag waardoor andere kinderen bang zijn. Toch soms een klap of een eh, eh, stoot uitdelen. Of heel brutaal zijn naar de juf en da- en de juf zich handelingsver- legen voelt met echt dat externaliserend eh, eh, gedrag.”

Respect voor school en leer- krachten

Straatcultuur ge- drag van leer- ling(en)

“Dan voelen vooral de jongens zich heel stoer, tegen alles wat macht, tussen aanhalingstekens, over hun heeft, dus dan krijg je als leerkracht in eerste instantie de grote monden, de jij-maakt-mij-niks- houding, en daar was je dan best een tijdje weer mee bezig om dat terug te draaien.”

Geloof Verschil thuis-

school cultuur “Het kan lastig zijn omdat, met name in de bovenbouw,

kinderen al vaker gesprekken voeren thuis en ouders zich ook al meer bewustzijn van hun eigen identiteit. Ik denk dan al dat ze worstelen met het zijn op school, gewoon een leer- ling, en zoals je op school doet, en eisen van thuis die mo- gelijk uit onzekerheid benoemd worden.”

Welke eisen zijn dat?

Nou bijvoorbeeld geen hand geven, het raar vinden als ie- mand ham eet, of vies zelfs. En ook omgekeerd, ineens zeg- gen ‘die vader heeft een baard dus let maar een beetje op’”

Geloof Groepsdruk “Dat past hier dan dus niet, dus heeft zo’n kind het moeilijk.

Een christelijke ouder zei dat ze haar kind van school afnam omdat zij, omdat al die kinderen zeggen. Straks gaat het verkeerd met je want je gelooft niet.”

Maatschappelijke en (politieke) spanningen Politieke spanning rondom identiteit (geen dialoog)

“Er zijn kinderen heel erg bang geworden van de verkiezin- gen van Trump, echt bang. Er zijn kinderen die niet durven te zeggen dat ze het eigenlijk wel een goede keuze vinden. Er zijn kinderen waarvan ik zeker weet dat er thuis op de PVV wordt gestemd maar dat hier niet zullen durven zeg- gen.”

Maatschappelijke en (politieke) spanningen

Conspiracy theo-

rieën in de klas “En die hadden dan op internet al van die conspiracy theo-

rieën over de Joodse mensen samen met Amerika die.. Die samenspanden tegen de, eh, nou eh, te- tegen de moslims. ja, dat was soms wel eng. Dat je dacht, hier moet ik niet verder in gaan, want jeetjemina wat bekijken ze allemaal op internet. En, en.. , dan ging, werd het echt fel. Want 'kijk maar zelf op internet’ werd er dan geroepen.”

Maatschappelijke en (politieke) spanningen Goedkeuring van de aanslagen door (enkele) leerlingen

“Vorig jaar met Charlie Hebdo zei de helft van: is hartstikke goed juf. Ze mogen ook niks over ons privé, een jongetje had de volgende dag: je suis moslim.”

Maatschappelijke en (politieke) spanningen Heftige maat- schappelijke ge- beurtenissen (e.g. aanslagen)

“Als de buitenwereld binnenkomt en er heftige politieke gebeurtenissen zijn, dan merk je het ook want dan zie je dat kinderen, die krijgen van huis uit natuurlijk ook boodschap- pen mee dus die gaan zich wapenen en dan wordt het ineens minder veilig, prettig.” “Aanslagen, mensen die andere mensen verwonden met een machete, mensen die zelfmoord plegen en honderd anderen meenemen, dat zijn hele heftige dingen die natuurlijk ook mee de school in komen en dat maakt kinderen heel erg angstig.”

Maatschappelijke en (politieke) spanningen

Groepsvorming

leerlingen “Gewoon het feit dat jij Turks bent. En ik Marokkaans.

Punt……Zo, dat zit in hun gevoel. Het feit dat ik Hollander ben, daardoor hoor ik bij een groep die al zo is, en zo ben ik dus ook……..En het is echt, er zijn maar weinig kinderen die daar doorheen kijken. Die niet meer die groepen zien hier op school.”

Maatschappelijke en (politieke) spanningen

(moslim) ouders

in verdediging “Als er een aanslag gepleegd is ergens, je merkt aan moe-

ders dat ze zich ongemakkelijk voelen, dat ze zich als het ware schamen, dat ze je willen zeggen van wij horen daar niet bij, en aan de andere kant toch ook wel zoiets hebben van ja maar het moet toch niet nodig zijn dat ik dat zeg, en dat ze het dan van mij af laten hangen om het ijs te breken als het ware, om dat bespreekbaar te maken.’

Codes: moeilijkheden met ‘spanningsvolle’ situaties

Welke onderlig- gende oorzaken van spanningsvolle situaties noemen leerkrachten en schoolleiders? Voorbeeld ‘qoutes’

Verschillen in nor- men en waarden, cultuur en/of religie

Islam/religie “ Maar ik blijf een niet gelovige dat speelt absoluut. Niet in

hun ogen gelovige maar dat speelt absoluut. En op het moment dat er iets mis gaat. Daar komt ie. De discrimina- tie kaart.” Botsing/ander tussen wereld- beeld leer- ling(en) en leer- kracht

“ 'Dit mag van de Koranschool, dit mag vanuit mijn gezin. En we worden gesteund vanuit de moskee. Dus wat u zegt, juffrouw ***, is gewoon niet waar’. Ze hadden zo een sterk gevoel van 'maar wij leven in deze werkelijkheid'. Maar dat was, nou ja, hoe heet dat? Samenleving.… Dus een soort parallelle samenleving.” Verschil tussen wereldbeeld ouders en leer- kracht/schoolleid er

“Of ik bedoel dan, een kind wordt door geslagen door een ander kind, ouders komen erin en dan zeggen we ja luister eens, bedoel weet je. Willen we niet. Kan niet, weet je, daarvoor lopen leerkrachten rond. Ga het niet zelf oplos- sen. Maar goed dan komen ze ja, wij vinden het wel be- langrijk dat ons kind een corrigerende tik kan uitdelen aan een ander kind. Dus van ons mag je rustig, mag je slaan. Mag je erop meppen. “

Nooit consensus over beslissin- gen op school (door diversiteit)

“Dan is er gewoon gedoe. En dat is niet altijd erg, maar met heel veel van dit soort beslissingen, zeker als het rich- ting de bewaarder gaat, dan wordt het wel eens lastig en ik ben altijd gewend geweest dat beslissingen op scholen vrij unaniem of wel heel veel weerstand opriepen of omarmd werden. En dat is hier nooit zo. Met alles wat je doet.”

Verschil in thuis-

en schoolcultuur “Het is zo complex voor deze leerlingen. Want ze leven in

2 werelden enerzijds de Nederlandse, maar ze gaan ook nog naar de moskee. En daar worden weer andere dingen gezegd.”

Taalbarriere Vaak de taalbarrière, of vaak, wel regelmatig. Dat je denkt:

we verstaan elkaar gewoon niet. Dat is lastig, zowel met de ouders als met de kinderen. Dat vind ik wel lastig, en ik vind sommige dingen die de ouders denken, dan denk ik: dat vind ik lastig.

Thuissituatie van

leerlingen Meningen van thuis “Als je kijkt naar hoe kinderen hier met elkaar omgaan, en als je kijkt naar het moment dat het misgaat, dat heel vaak zit in dat wat er van thuis mee komt, daar word ik altijd een beetje verdrietig van want dat hoeft zo niet te zijn.”

Armoede thuis “Er zijn heel veel kinderen die echt te maken hebben met

armoede, er is gewoon heel weinig thuis, nou van armoe is bekend dat het ouders heel veel kopzorgen geeft en die kunnen daar niet, ook niet echt weg mee. Een vader die de hele dag thuiszit en moeder die in de weg zit en geen reet doet. Dus ze hebben thuis veel problematiek, en dat uit zich bij alle kinderen weer op een andere manier. En daar moet je ogen en oor voor hebben, en je moet ze heel erg laten merken dat je ze waardeert en dat je hun inbreng waardeert en op waarde schat. “

Scheidingen

thuis “Ik zat even zo in mijn hoofd te tellen wiens ouders ge-

scheiden zijn, en dat is gewoon de helft. En een kwart van die kinderen ziet volgens mij hun vader niet of bijna niet. En toen dacht ik: Dat is veel hoor, de helft van je klas en een kwart die zijn vader überhaupt helemaal niet ziet.”

Binnen de school en beleid

Te weinig tijd/

hoge werkdruk “Sowieso wil ik wel eens dat ik meer tijd heb om met kin-

deren te praten. Ik denk dat we dat allemaal hier op school hebben hoor, we zijn natuurlijk veel bezig met taal, woor- denschat, rekenen. Werkdruk, het gevoel van werkdruk, is er ook. Er is echt veel werkdruk.” ——“Met name in moei- lijkheden die de afgelopen jaren eh, zijn toegevoegd aan het regulier onderwijs. Eh, hè. Het gevoel van met minder middelen meer moeten doen. Nog los van of dat helemaal de realiteit is, maar dat is de ervaring van leerkrachten.”

Passend onder-

wijs “Ook als een kind of meerdere kinderen in de klas zitten

die heel veel zorg nodig hebben, heel veel aandacht vragen of soms heel boos worden, dus eigenlijk binnen passend onderwijs, dat die grens wordt opgerekt soms, soms ook tijdelijk. Dat krijgen we ook wel terug van ouders dat dat bij kinderen heel veel onveilige gevoelens op roept”

Slechte commu- nicatie binnen onderwijs

“De ene keer is het een probleem van communicatie, communicatie met ouders onderling of van school naar ouders toe of de communicatie onderling bij leerkrachten. Of de communicatie richting het bestuur en de school. En communicatie is een groot probleem binnen het onderwijs. Iedereen zit op zijn eigen eiland. Proberen de mensen bij elkaar te krijgen en dus verbindingen te maken. Dat is ook al zo moeilijk.”

Wijk van de school Hangjongeren “Er hangen hangjongeren waar ze zich niet prettig bij voe- len, of ze worden heel erg bekeken, de sociale controle is daar behoorlijk heftig.”

Straatcultuur “Een bepaalde verharding. Ik denk dat het ook een bepaald

schild is hoor, tegen de, tegen de buitenwereld zeg maar, weet je wel. Van: 'Mij raak je toch niet eh, bam, deur dicht'. In de klas zie ik een heel ander iemand zitten. En dan ben je heel vrolijk, heel open. En dan zie ik je buiten een beetje stoer staan.”

Onveilige buurt “Het is gewoon niet veilig om hier op een bepaald tijdstip in je eentje nog rond te lopen op straat. Dan, ja, dan is er gewoon een zekerheidsgrens en een waarschijnlijkheid dat je iets negatiefs meemaakt. En dat eh, realiseren kinderen zich heel erg eh, hier. Dat maakt ze soms bang. Dat hoor je ook wel eens kinderen zeggen letterlijk van, 'ja meester, er zat iemand achter me aan'. Of eh, ze hebben een schietpar- tij gezien van dichtbij, of een overval of eh.”———-“ Moeders geven aan dat ze het niet fijn vinden als hun kind op straat speelt. En het zijn vaak wat grotere gezinnen, kleine woningen, ja, die hebben beweging nodig, dat haal je dan niet allemaal in huis. Als het mooi weer is dan wil- len kinderen op straat voetballen, eh, nou ja, noem maar op wat ze allemaal doen. Moeders geven heel erg aan dat ze dat niet veilig vinden, nou ja, er spelen ook altijd foute vriendjes, ze denken allemaal dat hun kind niet fout is, en het vriendje wel.”

Verschil tussen stad en buiten de randstad

“Gedragsmatig is het wel een groot verschil. Gedragsmatig zit het vooral in eh, nou, ik denk ook de problematiek die we hier uiteindelijk in de wijk meekrijgen, en als school onderdeel van de wijk, maar het is gewoon net een graadje meer. Dus je bent meer bezig met gezinnen, leerlingen, situaties, je staat wat dichter op het contact bij wijze van spreken met de wijkagent, met de ouder-kind-adviseur, het is wat intensiever dan buiten de stad”.

Maatschappelijke gebeurtenissen /veranderingen Social media (maatschappelij- ke problemen wandelen elke dag je klas zo binnen).

“Soms krijg je van juf moet ik dan ook het land uit? Ik zeg nee jij hoeft het land niet uit, want jij bent hier, jij woont hier, jouw papa en mama hebben werk, jij bent hier gebo- ren, niks, jij hoeft helemaal niet het land uit. Maar daar zijn deze kinderen wel mee bezig. Dat is, ja, de discussie, de maatschappelijke verruwing, komt ook in je groep. Dat komt echt in je groep. En daar moet je vind ik als leer- kracht hard voor moeten werken om gewoon ook een ande- re kant te laten zien dat er nog een heleboel andere mensen zijn die er heel anders over denken en eh, gelukkig wel, tenminste, maar ik merk gewoon dat dat emoties oproept.”

Dagen net na een aanslag (zorgt voor extra spanning)

“En zeker in de periode na de aanslagen in Parijs, zijn we erachter gekomen dat die moslimjongeren allemaal bang waren dat ze op een bepaalde manier gezien zouden wor- den, mede schuldig verklaard, mede verantwoordelijk, ter- wijl niet moslim kinderen heel angstig waren en niet meer naar het Rijksmuseum durfden. Niet meer met de metro in A’dam en niet meer met de trein. “

Veranderende

rollenpatronen “Vaak voelen docenten zich best aangevallen en juist door

de ietwat verwaterde patronen of de rollenpatronen vinden ze uiteindelijk vaak dat he, in hun veiligheidsbeleving dat ze daarop worden aangetast. Door mondige en veeleisende ouders.”

Nadruk op identi-

teit “Ik noem dat ook een soort van pre-puberteit. Ik denk dat in de afgelopen 2 decennia de puberteit vervroegd is en dat heeft misschien ook wel met social media te maken. Kin- deren zijn zich veel jonger al bewust van dat ze zich kun- nen profileren en daar hoort natuurlijk een identiteit bij. Maar kinderen die dat hele criminele gebeuren heel span- nend vinden en: mocro’s, helemaal stoer. En de religieuze identiteit, die is er ook echt wel.”

Prestatiedruk “ Maar iedereen wil nu dat zijn kind het optimaal doet. Die

druk wordt al vanaf de kleuterschool gelegd. Er zijn kleu- terouders die CITO-toetsen kopen. En dat met die kleuters gaan oefenen. Die leerlingen worden zenuwachtig. Want die moeten presteren. Die moeten ook huilen als ze iets niet kunnen of niet kan. Want daar worden ze heel zenuwachtig van. Eh, ehm, en dan is het: 'De juf legt niet goed uit. Want als de juf wel beter zou uitleggen, dan zou jij het wel snap- pen’."

Zor-

gen/verandering en samenleving an sich gekop- peld aan span- ning in de klas en op school

“Ik vind wel dat ouder steeds meer ruimte in nemen, en je ziet wel echt een verschil met 15 jaar geleden. En ook waar ik het in het begin over had, het communiceren niet altijd op een prettige manier doen. En dat vind ik onveilig, dat voelt voor mij in een team onveilig. En dat raakt ook de sociale veiligheid. Radicalisering denk ik dat in het alge- meen in Nederland wel een thema is, ik weet niet zo goed hoe groot dat is. Ik merk wel dat er een soort verharding is met wat de laatste jaren gaande is en politiek en vluchte- lingen, je moet heel erg oppassen dat het ‘wij-zij’ niet ver- hardt en vergroot.”

Negatieve na- druk op moslims en islam

“ In periodes aansluitend op zo'n aanslag. Want natuurlijk helaas kunnen we daar patronen in gaan ontdekken. Dat