• No results found

 Directeur Projectbureau MerwedeLingelijn (MLL) Problemen

De spoorverbinding tussen Dordrecht en Geldermalsen had zodanig te maken met reizigersafname waardoor de frequentie omlaag ging. Op dat moment was de frequentie te laag om reizigers te trekken. Daarom heeft de NS in 2000 gezegd te stoppen met de exploitatie van die lijn. De lijn was niet meer rendabel. Door het wegvallen van de spoorverbinding zouden ook alle ontsluitingen wegvallen. De spoorverbinding vormde de ruggengraat van het OV-systeem doordat

busverbindingen aansluiten op de spoorlijn. Provincie en Gemeenten vonden dit onacceptabel en hebben zodoende een concessie uitgeschreven samen met de concessie voor het busvervoer. Arriva heeft in 2007 die concessie gewonnen. Zonder nieuwe ontwikkelingen zou het echter ook voor Arriva moeilijk zijn om een succesvolle verandering door te voeren. In het begin had Arriva daarom ook te maken met opstartproblemen vanwege de krappe dienstregeling.

Ontwikkelingen

Om de verbinding aantrekkelijk te maken, is door Movares gekeken naar de stappen die ondernomen moesten worden. Om een aantrekkelijke verbinding te realiseren was het van belang dat er veel haltes zijn en dat er met een hoge snelheid en frequentie gereden wordt. Hiervoor is een splitsing gemaakt in het traject. Op het drukste deel tussen Gorinchem en Dordrecht moet de frequentie 4x per uur zijn en op het stuk tussen Gorinchem en Geldermalsen minimaal 2x per uur. Er is gekeken waar inhaalsporen moesten komen en waar nieuwe haltes ontwikkeld konden worden. In 2006 is hier een plan voor ontwikkeld met de provincie, gemeentes, ProRail en Arriva. In 2009 is dit plan bekrachtigd met een samenwerkingsovereenkomst. Hierin zijn ook afspraken gemaakt over de investeringen. De provincie investeert in de passeersporen en gemeentes investeren in de haltes op plekken waar een interessante OV-knoop kan ontstaan doordat daar woonwijken gepland zijn. Bij iedere nieuwe halte is een woonwijk gepland en bij Gorinchem-Noord is sprake van

bedrijventerreinontwikkeling en een nieuw scholencomplex. De eerste fase van de ontwikkelingen (van Dordrecht tot Gorinchem) is inmiddels vrijwel gereed. Op het tweede gedeelte moeten alle bestaande haltes opgewaardeerd worden zodat ze een betere uitstraling krijgen. Hierdoor verbetert de sociale veiligheid en wordt verblijven op het station aantrekkelijker. Ook een stationsrestauratie of camerabewaking draagt hier aan bij.

Doelstelling

De doelstellingen voor het ontwikkelen waren enerzijds het voorzien in de mobiliteitsbehoefte en anderzijds om het gebied aantrekkelijk te houden voor de Randstad. Met een frequentie van 4x per uur wordt de Randstad bereikbaar in een korte tijd. Daarom moet de trein ook aansluiten om de busverbindingen in het binnenland zodat het OV aantrekkelijk wordt voor woon-werkverkeer. Arriva heeft de ambitie om 100% reizigersgroei te behalen voor 2018. Tot dan loopt de huidige concessie. Ook moet het spoor de ontwikkeling van woonwijken en bedrijventerreinen rondom de stations ondersteunen.

Effecten

In 2007 is Arriva gaan rijden met oud materiaal. Toch was er al een duidelijke stijging van het aantal reizigers. Dit kwam door de gecombineerde concessie van bus en trein. Daarnaast is de houding van Arriva totaal anders dan die van de NS. Ze zijn klantvriendelijker en beter benaderbaar. Met het

97 nieuw materieel heeft de stijging van de reizigersaantallen een boost gekregen. De nieuwe treinen zijn open en transparant. Voor scholieren is het ook interessant dat de fiets gratis mee mag. Met alleen het nieuw materieel werd een reizigerstoename van 20-25% bereikt. Na de

frequentieverhoging ontstond een toename van 30%. De reizigersgroei is inmiddels wel wat afgevlakt.

Economische ontwikkeling/effecten

Economische voordelen voor de regio biedt de verbeterde verbinding niet zo zeer. Wel maakt het de regio aantrekkelijker voor de Randstad. De A15 vormt een knelpunt waardoor de concurrentiepositie van de trein redelijk goed is. Hierdoor zijn mensen sneller geneigd in de trein te stappen.

Ook voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein bij Gorinchem-Noord is de realisatie van een nieuwe halte van belang. Zo kunnen mensen gemakkelijk met het ov naar het bedrijventerrein toe. Je ziet dus dat er nagedacht is over de positionering van de haltes. Door ontwikkeling van de

spoorverbinding kan een win-winsituatie behaald worden. Ondanks de recessie zie je dat de ontwikkeling van woonwijken bij de stations nog steeds goed door gaat. Dit komt door de goede bereikbaarheid van de Randstad waardoor mensen die werken in de Randstad ook buiten de Randstad kunnen gaan wonen. Het wordt in de regio rondom het spoor dus aantrekkelijker om te wonen en te verblijven.

Ook voor bedrijven gaat bereikbaarheid een steeds belangrijkere rol spelen. In de Randstad zitten grenzen aan de groei waardoor andere ontwikkelingen mogelijk worden. Gorinchem bevindt zich aan het knooppunt A15/A27. De ontsluiting van het gebied is daardoor erg goed. Ontwikkeling op de as Dordrecht/Gorinchem is daardoor ook goed mogelijk. Verder in de regio zal dit lastiger zijn, zeker in relatie tot het spoor.

Randvoorwaarden

Het succes van de lijn is te danken aan een aantal randvoorwaarden. Er moet door de diverse betrokken partijen niet gekeken worden naar het eigen belang, maar naar het geheel. Het gezamenlijk belang weegt het zwaarst. Ook moet men bereid zijn te investeren. Daarnaast heeft iedere gemeente zijn eigen projectbureau opgezet waardoor de eigen identiteit bewaakt kon worden. Tot slot speelt communicatie een belangrijke rol.

98