• No results found

Interview dierenarts

I= Interviewer D= Dierenarts

D: Je had een aantal vragen opgeschreven. En ik ben dus een beetje aan het brainstormen gegaan waar ik allemaal aan zou kunnen denken. Om met de eerste te beginnen; welke ervaringen met ziektes zijn er als gevolg van onjuiste voeding? De belangrijkste heb je denk ik gezegd; is dat je op moet passen voor obesitas. De dieren zijn gewend aan schrale voeding en hier in Nederland kan het niet op, zeg maar. Met de nadelige gevolgen van dien, kijk, obesitas is natuurlijk… beïnvloed alles. Van vruchtbaarheid tot gewoon algemene gezondheid. Dus dat vind je ook eigenlijk in alle

handboeken, van; let daarop, houd goed de conditiescore in de gaten. Verder, wat ze ook schrijven… Ik heb nog nooit meegemaakt dat er echt duidelijk vitamine D-tekort speelt, maar er schijnen dus vooral ’s winters hier in Noord-Europa wel op te moeten letten. Dat ze toch minder zonlicht hebben, zeker bij de donkerharige alpaca’s. En bij vitamine D-tekort dan moet je aan problemen denken rond het werpen. Dus op het moment dat ze een groot veulen in zich hebben, nou ja, die moeten de botten vormen dus dat ze veel calcium en hebben ze extra vitamine D nodig. Kan problemen geven. En ook bij de veulens zelf, als die in de groei vitamine D-tekort hebben, dan kun… dat noem je rachitis, dan gaat de botvorming niet goed. Krijg je vreemd gegroeide ledematen. Dat wil je niet. Dus dat zou theoretisch kunnen. Wat je vooral vindt is dat er geadviseerd wordt om extra vitamine D, en A ook, toe te dienen.

I: Jullie hebben ook niet meegemaakt dat er spuiten voor worden gegeven ofzo, voor vitamines? D: Ik denk dat dat vooral in de alpacabrok, die bestaat, dat het daar extra in toegevoegd zit. Dus dat vind je ook wel van; zorg dat je de goede brok hebt, daar zitten de juiste hoeveelheden mineralen in, de juiste hoeveelheid vitamine. Ik heb zelf nog nooit een alpaca vitamine bij moeten spuiten. Zou wel kunnen, die vitamine hebben we wel. Bij koeien doen we het soms ook toepassen, maar die krijgen het grootste deel ook via de voeding binnen.

En verder, je hebt hier in Nederland natuurlijk heel andere planten. Maar kennelijk eten ze daar wel omheen, de giftige planten worden pas een probleem als je het zou vermaaien, zeg maar en dat het dan door het voer heen zit. Dus daarvan verwacht ik niet zo veel problemen eigenlijk.

D: Wat ik nog dacht met een ander klimaat is de worminfecties met Haemonchus. Haemonchus heeft een bepaalde temperatuur nodig om te overleven op het land. Ik denk dat wij een zacht klimaat hebben dus dat is hoe dan ook voor alle worminfecties gunstig, plus we houden hier alpaca’s op een stukje en als je ze dan niet omweidt, dan infecteren ze elkaar weer en dan heb je meer kans op problemen. Heamonchus is de lebmaagworm. Krijgen ze bloedarmoede van.

I: en zijn het omweiden en mest verwijderen ook opties om dat tegen te gaan? D: Ja.

D: Wat wij meestal adviseren is waar mogelijk dat om te weiden, maar je ziet vaak dat mensen op… dat ze denken van; we hebben 1 weilandje en we vinden het leuk om daar wat dieren in te hebben. Nou, dan kun je niet echt omweiden en dan moet je dus zorgen dat je regelmatig naar die mest kijkt. Af en toe even wat inlevert of als je het zelf kunt, microscopisch dat bekijken of er wormeitjes in zitten. En als er wormeitjes inzitten, dan behandelen. Want ontwormen, als ze geen infectie hebben heeft het geen zin, maar je moet ook niet te laat zijn, dus dat is altijd een beetje zoeken.

xxiii Wat natuurlijk ook met hun huisvesting te maken heeft, is dat alpaca’s nogal gevoelig voor schurft zijn, voor mijten. Op het moment dat ze overal kunnen gaan en staan, dan besmetten ze daarmee de omgeving niet zo. Want ook die mijten blijven in die plukken met wol. Stel ze schuren dat ergens aan af, die plukken wol die blijven ergens aan hangen en die kunnen vervolgens de rest, of de dieren opnieuw besmetten. Maar dat heeft niet zoveel met het klimaat te maken…

I: Maar meer met de ruimte die we hebben en de bezettingsgraad. D: Ja, exact. Dus daar zou je nog aan kunnen denken.

D: Als gevolg van stress. Ja, stress is natuurlijk helemaal een breed begrip, maar wat ik nog wel heb opgeschreven is dat stress een trigger is voor een Clostridium infectie. Clostridium hebben ze eigenlijk altijd wel bij zich, maar als gevolg van stress, wat het dan ook mag zijn, kan die Clostridium z’n kans grijpen en de darmen gaan overkoloniseren en toxines vormen. Daar enten we meestal voor, Clostridium. Er zijn niet zoveel entingen die we doen bij de alpaca’s, maar Heptavac is daar één van, die doen we zeker. Ja, dat is denk ik ook de enige enting die we doen. Maar met een reden dus, want ze zijn er wel gevoelig voor. En Clostridium gaat vaak zo hard, dat je niet kunt behandelen. Kwestie van… nou, je vindt ze gewoon al dood, zo snel gaat het. Je hoeft er niet eens iets aan te vinden. D: Wat natuurlijk wel zo is, enten geeft altijd stress. Ligt eraan hoe rustig of niet rustig dat gaat, en stress op zich kan ook al zorgen voor verwerpers. Dat hoor je ook vaak bij schapen waar een hond door de kudde gerend is. Kan maar zo gebeuren dat die allemaal het lam eruit gooien. Hoeft niet, maar is maar net hoeveel impact het heeft. En ik kan het me bij alpaca’s goed voorstellen, stressig zijn ze wel ja. In de bijsluiter staat; bij vaccinatie dient stress vermeden te worden, vooral tijdens het laatste stadium van de dracht wanneer er een groter risico is op abortussen en metabole stoornissen bestaat. Als je de bijsluiter zo mag geloven, dan kan het gewoon, maar ze noemen dat van die stress dus nog wel.

D: Als gevolg van hoogteverschil… ja, dan zou je problemen moeten verwachten, omdat hier meer zuurstof in de lucht zit dan boven. Ik denk dat dat allemaal wel meevalt.

D: We zien niet zo heel veel ziekte bij de beesten, ik denk dat het best wel harde beesten zijn. I: En kan het ook zijn dat je eigenlijk niet weet of de dieren ziek zijn geweest, omdat ze al dood zijn voordat ze symptomen laten zien?

D: Dat kan, dat zou bijvoorbeeld met die Clostridium kunnen. Andersom, omdat het vluchtdieren zijn, laten ze ook gewoon veel minder zien. Dat zie je bij de herkauwers ook, en bij sommige paarden soms ook. Ja, andere paarden zijn echte dramaqueens, maar dat maakt ons werk ook wel eens lastig, dan moet je het doen met kleine aanwijzingen.

D: Tot nu toe, als ik voor de praktijk spreek, hebben we eigenlijk weinig tramalant met die alpaca’s, dus dat is natuurlijk heel fijn. Ik denk wel dat met sommige dingen, bijvoorbeeld een Clostridium, wil je daar herstel van hebben, dat kan al bijna niet. Dan moet je preventief zijn. Haemonchus is goed te bestrijden, zolang het geen resistente wormen zijn. Dat kan natuurlijk, dat zien we ook meer

opkomen, resistentie. Dus dat is voor de toekomst wellicht een probleem. Dus niet alleen bij de bacteriën, maar ook zeker bij de parasieten. En voeding gerelateerd is altijd op te lossen door de voeding aan te passen.

En wat ik ook nog vond is dat ze gevoelig zijn voor maagzweren, schijnt. Dat kan natuurlijk ook nog stress gelinkt zijn.

xxiv D: Maagzweer is een kwestie van de stress wegnemen en zorgen voor goede voeding.

I: ik had nog toegevoegd; welke ziektes worden preventief bestreden, maar daar hebben we het al even over gehad, dat was dan het ontwormen en de enting tegen Clostridium?

D: Ja, het ontwormen doen we natuurlijk niet helemaal meer preventief, vroeger werd er gewoon standaard steeds ontwormd.

I: Aan de hand van mestonderzoek? D: Ja, precies.

xxv