• No results found

De interventielogica achter het Besloten club- en het Ingezetenencriterium

The private club and the residence criterion for Dutch coffeeshops

Bijlage 2 De interventielogica achter het Besloten club- en het Ingezetenencriterium

Als deze problemen spelen:

Overlast gerelateerd aan drugstoerisme:

 vooral verbonden aan de grote toestroom van drugstoeristen  overlast door drugsrunners en handel op straat

Grote niet goed beheersbare coffeeshops die afwijken van de oorspronkelijke bedoeling van coffeeshops

 met aantrekkingskracht op gebruikers afkomstig uit het buitenland  die stelselmatig een buitenlandse markt bedienen

 die buiten de coffeeshop voorraden softdrugs ‘stashen’ (Georganiseerde) criminaliteit:

 grootschaligheid in omvang en omzet maakt de coffeeshops aantrekkelijk voor georganiseerde criminaliteit

 verhoogde risico’s voor de volksgezondheid door de toegenomen afname van cannabis van grootschalige telers die mogelijk schadelijke stoffen toevoegen, gepaard met een gebrek aan middelen bij coffeeshops om op dergelijke vervuiling te controleren

 sterke verwevenheid onder- en bovenwereld waar het de productie en distributie van cannabis betreft

Kritiek op het Nederlandse coffeeshopsysteem in binnen- en buitenland  verplichtingen ingevolge de Schengen-overeenkomst en andere verdragen

worden niet nagekomen

 (inter)nationale controverse gelegen in het relatief milde strafklimaat in Nederland

En de oplossing gezocht moet worden binnen deze juridische en beleidscontext: Regeerakkoord en Nederlands beleid:

 Regeerakkoord VVC-CDA van 30 september 2010: ‘Vrijheid en verantwoordelijk-heid’

 het nationale, regionale en lokale coffeeshopbeleid

 de opsporings- en handhavingsprioriteiten van Openbaar Ministerie en politie (landelijk en lokaal)

Adviezen en rapporten:

 advies van de Commissie Drugsbeleid over het drugsbeleid (‘Geen Deuren maar Daden’)

 het rapport van het T.M.C. Asser Instituut over de internationaalrechtelijke en Europeesrechtelijke aspecten van het experimenteren met het gedogen van de teelt van cannabis (T.M.C. Asser Instituut, 2005)67

 het advies van het College Bescherming Persoonsgegevens over de privacyaspecten verbonden aan de invoering van een ledensysteem voor ingezetenen en het vastleggen en bewaren van persoonsgegevens.

Nationale en internationale wetgeving en jurisprudentie:  de Grondwet van Nederland

 Nederlandse strafrechtelijke en bestuursrechtelijke kaders, met name de Opiumwet, de Aanwijzing Opiumwet, maar ook Gemeentewet (174a, Victoria), Woningwet (16a, Victor)

 internationaal recht en internationale verdragen: de VN-verdragen over drugs en drugsbestrijding, het EU-recht en EU-verdragen (zoals de verdragen van

Schengen en het verbod van discriminatie van burgers van de EU op grond van nationaliteit

 uitspraak van de voorzieningenrechter in kort geding over de rechtmatigheid van het I-criterium (Rechtbank ’s-Gravenhage 27-04-2012, LJN:BW4211)

 de uitspraak van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over het I-criterium, met in acht name van de beantwoording van de prejudiciële vragen door het Europees Hof (Raad van State 29-06-2011, LJN: BQ9684)

Dan zullen de volgende activiteiten, uitgevoerd door verschillende actoren: De landelijke overheid/het ministerie van VenJ:

 gaat in overleg met het College van procureurs-generaal over aanpassing gedoogcriteria in Aanwijzing Opiumwet van het Openbaar Ministerie  onderneemt activiteiten richting lokaal bestuur:

 gaat in overleg met lokaal bestuur

 maakt afspraken met coffeeshopgemeenten over handhaving van de (aange-vulde)BIAHOJG-criteria

 ondersteunt gemeenten bij communicatie richting drugstoeristenI, onder andere door ontwikkeling van campagnebeeldmerk en toolbox met communi-catiemiddelen, flyers, websiteteksten

 stelt middelen beschikbaar voor eventuele extra handhaving en juridische ondersteuning

 geeft voldoende tijd voor een gedegen voorbereiding van de handhaving van de nieuwe gedoogcriteria

 vervult informatie en communicatie-activiteitenI:

 informeert algemeen publiek in binnenland op nationaal niveau, onder andere door actualisering rijksoverheid.nl en door het doen uitgaan van een algemeen persbericht rond 1 mei 2012

 informeert algemeen publiek in het buitenland en buitenlandse drugstoerist, onder andere door verspreiden van meertalige factsheet in het buitenland, versturen persbericht, organiseren van een persreis naar Nederland in samen-werking met Buitenlandse Zaken, informatieverstrekking via Nederlandse ambassades in de buurlanden via Buitenlandse Zaken

 informeert autoriteiten in het buitenland in samenwerking met Buitenlandse Zaken

 informeert de Tweede Kamer

 monitort de gevolgen van het nieuwe beleid

College van procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie/Parket-Generaal:  past de Aanwijzing Opiumwet aan (toevoegen B- en I-criteria)

Lokaal bestuur/burgemeester:

 voert de regie in lokaal coffeeshopbeleid

 stelt (in overleg met de driehoek) operationeel plan op waarin nadrukkelijk de benodigde handhavingscapaciteit wordt opgenomen

 stelt het coffeeshopbeleid binnen de door de rijksoverheid gestelde algemene kaders op:

 brengt gemeentelijk coffeeshopbeleid in overeenstemming met de aange-scherpte gedoogcriteria

 stelt maximum aantal leden coffeeshops in gemeente vast met een maximum van 2000

 past – voor zover nodig – gedoogbeschikking dan wel -verklaring en/of exploi-tatievergunning aan

 Zorgt voor informatie (in samenwerking met en ondersteund door ‘Courage’) en regisseert de informatiecoördinatie:

 informeert coffeeshophouders tijdig en duidelijk

 informeert partners (buurgemeenten, binnen en buitenland)  informeert lokale bewoners en coffeeshop klanten

 informeert drugstoeristen in zowel in Nederland als in hun land van herkomst  draagt zorg voor de bestuursrechtelijke handhaving (ex 13b OW)68 en toezicht

van de coffeeshops

Openbaar Ministerie/arrondissementsparket:

 zorgt voor strafrechtelijke handhaving van het lokale coffeeshopbeleid conform het bepaalde in de Opiumwet en de aanwijzing Opiumwet

 werkt hierbij samen met de lokale autoriteiten

 voert de strafrechtelijke handhaving uit als sluitstuk op de bestuurlijke hand-having door de gemeente

Politie:

 geeft uitvoering aan de handhaving en toezicht op de gedoogcriteria ingevolge 13b Opiumwet en de strafrechtelijke handhaving:

 volgt hierin de regie van de gemeente

 voert de controles zoveel mogelijk integraal uit  breidt indien gewenst het aantal toezichturen uit

 voert controles uit op drugstoeristen om te ontmoedigen en om de informatiepositie te versterken

 pakt negatieve neveneffecten, zoals het ontstaan van illegale markten, direct aan  zet bij substantiële wijzigingen in criminaliteitsbeeld extra recherchecapaciteit in

voor de aanpak van achterliggende logistieke structuren en facilitators  vergaart informatie en voorziet in informatie betreffende de ontstane

overlastsituatie op basis van een inwinplan:

 geeft signalen/informatie aan gemeente door en adviseert gemeente op basis van vergaarde informatie

 richt informatieorganisatie hierop in en verstevigt informatieorganisatie  Zeeland en Noord-Brabant:

 zet extra politiecapaciteit in tot 1 januari 2013 met een piekinspanning in de eerste twee maanden waarna het (criminaliteits-)beeld zich geleidelijk zal

68 Artikel 13b Opiumwet wordt ook wel aangehaald als de wet Damocles. Het biedt de burgemeester de bevoegd-heid bestuursdwang toe te passen op coffeeshops die de gedoogvoorwaarden niet naleven. Het is ook van toe-passing op handel in drugs vanuit andere lokalen (cafés, winkels, woningen). Het gemeentelijk coffeeshopbeleid dient (mede) te worden gebaseerd op dit artikel. In dat beleid, het ‘Damoclesbeleid’, is vastgelegd welke ge-doogvoorwaarden gelden en in welke gevallen artikel 13b dus ontgrendeld wordt.

maliseren en toezicht, controle en opsporing terug kunnen worden gebracht naar het huidige niveau. Dit gebeurt binnen de bestaande politiecapaciteit maar in invoerings- en gewenningsperiode wel met herprioritering politie-inzet  Limburg:

 zet over een langere periode extra capaciteit in, wel met lokale verschillen (binnen bestaande capaciteit, met herprioritering, binnen ‘going concern’, met of zonder Joint Hit Team, met aanvullende capaciteit uit de rest van het land, plaatselijk voor minimaal een jaar)

Lokale driehoek:

 vult het beleid concreet in en stelt prioriteiten bij de dagelijkse handhaving  past daarbij lokaal maatwerk toe binnen de landelijke kaders

 zorgt voor een lokaal operationeel plan waarin nadrukkelijk de benodigde handhavingscapaciteit wordt opgenomen

 stelt op lokaal niveau een handhavingsarrangement vast voor een geïntegreerde en complementaire inzet van het strafrechtelijk en bestuursrechtelijk instrumen-tarium

 monitort de gang van zaken ter besluitvorming en herziening van een integrale aanpak

Coffeeshophouders:

 laten alleen meerderjarige ingezetenen van Nederland toe tot de coffeeshop en het ledenbestand op vertoon van een geldig identiteitsbewijs en een bewijs dat de aanvrager ingezetene van Nederland is:

 geven enkel toegang tot de coffeeshop en ledenlijst op vertoon van een geldig paspoort, een geldige identiteitskaart en/of verblijfsdocument

 ingezetenschap moet worden aangetoond middels een uittreksel van de GBA van de woonplaats dat bij het aangaan van het lidmaatschap niet ouder is dan vier weken

 voeren een ledenlijst in:

 die controleerbaar is en een verschijningsvorm heeft zodat deze kan worden ingezien of fysiek kan worden overhandigd ter controle

 die vast legt: naam, geboortedatum, postcode of woonplaats, ingangs- en eventueel expiratiedatum lidmaatschap

 die niet gedeeld wordt met derden

 die niet meer dan 2000 leden per kalenderjaar heeft (of minder indien lokaal bepaald, vanaf 1-1-2013)

 die indien nodig afgebouwd wordt tot 2000 per 1-1-2013

 werken mee aan het informeren van klanten over de nieuwe criteria  continueren als branche hun zelfregulerend vermogen

 dulden het op de naleving van de criteria (nu ook voor B&I) uit te oefenen toe-zicht en verlenen daaraan medewerking

 nemen niet-ingezeten werknemers op in de werkgeverslijst

 de plicht en daarmee de bijbehorende administratieve lasten om aan de beleids-regels te voldoen ligt bij de coffeeshophouder

Klanten die ingezetenen zijn van Nederland:  halen een uittreksel van de GBA

 laten zich inschrijven als lid van een coffeeshop Klanten die niet-ingezetenen zijn van Nederland:  komen niet meer naar Nederland voor hun cannabis

Leiden tot de volgende uitkomsten: Beoogde uitkomsten:

 minder overlast die verband houdt met coffeeshops en de handel in verdovende middelen

 terugdringen van de aantrekkingskracht van het Nederlandse drugsbeleid op gebruikers afkomstig uit het buitenland

 besloten coffeeshops die zich in hun verkoop richten op de lokale markt  kleinere, beheersbare coffeeshops

 minder criminaliteit die verband houdt met coffeeshops en de handel in ver-dovende middelen

Waarbij mogelijke neveneffecten zijn:

Neveneffecten waarop in beleidsdocumenten expliciet is geanticipeerd:  toename van illegale straathandel en het ontstaan van illegale markten

- toename illegale verkoop aan buitenlandse drugstoeristen Andere mogelijke neveneffecten:

 verplaatsing van Nederlandse klanten naar dealers in het illegale circuit doordat ze zich niet willen laten registreren

 toename overlast gerelateerd aan illegaal circuit  tijdelijke verplaatsing naar gemeenten zonder clubpas  hogere uitgaven aan politie en justitie

 prijsverhoging in de coffeeshops

 lagere belastinginkomsten vanuit de coffeeshops

 ontwikkelingen in aantal coffeeshops en geografische spreiding daarvan

 risico’s voor de volksgezondheid door de verschuiving naar het illegale circuit en vermenging van de hard- en softdrugsmarkt

Bijlage 3 Documenten uit de voorbereidingsperiode