• No results found

Provincie Drenthe

Inleiding

I n het proj ectp lan i s de doelstel ling van dit vel d project als volgt geformu­

leerd : het real i s eren van twee intersectorale samenhangende zorg pro­

gramma's voor respectievelij k mishandelde ki nderen en h u n ouders en voor gezinnen waarin (een der) o u d ers met psychiatrische problematie k kampt (zogenaamde K O PP-gezi nnen ) , zodanig dat het aanbod te schakelen of te stapelen is op basis van de i n d ividuele hu lp vraag en het in d i viduele behan­

delplan .

Met deze doelste l l i n g werd gekozen voor het ontwikkelen van een genera l i s­

tisch prog ramma (een verza meling van modules waaruit o p ind ivid ueel ni­

veau wordt gesel ecteerd ) voor twee brede doe l g roepen.

In november 1 998 i s men g estart met het uitwerken van het projectplan . Bij het sch rijven van de eerste voortgangsra pportag e werd d u idelijk dat het een bijzonder lastige opgave is om de gekozen brede benadering concreet vorm te geven wat betreft inhoud , i nstroom en inb edd ing binnen het geheel aan bestaande voorzieni ngen . Op a dvies van de landelijke projectgroep i s daar­

om besloten d e d oelg roepen i n eerste i nstantie af te perken door het formu­

leren van deeldoelgroepe n .

D e deeldoelgroepen

De eerste deeldoelgroep is a l s volgt omsch reven .

Kinderen met zichtbare (ernstige) gedrags-, sociale en emotionele proble­

men in gezinnen waar (een van) de ouders ( k a mpt) kampen met psychia­

trische problematiek en i n behandel i ng is bij d e GGZ; leeftij dsg roep 8 - 1 2 jaar; reg io Emmen .

Bij de afperking is vooral gekeken naar het rea l i seren van g u nstige condities voor de uitvoering van het zorgprogramma zoa l s : 8 tot 1 2 jaar i s een leef­

tijdsgroep waar Jeug dzorg D renthe relatief veel grip op heeft; i n d e reg i o Emmen wordt de Toegang i n september a . s operationeel .

De tweede deeldoelg roep is d e volgende.

Kinderen waarbij sprake i s van mishandeling i n het gezin; leeftijdsgroep tot 4 jaar; regio Emmen .

Argu menten voor d e gekoze n leeftij dsgroep zij n :

uit onderzoe k b l ij kt dat h et ruim 40 % van a l l e meld in gen van l ichamelijk e verwaarlozing en/óf mishandeling betrekking heeft op deze l eeftijds­

groep;

de jongste k i nderen zijn het meest afhankelijk van het eigen m i l i e u .

Het betreft e e n gezi nsgericht programma dus h e t gaat niet alleen om het mishandelde kind maar ook o m broertjes en zusj es. De te kiezen modules zijn echter primair gericht op de situatie van de g roep 0 tot 4 jarigen . Mi shandeling komt vaak voort uit een gebrek a a n steun van vooral de moeders . H et zorgprogramma is daarom i n eerste insta ntie op hen gericht.

Pagina 30 Zorg programmering in de praktijk DSP - Amsterdam

I n beide deeldoelgroepen gaat het o m kin deren die zelf a l prob lemen heb­

be n . U iteindelijk gaat het in de totale d oelgroep van de zorgprog ramma's ook o m kinderen die nog geen problemen hebben maar wel een verg root risico lo pen (de preventieve dee ldoelg roep) .

Probleemanalyse en hulpvraag

ZP1 : op dit moment is er nog onvol d oende aandacht voor de in vl oed van psyc hiatrische problemat i e k op het fu nctioneren als ouder en de mogelijke gevolgen van deze problematiek voor de ki nderen. De gebruikelijke hul pvra­

gen in de eerste deeldoelgroep uiten zich vooral in 'gedrag' van de ki nderen en niet zozeer in verzoeken om hulp wegens een sterke loyal iteit ten opzich­

te van hun zieke ouders(s) . De hulp vragen van de kinderen zijn d aarom afgeleid van zorgen van profess ionals om zichtbaar afwijkend ged rag van de ki nderen. De kenmerken van d it afw ij kend gedrag zijn i n de rapportage van het veld project nader omschreven .

Z P 2 : de gezinnen uit d e tweede doelg roep hebben nogal eens d e neiging om consultatiebureaus/ h u l p verlening e . d te mijden. Dat betekent dat er onvoldoende adequate (gezins gerichte) ind icati estell i ng pl aatsvindt anders dan de constatering dat d e k i nderen i n noodgeval len uit huis geplaatst moe­

ten worden.

De gebruikelijke hu lpvragen i n d e tweede deeld oelgroep zijn gebaseerd op zorgen van professionals o m : zichtbaar lichamelijk letsel (zoals kneuzi ngen, brandwonden) ernstig afwijkend gedrag van d e ki nderen en opvallende verschijnselen als niet gedijen/ niet groeien, veel huilen, recidiverende ziek­

ten (voortkomend uit een gebre k aan hygiëne), herhaa ld o ptreden van ongeva l l en en traag he rstel van ziekte n .

De projectstructuur

Er zijn d rie instelli ngen als kernpartner betrokken bij het zorgprog ramma :

Jeugdzorg Drenthe ( M F O : jeugd h u l pverlen i n g , jeugdbescherming, jeugd­

reci assering) ;

G G Z-D renthe;

Raad voor de Ki nderbescherming .

Er i s een projectg roep i ngesteld die verantwoordelijk is voor d e ontwi kkeling van d e twee zorgprogra m m a ' s . Deze proj ectgroep houdt zich bezig met de uitwerking van d e twee zorg p rogramma's tot en met het vaststellen van de benodigde modules .

I n d e proj ectgroep (8 leden) zijn d e d rie instell ingen (veelal met staf/ preven­

tiefunctionarissen) en de W O J D2vertegenwoord igd.

Aansturing vindt plaats vanuit d e WOJ D : de WOJD heeft de voorzitter van de projectg roep aan gewezen . Z ij rapporteert periodiek terug aan d e WOJ D . D e coördi nator WOJD i s l i d v a n de proj ectgroep en fung eert als scha kel tussen de projectg roep en het bestuu r van de WOJ D .

Voor d e concrete uitwerki n g v a n d e zorgprogramma's zij n / worden twee werkg roepen ingesteld . H i erin zijn de sectoren/afdel ingen vertegen woord igd die een of meer modules leveren .

Noot 2 Binnen de WOJD (Werk maatschappij Ontwikkeling Jeugdzorg Drenthe) werken jeugdzorgorga­

Een p rojectcoördi nator (gedetacheerd bij de WOJ D van uit de G G Z- Drenthe) i s vera ntwoordelijk voor de i n h o udelij ke voortgang en externe rapportage . Zij heeft d e verantwoordelijkheid voor d e twee werkg roepen gedelegeerd naar d e voorzitters van d e werkg roepen ( respectievelij k d e G G Z- D renthe (ZP 1 ) en het AMK (ZP2) . ) .

Verder bewaakt d e voorzitter v a n d e p rojectgroep het tij d pad e n d e pIanuit­

voeri n g . De coördinator WOJ D bewaakt de g l o bale l ij n .

De instroom e n voortgangsbewaking

I n stroom in ZP1 vindt plaats via d e G G Z-hul pverlener die met d e ouder werkt. Aanmeld i ng verl oopt via de Toegang en kan plaatsvinden in elke fase van het hul pverleningsproces aan de ouder. Via de ontwikkelde besl is­

boom van d e Toeg a n g wo rdt d e aanmelding gescreend en de urgentie bepaald . Eventuele (aanvullende) diag nostiek vindt plaats binnen d e Toe­

g a n g via de besli sboom . De toewijzing gebeurt door het zo rgtoewijzingsor­

g a a n en vindt plaats op mod u l e nivea u . H et zorg prog ramma omvat mini maal één ki ndgerichte en één gezi nsgerichte mod u l e .

N a d e toewijzing wordt e e n casemanager va n u it de Toegang toegewezen voor het gehele zorgtraj ect . H et is de bedoeling dat deze onpartij d i g e case­

manager kan onderhandelen m et de h u l pverlener van de ouders en de h u l pverlener van het k i nd . De i nterne coörd i n atie van de uitvoering berust b ij d e voorzitter van d e K O PP-werkg roep. Zij ziet erop toe dat i n a l l e situa­

ties een casemanager wordt toegewezen en dat er een aanbod tot stand komt bi nnen het zorgprogram ma .

H et A M K fungeert a l s vindplaats voor ZP2. E r worden afspraken gemaakt over het i nschakelen van een Toegangswerker a l s zorgmanager voor de h u l p verlen i n g . H et verdere traject van diag nostiek, indicatieste l l i n g en zorg­

toewijzing loopt onder verantwoord e l ij kheid van deze zorgmanager via d e besli sboom v a n de Toeg a n g . O o k h i e r geldt d at toewijzing op module­

niveau plaatsvindt.

Over de organ isatie van de prog ramma-u itvoering van d it zorgprogramma moeten nog nadere afspraken worden gemaakt.

Werkwijze en inhoud zorgprogramma' s

A l l e voor d e totale doelg roep besc h i k ba re en bi nnenkort beschi kbare modu­

les zijn verzameld . Dit heeft twee ' legobakken' vol mod ules opgel everd . De ' legoba k ' voor het deeldoel g roep van het K O PP-prog ramma bestaat uit 1 9 modules . Deze zijn als volgt i n te d el en .

Preventieve ki ndgerichte kernmodules gericht op 'ontwi kkel i n g staken ' ( totaal 2 modules) ;

Cu ratieve kind gerichte kernmodules gericht op 'ontwikkelingstaken' (totaal 2 mod ules ) ;

Preventieve gezinsgerichte kernmodu les g ericht op 'ouderschapstaken' (totaal 3 mod u l e s ) ;

Cu ratieve gezinsgeric hte kernmod u l es gericht op 'ouderschapstaken' (totaal 1 2 modules ) .

Deze modules worden uitgevoe rd door d e jeugd hulpverlening e n G G Z . Z o a l s eerder gezegd bevat het zorgprogramma p e r cliënt i n ieder g e v a l één gezinsgerichte module en één kindg erichte module. De verdere i nv u l l i n g van het zorgprogramma en de volgorde van toegekende modu les l ig g e n niet vast .

Pagina 32 Zorgprogrammering in de praktijk D S P -Amsterdam

Casusbesprekingen en praktijkervaringen moeten duidelijk maken of bepa al­

de combi naties van mod ules vaak voorkomen en wel licht vast gekoppeld moeten worden.

Over de tweede ' lego bak' zijn nog geen gegevens verstrekt door het veld­

project.

Vervolgens worden d e modules gedeta i l leerd beschreven en de h u l pvraag nader gespec ificeerd . Dit gebeurt door per module de leidi nggevende te i nterviewen over de hulpvraag , het klac htenpatroon van een cliëntsysteem b ij binnenkomst en wat hiervan nog rest bij afs lu iting.

De planning i s dat dit stappenplan voor het ZP1 in oktober moet zijn afge­

rond en voor ZP2 in janu ari 2000.

Hiermee wordt de eerdere (voor lopige) planning dat de p rogram m a ' s in september a . s . operati oneel zouden zij n , bijg esteld . De bijstel l i ng i s met name ing rijpend voor Z P 2 .

Specifieke kenmerken veldproject

De drie kern sectoren zij n betrokken bij de zorgprogra m m a ' s .

I n vergelijk ing met d e andere veld p rojecten is de projectstructuur nogal gecompl iceerd . De betro kkenheid van het di rectie-n iveau is meer op af­

stand dan bij de andere veld projecten . De projectcoördi natie is verdeeld over meerdere personen .

I n het kader van het veldproject zij n deeldoelgroepen geformuleerd . Voor een van de deeldoel g roepen is een general istische prog ramma-opzet ontwikkeld . Er zijn in totaal 1 9 optionele mod ules; per cl iënt wordt een combi natie van modules vastgeste ld . Het enige dat o p dit moment vast­

ligt is dat er altijd één kindgeric hte module en één gezi nsgerichte mod u l e wordt in gezet .

Bij de ontwi kkeling van het tweede zo rgprog ramma zal dezelfde weg worden bewandeld a l s bij h et eerste zorgprogramma . De ontwi kkeling van dit zorgprogramma bevindt zich ec hter nog in een beginsta d i u m .

De Toegang is geregeld conform d e systeemeisen va n de Toegang .

Na vers malling va n d e opzet i s de o ntwikkeling van d e zorgpro g ramm a ' s i n versnel l i n g geraakt. D e (voorlopige) tijdsplann ing z o a l s in d e profiel­

sc hets3 vastgelegd, blij kt echter aanzien l ijk te zijn bijg esteld . D i t punt beho eft nadere aandacht.

Noot 3 Eind 1 9 9 8 is van elke veldproject uit de eerste tranche een profielschets gemaakt, hierin zijn de kenmerken van de veldprojecten beschreven . Zie: Profielschets veldprojecten zorgprogram­

8 Een samenhangend hu lpaanbod bij ernstig