• No results found

In de voorgaande hoofdstukken is dieper ingegaan op de geschiedenis van de Regia en de Tempel van Vesta, die zich beide op het Forum Romanum bevinden. Dit onderzoek heeft zich erop gericht te achterhalen of de herinneringen aan de Regia en de Tempel van Vesta tijdens de periode van Romeinse staatsformatie in leven werden gehouden of dat zij waren veranderd. Hierbij werd de nadruk gelegd op de architectuur, functie en betekenis van de gekozen onderwerpen. De Regia en de Tempel van Vesta zijn twee totaal verschillende soorten monumenten, daterend uit de vroegste geschiedenis van Rome, waardoor het lastig is een vergelijkend onderzoek te doen naar de onderlinge verschillen of overeenkomsten. In dit hoofdstuk zullen de resultaten van dit onderzoek nader worden besproken.

Korte samenvatting Het geheugenconcept

In de late jaren 1990 werden geheugen en identiteit als nieuwe concepten geïntroduceerd binnen de menswetenschappen. Tegenwoordig zijn er vele benaderingen mogelijk binnen het concept van geheugen, want het is door de jaren heen constant het onderwerp geweest van herinterpretatie, herdefinitie en pogingen het opnieuw uit te vinden. Geheugen is altijd een belangrijk deel geweest van ons leven en wordt daarom vaak door academici beschreven en bediscussieerd. De

wetenschappers en hun theoretische analyses die in dit onderzoek worden besproken, zijn: Maurice Halbwachs over collectief geheugen, Pierre Nora over ‘Lieux de mémoire’ en Jann Assmann met zijn visie op cultuurgeheugen. Hoewel de theorie van Assmann het best aansluit op dit onderzoek, zijn de andere twee theorieën ook behulpzaam voor verdere analyse.

Regia

De Regia is ook wel bekend als het huis van de pontifex maximus, de hoogste priester van Rome, die zetelde op het Forum. De mannen die dit ambt bekleedden speelden eeuwenlang een invloedrijke rol in de Romeinse staat, de oudste versie van de Regia dateert namelijk uit de zevende eeuw v. Chr. Het monument werd meerdere keren herbouwd en opgravingen hebben dan ook verschillende

bouwfases aan het licht gebracht.120Het gebouw maakt deel uit van een complex aan de Via Sacra

aan de rand van het Forum Romanum, naast de Tempel van Vesta en tegenover de Tempel van Antoninus en Faustina. In de Koningstijd werd het door de koning gebruikt als werkgebouw waar hij zijn rituele praktijken uitvoerde en plek waar waardevolle voorwerpen werden bewaard. Vanaf het begin van de Romeinse Republiek bleef het gebouw dienstdoen als werkgebouw, maar nu voor de

rex sacrorum en pontifex maximus. Ondanks het feit dat er van de Regia maar weinig zichtbaar is

overgebleven, is het gebouw onderwerp geweest van vele studies.121De opgravingen van de Regia

werden geleid door professor Frank E. Brown van de American Academy in Rome, in samenwerking met de Soprintendenza Archeologica di Roma, waarbij het leeuwendeel van de resultaten bestaat uit interpretaties door Brown.

De Tempel van Vesta

De Tempel van Vesta bevindt zich aan de Via Sacra op het Forum, naast de Regia en het Huis van de Vestaalse Maagden. Samen met het Huis van de Vestalinnen vormt de tempel het complex ‘Atrium Vestae’.122De meest herkenbare eigenschap van de tempel is zijn ronde vorm. De ingang bevindt zich

120Downey 1995, 1. 121Guidobaldi 1998, 53. 122Watkin 2009, 93.

aan de oostzijde, in de richting van het Huis van de Vestaalse Maagden. De Vestaalse Maagden spelen een belangrijke rol binnen de Vestacultus. De functie van de tempel vormt de verbinding tussen tempel en cultus. De verering van Vesta begon in gewone woonhuizen en de architectuur lijkt naar dit verleden te verwijzen, omdat de tempel algemeen bekend staat als een ronde tempel en dat ook altijd onveranderd zou blijven. Er zijn daarmee vele onveranderde aspecten die de herinnering aan de cultus in stand en de architectuur in leven houden tijden de Romeinse staatsformatie. De twee monumenten, de Regia en de Tempel van Vesta, verschillen van elkaar, met name op het gebied van architectuur. Door het oneindig vuur op architecturale wijze centraal te stellen staat de ronde vorm van de Tempel van Vesta symbool voor de cultus zelf, waarin ook alles draaide om die eeuwige vlam. De Regia daarentegen heeft een meer algemene architectuur die niet specifiek is verbonden aan haar functie of betekenis. Daartegenover kan weer worden opgemerkt dat beide monumenten een lange en ononderbroken geschiedenis delen. Beide gebouwen werden in dezelfde vroege periode van de Romeinse geschiedenis gebouwd en worden beschouwd als de oudste op het Forum Romanum. Bovendien delen ze een rituele en religieuze functie. Deze aspecten zijn uitgebreid behandeld in de vorige hoofdstukken, maar zullen kort in het hiernavolgende in groter detail worden besproken, teneinde een antwoord te vinden op de hoofdvraag: ‘In hoeverre is de herinnering aan de

Koningstijd nog in leven ten tijde van de Romeinse Republiek, gelet op de gebouwen van de Regia en de Tempel van Vesta? Is er sprake van continuïteit op het gebied van betekenis, functie en

architectuur, of veranderden die in de loop der tijd?’.

Bespreking

De voornaamste vraag die in dit onderzoek centraal staat is of de herinneringen aan deze monumenten bleven bestaan tijdens de ontwikkeling van de Romeinse Staat en in hoeverre dat zichtbaar is. Met betrekking tot de Regia blijven de functie en betekenis van het gebouw grotendeels onveranderd, waarbij die zich wel enigszins aan nieuwe omstandigheden aanpasten. Deze

interessante eigenschap van het gebouw geeft duidelijk aan dat men moet hebben getracht om een bepaalde herinnering met verloop van tijd in leven te houden. Desalniettemin is deze herinnering lastiger te op te maken uit de architectuur van het gebouw. Het wordt gesteld dat het gebouw meerdere keren op dezelfde plaats werd herbouwd, wat als bewijs kan worden gezien dat die specifieke plek een bepaalde diepere betekenis had voor de Romeinse samenleving. Pierre Nora’s geheugenconcept van ‘plaatsen van herinnering’ past daarin goed omdat het erkenning geeft aan een bepaalde plaats waar de traditie wordt voortgezet. De opgravingsdocumenten zijn echter niet uitvoerig gepubliceerd, waardoor het moeilijk is de herinneringsaspecten van de architecturale fases te beoordelen. In het algemeen vertonen de vele bouwfases onderlinge overeenkomsten, hoewel wetenschappers vermoeden dat de Regia in haar vroegste fases onderdeel van een tempelcomplex zou kunnen zijn geweest, komt dat niet overeen met de latere ontwerpen uit het einde van de Koningstijd en het begin van de Romeinse Republiek, waarin de Regia wel een heilige functie had maar onderdeel was van een samengevoegd complex met het Atrium Vestae en de Domus Publica. Vanwege onvolledige documentatie is het behulpzaam om de mogelijke aanwezigheid van

herinnering te bezien vanuit het perspectief van de bouwfases. De functie van de Regia komt op die manier duidelijker naar voren. Deze functie werd vastgelegd als gevolg van de veranderende rol van de koning tijdens de transitiefase tussen de Koningstijd en de Republikeinse periode, waarin dezelfde taken werden uitgevoerd volgens vergelijkbare voorschriften. Door het concept van herinnering te gebruiken verwijst dit fenomeen van een nieuwe persoonlijke functie naar Assmanns theorie van ‘cultuurgeheugen’. Rituelen en andere besturende taken kunnen worden beschouwd als praktische doeleinden, maar het feit dat de overgang van een koning naar een rex sacrorum tijdens de formatie van de Romeinse Staat in de literatuur is beschreven, draagt bij aan de indruk dat de herinnering

langer dan tachtig à honderd jaar bewaard kon blijven. De praktische en sociale aspecten van deze functie en betekenis werden niet alleen mondeling overgedragen, maar tevens op schrift vastgelegd, waardoor ze het verstrijken der eeuwen hebben doorstaan.

Ten slotte de discussiepunten met betrekking tot de Tempel van Vesta. Allereerst is het opmerkelijk dat er slechts zo weinig archeologisch bewijs voor handen is dat de functie en betekenis van de tempel en zijn cultus zou kunnen bevestigen. De ideeën omtrent de graftombes van de Vestaalse Maagden leiden tot gemengde gevoelens met betrekking tot de toewijzing van deze graven. Wat daarentegen de architectuur van de tempel betreft, die met verloop van tijd onveranderd leek, wordt over het algemeen een zekere mate van continuïteit aangenomen. Mogelijk werden kleine

onderdelen van het ontwerp aangepast, maar het is duidelijk dat de Romeinen de herinnering aan het Romeinse huishouden in stand wensten te houden door een ronde tempel te bouwen die terug deed denken aan de allereerste huishoudens in hun vroegere hutten. Dit is een uitstekend voorbeeld van cultuurgeheugen, waarin zowel een tastbaar fenomeen – de architectuur van de tempel – als een ontastbaar fenomeen – de traditie van de cultus – belangrijke factoren zijn in de instandhouding van een traditie en de herinnering die daaraan is verbonden. De traditie duurde voort tijdens de periode van de Romeinse staatsformatie, dankzij nieuwe generaties die een bijdrage leverden aan het laten voortbestaan van deze waarden. In vergelijking met het ontwerp van de Regia lijkt er voor de architectuur van de Tempel van Vesta meer waarde te zijn gehecht aan het continueren van het oorspronkelijk ontwerp.

Ondanks de lange periode van bestaan, bleef de cultuspraktijk hetzelfde gedurende beide periodes van Romeinse staatsformatie. De gemeenschap hield vast aan het idee dat de Vestaalse Maagden het eeuwig vuur brandend moesten houden, aan de rituelen die slechts door hen of de

pontifex maximus konden worden uitgevoerd, en aan de festivals die slechts eenmaal per jaar in

dezelfde week werden gehouden en die uitsluitend toegang boden aan vrouwen. Dit alles draagt bij aan het behoud van oudere tradities en herinneringen op een manier dat zelfs politieke

onzekerheden er niet op van invloed kunnen zijn. Zoals in hoofdstuk 1 toegelicht vormt de Tempel van Vesta volgens Maurice Halbwachs een uitstekend voorbeeld van ‘collectief’ geheugen, omdat de staat hier een concept heeft gecreëerd waarin bepaalde monumenten kunnen zorgen voor

eenwording en collectieve identiteit. Vermoedelijk hield de Romeinse samenleving vast aan het idee van de Vestacultus vanwege het gevoel van gemeenschappelijkheid dat het hun, bijvoorbeeld tijdens de periode van de Vestalia, kon bieden.

Conclusie

Voordat ik aan dit onderzoek was begonnen had ik andere verwachtingen over de resultaten dan dat ze uiteindelijk bleken te zijn. Met name de conclusies met betrekking tot de Regia wijken af van hetgeen was voorzien. De eerste indrukken tijdens het vooronderzoek leken er voor mij op te wijzen dat zowel de functie als de architectuur van de Regia, en daarmee dus ook de herinnering die eraan is verbonden, in de loop der tijd meer zouden zijn veranderd en uiteindelijk dus zeer zouden

verschillen van de herinnering bij de Tempel van Vesta. Aan de andere kant leidde de vaststelling dat de herinnering aan de Tempel van Vesta in stand werd gehouden gedurende de Koningstijd en de Romeinse Republiek ook al tot enige kennis die naar te verwachten deel uit zou maken van de conclusie. Al met al heeft dit onderzoek dus geleid tot onverwachte resultaten, aangezien de Regia minder is veranderd dan aanvankelijk gedacht.

De hoofdvraag van deze scriptie was: ‘In hoeverre is de herinnering aan de Koningstijd nog in leven

ten tijde van de Romeinse Republiek, gelet op de gebouwen van de Regia en de Tempel van Vesta? Is er sprake van continuïteit op het gebied van betekenis, functie en architectuur, of veranderden die in de loop der tijd?’

Een eenduidig antwoord op deze vraag kan slechts worden gegeven na het doen van onderzoek. Het is onmiskenbaar dat de herinnering aan de Koningstijd ten tijde van de Romeinse Republiek nog steeds in leven is. De mate waarin die herinnering nog bestaat valt op te maken uit verschillende aspecten van architectuur, functie en betekenis van de twee monumenten. Deze aspecten, die zijn gebruikt teneinde de twee monumenten te beoordelen, vertonen continuïteit in plaats van dat ze mettertijd veranderden. Het beste voorbeeld van deze continuïteit wordt gevormd door de Tempel van Vesta, waar alle drie de aspecten over het algemeen onveranderd bleven. De Regia

vertegenwoordigt weinig specifieke herinneringen aan de Koningstijd als het gaat om bijvoorbeeld de architectuur. Een enkel voorbeeld waarin wel een duidelijke herinnering aan de Koningstijd kan worden gezien is de naam van de Regia, maar verder lijkt er meer sprake te zijn van een traditie uit die tijd die in de Republikeinse periode werd voortgezet. Er zijn echter ook herinneringen waar te nemen die terugverwijzen naar eerdere periodes, zoals de traditie van de Vestalinnen die teruggaat tot de tijd van de moeder van Romulus en Remus, Rhea Silvia. Weer een andere herinnering kan worden opgemaakt uit de architectuur van de tempel die ondanks vele herbouwingen al die eeuwen hetzelfde bleef. Verrassend genoeg geldt datzelfde voor de Regia. Het was geen uitgesproken heilig gebouw, maar deed dienst als werkgebouw voor iemand die een heilige functie vervulde. Er is in dit geval dan ook meer sprake van een traditie dan een herinnering alleen, die met verloop van tijd in stand werd gehouden. Er is duidelijk sprake van traditie op het moment dat de rex sacrorum de taken van de koning overneemt in de transitiefase tussen Koningstijd en de Romeinse Republiek.

Waar zaken vooral standhielden of zich aan nieuwe omstandigheden aanpasten, onderging de architectuur van de Regia weldegelijk veranderingen. De vorm van het gebouw en de meeste functies die aan de vertrekken waren verbonden bleven hetzelfde, maar met iedere herbouw van de Regia tijdens de Koningstijd werden er kleine aanpassingen in het ontwerp gemaakt en met de bouw van de Republikeinse periode veranderde de gehele constructie behalve het aantal vertrekken. Het wordt daarom gesteld dat de vroegste fases van de Regia de functie van templum hadden – een heilige, gewijde ruimte – en dat dit waarschijnlijk ook tijdens de vroege Republiek nog het geval was. Als dat het geval is betekent het dat er dus wel sprake was van aanzienlijke veranderingen op het gebied van architectuur, maar weinig verandering als het gaat om functie en betekenis. Dit

onderzoek heeft daarom uitgewezen dat de herinnering aan de Koningstijd voor beide monumenten nog op verschillende manieren levend werd gehouden ten tijde van de Republiek; en dat het volk van

Rome ernaar verlangde om tradities in ere te houden waar het ging om architectuur, functie en betekenis. Het uitgevoerde onderzoek heeft niet tot een conclusie kunnen leiden met betrekking tot de vraag of de herinneringen aan beide gebouwen ook onderling verbonden waren. Het moet daarbij wel worden opgemerkt dat de geschiedenis van deze gebouwen zo innig verweven was dat het lastig was om individuele tradities te verbreken. Als men dat namelijk deed, zal dat gevolgen moeten hebben gehad voor de herinnering aan het andere gebouw.

Referenties

Ammerman, A. J., 2009: Environmental Setting, p. 153-164, in Scott, R. T., eds. 2009: Memoirs of the

American Academy in Rome. Supplementary Volumes, Vol. 8, Excavations in the Area Sacra of Vesta

(1987-1996), University of Michigan.

Assmann, J. 2011: Cultural memory and Early Civilization. Writing, Remembrance, and Political

Imagination, Cambridge University Press.

Baschirotto, S., 2012: Vesta and the Vestals, Protectors of Rome, in Mastrocinque, A., Scibona, C. G., eds. 2012: Demeter, Isis, Vesta, and Cybele: studies in Greek and Roman religion in honour of Giulia Sfameni Gasparro, Franz Steiner Verlag.

Carandini, A., 2011: Rome, Day One, Princeton University Press, Princeton and Oxford.

Claridge, A., 2010: Rome, an Oxford Archaeological Guide, New York and Oxford: Oxford University Press.

Coarelli, F., 1983: Il foro romano I: Periodo arcaico, Edizioni Quasar Rome.

Cornell, T. J., 1995: The Beginnings of Rome. Italy and Rome from the Bronze Age to the Punic Wars (c.

1000-264 BC), Routledge London & New York.

DiLuzio, M. J., 2016: A Place at the Altar, Priestesses in Republican Rome, Princeton University Press, Princeton and Oxford.

Downey, S. B., 1995: Architectural Terracottas from the Regia, in Papers and Monographs of the

American Academy in Rome Volume XXX, The University of Michigan Press.

Favro, D., 1988: The Roman Forum and Roman Memory, in Places, Vol. 5, No. 1, pp 17-24.Flower, H. I., 2010: Roman Republics, Princeton University Press.

Gallia, A. B., 2012: Remembering the Roman Republic. Culture, politics and history under the

Principate, Cambridge University Press.

Grant, M., 1970: The Roman Forum, Michael Grant Publications Ltd.

Guidobaldi, P., 1998: The Roman Forum, Electa Soprintendenza Archeologica di Roma.

Halbwachs, M., 1939: Individual Consciousness and Collective Mind, in American Journal of Sociology Vol. 44, No. 6, pp. 812-822.

Hermans, R. A. M., 2017: Latin Cults through Roman Eyes. Myth, Memory and Cult Practice in the

Alban Hills, University of Amsterdam.

Holloway, R. R., 1994: The Archaeology of Early Rome and Latium, Routledge London and New York.Hopkins, J. N., 2016: The Genesis of Roman Architecture, Yale University Press, New Haven and

London.

Hülsen, C.K.F., 1904: Das Forum Romanum, Rome.

Mastrocinque, A., Scibona, C. G., eds. 2012: Demeter, Isis, Vesta, and Cybele: studies in Greek and Roman religion in honour of Giulia Sfameni Gasparro, Franz Steiner Verlag.

McGeough, K. M., 2004: The Romans. An Introduction, Oxford University Press.

Nora, P., 1989: Between Memory and History: Les Lieux de Mémoire, in Representations, No. 26, Special Issue: Memory and Counter-Memory, pp. 7-24.

North, J. A., 2000: Roman Religion, Oxford University Press.Ovid, Fasti, ed. A. Valentyn, 1697, Amsterdam.

Sandberg, K., Smith, C., 2018: Omnium Annalium Monumenta: Historical Writing and Historical

Evidence in Republican Rome, Leiden and Boston.

Schobbe, F., 2004: Mythen, heldendicht en verhalen uit de geschiedenis, Zeist.

Scott, R. T., eds. 2009: Memoirs of the American Academy in Rome. Supplementary Volumes, Vol. 8, Excavations in the Area Sacra of Vesta (1987-1996), University of Michigan.

Scott, R. T., 2009: The Excavations, p. 1-82, in Scott, R. T., eds. 2009: Memoirs of the American

Academy in Rome. Supplementary Volumes, Vol. 8, Excavations in the Area Sacra of Vesta (1987-

Stamper, J. W., 2005: The Architecture of Roman Temples, The Republic to The Middle Empire, Cambridge University Press.

Takács, S. A., 2008: Vestal Virgins, Sibyls, and Matrons: Women in Roman Religion, University of Texas Press, Austin.

Tanja, R., 2003: De canon van Rome, BBNC Uitgevers.

Torelli, M., 2010: The Topography and Archaeology of Republican Rome, in A Companion to The

Roman Republic, Wiley-Blackwell.

Van Dyke, R. M., Alcock, S. E., 2003: Archaeologies of Memory, Blackwell Publishers Ltd.Warrior, V, M., 2006: Roman Religion, Cambridge University Press.

Bijlagen

1. Deze plattegrond van het Forum Romanum toont in de rode cirkels de Regia en de Domus Publica, oftewel het huis van de pontifex maximus.Bron:

http://architecturalmoleskine.blogspot.com/2011/11/roman-forum-urbanism.html

1.1 De Regia en de Tempel van Vesta in de rode cirkel tonen de omvang van de monumenten aan de rand van het Forum Romanum, gelegen naast de Tempel van Antoninus en Faustina en het Huis van de Vestaalse Maagden.Bron:https://www.thinglink.com/

2. De Regia, Oktober 2017. Niet veel fysieke overblijfselen zijn zichtbaar voor publiek. 3. De overblijfselen liggen voornamelijk onder de grond, maar de plattegrond van de Regia is

4. Plattegrond van de bouwfases van de Regia door de jaren heen.

4.1 Plattegrond Regia, Fase 1, datering: ca. 625 v. Chr.Bron: Holloway, R. R., 1994: The Archaeology of

Early Rome and Latium, Routledge London and New York, 60.

4.2 Plattegrond Regia, Fase 2, datering: ca. 600 v. Chr.Bron: Holloway, R. R., 1994: The Archaeology of

4.3 Plattegrond Regia, Fase 3, datering: ca. 580-540 v. Chr.Bron: Holloway, R. R., 1994: The Archaeology

of Early Rome and Latium, Routledge London and New York, 61.