• No results found

Intern beleid van de Europese Commissie

In document EU-trendrapport 2008 (pagina 104-107)

17 RECHTMATIGHEID BESTEDING EU-GELDEN IN NEDERLAND 17.1 Afdrachten aan de EU

17.6 Intern beleid van de Europese Commissie

Sinds de publicatie van ons vorige EU-trendrapport is er geen nieuwe rechtmatigheidsinformatie beschikbaar gekomen over het interne beleid van de Europese Commissie.

Er is in Nederland weinig informatie beschikbaar over de rechtmatigheid van de bestedingen van de Europese subsidies voor het interne beleid van de EU. Ook bij de Europese Commissie is hierover weinig of geen

(openbare) informatie op het niveau van lidstaten voorhanden.

In de periode 2003–2005 was voor de volgende twee onderwerpen wél rechtmatigheidsinformatie aanwezig bij de Nederlandse ministeries:

• TEN-transport: Volgens opgave van het Ministerie van VenW zijn in 2005 geen onregelmatigheden geconstateerd en zijn er geen financiële correcties opgelegd. In 2004 werden nog drie correcties uitgevoerd, met een totaal financieel belang van ruim€ 5 miljoen.

• Leonardo da Vinci-programma: in 2003 is een onregelmatigheid gemeld bij een onderwijsinstelling uit de aanvraagronde 2001

«mobiliteit». Het Nationaal Agentschap is vanwege geconstateerde onregelmatigheden op dit moment een mobiliteitsproject van een bedrijf aan het onderzoeken.

17.7 Migratiefondsen

17.7.1 20%- en 10%-controlerapportages

20%-controlerapportages

In de afgelopen periode heeft een discussie plaatsgevonden tussen de Europese Commissie en Nederland over de accountantscontroles op de besteding van gelden uit de migratiefondsen (zie § 15.3.5). Er was een verschil van mening over wat de meerwaarde is van de 20%-controle ten opzichte van de reguliere interne accountantscontrole, waarbij alle projecten voorzien moeten worden van een goedkeurende verklaring. Als gevolg van deze discussie heeft de externe accountants-controle later plaatsgevonden dan de beschikking voorschreef. Met deze vertraging heeft de Commissie ingestemd. Over de jaren 2000 tot en met 2002 is op projectniveau gerapporteerd. Over de jaren 2003 en 2004 is een totaalrapport verschenen.

10%-controlerapportages

In overeenstemming met de beschikking voor de tweede programma-periode van het Europees Vluchtelingenfonds (EVF II-Beschikking (EG) 904/2004, artikel 25 lid 1a) heeft de afdeling Interne Controle van het Agentschap SZW op verzoek van de auditdienst van het Ministerie van Justitie de 10%-controle uitgevoerd over de jaartranche 2005.

Het agentschap heeft geconstateerd dat in een aantal gevallen een onderrealisatie van de begroting heeft plaatsgevonden, doordat projecten later zijn gestart dan gepland. In sommige gevallen waren kosten in de projectadministratie opgevoerd die niet volledig voldeden aan het uitvoeringskader van het fonds, dat in 2006 is uitgebracht. Het gaat hier in het bijzonder om de opgevoerde kosten voor de inschakeling van derden

door middel van een aanbesteding. Hiervoor zijn niet altijd de aanbeste-dingsregels correct toegepast.

Voorts plaatst het agentschap kanttekeningen bij de urenregistratie.

Doordat uren niet altijd consequent zijn ondertekend, gedateerd en (tijdig) geautoriseerd, voldeed de registratie veelal niet aan de eisen. In één geval heeft het agentschap geconstateerd dat een factuur buiten de project-periode viel en daardoor niet subsidiabel was. Bij de vier onderzochte projecten bleek dat in totaal een bedrag van circa€ 1,1 miljoen aan subsidiabele kosten gecorrigeerd diende te worden. Dat is 52% van de voor die vier projecten opgevoerde kosten.

17.7.2 Eigen onderzoek

Aan de hand van de jaarverslagen afkomstig van het Ministerie van Justitie hebben wij voor de periode 2000 tot en met 2004 geïnventariseerd hoeveel EVF-projecten er per jaar, per organisatie en per maatregel voor een subsidie in aanmerking zijn gekomen. We hebben onderzocht of is voldaan aan de voorwaarden betreffende de minimale budgetomvang en het procentuele deel van de subsidiabele kosten. Ook zijn we nagegaan in hoeverre te veel of ten onrechte betaalde subsidie is teruggevorderd van de organisaties. Verder hebben we bekeken of de in evaluatierapporten en andere rapportages genoemde gegevens overeenkomen met de gegevens genoemd in de jaarverslagen. Deze gegevens betreffen de aantallen projecten, de hiermee gemoeide geraamde en gerealiseerde kosten en de geraamde en gerealiseerde subsidies. Ten slotte hebben we onderzocht in hoeverre de kosten van technische bijstand zijn geclaimd.

Wij zijn tot de volgende bevindingen gekomen:

• In de door de Europese Commissie gepubliceerde tabellen over EVF-I worden niet de werkelijk door de Commissie verstrekte bedragen vermeld, maar de bedragen die de Commissie beschikbaar heeft gesteld. Voor lidstaat Nederland is een bedrag van€ 17 miljoen beschikbaar gesteld, maar is uiteindelijk een bedrag van€ 11,4 miljoen betaalbaar gesteld. Hieruit blijkt een onderbesteding van bijna€ 6 miljoen. De cijfers voor andere lidstaten zijn nog niet bekend, maar het is te verwachten dat ook daar een discrepantie bestaat tussen de beschikbaar gestelde gelden en het werkelijk ontvangen bedrag. Wij merken op dat de gepresenteerde tabellen niet de realisatiecijfers weergeven en dat de Commissie ten behoeve van transparantie duidelijk zou moeten aangeven dat het om voorlopige cijfers gaat.

• Voor twintig projecten bleven de subsidiabele kosten onder het door het Ministerie van Justitie gehanteerde grensbedrag. Het totale financiële belang daarvan is circa€ 1,2 miljoen.

• Uit de financiële overzichten 3.2.1 in jaarverslagen over 2000 tot en met 2004 van het Ministerie van Justitie blijkt dat van de te veel uitbetaalde subsidie nog een bedrag van ruim€ 440 000 dient te worden teruggevorderd. Niet in alle gevallen is het zeker of terugbe-taling zal plaatsvinden. Het financiële risico ligt waarschijnlijk bij het Ministerie van Justitie. Dat heeft inmiddels al voor vier projecten de te veel betaalde subsidiebedragen ad€ 35 000 voor zijn rekening genomen. Justitie heeft ons laten weten dat dit bedrag al grotendeels is teruggevorderd, maar kon desgevraagd niet aangeven in hoeveel gevallen terugvordering achterwege is gebleven.

De Commissie veronderstelt in haar National report on the Nether-lands dat er in de periode 2000–2004 voor EVF 83 projecten een bedrag van€ 14,5 miljoen aan subsidie is verstrekt in plaats van voor 77

projecten een bedrag van€ 10,6 miljoen, zoals Justitie beschrijft.87Het verschil is bijna 37%.

• Voor de kosten van technische bijstand kan een lidstaat maximaal 5%

van de totale toewijzing reserveren. Uit de jaarverslagen over 2000 tot en met 2002 van het Ministerie van Justitie bleek dat de door Justitie in rekening gebrachte kosten in de jaren 2000–2002 veel minder was dan 5% van het toegekende fondsbedrag, terwijl het programma-secretariaat vond dat 5% van het toegekende fondsbedrag onvol-doende was om alle taken uit te voeren. Ook blijkt dat de door Justitie opgevoerde kosten voor technische bijstand over de jaren 2000 en 2001 voor de helft van de Commissie zijn ontvangen. Het gaat om een bedrag van circa€ 61 000. Een specificatie van de gemaakte kosten in verband met technische bijstand is niet in de jaarverslagen aange-troffen.

87Bron: financiële overzichten 3.2.1 in jaarver-slagen 2000 tot en met 2004, Ministerie van Justitie.

18 DOELTREFFENDHEID EU-BELEID IN NEDERLAND

In document EU-trendrapport 2008 (pagina 104-107)