• No results found

Integraal gebiedsgericht werken

• Stapelingsproject/doorbraakproject Ten Boer: wijkgerichte insteek om bij 240 gezinnen onze dienstverlening

efficiënter in te zetten en het aantal indicaties terugbrengen. Zie paragraaf 1 Integraal gebiedsgericht werken

Ten Boer;

• Het project ABC, dat tot doel heeft om de overlast door problematische personen vanuit de Antilliaanse gemeenschap verminderen wordt opgenomen in onze reguliere dienstverlening;

• Pilot Participatieteam Zuid: onderzoeken of sociale activering in combinatie met WMO dagbesteding kan worden ingezet. Sociale activering bekender maken binnen WIJ en met bewoners bekijken waar nog groei zit.

Zie paragraaf 1 Integraal gebiedsgericht werken Zuid;

• SWO-groen samenwerkende ondernemers: realiseren eerste dienstverbanden;

• Via onze ontwikkelmedewerkers realiseren we een verbeterslag in ons registratieproces. Beschut werken

We gaan intensiever samenwerken met relevante partijen binnen en buiten de gemeentelijke organisatie in het kader van de verbreding van doelgroepen met als doel het verhogen van de instroom van potentieel nieuw beschutters. Daarnaast willen we een sluitende ketenaanpak realiseren om de uitval bij Nieuw Beschut terug te dringen. Ook gaan we intensiever samenwerken met relevante partijen met als doel het verbreden van het werkaanbod zowel binnen als buiten iederz.

Deelprogramma 1.2 Inkomen en armoedeverlichting

Voortdurende financiële zorgen vormen een belemmering bij het deelnemen aan de samenleving. We willen deze belemmeringen voor de doelgroepen wegnemen. Dat doen we via het verstrekken van uitkeringen

(Participatiewet, IOAW -Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze werknemers-, IOAZ -Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen-, Bbz- Besluit bijstandsverlening zelfstandigen-, BUIG -Bundeling van Uitkeringen Inkomensvoorziening aan Gemeenten-) en met

21

(financiële) ondersteuning (armoedeverlichting en -bestrijding), minimabeleid en schuldhulpverlening in het kader van ons ontwikkelplan Toekomst met Perspectief.

Beleidsvelden • Uitkeringen

• Armoede- en minimabeleid • Handhaving

• Schuldhulpverlening

Met de volgende indicator(en) wordt de werking van ons beleid in dit deelprogramma gemeten. Als er geen gegevens beschikbaar zijn/of één maal per twee jaar gemeten worden staat er een streepje.

Effectindicator(en) Behaald 2019 Beoogd 2020 Beoogd 2021 Aantal bijstandsuitkeringen 9.958 9.950 11.950

% bewoners (18 jaar en ouder) dat zegt moeite te hebben met rondkomen van het huishoudinkomen

- - daling

Aantal minderjarige kinderen opgroeiend in een bijstandssituatie

- - stabiel

% ervaren kwaliteit op het gebied van levensdomeinen zoals gezondheid, geluk, meedoen en sociale steun

- - stijging

Voor de drie laatste indicatoren geldt dat het op dit moment onduidelijk is hoe groot de invloed van de coronacrisis zal zijn.

1.2.1 Uitkeringen

Voor de inwoner die is aangewezen op een uitkering is het belangrijk dat we uitkeringsaanvragen op tijd afhandelen en dat we wet en regelgeving correct toepassen. Ook het Rijk controleert ons hierop.

Met de volgende indicator(en) wordt de voortgang van dit beleidsveld gemeten. Als er geen gegevens beschikbaar zijn/of één maal per twee jaar gemeten worden staat er een streepje.

Prestatie indicatoren Behaald

2019

Beoogd 2020

Beoogd 2021

% uitkeringsaanvragen (BUIG) dat binnen 8 weken is afgehandeld

94% 100% 100%

Foutpercentage verstrekte uitkeringen (BUIG) <1% <1%

Voor alle indicatoren geldt dat het op dit moment onduidelijk is hoe groot de invloed van de coronacrisis zal zijn. Hoe staan we ervoor?

In de afgelopen jaren hebben we onze dienstverlening verbeterd door meer tijd te nemen voor de

uitkeringsgerechtigde en door met zaakgericht werken te beginnen. Dat vroeg tijd en capaciteit. In 2017 en 2018 zagen we daarom een daling in de afhandelingssnelheid. Inmiddels zien we weer een stijgende lijn. Het

foutpercentage verstrekte uitkeringen is al jaren onder de door het Rijk vereiste norm van 1%. Wat willen we bereiken in 2021?

We verwachten de ingezette stijging in afhandelingssnelheid te kunnen vasthouden. In 2019 werd 94% van de uitkeringsaanvragen binnen 8 weken afgehandeld. Een foutpercentage <1% willen we vasthouden.

Wat gaan we hiervoor doen?

• We sturen individueel bij medewerkers bovenstaande doelen;

• Door procesverbetering verkorten we de afhandeltijd bijvoorbeeld sommige gesprekken telefonisch in plaats

22

• We zorgen voor scholing en kennisverbetering;

• We coachen op het stellen van de juiste prioriteiten.

1.2.2 Armoede- en minimabeleid

Met het ontwikkelplan Toekomst met perspectief is per 2020 een nieuwe richting aan het armoedebeleid gegeven: de aanpak van generatiearmoede. In 2030 willen we voor wat betreft het percentage kinderen in armoede in vergelijking met andere grotere gemeenten op het landelijk gemiddelde zitten. Dit willen we bereiken met o.m. de inzet van ervaringsdeskundigheid, het meer armoedebewust maken van de eigen organisatie en de mobilisatie van de samenleving vooral daar waar het om verlichtende activiteiten gaat.

Met de volgende indicator(en) wordt de voortgang van dit beleidsveld gemeten. Als er geen gegevens beschikbaar zijn/of één maal per twee jaar gemeten worden staat er een streepje.

Prestatie indicatoren Behaald

2019

Beoogd 2020

Beoogd 2021

Aantal verstrekte inkomensondersteunende voorzieningen

25.477 stijging stijging

Aantal huishoudens met een bijstandsuitkering die behoren tot de 'nieuwe' instroom van langdurige (4 jaar of langer) die zich in een financieel afhankelijke situatie bevinden.

- - stabiel

Aantal huishoudens met een bijstandsuitkering die uitstromen uit een langdurige (4 jaar of langer) financieel afhankelijke situatie.

- - stabiel

Het % bijstandshuishoudens dat gebruik maakt van 1 of meerdere inkomensregelingen

- - stijging

Voor alle indicatoren geldt dat het op dit moment onduidelijk is hoe groot de invloed van de coronacrisis zal zijn. Hoe staan we ervoor?

Groningen behoort tot de grotere gemeenten met de meeste minima. In de stad behoort 19% van de bevolking tot de minima en groeit een op de zes kinderen op in een minimahuishouden. De meeste minimahuishoudens zijn huishoudens met 1 volwassene. De belangrijkste inkomensbron is in 37% van de gevallen bijstand, in 17% betreft het betaald werk. (Cijfers uit 2017.) We hebben een grote klus voor ons liggen die om een lange adem vraagt. Wat willen we bereiken in 2021?

Met Toekomst met perspectief willen we inzetten op een structurele aanpak, integraal en vanuit de leefwereld van mensen. De nadruk ligt op voorzieningen en werkwijzen die mensen daadwerkelijk helpen om barrières te

doorbreken, niet op verlichting, al willen we hiervoor in tijden van corona nog voldoende ruimte laten. De werkzame bestanddelen van het succesvolle project mobility mentoring bijvoorbeeld worden breder in de uitvoering meegenomen en zijn daarom niet meer als apart productnummer in de begroting opgenomen. Het doorbreken van generatiearmoede is niet iets van enkele jaren. Wel verwachten we in 2021 de eerste veranderingen te zien, hoewel die zich zeer waarschijnlijk nog niet vertalen in concrete cijfers. Wat gaan we hiervoor doen?

• Verdere uitrol van de inzet van ervaringsdeskundigen binnen de gemeentelijke organisatie en WIJ; • Verdere facilitering van de uitvoering Werk & Inkomen en WIJ als armoedebewuste hoofdrolspelers; • Doorontwikkeling van het platform Omarm Groningen waar maatschappelijk bewuste ondernemers en

andere partijen kunnen bijdragen aan de ambities rond armoedebestrijding;

• Verdere ontwikkeling en inzet van effectieve armoede-interventies, zowel gemeentebreed als in de gebieden.

1.2.3 Handhaving

We willen dat uitkeringen terecht komen bij mensen die er recht op hebben. Hiervoor volgen wij zorgvuldige intake-procedures en informeren we onze klanten actief en begrijpelijk over de regels. Vanuit het oogpunt van

23

vertrouwen in burgers controleren we gericht. Goede handhaving draagt bij aan de solidariteit voor het sociale verzekeringsstelsel en de beheersing van uitkeringsgelden.

Met de volgende indicator(en) wordt de voortgang van dit beleidsveld gemeten. Als er geen gegevens beschikbaar zijn/of één maal per twee jaar gemeten worden staat er een streepje.

Prestatie indicatoren Behaald

2019

Beoogd 2020

Beoogd 2021

Aantal toegekende aanvragen (controle aan de poort) 205 180 180

Aantal beëindigde/aangepaste uitkeringen (controle aan de achterkant)

58 < 60 60

Aantal opgelegde boetes 166 150 140

Voor alle indicatoren geldt dat het op dit moment onduidelijk is hoe groot de invloed van de coronacrisis zal zijn. Hoe staan we ervoor?

Handhaving is een combinatie van voorkomen en optreden. Wij willen voorkomen dat klanten ten onrechte een uitkering krijgen, zodat zij niet geconfronteerd worden met hoge terugvorderingsbedragen en boetes.

We hanteren de bestuursrechtelijke aanpak wanneer het kan en de strafrechtelijke aanpak wanneer het moet. We streven er naar om eventuele fraude zo snel mogelijk te constateren. Daardoor dalen de terugvorderingsbedragen en de boetes. Dit is in het belang van zowel de burger als de gemeente.

Wat willen we bereiken in 2021?

In 2021 verwachten we ongeveer een gelijk aantal uitkeringen te beëindigen wegens fraude en minder P-wet-boetes op te leggen dan in 2020. We verwachten dat het percentage toegekende uitkeringsaanvragen in 2021 hoger is dan in 2020, door de economische gevolgen van de coronacrisis.

We stemmen onze handhavingsstijl af op de specifieke achtergronden van de uitkeringsgerechtigde. Hiervoor werken wij samen met het WIJ-team.

Inzet van Handhaving richt zich steeds meer op ondersteuning vanaf het moment van de intake. Op die manier willen we bereiken dat fraude eerder gedetecteerd wordt, zodat uitkeringen tijdig aangepast of beëindigd kunnen worden.

Wat gaan we hiervoor doen?

• De handhaving gaat zich richten op ondersteuning van de frontoffice vanaf het moment van de intake;

• We gaan informatie gestuurd handhaven door met interne en externe gegevensbronnen fraudesignalen te

genereren. Het doel is om de onterechte instroom in de uitkering te beperken en efficiënt fraude te detecteren;

• We bevorderen fraude-alertheid binnen de directies Werk en Inkomen door middel van voorlichting.

1.2.4 Schuldhulpverlening

Problematische schulden ontnemen mensen elk perspectief. Via de Groningse Kredietbank (GKB) bieden we alomvattende schuldhulpverlening: we zoeken naar een oplossing voor de financiële problemen en tegelijk pakken we de oorzaken aan. Ook proberen we te voorkomen dat er (opnieuw) schulden ontstaan door vroeg-signalering, preventie en nazorg. Indien nodig bieden we beschermingsbewind. We werken intensief samen met de WIJ-teams, maatschappelijke partners en relevante schuldeisers.

Met de volgende indicatoren wordt de voortgang van dit beleidsveld gemeten.

Prestatie indicatoren Behaald

2019

Beoogd 2020

Beoogd 2021

Aantal aanmeldingen schuldhulpverlening 2.695 2.000 2.700

Aantal inschrijvingen schuldregeling 481 500 500

Aantal klanten in budgetbeheer 2.964 2.950 3.050

24

Aantal aanvragen sociale kredieten 488 400 400

% geslaagde minnelijke regelingen 78% 66%* 78%

*Slagingspercentage 2018

Voor alle indicatoren geldt dat het op dit moment onduidelijk is hoe groot de invloed van de coronacrisis zal zijn. Hoe staan we ervoor?

Het aantal aanmeldingen voor schuldhulpverlening bij de GKB neemt ook in 2020 niet af. Er worden veel mensen in financiële problemen doorgeleid naar langdurige trajecten als budgetbeheer en schuldregeling. De euro-coaches krijgen steeds meer aanvragen van jongeren in financiële problemen. Verder blijft er een grote behoefte aan voorlichting, cursus en andere schuldpreventie-activiteiten. Het aantal burgers in budgetbeheer en

beschermingsbewind bij de GKB blijft stijgen, ook als gevolg van het beleid om voor burgers die het nodig hebben zoveel mogelijk het bewind als gemeente zelf uit te voeren. De druk op de schuldhulpverlening blijft groot, ook vanwege de complexiteit van dossiers (meer instabiele financiële huishoudens, belemmerende wet- en regelgeving, multiproblematiek, grotere schuldenpakketten, meer zelfstandigen zonder personeel (ZZP'ers) in financiële problemen). Als gevolg van de coronacrisis wordt een boeggolf van nieuwe aanvragen

schuldhulpverlening verwacht. Wat willen we bereiken in 2021?

We willen schuldhulpverlening blijven bieden aan degenen die dat nodig hebben. We willen (problematische) schuldsituaties van burgers stabiliseren en waar mogelijk oplossen. Daarnaast richten we ons op vroeg-signalering (een nieuwe wettelijke taak voor gemeenten) en preventie: voorkomen van (problematische) schulden bij burgers en het bevorderen van hun financiële zelfredzaamheid. Ook betrekken we de nazorg zodat na het doorlopen van een schuldhulpverleningstraject inwoners niet opnieuw in de problemen komen. We willen als gemeente voorop blijven lopen met onze integrale aanpak van schuldhulpverlening (waaronder de euro-coaching van jongeren met (dreigende) schulden) en preventie. We gaan door met innovatieve aanpakken van schuldhulpverlening en zoeken daarbij de grenzen van wet- en regelgeving op zodat we mensen meer perspectief kunnen bieden. We proberen het slagingspercentage minnelijke schuldregelingen dat in 2019 boven het landelijk gemiddelde lag, minimaal te evenaren. We blijven investeren in de samenwerking met de WIJ-teams. We kiezen er voor om het

beschermingsbewind bij burgers die dat nodig hebben zoveel mogelijk als gemeente zelf uit te voeren. Onze kwaliteit van dienstverlening borgen we door te voldoen aan de door de branchevereniging voor

schuldhulpverlening, sociaal bankieren en bewindvoering (NVVK), het Landelijk Kwaliteitsbureau CBM en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening gestelde eisen.

Wat gaan we hiervoor doen?

• Uitvoeren van schuldhulpverlening (intake, budgetbeheer, (euro-)coaching voor onder andere

zwerfjongeren en schuldregeling) en beschermingsbewind GKB;

• Organiseren van de wettelijke taak vroeg-signalering en preventie-activiteiten (waaronder financiële

educatie);

• Met schuldhulpverlening (waaronder vroeg-signalering en preventie) aansluiten bij de wijkgerichte

aanpak;

• Investeren in de samenwerking tussen de GKB en de WIJ-teams;

• Werken met innovatieve aanpakken van schuldhulpverlening, individuele maatwerkplannen en kijken naar

25

Bijdrage(n) verbonden partijen

Thermiek BV

Relevante beleidsinformatie Het doel is re-integratie van personen met een achterstand op de arbeidsmarkt

of arbeidsbeperking door een arbeidscontract. De werknemers worden

gedetacheerd in de markt- en overheidssector. De doelgroep betreft mensen die voorheen vielen onder de wet sociale werkvoorziening, de wet werk en bijstand en de Participatiewet.

Beleidsrisico Geen.

Stichting WeerWerk Groningen

Relevante beleidsinformatie Het doel is het aanbieden van re-integratievoorzieningen aan personen die onder

de doelgroep van de WWB vielen. Deze zogeheten ‘gesubsidieerde arbeid’ is inmiddels afgebouwd (raadsbesluit 30 november 2011). Momenteel is nog één persoon in dienst van de stichting. Nadat deze persoon bij een andere organisatie in dienst is getreden zal de stichting worden opgeheven.

Beleidsrisico Geen.

26

Financiën

In dit onderdeel werken wij de financiën behorende bij dit programma uit door het financiële overzicht op het niveau van beleidsveld te geven en daarbij inzichtelijk te maken welke intensiveringen en hervormingen zijn verwerkt. Per deelprogramma geven we een toelichting op de belangrijkste afwijking van de lasten- en baten.

Financieel overzicht lasten en baten

Werk en inkomen

Nr Omschrijving

Rekening

Actuele

Begroting Primitieve begroting

Bedragen x 1.000 euro 2019 2020 2021 2022 2023 2024 Lasten 01.1 Werk en activering 63.123 68.643 66.444 63.251 61.923 61.702 01.1.1 Regionaal arbeidsmarktbeleid 4.586 8.536 1.701 585 672 671 01.1.2 Werk 39.372 42.163 46.634 44.282 42.682 42.172 01.1.3 Maatschappelijke participatie 19.165 17.944 18.109 18.384 18.570 18.859 01.2 Inkomen en armoedeverlichting 197.947 199.548 199.322 201.659 206.264 211.067 01.2.1 Uitkeringen 173.149 174.990 173.953 176.001 180.484 185.125 01.2.2 Armoede- en minimabeleid 17.753 16.677 16.772 17.061 17.183 17.345 01.2.3 Handhaving 1.264 1.512 1.507 1.507 1.507 1.507 01.2.4 Schuldhulpverlening 5.780 6.369 7.090 7.090 7.090 7.090 Totaal 261.070 268.191 265.766 264.910 268.187 272.769 Baten 01.1 Werk en activering 10.392 17.477 9.511 9.511 9.511 9.511 01.1.1 Regionaal arbeidsmarktbeleid 2.364 8.525 235 235 235 235 01.1.2 Werk 4.267 4.425 4.574 4.574 4.574 4.574 01.1.3 Maatschappelijke participatie 3.762 4.528 4.702 4.702 4.702 4.702 01.2 Inkomen en armoedeverlichting 154.928 157.415 154.934 157.905 161.606 165.455 01.2.1 Uitkeringen 152.842 156.202 153.784 156.759 160.460 164.308 01.2.2 Armoede- en minimabeleid 1.001 396 400 397 397 397 01.2.3 Handhaving 41 67 0 0 0 0 01.2.4 Schuldhulpverlening 1.045 750 750 750 750 750 Totaal 165.320 174.892 164.445 167.416 171.117 174.965

Geraamd resultaat voor bestemming 95.750 93.299 101.321 97.494 97.070 97.804 Reserve mutaties Totaal toevoegingen 0 0 0 0 0 0 Totaal onttrekkingen 400 0 1.250 750 250 250 Geraamd resultaat na bestemming 95.350 93.299 100.071 96.744 96.820 97.554

27

* De cijfers in de kolom ‘Rekening 2019’ wijken op een aantal programma’s af van de cijfers zoals opgenomen in de

jaarrekening 2019. Dit wordt veroorzaakt door een aantal wijzigingen in de programma-indeling 2021 ten opzichte van 2019. Om een goede vergelijking te kunnen maken zijn de cijfers in de kolom ‘Rekening 2019’ aangepast naar de programma-indeling van de begroting 2021.

Overzicht intensiveringen voorgaande jaren

Nr

Opgaven (reeds middelen voor gereserveerd in voorgaande begrotingen)

Deel

programma I/S 2021 2022 2023 2024

1 Basisbaan 1.1 I -700 -700

2 Intensivering begeleiding en participatie 1.1 S 500 1.000 1.000 1.000

Totaal deelprogramma 1.1 -200 300 1.000 1.000

3 Meer geld voor minder armoede 1.2 I -30 -30 -30

4 Individuele inkomenstoeslag 1.2 S 40 40 40 40

5 Tekort BUIG 1.2 S 300 300 300 300

Tekort BUIG 1.2 S -1.300 -2.100 -2.400 -2.400

Totaal deelprogramma 1.2 -990 -1.790 -2.090 -2.060

Totaal programma 1 -1.190 -1.490 -1.090 -1.060

Zie het financieel meerjarenbeeld voor een totaaloverzicht en toelichting van alle intensiveringen 2021

Overzicht intensiveringsmiddelen 2021-2024 Nr Opgaven Deel programma I/S 2021 2022 2023 2024 8 Begeleiding vergunninghouders 1.1 I -423 -209 -72 11 Vervanging SW sleutelfunctionarissen 1.1 S -189 -233 -522 36 Niet realiseren hervormingen begroting 2020 AOW-uitstroom 1.1 S 51

38 Optimale structuur DMO 1.1 S -12 -12 -12 -12

45 Uitvoeringskosten Werk & Participatie 1.1 I -1.300 Vertraging en gedeeltelijk niet realiseren bezuinigingen DMO 1.1 I 1

Totaal deelprogramma 1.1 -1.734 -410 -317 -483

1 Schuldhulpverlening 1.2 S -680 -680 -680 -680

2 Vertraging en gedeeltelijk niet realiseren

bezuinigingen DMO 1.2 S 8 6 4 4

Vertraging en gedeeltelijk niet realiseren

bezuinigingen DMO 1.2 I 12

6 Wet Schuldhulpverlening 1.2 S p.m. p.m. p.m. p.m.

7 Tekort BUIG 1.2 S -1.500 -1.500 -1.600 -2.000

36 Niet realiseren hervormingen begroting

2020 AOW-uitstroom 1.2 S 54

38 Optimale structuur DMO 1.2 S -19 -19 -19 -19

44 Uitvoeringskosten Inkomensdienstverlening 1.2 I -1.140

Totaal deelprogramma 1.2 -3.319 -2.193 -2.295 -2.641

Totaal programma 1 -5.053 -2.603 -2.612 -3.124

Zie de financiële knelpunten 2021 voor een totaaloverzicht en toelichting van alle aanvullende extra

28 Overzicht hervormingen 2021-2024 Nr Hervormingen Deel-programma I/S 2021 2022 2023 2024 7 Accres instellingen 1.1 S -7 -7 -7 -7 14 Begeleiding vergunninghouders 1.1 I 423 209 72 Totaal deelprogramma 1.1 416 202 65 -7 7 Accres instellingen 1.2 S -12 -12 -12 -12 Totaal deelprogramma 1.2 -12 -12 -12 -12 Totaal programma 1 404 190 53 -19

Ga naar hervormingen 2021-2024 voor een totaaloverzicht en toelichting van alle bezuinigingen

Integrale financiële toelichtingen begroting 2021

1.1 Werk en activering Lasten Baten Saldo

Bestaand beleid 2021 65.133 9.518 -55.615

Intensiveringen en hervormingen 1.311 -7 -1.318

Begroting 2021 66.444 9.511 -56.933

Afwijking bestaand beleid -3.510 -7.959

Onderstaande toelichting heeft betrekking op het bestaande beleid Toelichting op de lasten van 65,1 miljoen euro

De middelen worden voor het grootste deel ingezet voor de Sociale Werkvoorziening (SW) (30,2 miljoen euro) en Participatie (23,9 miljoen euro). Van dit Participatiebudget wordt 5,9 miljoen euro ingezet ter dekking van het tekort op de SW. Daarnaast wordt 4,6 miljoen euro ingezet voor re-integratie, 3,4 miljoen euro verstrekt aan loonkostensubsidie voor nieuwe doelgroepen en 1,2 miljoen euro aan begeleid werken. Tenslotte wordt nog 1,8 miljoen euro uitgegeven aan het regionale programma van Werk in Zicht (WIZ).

Belangrijkste verschillen in de lasten ten opzichte van de begroting 2020

Ten opzichte van de begroting 2020 zijn de lasten 3,5 miljoen euro lager begroot. Dit heeft enerzijds te maken met een incidentele last in 2020 van 7,7 miljoen euro in verband met de eindafrekening van de ESF middelen voor de periode 2017 - 2020 voor de arbeidsmarktregio (WIZ). Dit levert aan de baten- en de lastenkant in 2020 een incidentele mutatie van ruim 7,7 miljoen euro op. Anderzijds is er in de begroting 2021 1,1 miljoen euro incidenteel opgenomen voor de versterking lokale werkgelegenheid (WIZ), deze gelden zijn via de meicirculaire 2020 beschikbaar gesteld.

Ook hebben we in de begroting 2021 1,3 miljoen euro meer opgenomen voor loonkostensubsidie in verband met een toename van het aantal 'baan afspraakbanen' en het aantal mensen in 'nieuw beschut'. Daarnaast hebben we extra middelen opgenomen voor het Participatie budget (0,6 miljoen euro vanuit circulaires), loonkosten Nieuw beschut (0,8 miljoen euro) en het werkprogramma (0,5 miljoen euro).

Toelichting op de baten van 9,5 miljoen euro

Van de baten heeft 7,4 miljoen euro betrekking op de SW. Dit betreft voornamelijk detacheringsopbrengsten en omzet van het beschutte bedrijf. Daarnaast ontvangen we rijksbijdragen van 1,6 miljoen euro voor

loonkostensubsidie voor 'baan afspraakbanen' en 'nieuw beschut'. Voor het regionale programma Werk in Zicht hebben we 0,2 miljoen euro aan baten begroot. De overige baten van 0,3 miljoen euro hebben betrekking op een tegemoetkoming in de uitvoeringskosten ESF.

Belangrijkste verschillen in de baten ten opzichte van de begroting 2020

Ten opzichte van de begroting 2020 zijn de baten 8,0 miljoen euro lager. In de begroting 2020 hebben we een incidentele bate opgenomen van 7,7 miljoen euro. Deze bate betreft de eindafrekening voor de arbeidsmarktregio (WIZ) van de ESF middelen voor de periode 2017 - 2020. Dit levert aan de baten- en de lastenkant in 2020 een incidentele mutatie van ruim 7,7 miljoen euro op.

29

1.2 Inkomen en armoedeverlichting Lasten Baten Saldo

Bestaand beleid 2021 193.788 152.731 -41.057

Intensiveringen en hervormingen 5.534 2.203 -3.331

Begroting 2021 199.322 154.934 -44.388

Bestaand beleid ten opzichte van 2020 -5.760 -4.684

Onderstaande toelichting heeft betrekking op het bestaande beleid Toelichting op de lasten van 193,8 miljoen euro

Van dit bedrag wordt 173,1 miljoen euro ingezet voor het bekostigen van de uitkeringen en inzet personeel in het kader van de Participatiewet, IOAW (Inkomensvoorziening voor Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werknemers), IOAZ (Inkomensvoorziening voor Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen), Bbz 2004(Besluit bijstandsverlening zelfstandigen) en voor de inzet van loonkostensubsidies (BUIG) en de overige wettelijke regelingen. Daarnaast zetten we 14,3 miljoen euro in voor de armoede- en minimaregelingen (zoals bijzondere bijstand) en 6,4 miljoen euro voor de schuldhulpverlening.

Belangrijkste verschillen in de baten ten opzichte van de begroting 2020

Ten opzichte van de begroting 2020 zijn de lasten 5,8 miljoen euro lager, dit betreft met name lagere lasten voor de uitkeringen (op basis van geactualiseerd raming 3,6 miljoen euro lager, dit heeft onder andere te maken met het werkprogramma) en lagere lasten Bbz (2,9 miljoen euro). Daarentegen zijn de begrote lasten voor de IOAW en IOAZ in de begroting 2021 0,5 miljoen euro hoger dan in 2020.

Toelichting op de baten van 152,7 miljoen euro

De baten betreffen voor 99% baten die we ontvangen van het Rijk in het kader van bovengenoemde wettelijke regelingen.

Belangrijkste verschillen in de baten ten opzichte van de begroting 2020

De baten zoals opgenomen in de begroting 2021 zijn 4,7 miljoen euro lager dan we voor 2020 begroot hebben, hiervan heeft 2,8 miljoen betrekking op de uitkeringen (lagere BUIG uitkering door landelijke daling aantal uitkeringen) en 2,0 miljoen op lagere baten Bbz.

30

Programma 2 Economie en werkgelegenheid

De gemeente staat voor een economie die bijdraagt aan welvaart en welzijn van haar inwoners. Een goed functionerende economie biedt inwoners werk en inkomen. Daarmee is er een werkend perspectief op een