• No results found

Instrumenten voor ruimtelijke kwaliteit

In document ; Ruimtelijke kwaliteit bekeken (pagina 41-45)

4 Resultaten

4.2 Instrumenten voor ruimtelijke kwaliteit

In de vorige paragraaf zijn de resultaten gepresenteerd die betrekking hebben op de definitie voor het begrip ruimtelijke kwaliteit. In deze paragraaf zal stil worden gestaan bij de resultaten die betrekking hebben op de wijze waarop ruimtelijke kwaliteit bevorderd kan worden.

Uitgangspunten

Veel respondenten beschrijven een aantal uitgangspunten, van waaruit de instrumenten met betrekking tot ruimtelijke kwaliteit moeten handelen. Het eerste uitgangspunt is een nauwe relatie tussen ruimtelijke ordening en ruimtelijke kwaliteit. AV ziet ruimtelijke ordening als middel om ruimtelijke kwaliteit te bereiken. AB ziet ruimtelijke ordening voornamelijk als instrument om ruimtelijke kwaliteit te genereren. Ook TD benoemt een nadrukkelijke relatie tussen ruimtelijke ordening en ruimtelijke kwaliteit. Zij ziet ruimtelijke kwaliteit als een van de relevante belangen die in de afweging moet worden meegenomen.

Ruimtelijke kwaliteit bekeken Pagina | 42 Het resultaat van het ruimtelijke ordeningsproces heeft volgens AB een resultaat met een bepaald kwaliteitsniveau met meer of minder kwaliteit. Zowel AB als TD geven aan dat pas achteraf, per saldo deze kwaliteit bepaald kan worden.

Alle respondenten zien in meer of mindere mate ruimtelijke kwaliteit als fundament in de ruimtelijke ordening of in beeldspraak als: ‘de gist in het brood’. RH stelt dat ruimtelijke kwaliteit de essentie is van wat je als ruimtelijke ontwikkelaar probeert te bereiken. TD ziet het als een bepaalde houding die in alle afwegingen moet worden meegenomen. TM ziet ruimtelijke kwaliteit als een essentie die onontkoombaar is. AV ziet het als het fundament onder het denken. Als laatste vindt DZE dat alles in het fysieke domein kwaliteit heeft waardoor het ingevlochten moet worden in het hart van het ruimtelijke proces.

Zowel DZE als AV erkennen echter ook dat ruimtelijke kwaliteit vaak wordt gezien als luxe. DZE stelt dat het ‘zo’ vaak wordt gezien, waardoor je het ook gemakkelijk kunt schrappen.

“Ik zie ruimtelijke kwaliteit als de gist in het brood. Als je het ziet als kers op de taart, dan zie je het als een aspect dat je kan toevoegen: “we moeten het nog even mooi maken, aankleden, er moet nog even aandacht aan besteed worden”. Die mening deel ik niet. Helaas ziet het gros in de praktijk ruimtelijke kwaliteit [wel, KC] als kers op de taart.”

(AV, Ruimtelijke kwaliteit een luxe) Om ruimtelijke kwaliteit de gewenste centrale positie binnen de ruimtelijke ordening te geven moet volgens DZE, AV, RL en AB het belang ervan expliciet benoemd worden. Deze expliciete benoeming van het belang van ruimtelijke kwaliteit kan worden gezien als tweede uitgangspunt.

Het niet benoemen is volgens DZE zeer onhandig. AV stelt dat je expliciet moet zijn in welke belangrijke kwaliteiten er zijn. Ook RL geeft aan dat je moet aanwijzen welke elementen van belang worden geacht voor ruimtelijke kwaliteit. Daarnaast is AB van mening dat van te voren de belangen aannemelijk moeten worden gemaakt:

“[…] je produceert kwaliteiten die benoemd moeten worden. Dit benoemen moet je in het begin van het proces zo goed mogelijk doen, zodat deze aannemelijk worden.”

(AB) De voorwaarde aan dit benoemen is volgens AV dat je meer moet zeggen dan alleen dat je het belangrijk vindt:

Ruimtelijke kwaliteit bekeken Pagina | 43 “Aandacht en ambitie zijn belangrijk. Met alleen te stellen dat je ruimtelijke kwaliteit belangrijk vindt ben je er niet. Je moet als Rijk dan ook een soort voorbeeld functie nemen”

(AV, invloed invulling Rijk op invulling provincies) Ook DZE erkent deze voorbeeldfunctie: “Op zijn minst [moet je, KC] in je eigen projecten het goede voorbeeld geven”. Zowel DZE,TD als AV geven aan dat het belang van ruimtelijke kwaliteit zo zwak is, dat wanneer het niet benoemd zou worden het niet zal worden meegenomen in het proces:

“Als je niet oppast, dan worden planprocessen daar [op ruimtelijke kwaliteit, KC] helemaal niet opgestuurd, maar gaat het alleen over vragen zoals: is het politiek haalbaar? Is het te financieren en lost het mijn sectorale probleem op?”

(DZE, definities uit nota’s) “Ruimtelijke kwaliteit is een bepaalde houding die je uitdrukkelijk moet benoemen omdat ze anders uit het beeld verdwijnt. Niemand is tegen goede ruimtelijke ordening, maar je moet dan wel op elk schaalniveau de belangen definiëren”.

(TD, verantwoordelijk schaalniveau) Zowel DZE als AV geven aan dat ruimtelijke kwaliteit niet in harde cijfers benoemd kan worden. Deze kwalitatieve benadering kan worden gezien als derde uitgangspunt.

“Kwaliteit kan je niet meten. […] Mijn ervaring met zulke methodes is dat de essentie heel makkelijk tussen je vingers door kan glippen. Dan ben je het zo aan het weg redeneren.”

(AV)

“Je kan het [ruimtelijke kwaliteit, KC] niet van te voren in harde criteria vast leggen.[…]”

(DZE)

DZE stelt daarom dat een kwalitatieve manier van beschrijving mogelijk nuttig is . Hierbij combineer je volgens hem de kwantitatieve aspecten met de subjectieve aspecten in de discussie.

Ruimtelijke kwaliteit bekeken Pagina | 44 Concrete instrumenten

Wanneer de respondenten naar concrete (bruikbare) instrumenten worden gevraagd voor ruimtelijke kwaliteit, verschillen de antwoorden zeer. RH ziet de SVIR als belangrijkste instrument voor het Rijk om ruimtelijke kwaliteit te realiseren:

“In de SVIR is ruimtelijke kwaliteit uitgewerkt door heel selectief te definieren wat de belangen zijn die op het nationale niveau moeten worden gewaarborgd. Je zou kunnen zeggen dat als die belangen goed bediend worden, het resultaat voor ons [KC lees de Rijksoverheid] kwaliteit heeft”.

(RH, bruikbare instrumenten)

TM ziet voornamelijk het programma Mooi Nederland als goed voorbeeld van: “hoe het Rijk expliciet op bepaalde thema’s criteria opstelt”:

“Het belang van het stempeltje [KC, erkenning van de kwaliteit] van het Rijk, meer dan een financiële bijdrage, moet niet worden onderschat. Bij de beoordeling over dit stempeltje heeft het Rijk een zekere bemoeienis. Ik denk dat een dergelijke vorm van beoordeling door het Rijk ook nog past in deze tijd. Met de kanttekening dat het Rijk niet allemaal dingen zelf moet doen. Een innovatie programma, zoals Mooi Nederland, maakt het wel mogelijk dat het gist in de samenleving, dat het aandacht krijgt, gedoe, ruzie desnoods, waarom die wel ‘mooi’ is en die niet”

(TM, bruikbare instrumenten) Het belang van ‘het concreet maken’ van het begrip ruimtelijke kwaliteit wordt door AV nogmaals benadrukt: “ik denkt dat het belangrijk is dat je het concreet maakt, koppelt aan voorbeelden en lokale situaties”. Als voorbeeld hiervan draagt hij de gebiedsprofielen aan die de Provincie Zuid-Holland op dit moment opstelt. Het doel van een instrument voor

ruimtelijke kwaliteit is volgens hem:

“Het tussen de oren brengen van ruimtelijke kwaliteit bij de spelers in de ruimtelijke ordening. Zorgen dat het van meet af aan in het proces wordt meegenomen”.

(AV, bruikbare instrumenten)

Om deze ‘basishouding’ te benaderen is een dubbeldoelstelling zoals bijvoorbeeld in het programma Ruimte voor de Rivier is gehanteerd volgens AV nuttig:

“Wat helpt, zo heb ik gemerkt bij het programma Ruimte voor de Rivier, is het expliciet benoemen van ruimtelijke kwaliteit als doelstelling. Dan wordt er ook echt aandacht aangegeven. Op het moment dat je ook vanuit je beleid zegt dat naast de

Ruimtelijke kwaliteit bekeken Pagina | 45 veiligheid ook ruimtelijke kwaliteit belangrijk is moet de opdrachtnemer het ook meenemen.”

(AV, bruikbare instrumenten)

Ook DZE geeft aan dat het van belang is ruimtelijke kwaliteit “in de slipstream van een project mee te laten lopen.”

Volgens AB kan kwaliteit pas ex post worden bepaald. Om dit te bepalen vindt hij de Kosten Baten Analyse en de Milieu Effect Rapportage nuttig instrumenten: “Niet als toetsingsinstrumenten, maar om te dwingen het zo precies mogelijk te formuleren”

Samenvattend

Ook deze paragraaf zal, vooruitlopend op paragraaf 4.4, schematisch worden samengevat.

Uitgangspunten 1. Ruimtelijke ordening wordt door enkele respondenten gezien als ‘het instrument’ om ruimtelijke kwaliteit te realiseren, waarbij ruimtelijke kwaliteit kan worden gezien als fundament binnen de ruimtelijke ordening.

2. Om ruimtelijke kwaliteit deze fundamentele positie binnen de ruimtelijke ordening te bereiken/te behouden dient het belang van ruimtelijke kwaliteit, volgens enkele respondenten, expliciet benoemd te worden.

3. Een aantal respondenten geeft aan dat de wijze waarop deze benoeming plaats moet vinden kwalitatief moet zijn. Ruimtelijke kwaliteit is volgens hen niet te vatten in objectieve cijfers.

Concrete instrumenten 1. De antwoorden op de vraag naar concrete (bruikbare) instrumenten voor ruimtelijke kwaliteit lopen sterk uit een.

2. Veel van de instrumenten die benoemd worden (SVIR, Mooi Nederland en

Ruimte voor de Rivier) gaan uit van een dominante positie van de Nationale

overheid.

3. Daarnaast komen het ‘concreet maken’ van ruimtelijke kwaliteit en ruimtelijke kwaliteit ‘laten meelopen in de slip stream’ van een project als overeenkomstige elementen terug in de antwoorden van de respondenten

In document ; Ruimtelijke kwaliteit bekeken (pagina 41-45)