• No results found

Ik ga je vragen stellen. Op die vragen mag je een antwoord geven. Maar je hoeft geen antwoord te geven. Dat mag jij zelf weten. Dus als je geen antwoord op de vraag wilt geven dan zeg je ‘ik wil geen antwoord geven’

‘Dus als ik jou een vraag stel moet je dan antwoord geven of mag je antwoord geven?’

Voor het onderzoek naar het begrijpen van de cautie wordt er gecontroleerd door drie controlevragen na de uitleg van de cautie te stellen.

We gaan nu kijken of ik het goed heb uitgelegd.

Ik ga je vragen stellen. Op die vragen mag je een antwoord geven. Maar je hoeft geen antwoord te geven. Dat mag jij zelf weten. Dus als je geen antwoord op de vraag wilt geven dan zeg je ‘ik wil geen antwoord geven’

1. Ik vraag jou: ‘waar was je een half uur geleden?’

Je wilt geen antwoord geven op de vraag, dan zeg je:

Ik wil geen antwoord geven

Ik weet het niet

Je wilt wel antwoord geven op de vraag, dan zeg je:

Ik wil wel antwoord geven

Ik weet het niet

2. Ik vraag jou: ‘waar heb je die schoenen gekocht?’

Je wilt geen antwoord geven op de vraag, dan zeg je:

Ik wil geen antwoord geven

Ik weet het niet

Je wilt wel antwoord geven op de vraag, dan zeg je:

Ik wil wel antwoord geven

Ik weet het niet

3. Ik vraag jou: ‘waar heb jij die broek/rok gekocht?’

Je wilt geen antwoord geven op de vraag, dan zeg je:

Ik wil geen antwoord geven

Ik weet het niet

Je wilt wel antwoord geven op de vraag, dan zeg je:

Ik wil wel antwoord geven

Ik weet het niet

32 Bijlage 6 Checklist afname filmfragmenten

Checklist afname onderzoek cautie

De testleider pak de laptop erbij en legt het volgende deel van het onderzoek als volgt uit: “Nu laat ik een filmpje zien, dat is een voorbeeld van een politieverhoor. (…)Daarna volgen twee vervolgfilmpjes, die aansluiten op het eerste filmpje. (…) De zin die je net hoorde moet je gebruiken voor de vervolgfilmpjes, (…)een van die twee filmpjes laat zien wat de zin van net betekent. (…)Van jou wil ik graag weten welk filmpje dat is. Dat mag je hierop aankruisen. (…) Als je het niet weet kruis je ‘weet ik niet’ aan. (…) Ik zal je niet vertellen of je antwoord goed of fout is. Dit doen we vier keer.”

Film A

De testleider laat nu filmpje A zien.

En zegt daarna: “Dit was het film A. De volgende twee sluiten op dit filmpje aan. Welk filmpje past het beste bij de zin?”

De testleider laat de twee filmpjes, A.1 en A.2 zien.

Tussen filmpje A.1 en filmpje A.2 door zegt hij “Dit was het 1ste vervolgfilmpje.” Na filmpje A.2 zegt hij “Dit was het 2de vervolgfilmpje.”

Hij wijst aan waar de respondent het antwoord aan mag kruizen. En zegt “hier mag je aankruisen welk vervolgfilmpje, filmpje 1 of 2, het beste bij de zin past. Als je het niet weet kruis je ‘weet ik niet’ aan.”

Als de respondent na 10 seconden niks heeft ingevuld herhaalt de testleider de volgende zin “hier mag je aankruisen welk vervolgfilmpje het beste bij de zin past. Als je het niet weet kruis je ‘weet ik niet’ aan.”

Als de respondent na de volgende 10 seconden nog niks heeft ingevuld, spoort de testleider hem nog een keer aan met “Hier kan je je antwoord aankruisen.”

Als de respondent na weer 10 seconden nog steeds niets heeft ingevuld zegt de testleider “Oke, je hebt geen antwoord gegeven, laten we naar het volgende fragment gaan.” Nadat de respondent zijn antwoord heeft aangekruist zegt de testleider “Dank je wel. We

gaan nu naar de volgende.” Film B

De testleider laat nu filmpje B zien.

En zegt daarna: “Dit was het film B. De volgende twee sluiten op dit filmpje aan. Welk filmpje past het beste bij de zin?”

De testleider laat de twee filmpjes, B.1 en B.2 zien.

Tussen filmpje B.1 en filmpje B.2 door zegt hij “Dit was het 1ste vervolgfilmpje.” Na filmpje B.2 zegt hij “Dit was het 2de vervolgfilmpje.”

Hij wijst aan waar de respondent het antwoord aan mag kruizen. En zegt “hier mag je aankruisen welk vervolgfilmpje, filmpje 1 of 2, het beste bij de zin past. Als je het niet weet kruis je ‘weet ik niet’ aan.”

33 Als de respondent na 10 seconden niks heeft ingevuld herhaalt de testleider de volgende

zin “hier mag je aankruisen welk vervolgfilmpje het beste bij de zin past. Als je het niet weet kruis je ‘weet ik niet’ aan.”

Als de respondent na de volgende 10 seconden nog niks heeft ingevuld, spoort de testleider hem nog een keer aan met “Hier kan je je antwoord aankruisen.”

Als de respondent na weer 10 seconden nog steeds niets heeft ingevuld zegt de testleider “Oke, je hebt geen antwoord gegeven, laten we naar het volgende fragment gaan.” Nadat de respondent zijn antwoord heeft aangekruist zegt de testleider “Dank je wel. We

gaan nu naar de volgende.” Film C

De testleider laat nu filmpje C zien.

En zegt daarna: “Dit was het film C. De volgende twee sluiten op dit filmpje aan. Welk filmpje past het beste bij de zin?”

De testleider laat de twee filmpjes, C.1 en C.2 zien.

Tussen filmpje C.1 en filmpje C.2 door zegt hij “Dit was het 1ste vervolgfilmpje.” Na filmpje C.2 zegt hij “Dit was het 2de vervolgfilmpje.”

Hij wijst aan waar de respondent het antwoord aan mag kruizen. En zegt “hier mag je aankruisen welk vervolgfilmpje, filmpje 1 of 2, het beste bij de zin past. Als je het niet weet kruis je ‘weet ik niet’ aan.”

Als de respondent na 10 seconden niks heeft ingevuld herhaalt de testleider de volgende zin “hier mag je aankruisen welk vervolgfilmpje het beste bij de zin past. Als je het niet weet kruis je ‘weet ik niet’ aan.”

Als de respondent na de volgende 10 seconden nog niks heeft ingevuld, spoort de testleider hem nog een keer aan met “Hier kan je je antwoord aankruisen.”

Als de respondent na weer 10 seconden nog steeds niets heeft ingevuld zegt de testleider “Oke, je hebt geen antwoord gegeven, laten we naar het volgende fragment gaan.” Nadat de respondent zijn antwoord heeft aangekruist zegt de testleider “Dank je wel. We

gaan nu naar de laatste.” Film D

De testleider laat nu filmpje D zien.

En zegt daarna: “Dit was het film D. De volgende twee sluiten op dit filmpje aan. Welk filmpje past het beste bij de zin?”

De testleider laat de twee filmpjes, D.1 en D.2 zien.

Tussen filmpje D.1 en filmpje D.2 door zegt hij “Dit was het 1ste vervolgfilmpje.” Na filmpje D.2 zegt hij “Dit was het 2de vervolgfilmpje.”

Hij wijst aan waar de respondent het antwoord aan mag kruizen. En zegt “hier mag je aankruisen welk vervolgfilmpje, filmpje 1 of 2, het beste bij de zin past. Als je het niet weet kruis je ‘weet ik niet’ aan.”

Als de respondent na 10 seconden niks heeft ingevuld herhaalt de testleider de volgende zin “hier mag je aankruisen welk vervolgfilmpje het beste bij de zin past. Als je het niet weet kruis je ‘weet ik niet’ aan.”

34 Als de respondent na de volgende 10 seconden nog niks heeft ingevuld, spoort de

testleider hem nog een keer aan met “Hier kan je je antwoord aankruisen.”

Als de respondent na weer 10 seconden nog steeds niets heeft ingevuld zegt de testleider “Oke, je hebt geen antwoord gegeven.”

Nadat de respondent zijn antwoord heeft aangekruist zegt de testleider: “Dank je wel. Dit was het onderzoek. Bedankt dat je me hiermee hebt geholpen. Testleider sluit af door te zeggen dat hij naar zijn klas mag.