• No results found

INSTRUCTEUR VOOR EEN TYPEBEVOEGDVERKLARING

In document JAR-FCL 1 incl Amendement 6 en 7 (pagina 87-92)

Bijlage 1c bij JAR-FCL 1.055

INSTRUCTEUR VOOR EEN TYPEBEVOEGDVERKLARING

14 Instructeurs voor typebevoegdverklaringen (TRI's - Type Rating Instructors) dienen houder te zijn van:

(a) een bewijs van bevoegdheid als beroeps- / verkeersvlieger en bevoegdverklaring(en) verband houdende met de vliegopleidingen die zij geacht worden te geven;

(b) een bevoegdverklaring als instructeur voor een typebevoegdverklaring voor de vliegtuigen die binnen de opleiding(en) worden gebruikt; of

(c) een autorisatie van het bevoegde gezag om specifieke training in een TRTO uit te voeren (zie JAR-FCL 1.300).

INSTRUCTEURS VOOR VLIEGONDERRICHT OP EEN VLUCHTNABOOTSER

15 Voor vliegtrainingswerkzaamheden op een FTD, dienen instructeurs ervaring in instructie te hebben opgedaan passend bij de opleidingen waarvoor zij zijn aangewezen om te verzorgen en 3 jaar voorafgaand aan de eerste aanstelling in het bezit zijn of zijn geweest van een bewijs van bevoegdheid als beroeps- / verkeersvlieger, uitgezonderd instructeurs met een autorisatie volgens punt 3 en/of 4 van bijlage 1 bij JAR-FCL 1.005. Voor typebevoegdverklaringen voor een meervlieger-gecertificeerd type vliegtuig en/of voor MCC-vliegtrainingswerkzaamheden op een vluchtnabootser en/of FTD en/of FNPT II, dienen de instructeurs houder te zijn van een bevoegdverklaring als TRI of een autorisatie als SFI.

THEORIEONDERWIJS

16 Het theorieonderwijs dient te worden uitgevoerd door een bevoegd instructeur die houder is van de bijbehorende type / klassebevoegdverklaring of elke instructeur die beschikt over passende vliegervaring en kennis van het betreffende luchtvaartuig, bijv. een boordwerktuigkundige, onderhoudstechnicus, functionaris vluchtuitvoering(en).

TRAININGSMAATSTAVEN

17 De TRTO dient een systeem op te zetten om te garanderen dat het functioneren van het trainingscentrum en de training efficiënt en doeltreffend verlopen. Dit kwaliteitssysteem dient de doeltreffendheid van het beleid, de procedures en training van de TRTO te bepalen.

ARCHIEVEN

18 Een TRTO dient de navolgende archieven aan te houden en gedurende een periode van tenminste 5 jaar te bewaren, waarvoor zij] geschikt administratief personeel gebruikt:

(a) evaluaties van leerlingvliegers voor aanvang van en gedurende de opleiding;

(b) bijzonderheden inzake theoriekennis, vliegen, en vliegonderricht op een vluchtnabootser gegeven aan de individuele leerlingvliegers; en

(c) persoonlijke informatie, (vervaldata van de medische verklaringen, bevoegdverklaringen, enz.) in verband met het TRTO-personeel.

19 De opmaak voor de trainingsverslagen over de leerling dient in het trainingshandboek nader te zijn beschreven.

20 De TRTO dient op verzoek van het bevoegde gezag trainingsverslagen en -rapporten te overleggen.

TRAININGSPROGRAMMA

21 Er dient een trainingsprogramma te worden ontwikkeld voor ieder geboden type opleiding.

In dit programma dient vlieg- en grondtraining te worden uitgesplitst in zowel een week-tot-week als gefaseerde presentatie, een lijst standaard oefeningen en een overzicht van de leerplannen. Vooral dienen vliegonderricht op een vluchtnabootser en theorieonderwijs zodanig te worden gefaseerd dat gegarandeerd is dat de leerlingen in staat zullen zijn de op de grond verworven kennis op de vliegoefeningen toe te passen. Er dienen maatregelen te worden getroffen om de problemen die worden ondervonden bij het onderricht, gedurende de navolgende vliegtraining op te lossen.

VLIEGTUIGEN TEN BEHOEVE VAN TRAINING

22 Ieder vliegtuig dient te zijn uitgerust zoals vereist in de trainingsspecificaties met betrekking tot de goedgekeurde opleiding waarbinnen dit wordt gebruikt.

FACILITEITEN

23 Er dient te worden voorzien in passende trainingsfaciliteiten.

TOELATINGSEISEN VOOR DE TRAINING

24 De TRTO's zijn verantwoordelijk er zorg voor te dragen dat de leerlingen tenminste aan de voorwaarden van de toelatingseisen voldoen voor de training voor een typebevoegdverklaring, zoals uiteengezet in JAR-FCL 1.250.

TRAININGSHANDBOEK EN HANDBOEK OPERATIES

25 Een TRTO dient een trainingshandboek en een handboek operaties te leveren en aan te houden, waarin informatie en instructies zijn opgenomen die het personeel in staat stellen hun werkzaamheden te vervullen en de leerlingen te begeleiden wat betreft het voldoen aan de opleidingseisen. Een TRTO dient aan het personeel, en waar zulks van toepassing is, aan leerlingen, de informatie ter beschikking te stellen die is opgenomen in het trainingshandboek, het handboek operaties en de documentatie inzake de goedkeuring van de TRTO. De amendementsprocedure dient te worden vermeld en de amendementen dienen naar behoren te worden gecontroleerd.

26 Het trainingshandboek dient de maatstaven, doelstellingen en het trainingsdoel per fase van de training te vermelden, waaraan de leerlingen geacht worden te voldoen, met inbegrip van vermelding van de aantekeningseisen voor iedere opleiding, indien zulks van toepassing is. Het moet het volgende omvatten:

• Deel 1 - De structurering van de opleiding

• Deel 2 - Briefing en oefeningen in de lucht

• Deel 3 - Vliegonderricht op een vluchtnabootser

• Deel 4 - Theorieonderwijs

Voor verdere geleiding zie IEM nr. 3 bij JAR-FCL 1.055.

27 Het handboek operaties dient voor speciale groepen binnen het personeelsbestand, bijv.

TRI's, instructeurs vluchtnabootser, grondinstructeurs, personeel voor vluchtuitvoering en onderhoud, enz., voldoende relevante informatie te omvatten en moet het volgende bevatten:

(a) Algemeen (b) Techniek (c) Routes

(d) Training van het personeel

Voor verdere geleiding zie IEM nr. 3 bij JAR-FCL 1.055.

[Amdt. 1, 01.06.00, Amdt. 4, 01.09.05]

Bijlage 3 bij JAR-FCL 1.055

Goedkeuring van modulaire theorieopleidingen op afstand (Zie bijlage 1 bij JAR-FCL 1.130 & 1.135)

(Zie bijlage 1 bij JAR–FCL 1.160 & 1.165(a)(4)) (Zie bijlage 1 bij JAR-FCL 1.205)

(Zie bijlage 1 bij JAR-FCL 1.251) (Zie bijlage 1 bij JAR-FCL 1.285) (Zie AMC FCL 1.055(d))

OPLEIDINGSINSTELLING

1 Eigen klaslokalen moeten beschikbaar zijn, hetzij in de hoofdzetel van de opleidingsinstelling, hetzij, mits goedgekeurd door het bevoegde gezag, in een geschikt gebouw elders. In beide gevallen moeten zowel de klaslokalen als alle bijbehorende onderwijsfaciliteiten aan de eisen voor goedkeuring van de instelling voldoen. Vóór de opleiding begint, moet van het bevoegde gezag goedkeuring worden verkregen om een modulair opleidingprogramma met afstandsonderwijs te verzorgen.

2 Het hoofd van de opleiding of CGI van een FTO dat het afstandsonderwijs op zich neemt, moet voldoen aan de eisen van bijlage 1a bij JAR-FCL 1.055. Alle theorie-instructeurs moeten aan de eisen van JAR-FCL voldoen en van toepassing zijnde bewijzen van bevoegdheid of relevante ervaring bezitten, welke voor het bevoegde gezag toereikend is.

3 FTO's die alleen theorieopleiding verzorgen, zullen aan dezelfde goedkeurings- en toetsingseisen onderworpen zijn, als die welke van toepassing zijn op FTO's conform bijlage 1a bij JAR-FCL 1.055.

4 Het staat de goedgekeurde FTO vrij om enige of al deze opleidingen aan te bieden op basis van hetzij full-time aanwezigheid, hetzij afstandsonderwijs. Een zekere mate van klassikaal onderwijs moet in alle vakken van het modulaire afstandsonderwijs opgenomen zijn. De hoeveelheid tijd die aan feitelijk klassikaal onderwijs besteed wordt, mag niet minder zijn dan 10% van de totale duur van de opleiding.

INSTRUCTEURS

5 Alle instructeurs moeten volledig vertrouwd zijn met de eisen van het programma voor afstandsonderwijs, waaronder begrepen het kwaliteitsgarantiesysteem. Hun eerste opleiding moet plaatsvinden in de hoofdzetel; alle daaropvolgende opleidingen moeten in kwalitatief opzicht gelijk zijn aan die van interne instructeurs. Ongeacht de plaats van vestiging van de instructeurs moet het kwaliteitsstelsel voorzien in een toereikende wijze van controle op de individuele prestaties en goedgekeurde opleidingsprogramma's naleven.

TRAININGSCURSUSSEN

6 Afstandsonderwijs zal alleen als een component van een theorieopleiding worden goedgekeurd voor de volgende opleidingen:

(a) modulaire opleidingen theorieonderwijs voor het PPL(A), CPL(A), IR(A) en ATPL(A).

(b) opleidingen aanvullende theorie voor een klasse- of typebevoegdverklaring voor een éénvlieger-vliegtuig met groot prestatievermogen.

[Admt. 3, 01.07.03]

In document JAR-FCL 1 incl Amendement 6 en 7 (pagina 87-92)