• No results found

Installatie op de voorpassagiersstoel WAARSCHUWING

In document Renault ALASKAN. Instructieboekje (pagina 47-50)

Plaats nooit een achterwaarts gericht kinder-zitje op de voorstoel als de passagiersairbag ingeschakeld is. Voorairbags worden zeer snel en met kracht opgeblazen. Een achterwaarts gericht kinderzitje kan bij een botsing geraakt worden door de voorairbag, en uw kind kan hierdoor ernstig of dodelijk letsel oplopen.

Installeer een kinderzitje met een top tether-bevestigingsband nooit op de voorstoel.

RENAULT raadt aan om het kinderzitje op de achterbank te installeren (modellen met dub-bele cabine). Wanneer u echter toch een kin-derzitje op de voorstoel moet gebruiken, schuif de stoel dan eerst zover mogelijk naar achteren.

Babyzitjes moeten achterstevoren worden bevestigd en mogen daarom niet worden ge-bruikt op de voorstoel als de voorpassa-giersairbag in werking is.

Voorwaarts gericht kinderzitje:

Volg de instructies van de fabrikant met betrekking tot het juiste gebruik van het kinderzitje. Volg de volgende stappen voor het installeren van een voor-waarts gericht kinderzitje op de voorpassagiers-stoel met behulp van een driepuntsveiligheidsgor-del zonder automatische vergrendriepuntsveiligheidsgor-delmodus:

Als u een voorwaarts gericht kinderzitje op de voor-stoel wilt installeren, gaat u als volgt te werk:

jA Airbagschakelaar

jB Modellen met linkse besturing jC Modellen met rechtse besturing

De voorpassagiersairbag kan worden uitgescha-keld met de schakelaar voor de voorpassagiersair-bagjA die in het handschoenenkastje te vinden is.

SSS0300AZ

NPA1411

1. Schakel de voorpassagiersairbag uit door de nood-/mechanische sleutel in de schakelaar van de voorpassagiersairbagjA te steken en naar de OFF-stand te draaien, zie “Mechanische sleutel” in hoofdstuk “3. Alvorens te gaan rijden” en “Status-lampje voorpassagiersairbag (indien aanwezig)”

verderop in dit hoofdstuk. Plaats de contactscha-kelaar in de ON-stand en controleer of het status-lampje voor de voorpassagiersairbag op het middenconsole brandt.

2. Schuif de stoel zo ver mogelijk naar achteren

.

3. Verwijder de hoofdsteun

wanneer het te in-stalleren kinderzitje voorwaarts gericht wordt.

Berg de hoofdsteun op een veilige plek op.

Zet na het verwijderen van het kinderzitje de hoofdsteun weer terug (zie “Hoofdsteunen” eer-der in dit hoofdstuk).

4. Plaats het kinderzitje op de stoel

.

5. Haal de gesptong door het kinderzitje en steek deze in de gesp

tot u deze hoort en voelt vastklikken.

Om te voorkomen dat de gordel slap hangt, moet u de veiligheidsgordel op zijn plaats houden met de vergrendelmechanismen die aan het kinder-zitje zijn bevestigd.

6. Trek de veiligheidsgordel verder vast indien deze nog slap hangt; druk met uw knie in het midden van het kinderzitje

en duw naar achteren j6aom zo de zitting en de rugleuning van de auto samen te persen terwijl u de veiligheidsgordel strak trekt.

7. Test de bevestiging van het kinderzitje voordat u het kind erin zet

. Trek het zitje heen en weer en naar voren om zeker te zijn dat het goed is beves-tigd.

NPA1412

NIC2428 Stappen 2 en 3

NIC2429 Voorwaarts gericht: Stappen 4 en 5

NIC2430 Stap 6

NIC2431 Stap 7

8. Controleer bij elk gebruik van het kinderzitje al-tijd eerst of het stevig is bevestigd. Indien het kin-derzitje niet goed bevestigd is, dient u stappen 1 tot en met 7 te herhalen.

Achterwaarts gericht kinderzitje:

Volg de instructies van de fabrikant met betrekking tot het juiste gebruik van het kinderzitje. Volg de volgende stappen voor het installeren van een voor-waarts gericht kinderzitje op de voorpassagiers-stoel met behulp van een driepuntsveiligheidsgor-del zonder automatische vergrendriepuntsveiligheidsgor-delmodus:

Als u een achterwaarts gericht kinderzitje op de voorstoel wilt installeren, ga dan als volgt te werk:

jA Airbagschakelaar

jB Modellen met linkse besturing jC Modellen met rechtse besturing

De voorpassagiersairbag kan worden uitgescha-keld met de schakelaar voor de voorpassagiersair-bagjA die in het handschoenenkastje te vinden is.

1. Schakel de voorpassagiersairbag uit door de nood-/mechanische sleutel in de voorpassa-giersairbagschakelaarjA te steken, zie “Mechani-sche sleutel” in hoofdstuk “3. Alvorens te gaan rij-den” en “Statuslampje voorpassagiersairbag (in-dien aanwezig)” verderop in dit hoofdstuk. Plaats de contactschakelaar in de ON-stand en contro-leer of het statuslampje voor de voorpassa-giersairbag op het middenconsole brandt.

2. Schuif de stoel zo ver mogelijk naar achteren

.

3. Stel de hoofdsteun af op de hoogste positie

.

Verwijder de hoofdsteun als deze in de weg zit bij de montage van het kinderzitje. Berg in dat geval de hoofdsteun goed op zodat het geen gevaar-lijk projectiel wordt tijdens een noodstop of on-geval.

4. Plaats het kinderzitje op de voorpassagiersstoel.

Volg altijd de instructies van de fabrikant van het kinderzitje wat betreft installatie en gebruik.

5. Haal de gesptong van de veiligheidsgordel door het kinderzitje en steek deze in de gesp totdat u hoort dat deze vastklikt. Om te voorkomen dat de heupgordel slap hangt, moet u de schouder-gordel op zijn plaats houden met een borgclip jA . Gebruik de borgclip die aan het kinderzitje vastzit of één met dezelfde afmetingen en sterkte.

Volg de instructies van de fabrikant van het kinderzitje voor het bevestigen van de gordel.

NPA1411

NPA1412

NIC2428 Stappen 2 en 3

SSS0513Z

6. Controleer of het kinderzitje goed is bevestigd voordat u het kind erin zet. Trek het zitje heen en weer en naar voren om zeker te zijn dat het goed is bevestigd.

VOORZORGSMAATREGELEN BIJ

In document Renault ALASKAN. Instructieboekje (pagina 47-50)