• No results found

Inspraak

In document Haven BESTEMMINGSPLAN (pagina 63-105)

Gezien de eerdere mogelijkheden tot inspraak op het herinrichtingsplan van de Haven en de beperkte omvang en impact van het plan, is besloten direct een ontwerpbestemmingsplan op te stellen. Het ontwerpbestemmingsplan wordt gedurende zes weken ter inzage gelegd. Binnen deze termijn is een ieder in de gelegenheid schriftelijk en/of mondeling een zienswijze op het plan in te dienen.

Bijlage 1: KNNV, “Muurplanten op de havenmuren in het

centrum van Woerden”, 13 september 2011

in het centrum van Woerden

Een inventarisatie op 13 september 2011

KNNV afdeling Stichts-Hollandse Polderland (Woerden e.o.)

Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging vereniging voor veldbiologie

Afdeling: Stichts-Hollandse Polderland (Woerden e.o.) www.knnv.nl/stichts-hollandse-polderland

INHOUD

Inleiding 3

Aanleiding voor dit onderzoek in Woerden 4

Aangetroffen muurplanten 5

- Muurvaren (Asplenium ruta-muraria) 6

- Mannetjesvaren (Dryopteris filix-mas) 7

- Tongvaren (Asplenium scolopendrium) Beschermd! 8 - Steenbreekvaren (Asplenium trichomanes) Beschermd! 9

- Eikvaren (Polypodium vulgare) 10

- Zaadplanten 11

Conclusie 12

Tabel: aantallen muurplanten Haven en Emmakade 13

Aanbeveling:

Beschermende maatregelen bij herinrichting haven 14

Omslagfoto:

Tongvaren naast een opstapje bij een van de steigers in de haven van Woerden.

Copyright: KNNV afdeling “Stichts-Hollandse Polderland”, 2011.

Overname van delen van de tekst is toegestaan onder bronvermelding.

Muurplanten vormen een bedreigde groep in Nederland. Het is daarom niet voor niets dat het Ministerie van Landbouw in 1990 al een Handleiding voor de

bescherming van Bedreigde Muurplanten heeft uitgegeven.

Alle gemeentebesturen hebben indertijd een exemplaar ontvangen om volgens die richtlijnen stads- en kademuren te beheren.

Bij tal van restauraties van oude stadsmuren en kades in het verleden bleken na de werkzaamheden de mooie muurvegetaties voorgoed verdwenen te zijn. Na onderzoek bleek, dat de moderne rigoureuze aanpak hiervan de oorzaak was.

Tegenwoordig wordt bij de restauratie van oude muren getracht de vegetatie te

“transplanteren” terwijl ook de muren zelf met de oude technieken, dus met kalkmortel en op oude wijze gefabriceerde stenen, worden opgebouwd.

Al die aandacht heeft er toe geleid, dat in veel steden op muren en kades de prachtige muurvegetatie weer langzaam terugkomt.

In Woerden zijn op nog maar enkele plaatsen muurplanten aanwezig. Met de vernieuwing van het stadscentrum, restauratie van het Kasteel Woerden en herstel van de kademuren van de Snellerbrug zijn bijna alle muurplanten verloren gegaan. Alleen langs Haven en Emmakade en op de boerderijdam naar boerderij

‘Buitenlust’ aan ’s Gravensloot zijn nog muurplanten te vinden.

Tongvaren en Steenbreekvaren, twee wettelijk beschermde varensoorten, hebben de

“grote schoonmaak” aan de haven overleefd door de min of meer veilige groeiplaats onder een opstapje aan kademuur.

De leden van de KNNV afdeling Stichts-Hollandse Polderland (Woerden e.o.) werden begin september opgeschrikt door het bericht dat de kademuren van de haven met grof geweld waren schoongespoten en dat hierbij de muurvegetatie ernstig was aangetast. De reden voor deze ‘schoonmaakactie’ was waarschijnlijk de Havendag die op zaterdag 20 augustus plaats vond.

Leden van de KNNV hebben op dinsdag 13 september 2011 een inventarisatie uitgevoerd. Geïnventariseerd werden de kademuren van Haven en Emmakade.

Muurvaren op “schoongespoten” kademuur aan de Haven

Tot opluchting van de inventariseerders bleken niet alle muurplanten met wortel en tak te zijn uitgeroeid. Wel waren ze ernstig beschadigd en waren de nieuw uitgelopen planten klein. De meeste en grootste exemplaren bevonden zich onder de trapjes van de steigers, waar de hogedrukspuit minder effectief was (zie voor de aantallen en vindplaatsen de tabel op pagina 13).

Steenbreekvaren en Tongvaren onder opstapje aan de Haven.

Vlak boven de waterlijn staan ook nog Zwart tandzaad, Wolfspoot en Moerasspirea.

Muurvaren onder opstapje aan de Haven

Muurvaren (Asplenium ruta-muraria)

Als muurvaren is dit de meest voorkomende soort ter plekke. Een klein varentje met bladeren verdeeld in fijne lobjes. De sporen worden gevormd op de

achterkant van de volgroeide bladeren van juni tot oktober. Groeit alleen op muren.

Deze soort werd het meest aangetroffen in het onderzochte gebied. Soms als hele kleine exemplaren van nauwelijks een centimeter groot.

Mannetjesvaren (Dryopteris filix-mas)

Deze varen bevindt zich in Woerden op de havenmuren, maar kan elders ook op de grond voorkomen. Kan uitgroeien tot een stevige plant met ronde

sporenkapsels op de achterkant van de bladeren in zomer en herfst.

Deze soort werd slechts 15 keer waargenomen op de kademuren. Alleen onder een van de opstapjes aan de haven kwamen 8 kleine exemplaren bij elkaar voor.

Tongvaren (Asplenium scolopendrium) Beschermd!

Hiervan werden ook enkele exemplaren aangetroffen. Deze plant heeft lange, tongvormige bladeren met streepvormige sporenkapsels op de achterkant in juli en augustus. Tongvaren is een volgens de Flora- en Faunawet wettelijke

beschermde plant.

Slechts 11 exemplaren werden geteld waarvan twee keer 4 exemplaren bij elkaar. De meeste planten waren zeer klein.

Tongvaren zijn zichtbaar.

Steenbreekvaren (Asplenium trichomanes) Beschermd!

Een klein, teer varentje met kleine deelblaadjes op een dun steeltje. Hiervan werden de minste exemplaren aangetroffen. Sporen worden op de achterkant van de blaadjes gevormd van juni tot september. Groeit alleen op muren.

Steenbreekvaren is een volgens de Flora- en Faunawet wettelijke beschermde plant.

Slechts op twee plaatsen werd de Steenbreekvaren gevonden, 20 exemplaren onder een opstapje aan de Haven en nog 1 exemplaar aan de Emmakade.

Gewone eikvaren (Polypodium vulgare)

Deze varen vormt vaak het beeld dat men zich bij een varen voorstelt. De

deelblaadjes bevatten ronde sporenkapsels van juli tot september. Komt ook voor op voedselarme duinhellingen.

Er werden slechts 4 exemplaren van deze soort aangetroffen, allen op de kademuur van de Emmakade.

Zaadplanten

Behalve de bovengenoemde varens werden ook nog enkele zaadplanten gevonden die deel uit maken van muurvegetaties, zoals muursla,

muurleeuwenbek (afgebeeld), wolfspoot, moerasspirea en echte valeriaan.

De genoemde soorten komen als eenlingen voor op de kademuren.

Het Muurleeuwenbekje werd op de zonkant van de kademuur van de Emmakade in grotere aantallen aangetroffen. Totaal 27 plantjes.

Het besluit van de gemeente om opdracht te geven de havenmuren schoon te maken was ongelukkig en onwettig, omdat twee soorten tot de lijst ven beschermde planten behoren en het totaal aan muurvegetatie ook een beschermde status heeft.

Muren worden door de aanwezigheid en groei van muurplanten niet beschadigd.

Dit gebeurt wel door zwaar verkeer en wortels van houtige gewassen.

De aangetroffen varens en planten bevonden zich voornamelijk onder de trapjes die leiden tot de steigers. Gevreesd wordt, dat bij vernieuwing van de steigers alsnog deze vegetatie wordt verwijderd.

Door dit kleine onderzoekje is hopelijk een bijdrage geleverd aan de

bewustwording van de natuurwaarde die de muurvegetatie op de havenmuren in Woerden heeft.

Muurvarentjes doen een verwoede poging om te overleven na de ‘schoonmaakbeurt’

van de kademuur.

Muurplanten groeiend op de kademuren van Haven en Emmakade in Woerden, september 2011.

Soorten en aantallen ter hoogte van huisnummering.

De vindplaats in ’s Gravensloot is niet onderzocht op aantallen maar daar groeit nog steeds Zwartsteel (B), Steenbreekvaren (B) en Muurvaren. Op de kademuur van de Snellerbrug groeit nog maar één Muurvaren.

Beschermende maatregelen bij herinrichting haven

Er zijn plannen om de haven opnieuw in te richten. Daarbij bestaat de kans dat oude steigers worden vervangen door nieuwe. Om te voorkomen dat bij deze werkzaamheden beschermde muurplanten beschadigen of geheel zullen

verdwijnen verzoekt de KNNV de verantwoordelijke instanties uiterst zorgvuldig om te gaan met deze planten, een beheersplan op te stellen en dat in

aanbestedingsbestekken ook vast te leggen en daarop te controleren.

Voor de wettelijk beschermde planten geldt hierbij als uitgangspunt de Flora- en Faunawet.

Verantwoording

Tekst: Marijke van Damme-Jongsten en Wiebe Kreton (foto’s). Inventarisatie door leden Plantenwerkgroep van de KNNV Woerden: Marijke van Damme-Jongsten, Wiebe Kreton, Bep Vergeer-Eerhart en Rita Verkerk-Deurloo.

Een zeer klein exemplaar van de Tongvaren

Een van de grotere Muurvarenplantjes, hier beschermd tegen de ‘grote schoonmaak’ door de groeiplaats onder een tros van een van de schepen in de haven.

REGELS

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 3

Artikel 1 Begrippen 3

Artikel 2 Wijze van meten 5

HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS 7

Artikel 3 Overige - Sanitaire voorziening voorlopig 7

Artikel 4 Water 8

Artikel 5 Waarde - Archeologie 2 9

HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS 13

Artikel 6 Anti-dubbeltelregel 13

Artikel 7 Algemene gebruiksregels 14

Artikel 8 Algemene afwijkingsregels 15

Artikel 9 Algemene procedureregels 16

HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS 17

Artikel 10 Overgangsrecht 17

Artikel 11 Slotregel 18

Bijlagen

Bijlage 1 Artikel Verkeer

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

plan:

het bestemmingsplan Haven van de gemeente Woerden.

bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0632.haveneo-bVA1 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

Verdere begrippen in alfabetische volgorde:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

archeologische waarde

de aan een gebied toegerekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden;

bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

bouwperceelsgrens:

een grens van een bouwperceel.

bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

peil:

1. de gemiddelde hoogte van het aan een bouwwerk aansluitende, afgewerkte maaiveld, maar niet hoger dan de kruin van de weg in geval dit bouwwerke aan een weg gelegen is;

2. in alle andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte maaiveld.

prostitutie

het aanbieden van seksuele diensten tegen materiële vergoeding;

seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een mate alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan een parenclub en een prostitutiebedrijf al dan niet in combinatie met elkaar.

straatmeubilair

de op of bij een weg behorende bouwwerken, zoals verkeerstekens, wegbebakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halteaanduidingen, parkeerregulerende constructies, afvalcontainers, brandkranen, informatie- en reclameconstructies, rijwielstandaarden, papier- en plantenbakken, zitbanken, communicatievoorzieningen, gedenktekens, speelvoorzieningen en abri's.

woonschip

een zich op het water bevindend object, dat voortdurend dient als woning

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

hoogte van een windturbine:

vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.

inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS

Artikel 3 Overige - Sanitaire voorziening voorlopig

3.1 Bestemmingsomschrijving

g. straatmeubilair, waaronder kiosken waarvan de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 20 m² en de hoogte niet meer dan 3,5 m;

h. nutsvoorzieningen;

i. de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2 Bouwregels

3.2.1

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen gebouwen worden gebouwd. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

a. de hoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m.

3.2.2

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd. Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:

a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m met uitzondering van lichtmasten waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 8 m.

3.3 Geldigheidstermijn van de voorlopige bestemming

De in lid 3.1 bedoelde bestemming geldt tot 1 oktober 2018.

3.4 Definitieve bestemming

Na afloop van de in lid 3.3 bedoelde termijn geldt voor de in lid 3.1 bedoelde gronden de bestemming Verkeer als bedoeld in Bijlage 1 van deze regels.

Artikel 4 Water

4.1 Bestemmingsomschrijving

4.1.1

De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. water en waterlopen;

b. waterberging en waterhuishouding;

c. kruisingen en kunstwerken ten behoeve van het wegverkeer;

d. woonschepenligplaatsen en ligplaatsen voor historische schepen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "woonschepenligplaats", mits voldaan wordt aan de redelijke eisen van welstand en aan de beoordelingscriteria die de gemeente stelt ten aanzien van historische (woon)schepen;

e. een steiger, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "steiger";

f. de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstwerken en bouwwerken ten behoeve van de waterhuishouding.

4.2 Bouwregels

4.2.1

Op en in de gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd die noodzakelijk zijn voor de waterhuishouding en het verkeer in en over het water. Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:

a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2,5 m, gemeten vanaf het peil van de aangrenzende oever waarbij de doorvaarhoogte bij bruggen niet minder mag bedragen dan 2,5 m, gemeten vanaf het waterpeil.

Voor het innemen van woonschepenligplaatsen gelden de volgende regels:

b. ligplaats mag uitsluitend worden ingenomen binnen het opgenomen gebied met de aanduiding “woonschepenligplaats”;

c. het aantal woonschepen mag niet meer bedragen dan vier;

d. de hoogte, breedte, diepte en lengte van de woonschepen mag, gemeten vanaf het peil van het water, niet meer bedragen dan:

1. hoogte: 4 m;

2. breedte: 5,5 m;

3. lengte: 30 m.

Artikel 5 Waarde - Archeologie 2

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Waarde - Archeologie 2" aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de aanwezige archeologische waarden.

5.2 Bouwregels

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd of gesloopt die dieper reiken dan 0,3 m en die een grondoppervlakte hebben groter dan 50 m2.

5.3 Omgevingsvergunning

In geval van een aanvraag van een omgevingsvergunning voor het bouwen op gronden als bedoeld in lid 5.1, waarbij dieper dan 0,3 m zal worden gegraven over een oppervlakte groter dan 50 m2:

a. dient vooraf door aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport te worden overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld, en;

b. kunnen aan de vergunning de volgende verplichtingen worden verbonden:

1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;

2. de verplichting tot het doen van opgravingen; of

3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.

5.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2 en lid 5.3 voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de onderliggende bestemmingen op voorwaarde, dat:

a. het betrokken gebied kleiner is dan 2.500 m2;

b. het betrokken gebied geen deel uit maakt van een archeologisch waardevol terrein of archeologisch Rijksmonument;

c. het betrokken gebied zich niet bevindt binnen 250 m van de grens van een archeologisch waardevol terrein of archeologisch Rijksmonument;

d. er geen concrete aanwijzingen zijn voor de aanwezigheid van archeologische resten op basis van vondstmeldingen of waarnemingen uit het gebied zelf of binnen een straal van 100 m van de grens van het gebied op de beleidskaart;

e. het betrokken gebied zich niet bevindt in een zone van 100 m aan weerszijden van de verwachte loop van de Limes-weg;

f. het betrokken gebied zich niet (gedeeltelijk) bevindt in een historisch boerderijlint;

g. het plan en de bodemingrepen geen lineair element betreft, zoals sleuven voor riolering of kabels en leidingen en te graven sloten/waterwegen.

5.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

5.5.1 Algemeen

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden binnen de in lid 5.1 bedoelde bestemming(en) de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:

a. het verlagen van de bodem en het afgraven van gronden en roeren en omwoelen van gronden dieper dan 0,3 m onder peil over een oppervlakte van meer dan 50 m2; b. het ophogen en egaliseren van gronden over een oppervlakte van meer dan 50 m2

en hoger dan 0,3 m;

c. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen over een oppervlakte van meer dan 50 m2.

5.5.2 Uitzondering

Het bepaalde in lid 5.5.1 is niet van toepassing op het uitvoeren van werken en werkzaamheden:

a. in het kader van het normale beheer en onderhoud;

b. waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van het plan;

c. voor het verlagen van de bodem en het afgraven van gronden, voor zover daarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingenwet.

5.5.3 Afwijken van de ondergrens oppervlakte

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.5.1 voor zover het betreft de als ondergrens aangegeven oppervlakte van 50 m² of meer, tot een oppervlakte van 2.500 m², mits:

a. de betreffende gronden niet zijn gelegen in of binnen een afstand van 250 m van een archeologisch waardevol terrein of een archeologisch Rijksmonument;

b. er geen concrete aanwijzingen zijn voor de aanwezigheid van archeologische resten op basis van vondsten of waarnemingen ter plaatse van of binnen een afstand van 100 m tot de betreffende gronden;

c. de betreffende gronden zijn gelegen buiten de zone met de aanduiding 'vermoedelijke ligging Limes-weg" zoals aangegeven op de Archeologische beleidskaart van de gemeente Woerden;

d. zich ter plaatse van de betreffende gronden geen historisch (lijn)element volgens de Cultuurhistorische Hoofd Structuur van de provincie Utrecht bevindt dat verstoord zal worden;

e. de bodemingreep geen lineair element betreft, zoals een sleuf voor kabels of leidingen of een uitgraving voor een sloot of waterweg;

f. de archeologische belangen niet onevenredig worden geschaad;

g. vooraf advies wordt ingewonnen door een ter zake deskundige.

5.5.4 Voorwaarden

Een vergunning als bedoeld in lid 5.5.1 wordt slechts verleend indien:

a. door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in lid 1 bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind;

b. bij archeologische waardevolle gebieden als bedoeld in lid 5.1 vooraf door aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport is overgelegd waarin de archeologische waarden van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;

5.5.5 Verplichting

Aan een vergunning als bedoeld in lid 5.5.1 kunnen de volgende verplichtingen worden verbonden:

a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;

b. de verplichting tot het doen van opgravingen; of

c. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.

5.5.6 Beoordeling aanvraag terrein, binnen danwel deel uitmakend van eenzelfde ontwikkelgebied, waarvoor eerder

5.5.6 Beoordeling aanvraag terrein, binnen danwel deel uitmakend van eenzelfde ontwikkelgebied, waarvoor eerder

In document Haven BESTEMMINGSPLAN (pagina 63-105)