• No results found

Insolventie

In document CODEX BALIE PROVINCIE ANTWERPEN (pagina 129-0)

onmid-dellijk de stafh ouder en bezorgt hem tege-lijkertijd een kopie van alle relevante docu-menten telkens wanneer de advocaat of de vennootschap waarbinnen hij zijn beroep van advocaat uitoefent het voorwerp uit-maakt van een maatregel of toepassing in het kader van de bepalingen van Boek XX van het Wetboek van Economisch Recht en de uitvoeringsbesluiten.

Art. 160ter. De advocaat die failliet is ver-klaard wordt vanaf datum van het vonnis dat zijn faillissement uitspreekt ambts-halve weggelaten van het tableau of de lijst van stagiairs of de lijst bedoeld in arti-kel 58.

De advocaten vennoten van het samen-werkingsverband van advocaten zoals bedoeld in artikel 170, met uitsluiting van netwerken, dat failliet is verklaard en de advocaten leden van een feitelijke vereni-ging die failliet is verklaard, worden vanaf datum van het vonnis dat het faillissement uitspreekt van het samenwerkingsverband of de feitelijke vereniging waarvan hij deel uitmaakt ambtshalve weggelaten van het tableau of de lijst van stagiairs of de lijst bedoeld in artikel 58.

35 Ingevoegd AV 28/03/2018 – BS 30/04/2018 – in werking 30/04/2018. Het Hof van Cassatie heeft bij arrest van 18 september 2020 ‘Hoofdstuk III.6 Insolventie’ vernie-tigd.

Art.  160quater. Hoger beroep of verzet bij de tuchtraad van beroep tegen de weg-lating ingevolge faillissement schorst de weglating niet.

Art.  160quinquies. De advocaat die fail-liet verklaard is kan onmiddellijk nadat hij failliet is verklaard aan de raad van de Orde de inschrijving vragen op het tableau of de lijst van stagiairs of de lijst bedoeld in artikel 58.

De advocaat neemt de rang op het tableau of de lijst van stagiairs of de lijst bedoeld in artikel  58 op datum van de nieuwe inschrijving.

Art.  160sexies. De stafh ouder van iedere balie stelt jaarlijks een lijst op van insol-ventiefunctionarissen in de zin van artikel XX.20 § 1. laatste lid van het Wetboek van Economisch Recht, met opgave van min-stens de volgende informatie:

1) naam en professionele contactgege-vens van de kandidaat;

2) de insolventieprocedures waarvoor de kandidatuur geldt;

3) de rechtsgebieden waarvoor de kandi-datuur geldt.

De stafh ouder maakt deze lijst jaarlijks tegen uiterlijk 30 november over aan de Orde van Vlaamse Balies, zodat de Orde van Vlaamse Balies tijdig en uiterlijk tegen 31 december kan voldoen aan haar wet-telijke verplichting tot neerlegging van de lijst in het Centraal Register Solvabiliteit.

Art. 160septies. Onverminderd de toepas-sing van artikel 109, dient ook de advocaat die aangesteld wordt als insolventiefunc-tionaris, de stafh ouder op de hoogte te brengen van zijn aanstelling en van het bestaan van de procedure in het kader van de bepalingen van Boek XX van het Wet-boek van Economisch Recht lastens de advocaat of de vennootschap waarbinnen deze zijn beroep van advocaat uitoefent.

Art.  160octies. Dit hoofdstuk treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

118

Intersentia

DEEL IV

ADVOCAAT TREEDT OP IN EEN ANDERE HOEDANIGHEID

[HOOFDSTUK IV.1 Gerechtelijke mandataris]36

Art. 161. De advocaat mag geen gerechte-lijk mandaat aanvaarden, wanneer hij bij de uitoefening van dat mandaat zal wor-den geconfronteerd met strijdige belangen of schending van het beroepsgeheim.

Art. 161bis. [...].37

[Art. 161ter. Zodra de advocaat wordt opge-nomen op een lijst van gerechtelijke man-datarissen, meldt hij dat aan de stafh ouder.

Betreft het een mandaat waarvoor geen lijst van mandatarissen bestaat, dan doet hij die melding bij de eerste opname van dergelijk mandaat en per soort mandaat.]38

Art.  162. De advocaat belast met een gerechtelijk mandaat blijft onderworpen aan de deontologie van de advocaat, tenzij de deontologische regel onverenigbaar is met dat mandaat.

[HOOFDSTUK IV.2 Syndicus]39

Art.  163. Advocaten kunnen als syndicus optreden voor de vereniging van mede-eigenaars in het kader van artikel  577, 2-577, 14 BW, overeenkomstig de regels van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid die aan hun beroep ten grondslag liggen.

Art. 164. De advocaat die als syndicus wil optreden, meldt dat aan zijn stafh ouder

36 Titel gewijzigd AV 19/12/2018 – BS 15/01/2019 – in werking 15/04/2019.

37 Opgeheven AV 19/12/2018 – BS 15/01/2019 – in werking 15/04/2019.

38 Goedgekeurd AV 28/06/2017 – BS 31/07/2017 – in werking 1/11/2017

39 Gewijzigd AV 19/12/2018 – BS 15/01/2019 – in werking 15/04/2019.

en legt een passende, bijzondere aanspra-kelijkheidsverzekering voor. De advocaat blijft voor zijn professionele handelingen als syndicus onderworpen aan het tucht-gezag van zijn stafh ouder en Orde.

Art.  165. De advocaat moet in zijn ver-houding tot de algemene vergadering van mede-eigenaars, de raad van beheer en derden en bij de opdrachten die hij als syndicus uitvoert, steeds vasthouden aan de onafh ankelijkheid die kenmerkend is voor zijn beroep. Hij moet die onafh an-kelijkheid verzoenen met de wettelijke bevoegdheden die aan de bestuurs- en con-troleorganen van de vereniging van mede-eigenaars verleend zijn. Hij ziet af van zijn mandaat als syndicus indien die onafh an-kelijkheid onvoldoende gewaarborgd is.

Art. 166. De syndicus mag voor de uitoefe-ning van zijn taken een beperking van zijn aansprakelijkheid bedingen tot het bedrag van de bijzondere verzekering die hij voor zijn mandaten afsluit.

Art.  167. De syndicus kan in principe optreden voor de rechtbanken als verte-genwoordiger van de vereniging overeen-komstig artikel  577, 8, §  4. BW. Hij doet dat dan niet als advocaat, maar als een gemandateerde van gemeen recht en moet eventueel zijn mandaat bewijzen, ook t.a.v.

zijn confraters.

Hij treedt niet op in toga en vermijdt elk gevaar voor verwarring tussen zijn bij-zonder mandaat en het mandaat ad litem.

Bij voorkeur laat hij zich vertegen-woordigen in rechte door een confrater.

Hij treedt in elk geval niet op voor de gemeenschap en pleit niet wanneer hij per-soonlijk in de zaak is betrokken of kan zijn.

Dat is met name het geval:

– wanneer zijn persoonlijke aansprake-lijkheid als syndicus ter sprake komt;

Codex Deontologie voor advocaten

– wanneer hij aanwezig was bij de onder-handelingen, besprekingen, akkoor-den in verband met de gemeenschap of die zelf heeft opgesteld, wanneer hij verslagen van vergaderingen of beslis-singen heeft genotuleerd, of deelgeno-men heeft aan het beraad over stem-mingen of beslissingen en indien de rol die hij daar gespeeld heeft het voor-werp uitmaakt van een betwisting of in opspraak wordt gebracht tijdens het proces;

– wanneer hij als getuige kan worden opgeroepen of de mede-eigenaars geadviseerd heeft in de betwiste mate-rie.

In voorkomend geval zal de advocaat terugtreden en de procedure verder laten behandelen door een confrater.

Art.  168. De syndicus kan niet optreden voor een partij die tegenpartij is of wordt van de gemeenschap van eigenaars waar-van hij syndicus is.

Als zijn mandaat van syndicus beëin-digd is, kan hij ook niet optreden voor of tegen de gemeenschap of één of meerdere van haar leden als hij geconfronteerd kan worden met strijdige belangen in verband met zijn vroegere mandaat, of met een mogelijke verdenking van inbreuk op zijn beroepsgeheim.

Die verbodsbepalingen gelden ook voor de advocaten die met de syndicus op enige wijze een vaste en veruiterlijkte vorm van samenwerkingsverband hebben, of die van de syndicus enige bezoldiging ont-vangen. Indien de cliënten ingelicht wer-den over de aard en de draagwijdte van de samenwerking of binding tussen de advo-caten, en toch willen dat hun belangen door hen worden verdedigd, kan dat wel.

Art.  169. De syndicus doet elke verhan-deling van gelden voor de gemeenschap-pen van eigenaars, die hij als syndicus vertegenwoordigt, via speciaal daarvoor geopende rekeningen. Die zijn afgeschei-den van zijn persoonlijke rekeningen en

van de rekeningen van zijn kantoor, inbe-grepen de derdenrekeningen. Die bijzon-dere derdenrekeningen voor de mandaten als syndicus vallen onder de bevoegdheid en de controle van de Orde, overeenkom-stig afdeling III.2.8 ( Derdengelden).

[HOOFDSTUK IV.3 Functionaris voor gegevensbescherming]40

Art.  169bis. De advocaat die de functie van functionaris voor gegevensbescher-ming uitoefent in de betekenis van de ver-ordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 over de bescherming van natuurlijke per-sonen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en over het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming), blijft onderworpen aan de deontologie en het tuchtrecht van de advocaat.

Art. 169ter. De advocaat die de functie van functionaris voor gegevensbescherming wenst uit te oefenen, brengt vooraf zijn stafh ouder op de hoogte.

Art.  169quater. Wanneer de onafh anke-lijkheid van de functionaris voor gegevens-bescherming in het gedrang komt, moet hij een einde maken aan zijn opdracht na eerst de verantwoordelijke voor de gegevensver-werking op de hoogte te hebben gebracht en de noodzakelijke formaliteiten bij die verantwoordelijke te hebben vervuld.

Art.  169quinquies. De functionaris voor gegevensbescherming mag een persoon voor wie of waarin hij de functie van functionaris voor gegevensbescherming uitoefent, voor de rechtbanken of scheids-gerechten vertegenwoordigen. Dat mag hij niet wanneer hij persoonlijk of uit hoofde van zijn opdracht als functionaris voor gegevensbescherming in het geschil betrokken is of kan zijn, en/of de onafh

an-40 Ingevoegd AV 19/12/2018 – BS 15/01/2019 – in werking 15/04/2019.

Codex Balie Provincie Antwerpen

120

Intersentia

kelijkheid als functionaris voor gegevens-bescherming in gevaar dreigt te komen.

Deze bepaling is van toepassing op de advocaat, zijn medewerkers en zijn sta-giairs. Als de advocaat-functionaris voor gegevensbescherming het beroep in asso-ciatie of groepering uitoefent, is de bepa-ling van toepassing zowel op de groep in zijn geheel als op haar individuele leden

en op de stagiairs en medewerkers van de advocaten.

Art.  169sexies. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn niet toepasselijk wanneer de advocaat de functie van functionaris voor gegevensbescherming uitoefent voor zijn eigen kantoor, organisatie of vereniging, met uitzondering van de artikelen  169bis en 169ter.

DEEL V

ORGANISATIE VAN HET KANTOOR

[HOOFDSTUK V.1 Samen werkings-verbanden tussen advocaten en eenpersoonsvennootschappen van advocaten]41

Afdeling V.1.1 Samenwerkingsverbanden tussen advocaten

Art. 170. Defi nities

170.1. Een samenwerkingsverband is een duurzame samenwerking tussen advoca-ten die de uitoefening van het beroep van advocaat of de ondersteuning van die uit-oefening beoogt en die een gemeenschap-pelijke onderneming tussen haar leden vergt.

170.2. Een associatie is een samenwer-kingsverband waarin de leden de uitoe-fening van het beroep van advocaat vol-ledig of gedeeltelijk hebben ingebracht en contractueel hebben vastgelegd hoe tussen hen de baten of verliezen van het samen-werkingsverband worden verdeeld.

Bij een volledige inbreng in een asso-ciatie bepalen de leden van het samen-werkingsverband contractueel dat zij de uitoefening van het beroep van advocaat uitsluitend in het samenwerkingsverband uitoefenen.

Bij een gedeeltelijke inbreng in een associatie bepalen de leden van het samen-werkingsverband contractueel welk gedeelte van de uitoefening van het beroep van advocaat zij in het samenwerkingsver-band uitoefenen.

170.3. Een groepering is een samen-werkingsverband waarvan de leden enkel contractueel hebben vastgelegd hoe zij gemeenschappelijke diensten ter onder-steuning van de beroepsuitoefening van haar leden organiseren en hoe ze de kosten daarvan delen.

41 Gewijzigd AV 25/04/2019 – BS 13/06/2019 – in werking 13/09/2019.

170.4. Een netwerk is een samenwer-kingsverband waarvan de leden onafh an-kelijk van elkaar het beroep van advocaat uitoefenen, maar de andere leden van het netwerk bij hun cliënteel aanbevelen.

170.5. Vlaamse advocaten zijn voor de toepassing van dat hoofdstuk advoca-ten zoals bedoeld in artikel  498 van het Gerechtelijk Wetboek.

170.6. Het Vlaams rechtsgebied is voor de toepassing van dat hoofdstuk het deel van het Belgische grondgebied dat wordt gevormd door de gerechtelijke arrondisse-menten waarover de balies die deel uitma-ken van de Orde van Vlaamse Balies zich uitstrekken.

170.7. Documenten zijn voor de toe-passing van dat hoofdstuk alle mogelijke stukken waarmee een samenwerkingsver-band naar buiten treedt, ongeacht de dra-ger van de stukken en de middelen waar-mee de stukken worden verspreid.

Art. 171. Algemene regels

171.1. Een samenwerkingsverband dat kenmerken van meer dan één van de navolgende soorten samenwerkingsver-banden vertoont, is onderworpen aan de meest restrictieve bepalingen die volgens die afdeling toepasselijk zijn, ongeacht de kwalifi catie van dat samenwerkingsver-band door zijn leden of de wijze waarop het samenwerkingsverband of zijn leden naar buiten treedt.

171.2. […]

171.3. Vlaamse advocaten kunnen een samenwerkingsverband aangaan door overeenkomsten naar Belgisch of buiten-lands recht te sluiten, dan wel door een rechtspersoon naar Belgisch of buiten-lands recht op te richten of er tot toe te treden.

171.4. Vlaamse advocaten kunnen een samenwerkingsverband aangaan met andere Vlaamse advocaten, met advocaten bij het Hof van Cassatie, met één of meer

Codex Balie Provincie Antwerpen

122

Intersentia

binnen- of buitenlandse advocaten of met hun respectieve samenwerkingsverban-den. Ze kunnen ook tot een dergelijk reeds bestaand samenwerkingsverband toetre-den, zonder dat die bepaling afb reuk doet aan andere bepalingen van de Codex.

171.5. Voor zover andere beroepsregels dit niet in de weg staan, kan een Vlaamse advocaat of zijn eenpersoonsvennootschap toetreden tot samenwerkingsverbanden die buiten het Vlaams rechtsgebied werden opgericht en waarvan de aandelen mede door niet-advocaten worden aangehouden.

Dat samenwerkingsverband en haar leden moeten steeds artikel 171.6 naleven.

171.6. Wanneer Vlaamse advocaten met andere advocaten aan een samen-werkingsverband deelnemen, letten de Vlaamse advocaten erop dat dat samen-werkingsverband en de andere leden ervan in het Vlaams rechtsgebied enkel met het beroep van advocaat verenigbare activiteiten uitoefenen en leven zij binnen het Vlaams rechtsgebied de beroepsre-gels na waaraan Vlaamse advocaten zijn onderworpen.

171.7. Al de aandelen van een samen-werkingsverband met rechtspersoonlijk-heid moeten steeds op naam van de ven-noten in het aandelenregister worden ingeschreven.

171.8. Een samenwerkingsverband kan met een ander samenwerkingsverband verbonden zijn zoals wettelijk omschreven.

In dat geval strekken de belangenconfl ic-ten binnen een samenwerkingsverband of in hoofde van de leden van dat samenwer-kingsverband zich uit tot de andere ver-bonden samenwerkingsverbanden of de leden ervan.

171.9. Beslissingen en maatregelen die volgens die afdeling door onderscheiden raden van de Orde, stafh ouders, buiten-landse balie overheden worden genomen, zijn slechts defi nitief indien zij door elk van die balieorganen of balieoverheden werden genomen.

Als die balieorganen of balieoverhe-den zoals in het vorige lid bedoeld onder-scheiden voorwaarden hebben opgelegd,

worden alle voorwaarden cumulatief toe-gepast.

Als die balieorganen of balieoverheden zoals in het eerste lid bedoeld onderling strijdige voorwaarden hebben opgelegd, wordt de meest restrictieve voorwaarde toegepast.

171.10. De oprichting, de wijziging, de ontbinding of beëindiging van een samen-werkingsverband gebeurt schrift elijk, evenals de toetreding tot of uittreding van een samenwerkingsverband.

171.11. De overeenkomst, het regle-ment van inwendige orde, de oprichtings-akte of de statuten van een samenwerkings-verband bepalen dat zij ondergeschikt zijn aan de regels van die afdeling en de deon-tologische regels van het beroep en daar-mee overeenstemmend moeten worden geïnterpreteerd.

[171.12. Binnen een associatie of groe-pering behartigen de leden, de medewer-kers en de stagiairs geen belangen die strijden met de belangen die door andere leden van dezelfde associatie of groepe-ring, medewerkers en stagiairs worden behartigd.

171.13. Indien wettelijke en deontolo-gische regels of regels van onverenigbaar-heid er binnen een associatie of groepering toe leiden dat in een welbepaalde aangele-genheid een lid van die associatie of groe-pering, een medewerker of een stagiair niet kan optreden, kan een ander lid van die associatie of groepering, een medewerker of een stagiair in diezelfde aangelegenheid evenmin optreden.]42

171.14. Advocaten mogen niet de indruk wekken dat ze tot een associatie of groepering behoren zonder dat daar schrift elijke contractuele afspraken voor zijn.

Advocaten die de indruk wekken dat ze tot een associatie of groepering beho-ren zonder dat daar schrift elijke contrac-tuele afspraken voor zijn, worden voor de toepassing van de deontologie naar gelang

42 Gewijzigd AV 19/02/2020 – BS 6/03/2020 – in werking 6/06/2020.

Codex Deontologie voor advocaten

het geval als leden van een associatie of een groepering beschouwd.

171.15. Indien een samenwerkingsver-band in zijn naam of logo de naam van een lid van dat samenwerkingsverband voert, zullen het samenwerkingsverband en zijn leden er onverwijld voor zorgen dat de naam van dat lid uit de naam en het logo van dat samenwerkingsverband wordt geschrapt en dat de documenten van het samenwerkings-verband in die zin worden aangepast indien:

a. de betrokken advocaat uittreedt om buiten dat samenwerkingsverband het beroep uit te oefenen;

b. de betrokken advocaat bij defi nitieve tuchtbeslissing werd geschrapt of wegens faillissement werd weggelaten;

c. de betrokken advocaat van het samen-werkingsverband wordt uitgesloten;

d. de betrokken advocaat het beroep niet meer uitoefent en het samenwerkings-verband geen akkoord met hem of met zijn rechtsopvolgers sloot over het ver-dere gebruik van zijn naam;

e. de betrokken advocaat wordt wegge-laten om een beroep uit te oefenen dat onverenigbaar is met dat van advocaat zoals bedoeld in artikel  437 van het Gerechtelijk Wetboek.

171.16. De documenten uitgaande van het samenwerkingsverband vermelden getrouw de aard en vorm en tonen aan dat ze uitgaan van advocaten. Ze maken het mogelijk de leden ervan te identifi ceren.

171.17. […]

171.18. Ongeacht of in een statutaire geschillenregeling is voorzien, respecteren de leden van het samenwerkingsverband bij de beslechting van hun onderlinge geschillen het beroepsgeheim.

Met het oog op de bescherming van het beroepsgeheim kunnen enkel advocaten vereff enaars van een samenwerkingsver-band zijn.

Onverminderd de toepassing van wet-telijke bepalingen wordt het samenwer-kingsverband niet van rechtswege ontbon-den door het overlijontbon-den of uittreontbon-den om welke reden ook van één van zijn leden.

De ontbinding of uittreding van samenwerkingsverbanden die op hun

beurt een verder samenwerkingsverband hebben gesloten leidt niet tot ontbinding van dat laatste samenwerkingsverband.

Bij ontbinding van het samenwer-kingsverband of bij uittreding van een lid worden de dossiers verdeeld volgens de ter zake gemaakte afspraken, waarbij geen afb reuk mag worden gedaan aan de vrije keuze van de cliënt.

Art. 171.19. Een samenwerkingsver-band mag een benaming aannemen.

Art.  172. Bijzondere regels voor de asso-ciatie

172.1. Overeenkomsten of schrift elijke afspraken over de oprichting van een nieuwe of de wijziging van een bestaande associatie dienen vooraf te worden meegedeeld aan de stafh ouder, die wijzigingen kan opleggen.

172.2. De advocaat die toetreedt tot een bestaande associatie en waarvan de statu-ten door zijn toetreding niet wijzigen en waarvan de statuten door zijn toetreding niet wijzigen, meldt enkel zijn toetreding aan de stafh ouder(s).

172.3. De advocaat die toetreedt tot een bestaande associatie die niet eerder aan zijn stafh ouder(s) werd meegedeeld, deelt zowel de toetredingsovereenkomst als de reeds bestaande overeenkomsten vooraf aan de stafh ouder(s) mee.

172.4. De advocaat kan lid zijn van meer dan één associatie, op voorwaarde dat hij dat vooraf aan de stafh ouder mee-deelt en de kernwaarden van het beroep van advocaat naleeft .

Voor de toepassing van de regels inzake belangenconfl icten en onver-enigbaarheden zullen de associaties die gemeenschappelijke leden hebben, als één geheel worden aangemerkt. Zij zullen de controle op belangenconfl icten en onver-enigbaarheden op elkaar afstemmen.

Het is een advocaat toegelaten lid te zijn van meer dan één associatie of groe-pering, indien beide betrokken samenwer-kingsverbanden daarmee uitdrukkelijk instemmen volgens de daarvoor voorziene

Het is een advocaat toegelaten lid te zijn van meer dan één associatie of groe-pering, indien beide betrokken samenwer-kingsverbanden daarmee uitdrukkelijk instemmen volgens de daarvoor voorziene

In document CODEX BALIE PROVINCIE ANTWERPEN (pagina 129-0)