• No results found

– ADVOCATEN BIJ HET HOF VAN CASSATIE

In document CODEX BALIE PROVINCIE ANTWERPEN (pagina 195-198)

Art. 478. Voor het Hof van Cassatie kun-nen in burgerlijke zaken alleen advocaten optreden en conclusies nemen, die de titel van advocaat bij het Hof van Cassatie voe-ren. De voorgaande bepaling geldt niet voor de burgerlijke partij in strafzaken.

Het aantal advocaten wordt, na advies van het Hof van Cassatie, bepaald door de Koning, die hen benoemt uit een lijst van drie kandidaten, voorgesteld door de com-missie bedoeld bij artikel 478bis.

De kandidaten moeten ten minste tien jaar bij de balie ingeschreven geweest zijn en geslaagd zijn in het examen

georgani-Codex Balie Provincie Antwerpen

184

Intersentia

seerd door de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie).

Alvorens de advocaten bij het Hof van Cassatie hun ambt aanvaarden, leggen zij vóór het hof de in artikel 429 voorgeschre-ven eed af.

Art. 478bis. § 1. Er wordt een adviescom-missie opgericht voor de benoemingen van de advocaten bij het Hof van Cassatie, in deze titel “de commissie” genoemd.

§ 2. De commissie wordt samengesteld als volgt:

1° een advocaat, aangewezen door de

“ Ordre des barreaux francophones et germanophone“;

2° een advocaat, aangewezen door de Orde van Vlaamse balies;

3° een magistraat van de zetel van het Hof van Cassatie, aangewezen door de eer-ste voorzitter van het Hof van Cassatie;

4° een magistraat van het parket-generaal bij het Hof van Cassatie, aangewezen door de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie;

5° twee advocaten, ingeschreven bij de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie, aangewezen door de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie;

6° een houder van een leeropdracht of een hoogleraar rechten, benoemd in een universiteit die afh angt van de Franse Gemeenschap, door de Koning aan-gewezen bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad;

7° een houder van een leeropdracht of een hoogleraar rechten, benoemd in een universiteit die afh angt van de Vlaamse Gemeenschap, door de Koning aangewezen bij een besluit vastgesteld na overleg in de Minister-raad.

De Koning legt de nadere regels vast voor de toepassing van deze paragraaf.

§ 3. De commissie telt evenveel Frans-talige als NederlandsFrans-talige leden.

Voor elk gewoon lid wordt er een plaatsvervangend lid aangewezen dat dezelfde taal spreekt.

Het mandaat van de gewone en plaats-vervangende leden bedraagt vier jaar en is hernieuwbaar.

§  4. De commissie wijst in haar mid-den en voor een periode van twee jaar haar voorzitter en haar ondervoorzitter aan, die de voorzitter in voorkomend geval ver-vangt, evenals een secretaris, met respect voor een Nederlandstalige en een Fransta-lige alternatie.

Ze stelt haar huishoudelijk reglement op.

§  5. De opdracht van de commissie bestaat uit het voorstellen van kandidaten voor de functie van advocaat bij het Hof van Cassatie.

§  6. Om rechtsgeldig te beraadslagen en te beslissen, moet de meerderheid van de leden van de commissie aanwezig zijn.

Indien een gewoon lid afwezig of verhin-derd is, vervangt zijn plaatsvervanger hem.

De beslissingen worden bij drievierde meerderheid van stemmen genomen.

§ 7. Het is de leden van de commissie verboden om een advies te uiten tijdens een beraadslaging waarbij zij persoonlijk of rechtstreeks belang hebben, of:

1° indien ze een advies moeten uitbren-gen over een kandidaat waarmee ze een familiale of verwantschapsband hebben;

2° indien een lid de hoedanigheid heeft of had van werkgever, stagemeester of medewerker van een kandidaat of indien hij op deze beroepsmatig gezag uitoefent of heeft uitgeoefend.

§ 8. De Koning bepaalt de administra-tieve en fi nanciële middelen die worden toegekend aan de commissie.

Art.  478ter. §  1. Uiterlijk dertig dagen nadat een plaats van advocaat bij het Hof van Cassatie vrijkomt, informeert de staf-houder van de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie de minister van Justitie, de eerste voorzitter van het Hof van Cas-satie en de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie hiervan.

§ 2. Binnen 30 dagen na deze medede-ling maakt de minister van Justitie deze

Gerechtelijk Wetboek

vacature bekend in het Belgisch Staats-blad.

§  3. De kandidaturen worden aan de minister van Justitie gericht binnen negen-tig dagen vanaf de datum van bekend-making van de vacature in het Belgisch Staatsblad.

Na advies van de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie, worden de vorm van de kandidaatstelling, de inhoud, de bijlagen en de nadere regels voor de neer-legging door de Koning vastgelegd.

§ 4. Na het verstrijken van de termijn bedoeld bij de vorige paragraaf, zendt de minister van Justitie de kandidaturen door naar de commissie.

§  5. De commissie beschikt over een termijn van zestig dagen vanaf de verzen-ding van de kandidaturen door de minister van Justitie om een lijst van drie kandida-ten per openstaande plaats voor te stellen.

Wordt geen voorstel meegedeeld bin-nen de voorgeschreven termijn, dan kan de minister van Justitie vanaf de zestig-ste dag tot de vijfenzeventigzestig-ste dag na de verzending van de kandidaturen, de com-missie bij ter post aangetekende brief aan-manen een voorstel te doen. De commissie beschikt over vijft ien dagen vanaf de ver-zending van de aanmaning om vooralsnog een voorstel te doen.

Wordt geen voorstel meegedeeld bin-nen de voorgeschreven termijn of binbin-nen de ingevolge aanmaning verlengde ter-mijn, dan brengt de minister van Justitie dit binnen vijft ien dagen bij een ter post aangetekende brief ter kennis van de kan-didaten en wordt een nieuwe oproep tot de kandidaten in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

Art. 479. In alle zaken die aan het hof wor-den onderworpen, vertegenwoordigt de advocaat bij het Hof van Cassatie de partij op geldige wijze zonder dat hij van enige volmacht moet doen blijken.

De advocaten bij het Hof van Cas-satie hebben het recht te pleiten vóór alle gerechten van het Rijk.

Art.  480. Indien een partij in burgerlijke zaken geen bijstand van een advocaat bij het Hof van Cassatie verkrijgt, stelt de staf-houder van de Orde ambtshalve een advo-caat aan, indien daartoe grond bestaat, een en ander onverminderd de bepalingen inzake rechtsbijstand.

Art.  481. De advocaten bij het Hof van Cassatie vormen de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie; de leiding berust bij het hoofd van de Orde, dat de titel van stafh ouder voert; er is in de Orde een tuchtraad, bestaande uit vijf leden, de staf-houder daaronder begrepen. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen hetzij door de stafh ouder, hetzij door de procureur-generaal.

Art.  482. Ieder jaar tijdens de laatste maand van het gerechtelijk jaar komen de advocaten bij het Hof van Cassatie in alge-mene vergadering bijeen om bij afzonder-lijke stemmingen eerst de stafh ouder, bij volstrekte meerderheid, en vervolgens de leden van de raad van de Orde, bij betrek-kelijke meerderheid, te verkiezen.

Deze vergadering wordt voorgezeten door de oudste advocaat in jaren, bijge-staan als secretaris door de jongste advo-caat in jaren.

Indien bij de stemming voor de ver-kiezing van de stafh ouder geen volstrekte meerderheid wordt bereikt, heeft in een latere vergadering een herstemming plaats over de twee kandidaten op wie het groot-ste aantal groot-stemmen is uitgebracht.

Indien bij de herstemming de stem-men staken, is de kandidaat verkozen die het eerst voorkomt in de orde van de lijst.

Voor een geldige beslissing van de algemene vergadering en van de tuchtraad moet de meerderheid van de leden tegen-woordig zijn.

Art. 483. Behoudens het bepaalde in arti-kel 482, zit de stafh ouder de algemene ver-gadering van de advocaten en de raad van de Orde voor.

Codex Balie Provincie Antwerpen

186

Intersentia

Is de stafh ouder overleden of verhin-derd, dan wordt hij voorlopig vervangen door het op het tableau oudst ingeschreven lid van de raad van de Orde.

Art.  484. Het tableau waarop de advoca-ten bij het Hof van Cassatie zijn ingeschre-ven volgens de orde van hun eedafl egging wordt ieder jaar aan de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie gezonden.

Art. 484bis. In de betrekkingen tussen de advocaten bij het Hof van Cassatie en de leden van de onderscheiden balies, moeten de voor deze laatsten toepasselijke regle-menten, als bedoeld in artikel 496, in acht worden genomen.

In de betrekkingen tussen de advo-caten bij het Hof van Cassatie onderling, gelden de door de Orde van Advocaten bij het Hof van Cassatie vastgestelde regels en reglementen.

Art. 485. In tuchtzaken kan de raad van de Orde, naar gelang van het geval, waarschu-wen, censureren of berispen.

De procureur-generaal kan zich een uitgift e van alle beraadslagingen der alge-mene vergadering en van alle beslissingen van de raad van de Orde doen afgeven.

Het recht tot schorsing of schrapping komt toe aan de Koning.

Art.  486. De procureur-generaal bij het Hof van Cassatie en de betrokken advo-caat hebben beiden het recht tegen een beslissing van de raad van de Orde hoger beroep in te stellen binnen vijft ien dagen na de dag waarop van de beslissing kennis is gegeven.

Het hoger beroep wordt voor het Hof van Cassatie gebracht; het wordt ingesteld bij verzoekschrift gericht aan de eerste voorzitter; een afschrift van dat verzoek-schrift wordt binnen acht dagen aan de stafh ouder gestuurd; de betrokken partijen worden door de griffi er opgeroepen om in raadkamer te worden gehoord; zij kunnen ter griffi e inzage nemen van het in hoger beroep gewezen arrest.

Art.  487. De regels van titel I, voor zover deze titel er niet van afwijkt, zijn van toe-passing op de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie.

TITEL III. – ORDE VAN VLAAMSE

In document CODEX BALIE PROVINCIE ANTWERPEN (pagina 195-198)