• No results found

Input: Hoe is de subsidie ingezet

In document ‘Perspectief voor (pagina 112-117)

6 Experimenten Meer Werk

6.3.1 Input: Hoe is de subsidie ingezet

In het kader van het Actieplan is 5 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de Experimenten Meer Werk.

In het voorjaar van 2017 konden partijen een subsidieaanvraag indienen. Voorafgaand aan de opening van de aanvraagtermijn is een informatiebijeenkomst gehouden.

Er is een aantal eisen opgesteld en gecommuniceerd waaraan de aanvragen en Experimenten moesten voldoen. Op deze criteria zijn de aanvragen vervolgens ook beoordeeld. De eisen bestonden uit de for-mele evidente subsidievoorwaarden en een aantal inhoudelijke minimumvereisten, onder andere over de haalbaarheid en financiële doelmatigheid van het plan. De belangrijkste minimumvereisten hebben betrekking op het innovatieve karakter en de focus op latente werkgelegenheid:

• het betreft geen gangbare, al vaker toegepaste aanpak;

• de aanpak richt zich op het concretiseren van latente werkgelegenheid voor vijftigplussers;

• het betreft werkgelegenheid die niet via de reguliere wervingskanalen vervuld wordt;

• er is op grond van deze regeling geen subsidie verleend voor een soortgelijk of vergelijkbaar eerder ingediend project.

102 De wijze waarop de aanvragen aan de hand van de vereisten beoordeeld moesten worden is vastgelegd in een leidraad voor de beoordelaars.62 De aanvragen zijn beoordeeld op volgorde van binnenkomst.

Wanneer een aanvraag voldeed aan de eisen werd de subsidie toegekend. De hierboven genoemde ver-eiste dat er geen vergelijkbare projecten subsidie kunnen ontvangen, is daarmee ook op volgorde van binnenkomst toegepast.

In totaal zijn er in de aanvraagtermijn zestig subsidieaanvragen ingediend. Daarvan zijn er 28 beoordeeld voordat het subsidieplafond werd bereikt. Van de beoordeelde aanvragen zijn er acht63 toegekend en twintig afgewezen, waarvan zes op formele aspecten (de evidente subsidievoorwaarden). De belangrijk-ste reden voor de op inhoud afgewezen projecten (minimumvereibelangrijk-sten) waren te weinig innovatief of te weinig focus op latente werkgelegenheid.

Niet beoordeeld zijn dus 32 subsidieaanvragen, omdat het subsidieplafond bereikt was. We hebben zes indieners64 van deze aanvragen gebeld om te horen of hun project op een andere wijze, met andere fi-nanciering alsnog van start is gegaan. Van de zes projecten hadden twee een aanvraag ingediend die ge-baseerd was op hun reguliere werkzaamheden met nieuwe, aanvullende activiteiten. In beide gevallen deden ze de reguliere werkzaamheden nog wel, maar zijn er na de afwijzing geen mogelijkheden ge-weest om de aanvullende activiteiten in te zetten. Bij de vier andere projecten is het plan helemaal niet uitgevoerd (ten tijde van het gesprek, voorjaar 2019). De meeste indieners zeggen wel hun ogen open te houden voor mogelijkheden om het alsnog uit te voeren.

De geïnterviewde projecten (zowel de acht toegekende als de zes niet-beoordeelde) zijn tevreden over de aanvraagprocedure. Over het algemeen was het volgens hen een duidelijk en helder proces. Enkele indieners menen dat de termijn van beoordeling wat lang duurde. Een meermaals genoemd punt van aandacht is de beoordeling van aanvragen op volgorde. Niet alle projectindieners waren ermee bekend dat de beoordeling niet na sluiting van de aanvraagperiode op basis van ranking zou zijn, maar op volg-orde van binnenkomst op basis van afvink-criteria. Dit is voornamelijk vervelend voor de projecten die niet beoordeeld zijn en niet op de hoogte waren van de noodzaak om de aanvraag snel in te dienen. Dat die noodzaak er wel was, blijkt uit het feit dat alle toegekende aanvragen zijn ingediend binnen de eer-ste twaalf uur na openeer-stelling van de aanvraagtermijn. De aanvraagtermijn bedroeg in totaal één maand.

6.3.2 De experimenten

Een overzicht van de belangrijkste kenmerken van de toegekende experimenten is te vinden in tabel 6.1 (zie hierna). De acht projecten in de subsidieregeling hadden zeer uiteenlopende plannen: onder andere matchen via een digitaal platform, een coöperatie oprichten, bedrijfsovernames faciliteren en meelopen bij bedrijven om daar latent werk te zoeken. Een overeenkomst tussen de projecten is een duidelijke fo-cus op het creëren van werk (latente werkgelegenheid) in de projectplannen. Daarbij gaat het zowel om het vinden van bestaand maar niet uitgevoerd werk als het zelf creëren van werk in de vorm van onder-nemerschap. Op één uitzondering na hadden alle projecten ook activiteiten om de aanbodkant te ver-sterken. Het negende project, de Ambachtsacademie, is niet gericht op het zichtbaar maken van latente werkgelegenheid en focust sterk op de aanbodkant, door werkloze vijftigplussers op te leiden voor het kleine ambacht. Omdat de Ambachtsacademie ook ondersteuning biedt bij het opzetten van eigen on-dernemingen, is de vraagkant niet volledig uit beeld bij dit project.

De meeste projecten gaan uit van al werkloze vijftigplussers; een paar projecten richten zich (ook) op werkende vijftigplussers die van baan willen of moeten veranderen. De experimenten richten zich op het vinden van latente werkgelegenheid voor werkzoekenden met al een redelijke mate van duurzame inzetbaarheid. Immers, voor het opzetten of overnemen van een bedrijf of om zelf op zoek te gaan naar latent werk zijn goed ontwikkelde arbeidscompetenties nodig.

62 Beoordelaars waren: beleidsmedewerkers van het ministerie van SZW, geadviseerd door externe deskundigen van de Universiteit Tilburg, de Stichting van de Arbeid, UWV en de Start Foundation. Het Agentschap SZW (inmiddels UVB) deed de financieel -administratieve toets.

63 Eén van deze acht is toegekend nadat met succes bezwaar was aangetekend tegen het afwijzingsbesluit. Hierdoor is het budget van 5 miljoen euro voor de Experimenten Meer Werk overschreden.

64 We hebben hiervoor zes indieners van de lijst gekozen, zonder te letten op bepaalde kenmerken. In die zin zijn de zes dus ‘ra n-dom’ geselecteerd.

103 Tabel 6.1 Overzicht experimenten

Naam experiment Looptijd Korte omschrijving Doelgroep Activiteiten Perspectief voor

benaderen alle bedrijven door servicedeskmedewerkers

vlootschouw deel bedrijven om latente vacatures te ont-sluiten

digitaal platform met informa-tie over werkgevers, vacatu-res en kandidaten

De Opstartfabriek 1 aug 2017 – 31 jan 2019

beoordeling van de kandidaat

beoordeling van de onderne-ming

begeleiding naar zelfstandig ondernemerschap in de wijken en gemeenten in Groningen op zoek naar latente werkgelegenheid.

ontwikkeling en signalering van latente werkgelegenheid

matching en ondersteuning van vijftigplussers

valorisatie en ontwikkeling methodiek

werving/selectie en intake deelnemers

training en coaching naar on-dernemingsplan

Uit de match komen banen voort. Werkzoekende wordt begeleid in het zoeken naar werk.

bouwen twee applicaties werkgevers en werknemers om klussen te matchen

analyseren gegevens

begeleiden werkzoekenden

104 Tabel 6.1 Overzicht experimenten

Naam experiment Looptijd Korte omschrijving Doelgroep Activiteiten Darraq (voorheen: vijftigplus-sers maken een autorit met een ceo, waarin ze hun ta-lenten uit de doeken doen.

De kandidaat wordt goed voorbereid op het gesprek.

Bij geen match krijgt de kan-didaat videomateriaal en

benaderen, informeren en contracteren werkgevers

benaderen, informeren en be-trekken van werkzoekenden

training, rijvaardigheidstest en realiseren social tools

chauffeursdag

jobcarving en jobhunting

Het Carrousel 50+ 1 sep 2017 – 28 feb 2019

Werkgevers en werkzoeken-den gaan samen binnen een bedrijf op zoek naar latent werk.

Werkzoekende vijftig-plussers

inrichten projectorganisatie

ontwikkelen van de metho-diek Het Carrousel 50+

opbouw van Het Carrousel 50+

analyse arbeidsmarkt

voorbereiding en ‘werkfit’

maken vijftigplusser

meedraaien van vijftigplusser bij deel-

nemende bedrijven in Het Car-rousel 50+

plaatsen van vijftigplusser op betaald, ongesubsidieerd

acquisitie van banen en klus-sen in vier regio's

motiverende werving en voor-lichting vijftigplussers

selectie, matching en coa-chende ondersteuning

plaatsing

in kaart brengen benodigde ondersteuning op belemme-rende factoren

stapelen en staffelen

begeleiding na plaatsing De

Doel is om uit te laten stro-men met aantoonbare er-kenning voor kwaliteiten in ambt.

Vijftigplussers met WW- of bijstandsuitkering

normbepaling kandidaten &

leermeesters

kwalificatiedossier & beroeps-profiel ontwerpen

lesprogramma’s, incl. ‘eigen baas’-traject (Qredits)

(online) campagne voor wer-ving kandidaten

koppelen kandidaten-leer-meester

ondersteuning in vinden baan In tabel 6.2 zijn de beoogde output en outcome opgenomen per experiment. Hoewel het hoofddoel van de experimenten is om te zoeken naar werkbare innovaties in het creëren van werk (voor vijftigplussers) hebben de meeste experimenten in hun subsidieaanvraag SMART-geformuleerde doelstellingen opge-nomen over uit te voeren activiteiten en verwachte in- en uitstroom van deelnemers. Enkele projecten

105 noemen enkel algemene doelen (meer werk, vacatures vervuld, enzovoort). Alle doelstellingen zijn ge-formuleerd voor de korte termijn: het gaat vooral om plaatsingen, opgezette ondernemingen, overge-nomen ondernemingen, enzovoort. De (middel)lange termijn wordt niet gespecificeerd, waarschijnlijk omdat de looptijd van de experimenten betrekkelijk kort is (zie ‘looptijd’ in tabel 6.1). In een aantal ge-vallen is deze zelfs korter dan de looptijd van het Actieplan en daarmee van de subsidieregeling. Valkuil daarbij kan zijn dat de focus in de experimenten ook vooral komt te liggen op de directe uitstroom en minder op duurzame uitkomsten (duurzame arbeidsrelaties, ondernemingen die levensvatbaar blijken te zijn over meer jaren, et cetera). Zoals we verderop nader bespreken heeft de focus in de projecten inderdaad voornamelijk gelegen op het doen uitstromen van zo veel mogelijk deelnemers en is er min-der gelet op duurzame uitstroom.

Tabel 6.2 Beoogde doelen experimenten

Naam experiment Output Outcome

Perspectief voor 50+

bij 381 bedrijven vlootschouw

bij vijftig procent van de bedrijven een of meer va-catures ophalen

opzetten digitaal platform

project na subsidieperiode voortzetten

De Opstartfabriek benaderen 600 ondernemingen

150 werkzoekenden in bemiddeling brengen

85 procent (128) naar zelfstandig ondernemer-schap

10 procent (15) uitstroom naar regulier dienstver-band

behoud werkgelegenheid 294 werknemers van overgenomen ondernemingen

vervolgfinanciering vanuit de markt Exp050 werven en trainen tien vrijwillige jobhunters

werven minimaal vijftig opstartwerkplaatsen

selecteren honderd werkzoekenden

coöperatie scharrelondernemers opgezet

handreiking i.c.m. roadshow

roadshow in vijf gemeenten

minimaal vijftig opstartwerkplaatsen

matching tachtig werkzoekenden

coöperatie scharrelondernemers loopt

voortzetting activiteiten zonder aanvullende finan-ciering

Participeren door coöperatief onder-nemerschap

36 deelnemers en twaalf zij-instromers aan het project

coöperatieve ondernemingen opgezet

deelnemers generen eigen inkomen

empowerment vijftigplussers

duurzame effectieve samenwerkingsverbanden opgezet

Choice by talent werkend platform voor de genoemde sectoren

interne vacatures vervuld door doelgroep

uitbreiden naar alle sectoren en relevante doel-groepen

Darraq (voorheen:

Paradise by the dashboard light)

60 kandidaten nemen deel

36 kandidaten vinden door deelname werk

aanbieden programma, incl. verdien-model, aan andere organisaties

Het Carrousel 50+ minimaal vijftig werkzoekenden worden in het Car-rousel geplaatst bij minimaal twee bedrijven

minimaal 25 bedrijven inzicht in de latente werkge-legenheid

vijftig procent plaatsing op latente vacatures

ontwikkelen van een methodiek voor gemeenten

Duurzaam werk voor 50Plus, door stapelen van kleine baan en klus

1000 gesprekken met kandidaten

400 kandidaten worden voorgesteld

160 kandidaten worden geplaatst

75 werkzoekenden duurzaam geplaatst waarvan vijftig procent door stapeling of staffeling van kleine banen

48 leermeester betrekken bij voorbereiding

voor 24 branches wordt een opleidingstraject ont-worpen

200 kandidaten worden naar werk in het kleine ambacht geleid

200 personen begeleiden naar werk in kleinschalig ambacht

106

6.4 Opbrengsten

Vanwege het dubbele ‘niveau’ in de opbrengsten (die van de afzonderlijke projecten en die van de sub-sidie als geheel; zie ook paragraaf 6.1 beleidstheorie), bespreken we hier als eerste de output en out-come van de afzonderlijke experimenten en vervolgens de doelrealisatie en doeltreffendheid van de subsidieregeling als geheel.

De beschrijving van de output en outcome is gebaseerd op de interviews met de projectleiders (gehou-den mei 2019), aangevuld met informatie uit de evaluatiedocumenten die de projecten na afloop van het experiment zelf geschreven hebben (ontvangen september 2019). De aldus verkregen informatie over output en outcome van de afzonderlijke experimenten is beperkt en moeilijk te interpreteren. Dit heeft een aantal oorzaken.

In de meeste evaluatiedocumenten is wel het bereik (instroom, en soms ook het aantal geïnteresseer-den) opgenomen en vaak ook de uitstroom naar werk. Wat meestal ontbreekt is een duidelijke link tus-sen het project en de resultaten. Zo wordt bijvoorbeeld aangegeven dat een niet nader genoemd aantal deelnemers al kort na aanvang van het project werk vond, wat erop kan duiden dat het niet zozeer het project, maar de conjunctuur was die die uitstroom veroorzaakte. Oftewel: het is lastig te zeggen in hoe-verre de projecten als zodanig hebben bijgedragen aan de uitstroom. In alle gevallen behalve één ont-breken bovendien gegevens over de kenmerken van het werk. Alleen Flincl, het experiment dat deelne-mers zelf in dienst nam, heeft informatie opgenomen over de sectoren, aantal uren en duur van de ba-nen. Het is door het ontbreken van relevante informatie dat we niet alle deelvragen uit paragraaf 6.2 volledig beantwoorden.65

6.4.1 Output en outcome van de individuele experimenten

In document ‘Perspectief voor (pagina 112-117)