• No results found

Inleiding en administratieve gegevens

In document GEMEENTE BUREN (pagina 47-52)

Colofon ADC Rapport 3486

1 Inleiding en administratieve gegevens

In opdracht van Witpaard – Partners heeft ADC ArcheoProjecten in september 2013 ten behoeve van woningbouw een bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op de locatie Laageinde 49 te Kapel Avezaath in de gemeente Buren.

Het plangebied ligt in een gebied waar een gemeentelijk archeologisch beleid is vastgesteld. Op grond van dit beleid valt het plangebied in een zone met een hoge verwachtingswaarde.1 Dit houdt in dat archeologisch onderzoek verplicht is bij plangebieden groter dan 1000 m² en bodemingrepen dieper dan 30 cm –mv. Om in deze zone een omgevingsvergunning te kunnen verkrijgen, dient de initiatiefnemer een rapport te overleggen waarin naar oordeel van de bevoegde overheid de archeologische waarde van het plangebied voldoende is vastgesteld. In het kader van dit proces heeft het in dit rapport beschreven onderzoek plaatsgevonden.

In Nederland dient het vaststellen van de archeologische waarde van een plangebied te gebeuren op grond van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA versie 3.2).2 Gemeenten kunnen hierop aanvullende uitvoeringskaders vaststellen. De gemeente Buren heeft voor zover bekend echter geen aanvullende uitvoeringskaders vastgesteld voor het uitvoeren van archeologisch vooronderzoek, noch zijn deze voor dit project afzonderlijk opgesteld. Dit onderzoek is dus gebaseerd op de algemene criteria die in de KNA staan geformuleerd.

De volgende administratieve gegevens zijn van toepassing

Opdrachtgever: Witpaard - Partners

Soort onderzoek: Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek

Aanleiding: Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. sloop huidige bebouwing en nieuwbouw 2 woningen

Gemeente: Buren

Provincie: Gelderland

Kaartblad: 39D

Oppervlakte plangebied ca. 8000 m2

Coördinaten: 151.857/ 431.799, 151.929/431.759, 151.950/431.819, 151.914/431.901

Deskundige namens de bevoegde overheid: Dhr. H.J. van Oort ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer (CIS-code): 58626

Laageinde 58230

ADC-projectcode: 4150343

Auteurs: M. Hanemaaijer, A. Muller

Projectmedewerkers: M. Hanemaaijer, J. Huizer, R.M. van der Zee

Autorisatie: J. Huizer

Periode van uitvoering: September 2013

Beheer en plaats documentatie: ADC ArcheoProjecten bv, Amersfoort

Beheer en plaats digitale documentatie (e-depot): http://persistent-identifier.nl/?identifier=urn:nbn:nl:ui:13-g851-87

1 Botman et al. 2008. 2 SIKB 2010.

2 Bureauonderzoek

2.1 Doelstelling en vraagstelling

Het bureauonderzoek vormt de eerste stap in het vaststellen van de archeologische waarde van het gebied. Het doel van bureauonderzoek is het aan de hand van schriftelijke bronnen verwerven van informatie over bekende en/of verwachte archeologische waarden in het plangebied, om daarmee te komen tot een gespecificeerde, archeologische verwachting.

Voor het bureauonderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld:

 Zijn mogelijk archeologische waarden in het plangebied aanwezig, en zo ja, wat is de specifieke archeologische verwachting?

 Is het plangebied voldoende onderzocht en zo nee, welke vorm van nader archeologisch onderzoek kan worden geadviseerd?

2.2 Methodiek

Het onderzoek is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.2 Landbodems, protocol 4002 Bureauonderzoek.

Het bureauonderzoek bestaat uit de volgende elf processtappen:

1. Afbakenen plan- en onderzoeksgebied en vaststellen consequenties van mogelijk toekomstig gebruik;

2. Aanmelden onderzoek bij Archis;

3. Vermelden (en toepassen) overheidsbeleid; 4. Beschrijven huidig gebruik;

5. Beschrijven historische situatie en mogelijke verstoringen;

6. Beschrijven mogelijke aanwezigheid bouwhistorische waarden in de ondergrond; 7. Beschrijven bekende archeologische en aardwetenschappelijke waarden; 8. Opstellen gespecificeerde verwachting;

9. Opstellen standaardrapport bureauonderzoek;

10. Afmelden onderzoek bij Archis: overdracht onderzoeksgegevens; 11. Aanleveren digitale gegevens bij e-Depot.

De processtappen 1 tot en met 7 leveren gegevens op basis waarvan processtap 8, de gespecificeerde verwachting wordt opgesteld. De gespecificeerde verwachting kan worden beschouwd als een belangrijke conclusie van het bureauonderzoek, omdat hierin wordt aangegeven of, en zo ja, welke archeologische waarden worden verwacht, indien relevant weergegeven op een kaart.

De resultaten van processtappen 1 tot en met 8 worden behandeld in de paragrafen 3.1 tot en met 3.5. Processtap 9 resulteert in het voorliggende rapport. De processtappen 10 en 11 hebben betrekking op het voor derden openbaar maken van de resultaten van het bureauonderzoek bij onder meer Archis en het e-Depot.

2.3 Resultaten

2.3.1 Afbakening plan- en onderzoeksgebied en vaststellen van de consequenties van het mogelijk toekomstige gebruik

De exacte locatie van het plangebied is weergegeven op afbeeldingen 1 en 2.

Van het plangebied zelf zijn onvoldoende archeologische en aardkundige gegevens beschikbaar om een uitspraak te kunnen doen over de archeologische verwachting. Daarom zijn tevens gegevens betrokken uit de directe omgeving, waarmee het onderzoeksgebied kan worden gedefinieerd als het gebied binnen een straal van circa 250 m rondom het plangebied. De begrenzing van deze zone is gebaseerd op het gegeven dat hierbinnen sprake is van voldoende informatie om een uitspraak te doen over de archeologische verwachting die representatief is voor het plangebied.

In het plangebied zal de huidige bebouwing worden gesloopt en zullen twee woningen worden gebouwd. De precieze invulling van de nieuwbouw is nog niet bekend.

De consequentie van de voorgenomen ingreep kan zijn dat eventuele aanwezige waardevolle archeologische resten in de ondergrond mogelijk worden aangetast.

2.3.2 Beschrijving van de aardwetenschappelijke waarden

De volgende aardwetenschappelijke informatie is bekend van het plangebied:

Bron Informatie

Geologische kaart van Nederland 1:50.0003 Formatie van Echteld, rivierklei op -zand Geomorfologische kaart van Nederland

1:50.0004

Rivieroeverwal, zuidoostelijk deel geul van afwateringsstelsel Bodemkaart van Nederland 1:50.0005 Kalkhoudende ooivaaggronden, zware zavel en lichte klei

(Rd90A)GWT VII Meandergordelkaart6 Linge stroomgordel

Zanddieptekaart 7 binnen 1- 1,5 m –mv, ca. 4,6 + NAP Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN)8 Ca. 4 m + NAP

De regio rond het plangebied is gevormd in het Holoceen, de huidige geologische periode die na de laatste ijstijd is begonnen. In de regio bevonden zich verschillende riviersystemen, de voorlopers van de huidige rivier de Rijn. De sedimenten van dergelijke riviersystemen worden tot de Formatie van Echteld gerekend. Ze kunnen onderverdeeld worden in stroomgordelafzettingen (zand en zavel), komafzettingen (zware klei, soms met veenlagen), crevasseafzettingen (zand, zavel en klei) en dijkdoorbraakafzettingen (zand of zandige klei, vaak met een bijmenging van grind; zie ook kadertekst).

Het plangebied bevindt zich op de Linge stroomgordel. Deze stroomgordel was actief vanaf de ca. 200 voor Christus. Zoals in bovenstaand kader uitgelegd zicht de rivier een eigen weg door het landschap. Tot op de dag van vandaag is de rivier nog watervoerend, maar sinds de bedijking in de Middeleeuwen verlegt de rivier zich niet meer. De beddingafzettingen van de Linge stoomgordel worden verwacht op een diepte van max. ca. 1 – tot 1,5 m-mv.9 Op de Linge stroomgordel zijn eerder resten uit de Romeinse tijd en de Vroege en Late Middeleeuwen aangetroffen (zie §2.3.3). Boven de beddingafzettingen bevinden zich oeverafzettingen bestaande uit zeer zandige en siltige klei. Binnen bovenstaand kader wordt uitleg gegeven over de ontwikkeling van het rivierengebied en de mogelijkheden voor bewoning op oeverwallen.

3 De Mulder et al. 2003; Rijks Geologische Dienst 1982. 4 Stichting voor Bodemkartering 1986.

5 Stichting voor Bodemkartering 1972.

6 Berendsen & Stouthamer 2001; Cohen et al. 2012. 7 Berendsen et al. 2001.

8 http://www.ahn.nl/viewer

2.3.3 Beschrijving van bekende archeologische waarden

In onderzoeksgebied van het plangebied zijn de volgende archeologische (indicatieve) waarden en ondergrondse bouwhistorische waarden vastgesteld(zie afbeelding 4):

AMK-terrein nr Omschrijving Datering10 Opmerking

4023 huisterp LME Terp is in 1990 geëgaliseerd waardoor vindplaats grotendeels verloren is gegaan, mogelijk nog diepe grondsporen

Onderzoeksmel-dingsnummer

Soort onderzoek Resultaat Advies

5473 Veldkartering en booronderzoek

Onderzoek naar huisterp (zie

monumentnr. 4023), deze bleek geheel te zijn geëgaliseerd

Proefsleuf om de aanwezigheid van diepe grondsporen te onderzoeken

Onderzoeksmel-dingsnummer

Soort onderzoek Resultaat Advies

32638 booronderzoek11 Het betreft een groot onderzoek met meerdere plangebieden, ter plaatse van een plangebied indicatoren uit de periode 1250-1700, hier ligt het maaiveld relatief hoger ten opzichte van de direct omgeving en is een leemlaag aangetroffen in de ondergrond

Proefsleuvenonderzoek ter plaatse van plangebied waar indicatoren uit de periode 1250-1700 zijn aangetroffen

Waarnemingsnr Omschrijving Datering12 Opmerking

429152 Pijpenkop, steengoedfragmenten, glasfragmenten

LME Aangetroffen tijdens booronderzoek (onderzoekmeldingsnr. 32638) 2125, 57332, 57360, 57374, 127629 Aardewerk- en baksteenfragmenten, grondsporen, glasfragmenten

LME/NT Aangetroffen binnen huisterp (monumentnr. 4023)

Op de gemeentelijke verwachting- en beleidskaart heeft het plangebied een hoge archeologische verwachting voor resten ondieper dan 1,5 m –mv (zie afb. 5). Deze verwachting houdt verband met de ligging van het plangebied op de Linge stroomgordel.

Op basis van bovenschreven bekende archeologisch informatie worden resten verwacht die in verband staan met de naast gelegen middeleeuwse woonterp. Het is ook niet uit te sluiten dat een oudere voorganger van de woonplaats binnen het plangebied aanwezig is. Daarnaast kunnen ook archeologische resten uit de IJzertijd en Romeinse tijd worden verwacht, op basis van de

ouderdom van de stroomgordel, waar het plangebied op ligt.

2.3.4 Beschrijving van de historische situatie, mogelijke verstoringen en bouwhistorische waarden

De historische situatie van de locatie is op verschillende kaarten als volgt:

Bron Historische situatie

Kadastrale minuut 1811-183213 boerderij en erf omgeven door tuin Topografische kaart 1830-185014 idem

Bonnekaart 1871, 1896, 1906, 1908, 192315 boerderij en bijgebouw omgeven door tuin/ boomgaard en grasland

Topografische kaart 195816 idem

Topografische kaart 1966, 1977, 1985, 199017 idem, vijver ten oosten van woonhuis afgebeeld Ter plaatse van het plangebied is sprake van historische bebouwing. Het betreft een hoeve met een oorsprong uit 1680. Op alle geraadpleegde oude kaarten is deze bebouwing afgebeeld. In 1962 is het pand uitgebouwd. Vanaf 2000 is het pand verder uitgebouwd en aangepast wat heeft geresulteerd in een kasteelachtige uitstraling.18 Hierbij zijn oude bouwmaterialen gebruikt. In 2011 is het pand afgebrand.

11 Helmich & Janssen 2009.

12 Voor een verklaring van de afkortingen, zie tabel 1. 13 Kadaster 1811-1832.

14 Wolters Noordhoff Atlasproductie 1990.

15 Bureau Militaire Verkenningen 1871, 1896, 1906, 1908, 1923. 16 Topografische Dienst Nederland 1958.

17 Topografische Dienst Nederland 1966, 1977, 1985, 1990. 18 Kuijk 2011.

2.3.5 Beschrijving huidig gebruik

Het plangebied is momenteel deels bebouwd en deels in gebruik als (braakliggend) tuin.

De aanwezige bebouwing zal de bodem ter plaatste hebben verstoord, daarnaast zijn verschillende kabel en leiding aanwezig voor verschillende nutsvoorzieningen. Als laatste is een siertuin

aangelegd waarbij graafwerkzaamheden hebben plaatsgevonden.

2.4 Gespecificeerde verwachting en conclusie

De eerste, voor het bureauonderzoek opgestelde onderzoeksvraag “Zijn mogelijk archeologische

waarden in het plangebied aanwezig, en zo ja, wat is de specifieke archeologische verwachting? kan als volgt worden beantwoord:

Ter plaatse van het plangebied bevond zich zeker vanaf het einde van de 17e eeuw een boerderij, een oorsprong in de Late Middeleeuwen is niet uit te sluiten.In het plangebied kunnen resten gerelateerd aan deze boerderij aanwezig zijn. Mogelijk houden deze resten ook verband met de geëgaliseerde middeleeuwse woonterp die direct ten oosten van het plangebied ligt. De resten kunnen bestaan uit ophogingspakketten, afvalkuilen, greppels/grachten en mogelijk ook

funderingen en worden vanaf het maaiveld verwacht. Organische resten (zoals bot, hout, leder en textiel) zullen door de boven het hoogste grondwaterpeil (80 cm – mv) heersende relatief droge condities slecht zijn geconserveerd. Andere typen indicatoren (aardewerk) zijn waarschijnlijk goed geconserveerd.

Vanaf 2000 is de binnen het plangebied aanwezige boerderij verbouwd tot een pand met een kasteelachtige uitstraling. Hierbij zijn oude bouwmaterialen gebruikt. In 2011 is het pand afgebrand. Als gevolg hiervan is het mogelijk dat de resten van de 17e eeuwse hoeve niet meer intact zijn.

Het plangebied is gelegen op de Linge stroomgordel die actief was vanaf de IJzertijd, daarom kunnen binnen het plangebied ook oudere resten (vanaf de IJzertijd) voorkomen. De resten manifesteren zich naar verwachting als een archeologische laag, bestaande uit een vermenging van onder meer kleine fragmenten aardewerk, houtskool en bot met het oorspronkelijke substraat. De meeste typen archeologische resten (bot, houtskool, aardewerk, metaal) zullen door de natte en zuurstofloze condities goed zijn geconserveerd.

De beantwoording van de overige onderzoeksvragen is als volgt:

 Zijn de plangebied voldoende onderzocht en zo nee, welke vorm van nader archeologisch

onderzoek kan worden geadviseerd?.

Nee, het plangebied zijn hiermee niet voldoende onderzocht. Geadviseerd wordt om een verkennend uit te voeren teneinde de bodemopbouw en de mate van intactheid daarvan bepaald worden.

In document GEMEENTE BUREN (pagina 47-52)