• No results found

Deze archeologienota kwam tot stand in opdracht van de initiatiefnemer naar aanleiding van de aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in het kader van de herinrichting van een boerderij gelegen in de Monniksbosstraat 160 te Liedekerke (Vlaams-Brabant).

Omdat de oppervlakte van de percelen waarop deze ingreep betrekking heeft de grens van 5.000 m² (ca. 26.837 m²) overschrijdt en de ingreep in de bodem de grens van 1.000 m² (ca. 6.700 m²) overschrijdt buiten een archeologische zone, moet er in het kader van het Onroerend Erfgoeddecreet voorafgaand aan een bouwvergunning, een archeologienota worden opgemaakt om het archeologisch potentieel te evalueren (art. 5.4.1. Onroerend Erfgoeddecreet). Hierbij wordt bijgevolg een archeologienota opgemaakt op basis van een bureauonderzoek.

Figuur 1: Orthofoto (meest recent) met aanduiding van het studiegebied en de waterlopen (Geopunt 2020).

Het verslag van resultaten van deze archeologienota kon echter geen afdoende uitspraken doen inzake het archeologisch potentieel van het bodemarchief ter hoogte van het onderzoeksgebied.

Aan de hand van bestaande en ontsloten landschappelijke, archeologische, historische, iconografische en cartografische gegevens werd de kans op het aantreffen van archeologische resten reëel bevonden. Dit bleek hoofdzakelijk uit:

 In een ruimere landschappelijke setting bevindt het onderzoeksgebied zich in een gradiëntzone in het landschap, grenzend aan de Kruisbeek. Deze ligging op een iets hogere plek in het landschap nabij water is gunstig voor bewoning in vroegere periodes.

2021E17 (AOE) / 31257.R.01 (intern) – Monniksbosstraat 160 te Liedekerke 5

 Het onderzoeksgebied situeert zich in de zandleemstreek. Er komen drie verschillende bodemtypes voor: Adp(c), Ada0 en (x)Aca0. Deze bodemtypes hebben allen een textuur B-horizont. Bij het type Adp(c) zou deze zich op minder dan 80cm-mv bevinden.

Bodemtype (x)Aca0 betreft een bodem die geschikt is als landbouwgrond, vermoedelijk was dit in het verleden ook zo. De mogelijke aanwezigheid van een textuur B-horizont en een E-horizont binnen het onderzoeksgebied geeft aan dat er een potentieel is voor steentijdartefacten en -sites.

 Cartografische bronnen geven aan dat het onderzoeksgebied ten tijde van de Ferraris-kaart (1771-1778) onderdeel was van “Liedekercke Bosch”. Het huidige stratenpatroon en de Kruisbeek zijn dan ook al te herkennen. Vanaf 1840 (Atlas der buurtwegen) komt er in de uiterst westelijke hoek van het gebied een klein rechthoekig huisje voor. Het is afgebroken tussen 2008 en 2011.

 In de omgeving van het onderzoeksgebied bevinden zich volgens de Centraal Archeologische Inventaris slechts enkele meldingen. Het gaat om twee steentijdartefacten en een weg uit de nieuwste tijd, aangetroffen tijdens archeologisch vooronderzoek. Het Hof te Kattem, gelegen op ca. 500 m ten zuidoosten van het onderzoeksgebied, gaat terug tot de 12e eeuw. In de buurt werden enkele Midden-Romeinse munten aangetroffen (toevalsvondsten). Daarnaast werd ook Romeins aardewerk aangetroffen in een natuurlijk spoor bij proefsleuvenonderzoek. Deze meldingen bevestigen een menselijke aanwezigheid in de omgeving van het onderzoeksgebied vanaf de steentijden tot op heden.

Omdat de geplande werkzaamheden het eventueel aanwezige archeologisch bodemarchief bedreigen, wordt bijkomend archeologisch onderzoek geadviseerd.

Op basis van de bureaustudie kon echter niet achterhaald worden in hoeverre de oorspronkelijke bodemopbouw (met de mogelijk aanwezige archeologische sporen) binnen het onderzoeksgebied bewaard is gebleven. Terreinfoto’s en luchtfoto’s tonen diepe bandensporen in de huidige, onverharde bodem. De onbebouwde zone grenzend aan de Monniksbosstraat en de zone achter het huidige hof werd gebruikt als stockageplaats. Hier werden ook verschillende (onverharde) voederkuilen aangelegd. Om deze kuilen met aarde te kunnen afdekken, worden in de bodem telkens twee sleuven aan weerszijden van de kuil getrokken. Deze kunnen tot 1m diep zijn. Een verstoring in de ondergrond is in deze zone dus te verwachten. Een detail van het DTM (cf. Fout!

Verwijzingsbron niet gevonden.) geeft aan dat deze zone vermoedelijk werd opgehoogd. Verder onderzoek is dus nodig.

Het onderzoeksgebied wordt ingedeeld in twee zones, zoals te zien in Figuur 2:

a. De zone waar geen verder vooronderzoek nodig is (vrijgave).

Deze zone omvat het deel van het onderzoeksgebied waar geen werken gepland zijn en de gebouwen die zullen behouden blijven. Deze zone omvat ook de gebouwen die zullen verbouwd worden, aangezien deze werken geen tot een verwaarloosbare impact op de bodem zullen hebben. Ook loods A, schuilhok B en een deel van loods C ligt in deze zone. Door hun aard zal hun sloop een verwaarloosbare impact op de bodem hebben.

Deze zone heeft een oppervlakte van 16.749,62m² (ca. 63% van het onderzoeksgebied).

2021E17 (AOE) / 31257.R.01 (intern) – Monniksbosstraat 160 te Liedekerke 6 b. Een zone waar verder vooronderzoek nodig is.

Deze zone omvat het deel van het onderzoeksgebied waar nieuwe werken gepland zijn die een ingreep in de bodem betekenen en heeft een oppervlakte van 9.706,57m² (ca. 37% van het onderzoeksgebied).

 De locatie van de nieuwe bedrijfswoning (N), een kalverenstal (O), een opslagsilo voor maïs (P), een opslagsilo voor stro (Q), een nieuwe mestopslag met wateropvangput (W) en de nieuwe verhardingen (U en V). De dieptes van deze werken worden samengevat in Figuur 2

 De bestaande, te slopen verhardingen (Y). Hun diepte is niet gekend en op basis van het bureauonderzoek kon niet achterhaald worden of er verstoringen in de bodem aanwezig zijn onder deze verhardingen en hoe diep deze mogelijk zijn.

 Ter hoogte van de hoogspanningsmast zal een rietveld (RIE) voor waterinfiltratie worden aangelegd en in het grasland achter de boerderij een vijver (VIJ) voor infiltratie van regenwater, ook deze werken betekenen een ingreep in de bodem.

 De zones waar nieuwe groenaanleg voorzien wordt (bomen, stuiken en tuinen).

 Ten slotte wordt rekening gehouden met een zone voor werfverkeer. Dit compacteert de bodem en betekent dus een bodemingreep.

Figuur 2: Meest recente Ortholuchtfoto (winter 2020) met aanduiding van de verschillende zones (ABO nv 2021).

2021E17 (AOE) / 31257.R.01 (intern) – Monniksbosstraat 160 te Liedekerke 7