• No results found

Investeringsprogramma Vervoersautoriteit 2022

1. Inleiding, achtergronden en kaders

1.1 Inleiding

De Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) voert de verkeer- en

vervoerstaken binnen de Metropoolregio uit, waaronder het ontwikkelen van beleid en het realiseren en subsidiëren van investeringsmaatregelen binnen de programma’s Exploitatie verkeer en

openbaar vervoer en Infrastructuur verkeer en openbaar vervoer.

Het Investeringsprogramma Vervoersautoriteit (IPVa) is de concrete uitwerking van de

Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid, gericht op het programma Infrastructuur verkeer en openbaar vervoer. De begroting is op basis van de voortgang van werkzaamheden, de bijlagen van het IPVa blijven gestoeld op het te verwachten kasritme. Hiermee beogen we duidelijkheid te verschaffen aan subsidie-aanvragers of er al een voorschot is aangevraagd en wat de omvang is van de resterende financiële verplichting.

Het IPVa beschrijft waar we de beschikbare investeringsruimte aan besteden: in de vorm van te verlenen subsidies, bijdragen en te verstrekken opdrachten. Hiervoor zijn met name de 23 gemeenten en de provincie Zuid-Holland geconsulteerd.

Tegelijkertijd is in het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (BO-MIRT) door het Rijk en de regiopartners afgesproken om in te zetten op het

Gebiedsprogramma Rotterdam - Den Haag voor zowel de korte termijn als voor de middellange termijn. Hoofdstuk 3 geeft daar een korte beschrijving van. Het programma voor de Korte Termijn Aanpak tot en met 2022 valt onder de hoede van de Programmaraad MoVe (Mobiliteit en

Verstedelijking). Het Rijk stelt budget beschikbaar wanneer het een prioriteit is uit het

regeerakkoord, of als het gaat om potentiële opgaven uit de Nationale Markt- en Capaciteitsanalyse (NMCA), en wanneer de regio bereid is tot cofinanciering. Om programma’s en projecten in

aanmerking te laten komen voor Rijksbijdragen, zal de regio dus ook zelf budgetten beschikbaar moeten stellen.

In hoofdstuk 4 is gericht op openbaar vervoer (OV). Naast specifieke programma’s is een fasering van onderwerpen opgenomen, van verkenning tot en met de realisatiefase. Daar waar

verkenningen soms zijn ondergebracht in verschillende programma’s, en de besluitvorming over het afronden van een fase nog niet afgerond is, is gekozen voor een zo logisch mogelijke rubricering ten bate van de leesbaarheid.

Hoofdstuk 5 omvat programma’s en projecten op het gebied van auto, fiets, AVLM, verkeersveiligheid en ITS.

Hoofstuk 6 geeft het beeld van grote of bijzondere projecten die in 2020 zijn opgeleverd en in gebruik genomen.

De kleine projecten zijn opgenomen in de bijlagen, zodat het IPVa compact en leesbaar blijft.

1.2 Werkgebied van de Vervoersautoriteit

De geografische grenzen en gemeenten zijn op onderstaand kaartje aangegeven. De gemeenteraden van Hellevoetsluis, Westvoorne en Brielle hebben in december 2020 het

herindelingsontwerp vastgesteld. Daarmee komt een fusie van deze gemeenten per 1 januari 2023 in zicht.

1.3 Van beleid naar uitvoering

In de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid 2016-2025 (UAB) is het centrale thema “Versterking agglomeratiekracht” uitgewerkt naar ambities qua bereikbaarheid, kansen voor mensen,

duurzaamheid, kwaliteit van plekken, efficiency en kwaliteit van de netwerken van weg, openbaar vervoer en fiets.

Na de vaststelling van de UAB zijn deze eisen verder geconcretiseerd en worden samen met de gemeenten uitgewerkt tot concrete maatregelen. Er zijn programma’s opgesteld voor:

- Implementatie R-net;

- Automated Vehicles Last Mile;

- Intelligente Transport Systemen;

- Korte Termijn Aanpak 2020 – 2022 en 2021-2023;

- InnOVatie;

- Prioritair Metropolitaan fietsnetwerk.

Het programma ITS wordt in 2021 afgerond en komt in de begroting 2022 te vervallen. De mogelijkheden tot subsidie verlopen vanaf 2022 via het programma Kleine Projecten.

In 2021 volgen nog programma’s met een scope voor:

- Ketenmobiliteit annex OV-knooppunten;

- CO2-reductie.

In bijlage J zijn de nog resterende beleidsuitwerkingen kort weergegeven.

1.4 Uitgangspunten en randvoorwaarden

Wat we willen bereiken is dat het IPVa inzicht geeft in de belangrijkste projecten en de relevante wijzigingen. We houden het leesbaar door ons in de tekst te beperken tot de hoofdlijnen. In de bijlagen worden de investeringen en bestedingen gedetailleerder weergegeven. De

exploitatiekosten openbaar vervoer, beheer- en onderhoudskosten, jaarlijkse bijdragen aan gelieerde partijen en apparaatslasten worden betaald vanuit de BDU-gelden, maar zijn geen projectmatige investeringen. Om die reden maken deze geen onderdeel uit van het IPVa.

Naast de UAB, heeft het IPVa een basis in de Subsidieverordening Vervoersautoriteit MRDH 2018 en de bijbehorende Uitvoeringsregeling.

In het IPVa worden de bedragen voor verkenningen en planstudies van (grote) infrastructurele projecten niet genoemd. Voor de fasering houden we aan:

Verkenningen: Er is een probleem geconstateerd, waarbij in een verkenning het nut en de noodzaak van mogelijke oplossingen wordt onderzocht.

Planstudies: Na een afgeronde verkenning is een potentiële oplossing voorhanden. De effecten en kosten zijn indicatief bekend, maar er is nog geen dekking. De planning heeft een bandbreedte van enige jaren en er is nog geen aangewezen projectorganisatie.

Uitwerkingsfase: Voor het project heeft de MRDH een aanmelding van de wegbeheerder getoetst en opgenomen in het IPVa. De planning is tot 1 à 2 jaar nauwkeurig. Het project kan eventueel afvallen als blijkt dat er (nog) geen of onvoldoende geld

beschikbaar is om het project uit te voeren en af te ronden.

Realisatiefase: Het project is getoetst en (bijna) beschikt volgens, in overeenstemming met de verordening. De planning en uitvoeringstermijn zijn bekend.

Vaststelling: Het project is afgerond en de eindafrekening wordt ingediend. De Vervoersautoriteit MRDH verzorgt de financiële vaststelling.

In het onderstaande plaatje is deze volgordelijkheid schematisch aangegeven, met daarbij de momenten dat er budget wordt opgenomen in het meerjarenbeeld of in de begroting.

Voor het opnemen van budget in de begroting is een besluit van het AB vereist.