• No results found

5.2 De waterschapsbelasting

5.3.1 Inhoud

Middels de interviews zijn de inzichten van de bestuurders gevraagd over een Waterrisicobijdrage. Dit nieuwe waterarrangement speelt zich af in de ‘duurzame ruimtelijke inrichting’ en hanteert een principe van het aanmoedigen van burgers tot adaptatiemaatregelen nemen en het ontmoedigen van burgers om ergens te gaan wonen omdat daar het water hoog kan komen te staan. Buntsma (persoonlijke communicatie, 2 juli, 2014) liet weten het een aardig idee te vinden, over een soort gelijk idee had hij in het verleden ook al nagedacht. Er is best iets voor te zeggen dat het raar is dat we op de laagste plekken hebben gebouwd, laat Pieper (persoonlijke communicatie, 3 juli, 2014) weten. Een Waterrisicobijdrage, zo laat Buntsma (persoonlijke communicatie, 2 juli, 2014) weten, is een tegengestelde richting van wat er nu is, namelijk een hoge mate van solidariteit. De bestuurders zijn nog wel kritisch over waterveiligheid creëren middels de duurzame ruimtelijke inrichting. Het aantal

46

plekken waar je dat zou kunnen doen zijn beperkt (Buntsma, persoonlijke communicatie, 2 juli, 2014). De belangrijkste reden voor de beperktheid van maatregelen in de ruimtelijke inrichting is de bestaande bouw. Het is lastig extra veiligheid te creëren vanwege oude stadsharten (Buntsma, persoonlijke communicatie, 2 juli, 2014). Een groot aantal steden zijn ontstaan bij waterknooppunten vanwege handel en andere voordelen. Als voor ieder gebied een ontmoedigingsbeleid wordt gehanteerd dan kan dit problemen veroorzaken voor de bestaande bebouwing. Het is daarom verstandig een onderscheid te maken tussen bestaande en nieuwe bebouwing (Oggel, persoonlijke communicatie, 9 juli 2014). Dit onderscheid neemt ook weer een aantal problemen met zich mee. De vraagt reist dan wat doe je met de oude bebouwing als je voor de nieuwbouw strengere regels opstelt. Deze afweging is heel erg lastig (Buntsma, persoonlijke communicatie, 2 juli, 2014). Er is bijvoorbeeld bij Rotterdam een discussie over het al dan wel of niet bouwen in het diepste stukje van een polder. Het diepste stukje ligt 7 meter onder NAP, een kwetsbaar stukje land. Aan de ene kant zeggen mensen: als hier iets mis gaat dan gaat het ook hartstikke mis. Maar er zijn ook mensen die zeggen: “er is al zoveel kwetsbaar in Nederland, dit ene stukje kan er dan ook wel bij, we moeten de dijken gewoon sterker” (Buntsma, persoonlijke communicatie, 2 juli, 2014). Ruimtelijke ordening is een afweging van belangen zo laat Bleker (persoonlijk communicatie, 10 juli 2014) weten. Men moet geïnformeerd worden over de mogelijke consequenties van het bouwen in een kwetsbaar gebied. Zij kunnen dan zelf de overweging maken er wel of niet te gaan wonen. Maar deze vrijheid, die gegeven wordt vanuit de waterschappen, neemt ook een nadeel met zich mee. Pieper (persoonlijke communicatie, 3 juli, 2014) laat weten dat ze in het waterschap ten delen een bedrijvenpark in een retentiegebied hebben moeten toestaan. Een mogelijke oplossing voor dit probleem is om een financiële prikkel te geven zoals voorgesteld wordt met een WRB. Je ontmoedigt men om ergens te gaan wonen of bouwen door de kosten van de waterschapsbelasting te verhogen. Hierdoor behoudt men de keuzevrijheid en worden de gebieden, waar men liever geen bebouwing wilt, financieel onaantrekkelijker. Er moet wel worden bij gezegd dat er voor mensen meerdere redenen zijn naast het financiële aspect om ergens voor te kiezen (Pieper, persoonlijke communicatie, 3 juli, 2014). Mensen zijn niet altijd rationeel, je kan mensen wel financieel prikkelen maar soms wegen andere factoren meer. Mensen hebben hun werk, familie en vrienden, sport en andere zaken die meespelen in hun keuze. Ze gaan door een financiële prikkel niet zomaar weg. Een oplossing hiervoor is kiezen voor een wetgevingstraject. Het versterken van het instrumentarium van de waterschappen om projecten tegen te kunnen houden of aanpassingsmaatregelen af te kunnen dwingen (Pieper, persoonlijke communicatie, 3 juli, 2014). Men moet zich ook afvragen of dat je dit de verantwoordelijkheid van de overheid laat zijn of dat je de particulier deze afweging laat maken (Bleker, persoonlijk communicatie, 10 juli 2014).

Bleker (persoonlijk communicatie, 10 juli 2014) merkte op dat de kust, hoewel dat op het eerste gezicht zo lijkt, helemaal niet het kwetsbaarste gebied van Nederland is. Dit wordt verklaard door meerdere factoren, allereerst heeft de kust te maken met eb en vloed waardoor het water, bij een dijkbreuk van dijkring 14, niet constant aangevoerd wordt. Ten tweede is er al zoveel infrastructuur gebouwd die het water kan tegenhouden. Waar vroeger de verwachting was dat als dijkring 14 doorbrak dat de hele Randstand onder water stroomt, is tegenwoordig de verwachting dat dat niet zal gebeuren. Ten derde, hoogwaters duren meestal niet lager dan een dag of drie, hierdoor krijgt het water de kans niet om het gehele gebied onder water te zetten. Tevens moet opgemerkt worden dat als je een onderscheid maakt tussen gebieden waar men adaptatiemaatregelen kan nemen en gebieden die ontmoedigd worden, dan krijg men ook te maken met hybridegebieden (Bleker, persoonlijk communicatie, 10 juli 2014). Gebieden waar binnen een dijkring adaptatie en ontmoedigingsgebieden zijn. Als je bij deze

47

hybridegebieden toch al extra preventieve maatregelen hebt genomen dan hoeft men z’n huis niet op palen te zetten.

In tegenstelling tot mensen te ontmoedigen in onveilige gebieden te gaan wonen is het ook mogelijk mensen aan te trekken naar veilige gebieden. Dit zou bijvoorbeeld gedaan kunnen worden door investeringen doen in de veilige gebieden. Daarbij kwam in het vorige hoofdstuk al ter sprake dat juist veel van deze veilige gebieden te maken hebben met krimp. Buntsma (persoonlijke communicatie, 2 juli, 2014) vindt dit een individuele afweging, voor sommige bedrijven maakt het niet uit waar ze zijn gevestigd maar andere bedrijven zijn weer afhankelijk van transport, die moeten hun spullen kunnen aanvoeren en kunnen afzetten. Het is ook belangrijk dat er genoeg personeel te krijgen is. Oggel (persoonlijke communicatie, 9 juli 2014) merkt op dat er dan in de veilige krimp gebieden wel voldoende werkgelegenheid moet zijn om mensen daarheen te laten trekken. In het verleden is al enorm veel in de perifere gebieden geïnvesteerd maar mensen willen er gewoon niet wonen. Men wil wonen waar ‘the action’ is, en de Randstad trekt mensen aan. Deze trend is heel lastig tegen te gaan door middel van beleid.