• No results found

Het imago van Nederland, als veilig waterland, is een voordeel van het Nederlandse waterarrangement. Wij hebben als waterland een goede naam, een goed imago, in het buitenland, mede dankzij de verschillende gespecialiseerde organisaties zoals Rijkswaterstaat en de waterschappen (Buntsma, persoonlijke communicatie, 2 juli, 2014, en Stam, persoonlijke communicatie, 8 juli, 2014). Pieper (persoonlijke communicatie, 3 juli, 2014) en Buntsma (persoonlijke communicatie, 2 juli, 2014) vertellen dat een rapport van de OESO (De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) aantoont dat Nederland het goed voor elkaar heeft qua waterbeleid. Via het rapport werd een dwarsdoorsnede gemaakt van het waterbeheer in Nederland. Yves Leterme, van de OESO, karakteriseert het waterbeleid van Nederland als de formule 1 van de wereld. Nederland kreeg een 8,5 en daarbij werd gezegd dat een 9 voor de meester is en een 10 voor onze lieve Heer, Nederland is het beste wat er in de wereld is (Pieper, persoonlijke communicatie, 3 juli, 2014). Dit hoge cijfer heeft Nederland niet voor niets gekregen. Pieper (persoonlijke communicatie, 3 juli, 2014) laat weten dat dit komt omdat Nederlanders zich bewust zijn van het feit dat ze in een delta wonen. Het is een van de kwetsbaarste delta’s van Europa maar omdat Nederland zoveel maatregelen heeft genomen geldt het als één van de veiligste delta’s van de wereld. Het Nederlandse preventie waterarrangement is een hele kosteneffectieve manier van waterveiligheid organiseren (Bleker, persoonlijk communicatie, 10 juli 2014). Dit is historisch zo gegroeid, het past bij de geschiedenis van Nederland en zit in de cultuur ingebakken. Het Nederlandse waterbeleid heeft voordelen voor de Nederlanders, zij weten waar ze aan toe zijn, iedereen heeft een relatief veilig gevoel, mensen maken zich niet zo druk over de waterveiligheid (Stam, persoonlijke communicatie, 8 juli, 2014). Naast het goede imago en het voordeel voor de Nederlandse burgers zijn er ook voordelen voor bedrijven. Stam (persoonlijke communicatie, 8 juli, 2014) vertelt dat bedrijven zich in Nederland durven te vestigen omdat het Nederlandse beleid veiligheid en zekerheid biedt zonder dat er hele rare extreme zaken voorkomen. Hierdoor lopen bedrijven in Nederland weinig risico. Het Nederlandse waterbeleid is

43

gebaseerd op een principe van solidariteit, de waterschappen heffen hun eigen belasting en dat wordt over het hele land verdeeld (Pieper, persoonlijke communicatie, 3 juli, 2014). Het ander positief punt dat is aangekaart is dat Nederland een politiek bestuurlijke macht heeft op het gebied van water. Deze macht opereert op het goede schaalniveau om de waterproblematiek goed en effectief te kunnen organiseren (Pieper, persoonlijke communicatie, 3 juli, 2014). Nederland heeft dit zelfs zo goed geregeld dat men van over de hele wereld hier heen komt, niet alleen voor de techniek maar ook voor de governance.

5.1.2 Nadelen van het beleid

Naast de overduidelijke voordelen die het Nederlandse waterbeleid met zich mee brengt, zijn er ook nadelen van dit beleid. Een van de zwakke punten van het Nederlandse beleid werd door het OESO rapport nog maar eens duidelijk zichtbaar. Het bewustzijn van de Nederlandse burgers dat ze in een waterland wonen en over het risico dat ze lopen is laag (Buntsma, persoonlijke communicatie, 2 juli, 2014; Pieper, persoonlijke communicatie, 3 juli, 2014; Bleker, persoonlijk communicatie, 10 juli 2014 en Oggel, persoonlijke communicatie, 9 juli, 2014). Het bewustzijn van Nederlanders over waterveiligheid is weggeëbd, dit bewustzijn is wel gebleven bij de waterinstituties. Dit wordt in het OESO rapport het ‘awareness-gap’ genoemd, het verschil tussen de bewustwording die er eigenlijk zou moeten zijn en het werkelijk bewustzijn. Dit kan ook wel de keerzijde van de medaille genoemd worden, we hebben het in Nederland zo goed geregeld dat we er niet zo bewust van zijn (Buntsma, persoonlijke communicatie, 2 juli, 2014). Bijvoorbeeld zullen Nederlanders niet, op basis van hoeveel meter ze onder NAP het is, beslissen of ze ergens wel of niet gaan wonen. Om het bewustzijn van de Nederlanders te verbeteren is er nog heel veel aandacht nodig, dat moet dan eigenlijk op de lagere scholen al beginnen (Oggel, persoonlijke communicatie, 9 juli 2014). Het feit dat er in Nederland een ‘awareness-gap’ is hoeft niet te komen door het preventieve arrangement. Bleker (persoonlijk communicatie, 10 juli 2014) laat weten dat je als overheid voor een goede preventie kan zorgen en daarbij toch de mensen bewust kan houden, mits je daarop inzet. Pieper (persoonlijk communicatie, 3 juli 2014) karakteriseert het Nederlandse waterbeleid als er één van ‘ontzorging’, de overheid heeft de zorg te veel uit handen genomen, het is op de verantwoordelijkheid van de burgers gaan zitten. Burgers verwachten tegenwoordig ook van de overheid dat ze dit doen. Een voorbeeld hiervan is een quote zoals ‘daar is de overheid toch voor’. Bleker (persoonlijk communicatie, 10 juli 2014) laat hetzelfde weten, de overheid heeft de afgelopen 50 jaar tegen de burger gezegd: ‘er is niets aan de hand, u woont in de veiligste delta en wij zorgen voor u’. Dit is geen goed beleid, er is geen risicocommunicatiebeleid vanuit de overheid geweest. Er is geen beleid geweest die de Nederlanders bewust heeft gemaakt dat ze onder NAP wonen. Het beleid dat ze in Engeland hebben waarbij het bij het kopen van een huis verplicht is om mensen te informeren van het risico dat ze lopen, dat hadden ze in Nederland ook kunnen doen, ook al doen wij aan preventie, zo laat Bleker (persoonlijk communicatie, 10 juli 2014) weten.

5.1.3 Meerlaagsveiligheid

De laatste jaren wordt er naast preventieve maatregelen ook steeds meer gekeken naar andere mogelijkheden. Bestudeerd wordt hoe de ruimtelijke ordening kan bijdragen aan de waterveiligheid van Nederland. Het in dit onderzoek ontwikkelde en onderzochte systeem, een Waterrisicobijdrage, speelt zich af in de laag ‘duurzame ruimtelijk inrichting’ van meerlaagsveiligheid. De visies van de bestuurders over dit concept is gevraagd. Meerlaagsveiligheid heeft drie lagen: preventie, duurzame

44

ruimtelijke ordening en rampenbeheersing, Nederland heeft zeker 90 procent van alle maatregelen geïnvesteerd in de laag preventie (Pieper, persoonlijke communicatie, 3 juli, 2014). In het begin van de discussie werd nog wel eens gezegd dat je preventie met ruimtelijke ordening kan uitwisselen (Buntsma, persoonlijke communicatie, 2 juli, 2014). Na de watersnoodramp van 1953 werd er alleen maar ingezet op het versterken van de dijken. Pas met de ruimte voor de rivier projecten werd er meer ruimte gegeven aan het water. De laatste jaren, na Kathrina in New Orleans in 2003, wordt er in Nederland gedacht om de ruimtelijke ordening te betrekken bij waterveiligheid maar langzamerhand wordt voor iedereen zonneklaar dat preventie het aller belangrijkst is (Buntsma, persoonlijke communicatie, 2 juli, 2014).