• No results found

Hoofdstuk 3: Verantwoording van het onderzoek

3.3 De inhoud van het onderzoek

Er zijn drie vragenlijsten opgesteld, één per doelgroep (zie bijlage 1). De vragenlijsten zijn per cluster uitgewerkt en worden benoemd op inhoud. Daarna worden de vragen aan de onderzoeksvraag gekoppeld. Op deze manier wordt de mate van validiteit van de vragenlijst verantwoord.

De vragenlijst voor pleegouders en adoptieouders Deze vragenlijst is opgedeeld in verschillende clusters: - Algemene informatie

1) De keuze 2) De voorlichting

3) Het pleegouder- en adoptieouderschap 4) De beeldvorming

- Het Slot

De vragen die vallen onder de algemene informatie zijn gesteld om een beeld te vormen over de achtergrond van de ondervraagde. Het is van belang om te weten in welke mate de antwoorden op de vragenlijst van toepassing zijn op pleegzorg en/of adoptie.

De vragen over de keuze voor het pleegouder- en of het adoptieouderschap staan op de vragenlijst om de verschillen en overeenkomsten tussen pleeg- en adoptieouders vanuit de praktijk (in plaats van de theorie) te onderzoeken. Zo wordt er gekeken welke

beweegredenen van invloed zijn op die keuze. Het gaat om de keuzes die er zijn gemaakt voordat een traject is gestart.

De antwoorden op de vragen over de voorlichting kunnen helpen bij het beantwoorden van de onderzoeksvraag. Zo kan er onderzocht worden wat wel en nietwenselijk is. Cluster 3 bestaat uit vragen over de inhoud van het pleeg- en adoptieouderschap. Hier wordt gekeken naar de bereidheid van adoptieouders om open te staan voor pleegzorg en andersom. Op die manier wordt er onderzocht of bepaalde kennis over pleegzorg en adoptie kan leiden tot verschuiving van de keuze voor het pleeg- naar het

adoptieouderschap en omgekeerd. Zo kan er een inschatting worden gemaakt of een eventuele gecombineerde voorlichtingsvorm het probleem, genoemd in de

probleemstelling van dit onderzoek, zou kunnen helpen oplossen.

De beeldvormingvragen zijn vragen die onderzoeken wat het beeld van pleegzorg en adoptie is geweest bij aspirant pleeg- en adoptieouders ten tijde van verschillende stadia in het gehele pleegzorg- en of adoptietraject. Hier wordt gekeken naar de rol van de

voorlichtingstrajecten in de besluitvorming. Zo moet duidelijk worden welke invloed de beeldvorming heeft op de keuze die mensen maken en wordt er tegelijkertijd onderzocht

of mensen op basis van evenwichtige informatie hun keuze baseren. Ook is er een stelling opgenomen om de pleeg- en adoptieouders de gelegenheid te geven hun visie ten aanzien van de onderzoeksvraag weer te geven.

Het slot is bedoeld om de ondervraagden de kans te geven vragen te stellen en om hen de gelegenheid te geven hun antwoorden aan te vullen met andere opmerkingen.

De vragenlijst voor hulpverleners

Deze vragenlijst kent, net als de andere vragenlijsten, verschillende clusters: - Algemene informatie

1) De keuze voor pleegzorg en adoptie 2) De pleegzorg- en adoptieprocedure 3) De voorwaarden

4) De voorbereiding (STAP en de voorbereiding van SAV) 5) Financiering

6) Het debat pleegzorg en adoptie 7) Haalbaarheid

- Het slot

De indeling is gekoppeld aan de onderwerpen die in hoofdstuk 2 zijn genoemd. Zo wordt er gekeken of de aspecten die in hoofdstuk twee genoemd zijn, kloppen met de informatie die de geïnterviewden geven. De vragen hebben betrekking op het perspectief van hulpverleners binnen de pleegzorg en adoptiehulpverlening.

De algemene vragen en de vragen uit cluster 1 kunnen verder op dezelfde wijze als bij de vragenlijst voor pleeg- en adoptieouders worden verantwoord. De vragen zijn gericht op het perspectief van hulpverleners en de vergelijking die zij maken.

In cluster 2 worden de verschillende procedures door de hulpverleners vergeleken. Op deze manier is er onderzocht of er overeenkomsten bestaan tussen beide procedures. De voorlichting wordt in het interview op deze manier in de procedurele context geplaatst en er wordt gekeken of de theorie met de praktijk klopt.

In cluster 3 vergelijken de hulpverleners vanuit hun praktijkervaringen de criteria voor het pleeg- en adoptieouderschap. Er wordt besproken wat de hulpverleners veranderd zouden willen zien en wat niet. Hierdoor wordt de wenselijkheid van een mogelijke samenvoeging in kaart gebracht als het gaat om de voorwaarden. Zo kan onderzocht worden welke voorwaarden, in de ogen van de hulpverleners, voor zowel het

pleegouderschap als voor het adoptieouderschap kunnen gelden.

Ook in cluster 4 wordt er een vergelijking met betrekking tot de voorlichtingstrajecten gemaakt vanuit praktijkervaringen. Er wordt onderzocht welke voorlichtende elementen samengevoegd zouden kunnen worden en welke niet.

De wijze van financiering kan een belemmering zijn om de voorlichting van pleegzorg en van adoptie (gedeeltelijk) samen te voegen. De vragen worden gesteld om de

haalbaarheid van een dergelijke voorlichting te onderzoeken.

In cluster 6 wordt er gekeken in hoeverre het debat over samenwerking tussen pleegzorg en adoptie speelt binnen instellingen en onder hulpverleners.

Het is van belang om te weten welke ontwikkelingen er spelen als het gaat om samenwerking tussen pleegzorg en adoptie. Daaruit kunnen mogelijk- en

onmogelijkheden, de wenselijk- en onwenselijkheden, worden afgeleid. De haalbaarheid wordt verder bekeken door de bereidheid van de instellingen om met elkaar samen te werken, te onderzoeken.

De vragen uit cluster 7 onderzoeken de haalbaarheid van de onderzoeksvraag volgens de ondervraagde hulpverleners op verschillende gebieden. Dit gebeurt op juridisch,

maatschappelijk en op praktisch gebied. Hulpverleners kunnen reageren op een stelling. Ze kunnen aangeven hoe volgens hen een gezamenlijk voorlichtingstraject in de praktijk kan worden gebracht.

De slotvraag is bedoeld om de hulpverleners de ruimte te geven hun antwoorden aan te vullen met opmerkingen en om vragen te stellen.

De vragenlijst voor deskundigen

Deze vragenlijst kent gelijksoortige clusters in vergelijking met de clusters in de vragenlijst voor hulpverleners:

- Algemene informatie - Pleegzorg en adoptie

1) De keuze voor pleegzorg en /of adoptie 2) De pleegzorg- en adoptieprocedure 3) De voorwaarden

4) De voorbereiding (STAP en de voorbereiding van SAV) 5) Financiering

6) Haalbaarheid - Het slot

Vragen over de visies van instellingen zijn in deze vragenlijst achterwege gelaten, omdat de gekozen deskundigen op macroniveau de vragen zullen beantwoorden. De clusters kunnen op dezelfde manier als bij de vragen voor de hulpverleners verantwoord worden.

3.4 De analyse

De uitwerking

In eerste instantie is er gekozen voor een geluidsopname bij het afnemen van de

interviews. Dit bleek zodanig arbeidsintensief te zijn dat het niet haalbaar was om binnen de tijdspanne alle interviews letterlijk uit te werken. Dit is opgelost door de kern van de antwoorden te omschrijven tijdens het interview zelf. Er werd een samenvatting gegeven tijdens het interview om na te gaan of de antwoorden goed geformuleerd waren. De schriftelijk uitgewerkte interviews zijn naar de geïnterviewden toegezonden zodat zij hun toestemming hebben kunnen geven voor het gebruik van de uitwerking. De uitwerkingen zijn inhoudelijk niet gewijzigd.

De analyse

De uitgewerkte vragenlijsten zijn in de bijlage 2 te vinden. Bijlage 3 geeft de resultaten van het onderzoek nauwkeurig weer. De antwoorden van de pleeg- en adoptieouders zijn net als de antwoorden van de hulpverleners en van de deskundigen gefilterd op relevantie voor de onderzoeksvraag. Iedere vragenlijst is geanalyseerd doormiddel van open

codering. Dat houdt in dat de antwoorden op de open vragen zijn geanalyseerd en gelabeld. Labels zijn benamingen voor antwoorden die verschillend zijn geformuleerd, maar die qua inhoud overeenkomen. Er zijn verschillende labels terug te vinden. Bijvoorbeeld kinderwens als label, houdt de wens in om een kind te willen krijgen. Daarnaast wordt zeggenschap door de pleeg- en adoptieouders genoemd. Het is voor hen belangrijk om in ieder geval gedeeltelijk het gezag over het aan hen toevertrouwde kind te kunnen uitoefenen. De ideële overwegingen die van invloed zijn bij de keuze voor een ouderschapsvorm zijn met het woord „ideaal‟ gelabeld.

Onder het kopje van cluster 2 zijn verscheidene tabellen te vinden. Sommige antwoorden lenen zich ervoor om ze weer te geven in een tabel. Wanneer bijvoorbeeld

gekeken wordt naar de vraag welke onderwerpen van belang zijn geweest in de

voorlichting, worden er verscheidene thema‟s genoemd. Deze zijn bondig geformuleerd door de pleeg- en adoptieouders en zijn in de linkerrij van de tabel geplaatst. In de rechter kolom is te vinden hoe vaak ondervraagden de verschillende onderwerpen genoemd hebben. De antwoorden zijn hier in een tabel weergegeven zodat in één opslag kan worden gezien hoe er is geantwoord.

Bij sommige antwoorden is de tabel geen ideale wijze van weergeven en is er voor een andere manier gekozen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij uiteenlopende en uitgebreide antwoorden van de ondervraagden. Als er bijvoorbeeld naar de cluster „algemene informatie‟ wordt gekeken, is daar geen tabel te vinden. Hier wordt ervoor gekozen de antwoorden te omschrijven, zodat de antwoorden tot hun recht kunnen komen.Dezelfde methode is gebruikt bij de analyse van de antwoorden van de hulpverleners.

Bij de deskundigen is er op een andere wijze te werk gegaan. De deskundigen hebben allemaal een andere achtergrond en bekleden verschillende functies. Het is onmogelijk om de deskundigen op functie of op expertise te groeperen. Hoksbergen en Waanders zijn deskundigen binnen het adoptieonderwerp, maar spreken vanuit een heel verschillend perspectief. Om die reden zijn de antwoorden van de deskundigen apart uitgewerkt en in bijlage 3 onder elkaar geplaatst. Verder is er door sommige deskundigen extra informatie gegeven. Dit betekent dat de interviews als open gesprekken kunnen worden opgevat. Enkele deskundigen hebben de ruimte genomen om verschillen, visies en ontwikkelingen te noemen die los van de vragenlijst staan. Door het open karakter van het gesprek zijn er bij sommige interviews diverse andere onderwerpen aan bod gekomen. Dit betekent dat de extra informatie niet met elkaar vergelijkbaar is en dat de resultaten eenzijdig kunnen zijn. De extra informatie wordt wel weergegeven omdat die belangrijk is voor het onderzoek en kan helpen bij het beantwoorden van de onderzoeksvraag. Om deze reden worden deze onderwerpen, los van de vragen, in de bijlage genoemd.

Er is nogmaals gekeken naar de resultaten en gezocht naar de kern van de inhoud. In hoofdstuk vier is de essentie van de analyse per onderdeel weergegeven.