geef voor deelname aan het onderzoek en gebruik van de door mij verstrekte gegevens.
Naam: ………..
Datum: ………..
53 Bijlage 3: ZIEN! Leerkrachtvragenlijst
1. Heeft plezier in het schoolwerk (kernvakken)
Dit klopt niet o o o o Dit klopt helemaal 2. Gaat geconcentreerd op in het werk op
school (kernvakken)
Dit klopt niet o o o o Dit klopt helemaal 3. Toont belangstelling voor kernvakken Dit klopt niet o o o o Dit klopt helemaal 4. Toont doorzettingsvermogen bij de
kernvakken
Dit klopt niet o o o o Dit klopt helemaal 5. Komt opgewekt over Dit klopt niet o o o o Dit klopt helemaal 6. Maakt een vitale levenslustige indruk Dit klopt niet o o o o Dit klopt helemaal 7. Komt ontspannen en open over Dit klopt niet o o o o Dit klopt helemaal 8. Gaat graag naar school Dit klopt niet o o o o Dit klopt helemaal 9. Stapt uit eigen beweging op anderen
af
Dit klopt niet o o o o Dit klopt helemaal 10. Heeft duidelijk een eigen inbreng
tijdens gezamenlijke activiteiten
Dit klopt niet o o o o Dit klopt helemaal 11. Vertelt uit zichzelf in de groep Dit klopt niet o o o o Dit klopt helemaal 12. Spreekt uit eigen beweging met
andere kinderen
Dit klopt niet o o o o Dit klopt helemaal 13. Sluit makkelijk een compromis met
een medeleerling
Dit klopt niet o o o o Dit klopt helemaal 14. Staat open voor nieuwe plannen,
ideeën en activiteiten
Dit klopt niet o o o o Dit klopt helemaal 15. Laat een eigen werkwijze of eigen
idee makkelijk los
Dit klopt niet o o o o Dit klopt helemaal 16. Toont veerkracht Dit klopt niet o o o o Dit klopt helemaal 17. Zegt wat het ergens van vindt Dit klopt niet o o o o Dit klopt helemaal 18. Komt verbaal voor zichzelf op Dit klopt niet o o o o Dit klopt helemaal 19. Maakt eigen keuzes Dit klopt niet o o o o Dit klopt helemaal 20. Regelt eigen zaken Dit klopt niet o o o o Dit klopt helemaal 21. Praat niet voor zijn beurt Dit klopt niet o o o o Dit klopt helemaal 22. Denkt na voor het iets onderneemt,
heeft controle over eigen gedrag
Dit klopt niet o o o o Dit klopt helemaal 23. Eist weinig aandacht op Dit klopt niet o o o o Dit klopt helemaal 24. Houdt zich aan de regels Dit klopt niet o o o o Dit klopt helemaal 25. Luistert met aandacht naar wat
anderen zeggen of vertellen
Dit klopt niet o o o o Dit klopt helemaal 26. Toont belangstelling voor wat andere
kinderen zeggen of doen
Dit klopt niet o o o o Dit klopt helemaal 27. Zegt aardige dingen tegen
medeleerlingen
Dit klopt niet o o o o Dit klopt helemaal 28. Gedraagt zich behulpzaam Dit klopt niet o o o o Dit klopt helemaal
54 Bijlage 4: ZIEN! Leerlingvragenlijst
Dit klopt (bijna) nooit
Dit klopt soms
Dit klopt vaak Dit klopt (bijna) altijd 1. Als mijn juf of meester iets uitlegt, let ik op o o o o 2. Als ik met mijn werk bezig ben, houd ik
mijn aandacht erbij
o o o o
3. Als ik een opdracht moet doen, werk ik een tijd lang achter elkaar door
o o o o
4. Als me iets niet gelijk lukt, blijf ik het proberen
o o o o
5. Ik vind de lessen van mijn juf of meester leuk en interessant
o o o o
6. Ik krijg werk dat ik graag doe o o o o
7. Ik ben blij met hoe ik mijn werk mag doen o o o o
8. Ik doe graag mee met de lessen o o o o
9. Ik doe dingen samen met andere kinderen o o o o
10. Ik heb vriendjes en vriendinnetjes o o o o
11. Ik voel dat andere kinderen mij aardig vinden
o o o o
12. Ik vind dat ik genoeg vriendjes en vriendinnetjes heb
o o o o
13. Ik heb goed contact met mijn juf of meester
o o o o
14. Mijn juf of meester begrijpt me o o o o
15. Ik ben blij dat ik bij mijn juf of meester in de klas zit
o o o o
16. Ik voel me fijn bij mijn juf of meester o o o o 17. Ik vind dat ik moeilijke dingen goed
aanpak
o o o o
18. Mij lukt het om moeilijke dingen goed te doen
o o o o
19. De dingen die ik doe op school, kan ik ook
o o o o
20. Ik vind dat ik goed ben in wat ik doe o o o o
21. Ik mag doen wat ik zelf fijn en interessant vind
o o o o
22. Ik mag de dingen doen zoals ik ze wil doen
o o o o
23. Ik vind dat ik kan doen wat ik zelf fijn vind
o o o o
24. Wat ik graag wil, gebeurt ook o o o o
25. Ik vraag of ik mee mag doen o o o o
26. Ik vraag of een ander met mij wil spelen o o o o 27. Ik stel uit mezelf vragen aan een ander o o o o 28. Ik zeg tegen anderen dat ze mee mogen
doen
o o o o
29. Ik begin een praatje met iemand anders o o o o 30. Ik pas mijn eigen idee aan, als een ander
een goed idee heeft
o o o o
31. Ik ga overleggen, als een ander iets anders wil dan ik
o o o o
32. Ik denk ook aan wat de ander wil, als we moeten kiezen
o o o o
33. Ik verander mijn idee als een ander dat graag wil
55 34. Ik ga wat anders doen als een ander dat
wil
o o o o
35. Ik zeg wat ik ergens van vind o o o o
36. Ik zeg het als ik iets wel of niet wil o o o o
37. Ik kom voor mezelf op o o o o
38. Ik kies wat ik zelf wil o o o o
39. Ik regel mijn eigen zaken o o o o
40. Ik wacht op mijn beurt o o o o
41. Ik denk na voor ik iets doe o o o o
42. Ik zorg dat ik geen problemen krijg o o o o
43. Ik laat een ander met rust als hij bezig is o o o o
44. Ik houd me aan de regels o o o o
45. Ik laat merken dat ik benieuwd ben naar wat een ander doet
o o o o
46. Ik doe aardig tegen een ander o o o o
47. Als ik zie dat een ander hulp nodig heeft, vraag ik of ik kan helpen
o o o o
48. Als ik zie dat iemand iets voelt, leef ik met de ander mee
o o o o
49. Ik luister naar het verhaal van een ander over wat hij meegemaakt heeft
o o o o
50. Andere kinderen doen mij pijn o o o o
51. Andere kinderen schelden mij uit o o o o
52. Andere kinderen sluiten mij buiten o o o o
53. Andere kinderen lachen mij uit o o o o
54. Ik doe sommige kinderen pijn o o o o
55. Ik scheld sommige kinderen uit o o o o
56. Ik sluit sommige kinderen buiten o o o o