• No results found

Infobrochure onderwijsregelgeving

In document WEGWIJS Ooievaarstraat TIENEN (016) (pagina 47-79)

DEEL III – HET REGLEMENT

21 Infobrochure onderwijsregelgeving

De school stelt jou als ouder bij inschrijving in kennis van de ‘infobrochure onderwijsregelgeving’. Dat docu-ment biedt een overzicht van de relevante regelgeving met betrekking tot de items die opgenomen zijn in dit schoolreglement.

Een actuele digitale versie van het document is beschikbaar op de website van de school. De inhoud van de infobundel kan te allen tijde gewijzigd worden zonder je instemming. Bij elke wijziging van de inhoud van de bundel, verwittigt de school jou tijdig.

Op jouw verzoek ontvang je een papieren versie van het document.

Bijlagen

 Model goedkeuring opvoedingsproject en schoolreglement

 Infobrochure onderwijsregelgeving

 Huiswerkbeleid Immac Tienen

Instemmingsformulier

bestemd voor de school Schoolbestuur Sint-Paulus vzw

Stationsstraat 16 3440 ZOUTLEEUW

SCHOOL:

De heer en/of mevrouw

……….………

ouder(s) van :

Naam kind(eren) Geboren te … Geboortedatum

1. ……….. ……….. ………..

2.……….. ……….. ………..

3.……….. ……….. ………..

4.……….. ……….. ………..

verkla(ren)art hierbij dat ze instemmen met de inhoud en de bepalingen van de schoolbrochure met

opvoedingsproject, schoolreglement en algemene informatie van de Vrije basisschool VIA Immaculata Tienen van 1 september 2020.

De ouder(s) bevestigen(t) op eer dat alle aan de school verstrekte gegevens naar waarheid zijn ingevuld en teken(en)t hierbij voor instemming en akkoord.

Te (plaats) ……….…, op (datum) ………

De ouders (1)

……….. ………

In te vullen door de school

Controle van de geboortedatum (2): ……….

__________________________________________________________________________________

__

(1) Ouders = de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen of in rechte of in feite de minderjarige onder hun bewaring hebben.

(2) Geraadpleegd document

Het HUISWERKBELEID van

VIA Immaculata Tienen

Met addendum “Agendawijzer” over het gebruik van onze agenda’s en Meervoudige Intelligentie.

Basisprincipe

Waarom is er huiswerk in onze school en waarom vinden we huiswerk zinvol? (doel-stellingen?)

 Via hun huiswerk leren onze leerlingen zelfstandig werken. Dat vinden wij belangrijk.

Stapje per stapje willen wij de leerlingen vaardiger maken om een taak alleen aan te kunnen.

 Via het huiswerk zien ouders waarmee de kinderen bezig zijn in de klas. Onze leer-lingen brengen zo een stukje school mee naar huis. Huiswerk is een brug tussen school en thuis.

 Huiswerk is ook een middel om bepaalde leerstof extra te oefenen, te automatiseren en bepaalde leerstof vast te zetten.

 …

Wat kunnen mogelijke huiswerkopdrachten zijn? (vorm en inhoud)

 uitvoeren van schriftelijke opdrachten

 leren van lessen

 voorbereiden van lessen

 verzamelen van materiaal

 zoeken van informatie en documentatie

 … Concrete afspraken

Wanneer geven we huiswerk en hoelang werken leerlingen aan huiswerk?

 Wanneer?

Het huiswerk wordt tijdig opgegeven, zodat leerlingen het huiswerk kunnen plannen i.f.v. hun buitenschoolse activiteiten. In de klas worden ze hierin begeleid door de leerkracht.

 Hoelang?

In het verleden kregen leerlingen geen huiswerk op woensdag en in het weekend. We stappen i.f.v. van de eigen huiswerkplanning af van deze vaste dagen, maar werken wel met een streef-doel per dag.

Ons streefdoel:

Per dag: Totaal per week:

1ste graad:  15 min.  90 min.

2de graad:  30 min.  180 min.

3de graad:  50 min.  300 min.

Wanneer de huiswerktijd overschreden wordt, vragen we u dit zo snel mogelijk aan de leer-kracht te melden. Dit signaal kan leiden tot het ontdekken van mogelijke leerproblemen bij een leerling, maar evenzeer tot nadenken bij de leerkracht.

Hoe noteren leerlingen de opdrachten in de agenda?

 Benamingen:

Alle huiswerk komt onder de rubriek ‘opdrachten’. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen ta-ken of lessen omdat deze grens soms heel vaag is.

Eerste leerjaar: Materiaal dat moet afgegeven of meegebracht worden, komt onder de rubriek

‘meebrengen’.

Tweede, derde en vierde leerjaar: Materiaal dat moet afgegeven of meegebracht worden, komt onder de rubriek ‘meebrengen - opzoeken’.

Vijfde en zesde leerjaar: Materiaal dat moet afgegeven of meegebracht worden, noteren de leer-lingen op de juiste dag onder ‘opdrachten’ in groene kleur.

 Kleurgebruik:

Agenda: kleurgebruik in de agenda

Eerste leerjaar: potlood

Tweede leerjaar: van potlood naar pen

 Vanaf het derde leerjaar:

 blauw: ‘opdrachten’

 groen: ‘meebrengen – opzoeken’

 rood: toetsen

 Vanaf het vijfde leerjaar:

 potlood: eigen planning van de opdrachten en/of toetsen

Waar noteren de leerlingen het huiswerk in de agenda?

Eerste t.e.m. vierde leerjaar:

In deze klassen wordt het huiswerk genoteerd op de dag dat het moet in orde zijn!

Bijvoorbeeld: Op maandag geeft de leerkracht een opdracht op tegen vrijdag  de opdracht wordt op vrijdag genoteerd, en niet op maandag.

Vijfde en zesde leerjaar:

De opdrachten worden eveneens genoteerd op de dag dat het moet in orde zijn! De leerling gaat in de agenda met potlood zijn/haar eigen planning opstellen i.f.v. o.a. zijn/haar eigen buiten-schoolse activiteiten.

Bijvoorbeeld: Op maandag geeft de leerkracht een opdracht op tegen vrijdag  de leerling heeft op donderdagavond muziekschool en judoles, dus kan hij/zij er beter voor zorgen dat de opdracht die avond niet meer gemaakt moet worden. De leerling kan dus voor de opdracht zelf een nieuwe deadline bepalen en noteert de opdracht in potlood op donderdag i.p.v. op vrijdag.

Hoe wordt de agenda gecontroleerd door de leerkracht / door de ouders?

Door de leerkracht:

In alle klassen wordt het plannen van de opdrachten gedurende gans de week bewaakt door de leerkracht. Sommige leerlingen zullen hier meer begeleiding nodig hebben dan anderen.

Door de ouders:

We verwachten dat ouders minimum een wekelijkse controle (+ handtekening) uitvoeren. Zo mo-gelijk een damo-gelijkse opvolging om de kinderen positief te kunnen aanmoedigen of om de leer-kracht snel op de hoogte te brengen van eventuele vragen.

Krijgen alle kinderen dezelfde opdrachten? (differentiatie)

In de keuze van onze opdrachten houden we rekening met de mogelijkheden van de leerlingen.

Indien u merkt, dat de opdrachten te moeilijk of te gemakkelijk zijn, te weinig of te veel zijn, gelieve de leerkracht dan zo snel mogelijk op de hoogte te brengen.

Wat gebeurt er wanneer uw kind niet in orde is met zijn huiswerk? (communicatie) Indien de opdracht door omstandigheden niet binnen de afgesproken termijn dreigt af te geraken, dan moet de leerling of de ouder dit op tijd aan de leerkracht melden (= communicatie), zodat er samen naar een oplossing kan gezocht worden (= bijsturing). Die melding dient bij voorkeur in de agenda te gebeuren in de rubriek “opmerkingen”.

Vanaf het vijfde leerjaar:

We verwachten hier op termijn van de leerling zelfdiscipline (= verantwoordelijkheid) om de op-dracht tijdig af te werken aangezien er met een flexibel systeem van deadlinebepaling gewerkt wordt. Indien de opdracht door omstandigheden niet binnen de afgesproken termijn dreigt af te geraken, dan moet de leerling dit op tijd aan de leerkracht melden (= communicatie), zodat er samen naar een oplossing kan gezocht worden (= bijsturing of sanctie).

We doen een beroep op de zelfdiscipline van de leerling, maar we vinden de communicatie over wat er gebeurt toch heel belangrijk. Daarom werken we met een “vergeetkaart”. Telkens de ling iets vergeet, zal de leerkracht de datum, het vak en wat vergeten is, vermelden. De leer-kracht ondertekent zijn/haar opmerking steeds, en we vragen aan de ouders om dit ook te doen, zodat wij weten of de ouder al dan niet zicht heeft op de situatie. Indien de vergeetkaart syste-matisch niet door de ouder ondertekend wordt, zullen we een andere weg dan de agenda zoeken om u te contacteren. Bij een volle vergeetkaart zal de leerkracht een gepaste maatregel nemen, die op voorhand met de leerling besproken (≠ afgesproken) werd.

Wat verwachten we van de ouders in verband met het maken van huiswerk? (voor -tijdens - na)

Verwachtingen VOOR het huiswerk gemaakt wordt:

 Goede omstandigheden (rustige werksfeer, weinig afleiders …) aanbieden waarin huiswerk kan worden gemaakt.

 Overloop elke dag samen met het kind de opdrachten in de agenda.

 Moedig het kind aan om thuis ook even voor de school te werken.

Verwachtingen TIJDENS het maken van het huiswerk:

 Sta open voor vragen van uw kind over het huiswerk.

 Luister al eens mee als uw kind hardop leest of een spreekoefening voor-bereidt.

Verwachtingen NA het maken van het huiswerk:

 Controleer of het huiswerk gemaakt is.

 Indien uw kind (van het eerste t.e.m. het vierde leerjaar) problemen heeft bij het maken van het huiswerk, noteert u dit in de klasagenda.

 Indien uw kind (vanaf het vijfde leerjaar) problemen heeft bij het maken van het huiswerk, dient uw kind dat ’s anderendaags zelf te melden aan de leerkracht.

Wat verwachten we niet?

 We verwachten niet dat u voor het huiswerk in strijd gaat met uw kind. Het huis-werk is een afspraak tussen de school en het kind. Weerstand rond die afspraak levert voor de school belangrijke informatie op over uw kind.

 We verwachten niet dat u de les opnieuw uitlegt. Dat is de taak van de leerkracht.

 We verwachten niet dat u het huiswerk om welke reden dan ook zelf zou maken.

Als er een reden is waarom uw kind het huiswerk niet kan maken, verwachten we dat u dit op de aangewezen manier communiceert (cf. hoger).

 We verwachten niet dat u het huiswerk verbetert. Dit gebeurt in de klas of door de leerkracht.

 We verwachten niet dat u een slordig werk laat overschrijven. De leerkracht maakt, afhankelijk van de opdracht, zelf afspraken met uw kind i.v.m. netheid.

De leerkracht leert meer over de vaardigheden van uw kind en het zelfstandig werken indien hij/zij het eigen werk van de kinderen zien, ook met gumresten, doorhalingen, verbeteringen van uw kind …

Wat gebeurt er met het huiswerk nadien in de klas? (feedback)

Huiswerk is geen bezigheidstherapie voor het kind als het niet op school zit. De leerkracht heeft een bedoeling met het huiswerk dat hij/zij opgeeft. Het wordt dan ook nadien in de klas bespro-ken.

Agendawijzer

“Leren leren” – kerngedachten1

Vorming is meer dan kennis, inzichten en vaardigheden bijbrengen. Via de eindtermen "leren le-ren" moeten de kinderen meer zelfstandig nieuwe kennis en vaardigheden kunnen verwerven en in staat zijn problemen op te lossen. Daar hangen twee doelen aan vast: ondersteuning van het schoolse leren enerzijds en effectief kunnen leren in om het even welke leersituatie anderzijds.

De kinderen moeten met andere woorden betere leerders en probleemoplossers worden en dat in allerlei wisselende contexten. Leren is immers een levenslang ontwikkelingsproces, waarbij ook iemands opvattingen over leren mee evolueren. Manieren van aanpakken, oplossingsstrategieën en attitudes ontwikkelen, daar gaat het om.

Deze visie op "leren leren" steunt op de overtuiging dat leren een actief en constructief proces is.

Leerinhouden en leerervaringen worden gezien als ruwe materie, die de lerende moet bewerken, verwerken en opnieuw opbouwen. Dit veronderstelt actieve inspanningen om te analyseren, con-cretiseren, verbanden leggen, interpreteren, synthetiseren, abstraheren, evalueren, integreren en transfereren. Een principe dat geldt voor alle leren.

De eindtermen “leren leren” worden los van enige context geformuleerd. Daarmee valt de klem-toon op het feit dat veel aspecten van "leren leren" hun toepassing vinden in uiteenlopende situa-ties. Ook is het een stimulans voor de school om deze leergebiedoverschrijdende eindtermen in verschillende leercontexten, gevarieerde leersituaties en met leerinhouden uit verschillende leer-gebieden aan te leren en te oefenen. Zo wordt ook het transferkarakter ervan voor kinderen zichtbaar en geleidelijk aan duidelijk (‘Hé! Deze methode kan ik nog voor wat anders gebrui-ken.’). Bovendien biedt het de leerkracht de mogelijkheid om te vertrekken vanuit de ervaringen van de kinderen zelf.

Eindtermen “leren leren”

Eindtermen zijn minimumdoelen op het vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die de onderwijsoverheid als noodzakelijk en bereikbaar acht voor een bepaalde leerlingenpopulatie.

Voor het lager onderwijs zijn er enkel eindtermen voor het einde van de basisschool. Het is echter belangrijk, dat er doorheen de hele lagere school en niet alleen in het 6de leerjaar aan de eindter-men gewerkt wordt.

1. De leerlingen kunnen losse gegevens verwerven en gebruiken door ze betekenis te geven en te memoriseren.

2. De leerlingen kunnen op systematische wijze verschillende informatiebronnen op hun niveau zelfstandig gebruiken.

3. De leerlingen kunnen op systematische wijze samenhangende informatie (ook an-dere dan teksten) verwerven en gebruiken.

1http://www.ond.vlaanderen.be/curriculum/basisonderwijs/lager-onderwijs/leergebiedoverschrijdend/leren-leren/uitgangspunten.htm

4. De leerlingen kunnen eenvoudige problemen op systematische en inzichtelijke wijze oplossen.

5. De leerlingen kunnen, eventueel onder begeleiding:

hun lessen, taken en opdrachten plannen en organiseren

hun eigen leerproces controleren en bijsturen 6. Houdingen en overtuigingen

De leerlingen kunnen op hun niveau leren met:

 nauwkeurigheid

 efficiëntie

 wil tot zelfstandigheid

 voldoende zelfvertrouwen

 voldoende weerbaarheid

 houding van openheid

 kritische zin

Onze agenda’s

Figuur 1 - Leerlijn ingebouwd in de agenda's

In onze agenda’s gaan we stap voor stap op weg met de LOETEN rond leren leren. Die leerlijn spreiden we over de LeerWijzers die in de handel verkrijgbaar zijn.

1ste t.e.m. 6de leerjaar

LeerWijzer is een schoolagenda waarin de verticale leerlijn leren leren van het eerste tot en met zesde leerjaar op verschillende manieren wordt verwerkt: zo vormt de aangepaste structuur per leeftijd een belangrijk hulpmiddel bij het plannen. Ook in de manier van invullen van taken is er een duidelijke evolutie van 1 tot 6. Het portfoliogedeelte laat toe om te reflecteren en het over-zicht te behouden bij bijvoorbeeld het verzamelen en verwerken van informatie. De wekelijkse Vitamientjes geven telkens een nieuwe impuls om het leren leren onder de aandacht te houden.

In de eerste graad worden de basisvoorwaarden voor het leren leren gevisualiseerd: ik wil, ik plan, ik doe en dit kan ik al. Vanaf de tweede graad wordt er gewerkt rond gestructureerd leren. In de derde graad komt daar de bewuste reflectie over leren leren bij.

Door de agenda te voorzien van data, foto’s, teksten en vakantiepagina’s wordt het schooljaar ge-visualiseerd en leren kinderen omgaan met tijd en planning.

Guimardstraat 1 □ 1040 BRUSSEL www.katholiekonderwijs.vlaanderen

BIJLAGE

Titel mededeling: Het schoolreglement van het basisonderwijs Referentienummer: MLER_063_B02

Bijlage 02 – Infobrochure onderwijsregelgeving

De wijzigingen (bijvoorbeeld rond toelatingsvoorwaarden) zijn steeds onder voorbehoud van goedkeuring van regelgeving met als ingangsdatum 1 september 2020. De inhoud van deze infobrochure kan gewijzigd worden zonder toestemming van de ouders. Dan zullen we jou in-formeren via de Nieuwsbrief van Katholiek Onderwijs Vlaanderen.

Versie juni 2020 Inhoud

Bijlage 02 – Infobrochure onderwijsregelgeving 56 1 Definities 59

1.1 Schoolstructuur 59

1.2 Schoolorganisatie 59

2 Centrum Leerlingenbegeleiding (CLB) 60 2.1 Relatie tussen CLB en school 60

2.2 Relatie tussen CLB, de leerlingen en hun ouders 60 2.3 Het multidisciplinair dossier 61

3 Inschrijvingen en toelatingen van leerlingen 62 3.1 Toelatingsvoorwaarden 62

3.1.1 Verlengd verblijf in het kleuteronderwijs 62 3.1.2 Naar de lagere school 62

3.1.3 Verlengd verblijf in het lager onderwijs63

3.2 Weigeren/ontbinden en beëindigen van een inschrijving 63 3.2.1 Weigeren 63

3.2.2 Ontbinden 64

3.2.3 Beëindigen 64 4 Afwezigheden 64

4.1 Afwezigheden wegens ziekte 64

4.2 Andere van rechtswege gewettigde afwezigheden 65

4.3 Afwezigheid wegens een preventieve schorsing, een tijdelijke of een definitieve uitsluiting 66

4.4 Afwezigheden waarvoor de toestemming van de directeur nodig is 66

4.5 Afwezigheden voor maximaal 6 lestijden per week voor topsport tennis, zwemmen en gymnastiek mits toestemming van de directie 67

4.6 Afwezigheden van kinderen van binnenschippers, kermis- en circusexploitanten en -arties-ten en woonwagenbewoners, om de ouders te vergezellen tijdens hun verplaatsingen (de zgn.

'trekperiodes') 67

4.7 Afwezigheden omwille van revalidatie tijdens de lestijden 67 4.7.1 Na ziekte of ongeval 68

4.7.2 Bij een specifieke onderwijsgerelateerde behoefte waarvoor een handelingsgericht advies is gegeven 68

4.8 Problematische afwezigheden 69

5 Onderwijs aan huis en/of synchroon internetonderwijs 69 5.1 Voorwaarden tijdelijk onderwijs aan huis (TOAH) 69

5.2 Synchroon internetonderwijs 70

6 Herstel- en sanctioneringsbeleid 70 6.1 Preventieve schorsing 70

6.2 Tijdelijke uitsluiting 71 6.3 Definitieve uitsluiting 71

6.4 Procedure bij tijdelijke en definitieve uitsluitingen van een leerling 71 6.5 Beroepsprocedure bij definitieve uitsluiting van een leerling 72

7 Getuigschrift op het einde van het basisonderwijs 72 8 Financiële bijdrage 74

9 Geldelijke en niet-geldelijke ondersteuning die niet afkomstig is van de Vlaamse Ge-meenschap en de rechtspersonen die daarvan afhangen (reclame- en sponsorbeleid) 75 10 Privacy 76

10.1 Overdracht van leerlingengegevens bij schoolverandering 76 10.2 Publicatie van beeld- of geluidsopnames (foto’s, filmpjes …) 76 10.3 Recht op inzage, toelichting en kopie 77

10.4 Bewakingscamera’s 77

22

Definities2 22.1 Schoolstructuur3

School: pedagogisch geheel waar onderwijs georganiseerd wordt onder leiding van één directeur.

Basisschool: omvat een kleuterniveau en een niveau lager onderwijs.

Autonome kleuterschool: omvat alleen het niveau kleuteronderwijs.

Autonome lagere school: omvat alleen het niveau lager onderwijs.

Vestigingsplaats: gebouw of gebouwencomplex waarin een school of een gedeelte van een school gehuisvest is.

22.2 Schoolorganisatie

Schooljaar: de periode van 1 september tot en met 31 augustus.

Schoolbestuur: de rechtspersoon of de natuurlijke persoon die verantwoordelijk is voor één of meer scholen.

Scholengemeenschap: samenwerkingsverband tussen meerdere scholen.

Klassenraad: team van personeelsleden dat onder leiding van de directeur of zijn afgevaardigde samen de verantwoordelijkheid draagt of zal dragen voor de begeleiding van en het onderwijs aan een bepaalde leerlingengroep of individuele leerling.

Schoolraad4: Orgaan met advies- en overlegbevoegdheid samengesteld uit vertegenwoordigers van ouders, personeel en lokale gemeenschap. De schoolraad heeft rechten en plichten inzake infor-matie en communicatie.

Leerlingenraad5: Orgaan met adviesbevoegdheid samengesteld uit vertegenwoordigers van de leerlingen. De leerlingenraad heeft rechten en plichten inzake informatie en communicatie. De wijze waarop de leerlingenraad wordt samengesteld wordt bepaald in het schoolreglement.

Ouderraad6: Orgaan met adviesbevoegdheid samengesteld uit vertegenwoordigers van de ouders.

De ouderraad heeft rechten en plichten inzake informatie en communicatie.

Pedagogische raad7: Orgaan met adviesbevoegdheid samengesteld uit vertegenwoordigers van het personeel. De pedagogische raad heeft rechten en plichten inzake informatie en communicatie.

Extra-murosactiviteiten: activiteiten die plaats vinden buiten de schoolmuren en georganiseerd worden voor één of meer leerlingengroepen. Activiteiten die volledig buiten de schooluren geor-ganiseerd worden, vallen hier niet onder.

2 Decreet basisonderwijs

3 Omzendbrief ‘Structuur Basisonderwijs’

4 Omzendbrief ’Lokale participatieregeling in het basis- en secundair onderwijs’

5 Omzendbrief ’Lokale participatieregeling in het basis- en secundair onderwijs’

6 Omzendbrief ’Lokale participatieregeling in het basis- en secundair onderwijs’

7 Omzendbrief ’Lokale participatieregeling in het basis- en secundair onderwijs’

23

Centrum Leerlingenbegeleiding (CLB)8

Het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) heeft als opdracht om leerlingen te begeleiden in hun functioneren op school en in de maatschappij. Die begeleiding van leerlingen situeert zich op vier domeinen:

• het leren en studeren;

• de onderwijsloopbaan;

• de preventieve gezondheidszorg;

• het psychisch en sociaal functioneren.

23.1 Relatie tussen CLB en school

De school en het CLB maken afspraken over de schoolspecifieke samenwerking en leggen die vast.

Die samenwerkingsafspraken zijn met de ouders besproken in de schoolraad.

Het CLB werkt vraaggestuurd vertrekkende van vastgestelde noden, vragen van de leerling, de ou-ders of de school. Als de school aan het CLB vraagt om een leerling te begeleiden, zal het CLB een begeleidingsvoorstel doen naar de leerling. Het CLB zet de begeleiding slechts voort als de ouders van de leerling hiermee instemmen. Een minderjarige leerling kan zelf instemmen als hij voor zichzelf kan inschatten wat goed voor hem is (= bekwame leerling). Vanaf de leeftijd van 12 jaar vermoedt de regelgever dat een kind voldoende competent is om zelfstandig te beslissen of hij wil instemmen met de CLB-begeleiding.

De school heeft recht op begeleiding door het CLB. Het CLB kan bepaalde problemen of onregel-matigheden in het beleid van de school signaleren en de school op de hoogte brengen van be-paalde behoeften van leerlingen. Daarnaast biedt het CLB versterking aan de school bij problemen van individuele leerlingen of een groep leerlingen.

Het CLB deelt relevante informatie die over de leerlingen in de school aanwezig is en de school deelt relevante informatie over de leerlingen in begeleiding. Leerlingen of de ouders van een niet-bekwame leerling dienen hun toestemming te geven bij het doorgeven van informatie verzameld door het CLB. De school en het CLB houden allebei bij het doorgeven en het gebruik van deze in-formatie rekening met de geldende regels inzake het ambts- en beroepsgeheim, de deontologie en

Het CLB deelt relevante informatie die over de leerlingen in de school aanwezig is en de school deelt relevante informatie over de leerlingen in begeleiding. Leerlingen of de ouders van een niet-bekwame leerling dienen hun toestemming te geven bij het doorgeven van informatie verzameld door het CLB. De school en het CLB houden allebei bij het doorgeven en het gebruik van deze in-formatie rekening met de geldende regels inzake het ambts- en beroepsgeheim, de deontologie en

In document WEGWIJS Ooievaarstraat TIENEN (016) (pagina 47-79)