• No results found

In dit wikken en wegen over een buitenlandse reis speelde ook

een Franse pianiste, mademoiselle Jeunehomme een rol. Ze bezocht Salzburg in

1777, was meermalen bij de Mozarts thuis, waar ze smakelijke verhalen opdiste over

haar concertpraktijk in Europese hoofdsteden. Voor haar componeerde Wolfgang

een pianoconcert in Es (door Einstein Mozarts ‘Eroïca’ genoemd), dat mèt zijn

vioolconcerten tot het beste werk uit deze tijd behoort.

Na enige aarzeling vroeg Leopold in juni 1777 een verlof voor hem en zijn zoon

voor ‘ettelijke’ maanden. Colloredo verklaarde, dat hij al eerder had verklaard weinig

respekt te hebben voor ontrouwe orkestleden. Wolfgang zou desnoods voor korte

tijd kunnen gaan, Leopold mocht de dienst niet verlaten. Leopold zag toen nog slechts

één oplossing voor zijn zoon: volledige vrijheid, ontslag in plaats van een kort verlof.

Hiertoe schreef hij een verzoekschrift, uitvoerig en vol mooie zinswendingen, waarin

bijbelcitaten niet ontbraken. Talent mocht niet onder de korenmaat blijven. Het

argument klonk niet overtuigend. Met klimmende woede las Colloredo het

breedsprakige stuk. Hij voorzag het van de kanttekening: ‘Naar de rekenkamer ermee,

opdat vader en zoon volgens het Evangelie vergunning ontvangen hun geluk elders

te zoeken’.

Deze opmerking bleek niet letterlijk zo bedoeld te zijn. Colloredo wenste Leopold

in dienst te houden, Wolfgang kon vertrekken als hij wilde. Een beslissing, die

Leopold in een moeilijk parket bracht, hij kon zijn betrekking niet prijsgeven. Maar

wat met Wolfgang? Beter dat de onervaren jongeman niet alleen reisde. Daarom

werd overwogen, dat zijn moeder Maria Anna hem zou begeleiden. Vrolijk en resoluut

als ze was, zou ze zeker leiding kunnen geven. Ze had overwicht op Wolfgang, die

veel van zijn moeder hield, eigenlijk meer dan van zijn kritische enigszins stugge

vader. Zo werd alles in orde gebracht voor een reis van Maria Anna Mozart-Perthin

en haar zoon: ze zouden wisselbrieven meekrijgen, aanbevelingen, gegevens over

de te volgen route. Eerst München, daarna voor familiebezoek Augsburg, vervolgens

Mannheim en zo nodig Parijs.

De 23ste september 1777 komt in de vroege ochtend de door de Mozarts aangeschafte

reiskoets voorgereden. Afscheid in nerveuze stemming, omhelzingen, op de valreep

nog goede raad. Na de vertrekkenden te hebben nagewuifd, gaan Leopold en Nannerl

naar boven. Leopold gaat verdoofd van smart zitten. Hij springt weer op, bedenkend

dat hij vergeten heeft zijn zoon zijn vaderlijke zegen mee te geven. Dit doet hem

naar het raam rennen. De reizigers bevinden zich al buiten de stadspoort.

‘Nannerl huilde ongelooflijk en ik moest alle moeite doen om haar te troosten’,

schrijft Leopold enige dagen later aan het adres van zijn vrouw in München. Door

de narigheid was Nannerl zelfs misselijk geworden, 's avonds voelde ze zich wat

beter. ‘Wij speelden piket’, aldus Leopold, ‘aten in mijn kamer, speelden na het

avondeten nog een paar spelletjes, daarna gingen we in godsnaam slapen. Zo verliep

deze treurige dag, die ik nooit verwacht had in mijn leven te beleven’.

Via het poststation Wasserburg wordt de 24ste tegen half vijf München bereikt.

Voor de reizigers is het Gasthof ‘Zum schwarzen Adler’ in de Kaufingerstrasse

besproken. De volgende ochtend reeds bezoekt Wolfgang de ‘Spektakel-Intendant’

graaf Seeau. Deze belooft hem te introduceren bij graaf Waldburg-Zeil, die zich

bereid toont om bij de keurvorstin Maria Anna Sophie een aanstelling van de jonge

Mozart te bepleiten. Mozart is vol hoop, hij weet dat zijn succes van januari 1775 in

ieders herinnering is gebleven.

Enige dagen later verneemt hij, dat het onderhoud van graaf Waldburg met de

vorstin niets heeft opgeleverd. Ze ‘schupfte die Achseln’ en ‘zweifelt sehr’. Daarin

staat ze niet alleen, ook haar echtgenoot Maximilian Joseph ‘zweifelt sehr’. Wel

ontvangt hij Mozart in audiëntie, zegt hem veel vriendelijks, maar komt toch tot de

slotsom ‘es ist keine vacatur da’. Woorden die Mozart nog vele malen te horen zal

krijgen. Vindt men hem te timide, te links en onhandig voor een leidende functie in

een hoforkest? Het is waar, Mozart mist het zelfvertrouwen en het organisatietalent,

de takt en het savoir vivre van een Joseph Haydn. Zijn genialiteit vertoont heel andere

trekken. Men had hem van broodzorgen kunnen bevrijden, hem als hofcomponist

kunnen aanstellen in een der Europese muziekcentra, aangewezen op vorstelijk

patronaat.

Mozart weet, dat men hem tekort doet. Zijn zelfkennis en vertrouwen in eigen

bekwaamheid zijn groot genoeg om te begrijpen wat hij waard is. Waarom wil men

niet inzien, dat hij tot de grootste componisten van Europa behoort? Waarom onthoudt

men hem de kans om dit te bewijzen, beter dan dit in Salzburg

mogelijk is? Hij vraagt opnieuw een gesprek aan bij graaf Seeau, brengt nogmaals

naar voren wat zijn inbreng voor het Münchense muziekleven zou betekenen. Seeau

hoort hem aan, betuigt zijn spijt. De sollicitant heeft het immers gehoord: ‘es ist

keine vacatur da’. Voor hem tenminste niet. Misschien, dat de kansen in Augsburg

of Mannheim gunstiger lijken.

De 11de oktober zien Maria Anna en Wolfgang de torens van Augsburg opdoemen.