• No results found

Implementatie van de indicator Cultuurhistorie Indicator ‘effect grondgebruik op cultuurhistorische waarden’

Grondgebruik Top

7.2 Implementatie van de indicator Cultuurhistorie Indicator ‘effect grondgebruik op cultuurhistorische waarden’

Deze indicator toont een ruimtelijk beeld van het effect van (veranderingen) in het grondgebruik op cultuurhistorische waarden. Hierbij worden de drie deeldomeinen van de cultuurhistorie meegenomen:

• Historische geografie: Herkenbaarheid ontginningsgeschiedenis. • Historische bouwkunst: historische-bouwkundige waarden. • Archeologie: verwachtingswaarde en vindplaatsen.

Conceptueel kader

Naast natuurlijke processen hebben ook occupatie en ontginning het landschap gevormd. Het landschap bevat sporen uit verschillende tijdvakken. Het kan daarbij gaan om archeologische vondsten, zoals hunebedden of Romeinse woningen, om oude verkavelingspatronen of historische gebouwen zoals boerderijen en kastelen. Bovendien was in het verleden het ruimtegebruik in hoge mate aangepast aan de natuurlijke gesteldheid en als zodanig een aanduiding van de ontginningsgeschiedenis. Een bekend voorbeeld is de ruimtelijke rangschikking van heiden, akkers en

hooilanden in het esdorpenlandschap van Hoog-Nederland. Door de introductie van kunstmest en ingrijpende inrichtingsmaatregelen was het mogelijk om heiden te ontginnen en overal akkers en weiden aan te leggen. De verschillende overheden voeren al jarenlang beleid voor behoud en ontwikkeling cultuurhistorische waarden, bijvoorbeeld door de wettelijke bescherming van gebouwde monumenten en dorpsgezichten, ratificering van het verdrag van Malta over archeologische bodemvondsten en het Belvedère beleid.

De cultuurhistorische waarden zijn opgebouwd uit elementen uit de verschillende deeldomeinen van de cultuurhistorie, namelijk de historische bouwkunst, de historische geografie en de archeologie. Bij historische bouwkunst gaat het om gebouwde monumenten van meer dan 50 jaar oud. Hiervoor is gekozen omdat het aansluit bij de definitie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Omdat er geen landelijke overzichten zijn van monumenten op provinciaal en gemeentelijk niveau is gekozen om alleen de rijksmonumenten mee te nemen en de beschermde stads- en dorpsgezichten. Dit zijn gebieden die door het ministerie van OCW aangewezen zijn als onderdelen van waardevolle cultuurlandschappen.

Voor de herkenbaarheid van de ontginningsgeschiedenis (historische geografie) is gebruik gemaakt van een bestand dat per landschapstype de ontginningsgeschiedenis benoemt: HISTLAND. De basis van dit bestand is een indeling in historische landschapstypen. Dit zijn landschappen die een vergelijkbare ontginningsgeschiedenis en bijbehorend ruimtegebruik en verkavelings- en occupatiepatroon kenden in 1850 of indien later het moment van ontginning. In totaal zijn 32 landschapstypen onderscheiden die op een hoger aggregatieniveau aansluiten op de ontginningstypen uit de Nota Landschap (1992).

De archeologie ten slotte is afkomstig van de archeologische informatie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Het gaat om een bestand met archeologische monumenten (AMK) en een bestand dat aangeeft waar archeologische informatie in de bodem aanwezig is: Indicatieve Kaart Archeologische Waarden.

Tezamen vormen de onderdelen de cultuurhistorische waarden. Deze zijn gevoelig voor bijvoorbeeld bodembewerkingen en bouwwerkzaamheden. De indicator legt daarom een link tussen veranderingen in het grondgebruik en de cultuurhistorische waarden.

Invoerbestanden

Deze bestanden zijn hiervoor al toegelicht.

Naam bestand Bronhouder &

contactpersoon Reguliere update Door bronhouder Type Versie

HISTLAND Alterra, Titus Weijschede

en Chris de Bont Nee Polygoon, vergrid naar 250 m 2005 Archeologische

Monumenten Kaart (AMK) (300000 v Chr tot 1950)

Voormalig RACM, nu: Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed

Onbekend versie 1 was van 2000, de huidige versie van mei 2008 Polygoon vergrid naar 250 m 21-05-2008 Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW)

Rijksdienst voor het

Cultureel erfgoed Onbekend Polygoon vergrid naar 250 m 2008 Gebouwde monumenten

Stads- en dorpsgezichten

Voormalig RACM, nu: Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed H.C. de Groot Versie 1 in 2001, versie 2 in 2005, volgende versie onbekend Puntenbestand vergrid naar 250 m Polygoonbestand vergrid naar 250 m 05-04- 2005 13-01- 2010

Naam bestand Bronhouder &

contactpersoon Reguliere update Door bronhouder Type Versie

Defensiemonumenten uit

het CultGIS Geen actuele brondhouder Nee Polygoon vergrid naar 250 m 2008 Grondgebruik top10 (zie

par. 6.4) Alterra Wordt op aanvraag afgeleid van de Top10 Grid 250 m 2000, 2004, 2006

7.3 Verrichte werkzaamheden voor de indicator Cultuurhistorie

In overleg met de deskundigen en de opdrachtgever zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd: • Zoals eerder vermeld is de grondgebruikstypologie zoals die tot nu toe in KELK versie 1 was

geïmplementeerd vereenvoudigd voor KELK versie 2 (zie par. 6.4 en bijlage 1).

• De kennistabel om de effecten van het grondgebruik op de cultuurhistorie te bepalen, is vereenvoudigd: de effecten worden niet meer bepaald op grond van de verandering van de bovengrond, maar worden rechtstreeks afgeleid van de confrontatie tussen grondgebruik en historische landschapstypen.

• In de nieuwe kennistabel ‘bepaal kenmerkend grondgebruik in historische landschappen’ wordt voor elk historisch landschapstype aangegeven welke grondgebruiksvorm vanuit een historisch perspectief kenmerkend is of niet: 1 = kenmerkend en heeft een positieve invloed op de herkenbaarheid van dat landschapstype, 0 = neutraal, heeft nagenoeg geen invloed, -1 = niet kenmerkend en heeft een negatieve invloed en -4 = onherstelbaar. Bij ‘onherstelbaar’ gaan we ervan uit dat de waarden door het grondgebruik (bijvoorbeeld nieuwe bebouwing) voor goed vernietigd worden en niet meer hersteld kunnen worden: als deze waarde eenmaal is toegekend aan een gridcel dan zal deze die waarde behouden. De beschikbare kennis laat het niet toe dat het effect in meer dan 4 klassen bepaald kan worden.

• De kaart historische landschappen is gebaseerd op HISTLAND. Er is een nieuwe versie van HISTLAND gemaakt die aansluit op de belijningen van de vector-Top10. Hierbij zijn soms afwijkende begrenzingen ontstaan tgv de aanwezige belijningen in de Top10. Besloten is om toch de oorspronkelijke versie in KELK te houden omdat hierin de oorspronkelijke grenzen behouden blijven en op de gebruikte gridgrootte van 250 x 250 m de precieze perceelgrenzen geen rol spelen.

• De uitvoer van de kennistabel ‘bepaal kenmerkend grondgebruik in historische landschappen’ wordt vermenigvuldigd met een samengestelde kaart van cultuurhistorische waarden, waarin naast de herkenbaarheid van ontginningsgeschiedenis (die voorheen als enige in KELK werd gebruikt) ook archeologische data en historische bebouwing en half-natuurlijke landschappen zijn opgenomen.

• De uitvoer van deze vermenigvuldiging geeft de kenmerkendheid van het grondgebruik in relatie tot de cultuurhistorische waarden; aangenomen wordt: hoe groter de cultuurhistorische waarde, hoe kenmerkender (positief) of juist niet kenmerkend (negatief) het grondgebruik daar is.

• De kenmerkendheid van het grondgebruik in relatie tot de cultuurhistorische waarden wordt per tijdstip bepaald; het effect van veranderingen in het grondgebruik wordt bepaald door deze uitvoer in t1 (vorige of huidige situatie) met een kennistabel te vergelijken met de uitvoer in t2 (later tijdstip of scenario).

• Er is daarnaast een bewerking toegevoegd waarbij alleen de negatieve veranderingen worden aangegeven met de waarde 1. Hieruit kan op eenvoudige wijze worden berekend in hoeveel gridcellen het grondgebruik in de periode van t1 tot t2 minder kenmerkend is geworden.

7.4 Kennistabel bepaal kenmerkendheid grondgebruik in