• No results found

Dit hoofdstuk biedt een vergelijking van de ontwerpplannen van Theo van Doesburg voor de middenstandswoningen in Drachten, met de uiteindelijke uitvoering van deze plannen in het Van Doesburg-Rinsemahuis. Uit de correspondentie met architect Cees Rienks de Boer is gebleken – hoewel De Boer zeer veel bewondering had voor Van Doesburg – dat hij en Van Doesburg niet altijd overeenkwamen in hun visie. 'Uit uw schrijven maak ik op dat we elkaar nog nader van elkander bedoeling moeten komen. De rede waarom ik deuren niet in eén kleur kan schilderen is: dat ik de drie (meest) harmonische samenklanken kleuren: zoveel geel en blauw (zwart & wit zijn begeleide kleuren) steeds bij elkaar wil houden en dat altijd voor proportionele verhouding. Zou ik één kleur alleen gebruiken dan was dit op den duur onaangenaam voor het oog, terwijl op deze wijzen, als het werk af is, er een eenheid ontstaat die altijd prettig blijft aandoen.'118

6. 1 Ontwerpplan voor de middenstandswoningen

In 1920 ontmoette Theo van Doesburg, via zijn vriend, Evert Rinsema de Drachtster architect Cees Rienks de Boer. De Boer was destijds tijdelijk gemeentearchitect van Drachten en was op dat moment bezig met het ontwerp van een complex middenstandswoningen in Drachten. Kort na hun ontmoeting schreef De Boer Theo van Doesburg met de vraag of hij hem kon adviseren op het gebied van kleur alsmede op het gebied van de architectonische vormgeving. Dit advies heeft uiteindelijk geleid tot de opdracht aan Theo van Doesburg om het kleurenplan voor zowel het exterieur als voor het interieur te ontwerpen en een ontwerpplan te maken voor de tuinen.119

Van Doesburg was destijds woonachtig in Weimar en daarom verliep de correspondentie met De Boer via brieven en tekeningen. Per ruimte ontwierp hij een kleurenplan. Bij ieder kleurontwerp voegde hij kleurharmonieën toe. Dit zijn collages waarop hij de juiste verhouding van de kleuren per ruimte aangaf. Het was de bedoeling dat de schilders hun kleuren mengden naar deze harmonieën.120 Er zijn dertien ontwerptekeningen voor de interieurs bekend en

minimaal tien kleurharmonieën, waarvan één harmonie behangstalen bevat (bijlage I).

Van Doesburg paste zijn kleurgebruik aan op de behangsels – deze werden in grijstinten uitgevoerd – ‘daar dit de grootste vlakken zijn.’121 Van Doesburg gebruikte uitsluitend de kleuren rood, blauw, geel en in sommige gevallen groen. Om de kleurvlakken los te maken van de omgeving, werden de kleurvlakken voorzien van een wit kader. In het geval van de deuren dienden alleen de panelen in kleur geschilderd te worden en het kader in wit (met uitzondering van de binnenzijde van de kastdeuren).122

118 Brief Van Doesburg aan De Boer. Ongedateerde brief tussen 18-08-1921 en 03-09-1921. Kopie in bezit RKD. 119 Hoek 2000: 279.

120 Hoek 2000: 281.

6. 1. 1 Ontwerptekeningen en kleurharmonieën

Begane grond

In principe hield Theo van Doesburg deze volgorde aan in zijn ontwerpproces: ‘Eerst de suite- kamers, dan de slaapkamers, dan de gangen, daarna 'achter corridor' en keuken en vervolgens het exterieur.’123 Maar omdat Van Doesburg de kleuren afstemde op de behangsels en deze niet onmiddellijk besteld waren, verzond hij als eerste de Kleurharmonie voor kasten en Kleurontwerp voor de keukens. Alle kasten en het kastenglas in de achterkamers dienden in dit blauw geschilderd te worden, mits ze goed verlicht zouden worden. Indien ze niet goed verlicht zouden worden, zouden de kasten en het kastenglas uitgevoerd moeten worden in geel. Het Kleurontwerp voor de keukens ging gepaard met een Kleurharmonie voor de keukens. Deze kleurharmonie is voorzien van de juiste verhouding van de kleuren en de schilders dienden hiernaar hun kleur te mengen.

Voor de begane grond verstuurde Theo van Doesburg één kleurontwerp met daarop aangegeven de kleuren van de vloeren, kasten en kozijnen en een ontwerptekening voor de begane grond. De ontwerptekening geeft voor alle ruimtes gedetailleerder weer, waar de kleuren moesten komen. Mogelijk is deze verstuurd naar aanleiding van vragen van De Boer. Dit is echter niet terug te vinden in de correspondentie. Het eerste ontwerp ging gepaard met Kleurontwerp muurvlak ingang A en een aantal kleurharmonieën.124 De kleuren die zijn afgebeeld op het kleurontwerp zijn niet de juiste kleuren, maar geven wel de locaties van de kleuren weer. Omdat van Doesburg de ruimtes niet met eigen ogen kon zien, liet hij De Boer bepalen welk behang, en daarmee ook welke kleurenharmonie, in welke ruimte moest komen. Zijn basisprincipe was dat in de lichte vertrekken donker behang gekozen diende te worden en vice versa.

Aan de tweede ontwerptekening voor de begane grond voegde Van Doesburg Kleurontwerpen wanden keuken, Kleurontwerp trap en de ontwerptekening Hal en trap toe. De tekeningen van de wanden van de keuken komen overeen met de schetsen die zijn gemaakt op de ontwerptekening. Alleen de tegels van de schouw zijn in het laatste geval rood in plaats van geel. Wederom zijn de kleuren op deze tekeningen niet de exacte kleuren maar dienen deze uitgevoerd te worden volgens de kleurharmonieën. De kasten zijn in dit geval blauw gebleven. Dit zou dus betekenen dat de kasten in de achterkamers genoeg verlicht konden worden en dat deze allen uitgevoerd konden worden volgens Kleurharmonie voor kasten.

Verdieping

Op 6 september 1921 heeft Van Doesburg, tezamen met een brief met instructies, Kleurontwerp voor de verdieping (Compostie IV) en Kleurontwerp voor de plafonds van de verdieping (Compositie III) verstuurd. Ontwerptekening verdieping is verstuurd met een brief daterend van 14 september 1921. Gebaseerd op het afwijkende handschrift, is het aannemelijk dat deze laatste tekening waarschijnlijk gemaakt is door Cees Rienks de Boer en voorzien is van kleuren en extra aantekeningen door Theo van Doesburg als ondersteuning van De Boer’s tekeningen.

123 Brief Van Doesburg aan De Boer. 12-08-1921. Kopie in bezit RKD.

124 Het is niet duidelijk welke kleurharmonieën dit betreft. Mogelijk opties worden gegeven in de sub-paragraaf

Op het Kleurontwerp voor de verdieping zijn wederom de locaties van de kleuren aangegeven. Ditmaal zijn de vloeren, in tegenstelling tot op eerdere tekeningen, opengelaten. De bijbehorende brief bevat aanwijzingen voor de exacte locaties van de kleuren. Zo dienen enkel de deurpanelen van kleur voorzien te worden en geven de pijlen aan, aan welke kant de deuren gekleurd dienen te worden.125 Bij Kleurontwerp voor de verdieping zijn wederom kleurharmonieën toegevoegd die de juiste kleur weergeven.

Het Kleurontwerp voor de plafonds van de verdieping geeft de compositie weer van de kleuren op het plafond. De kleurvlakken op het plafond worden van elkaar gescheiden door witte balken. Om de kleurvlakken los te maken van de architectuur, tekende Van Doesburg witte randen langs het plafond, ter breedte van de balken.126 Van Doesburg maakt in zijn ontwerp onderscheid tussen de voor- en achterkamers. In de achterkamers worden twee vlakken wit gehouden. Mogelijk komt er in deze ruimtes minder licht binnen. In zowel de voor en achterkamer is een groot blauw vlak aanwezig.

6. 1. 2 Welk blauw waar?

Op basis van het onderzoek naar de kleurontwerpen en correspondentie kan er een beeld geschetst worden van welke onderdelen in het huis blauw geschilderd dienden te worden. Voor een aantal ruimtes is het mogelijk de juiste kleurharmonie te plaatsten, gebaseerd op de correspondentie en aantekeningen, de studie naar het oorspronkelijke behang door Megan Kisters en het kleuronderzoek in situ. Het blijft echter lastig om een uitspraak te doen over de exacte kleurtoon van het blauw in de tekeningen, vanwege de verkleuring van het papier en mogelijke degradatie van de pigmenten. Om de juiste kleurtoon te bepalen zal er een materiaal- technische studie uitgevoerd moeten worden naar de kleurharmonieën. Binnen het tijdsbestek van deze scriptie was dat niet mogelijk. Op de afbeeldingen 6 t/m 18 zijn de resultaten van het onderzoek naar de ontwerptekeningen en kleurharmonieën weergegeven op de plattegrond van het Van Doesburg-Rinsemahuis. De plaatsing van de kleurharmonieën in de plattegrond wordt hieronder aan de hand van behaalde onderzoeksresultaten beargumenteerd. Opgemerkt dient te worden dat enkel de bewaard gebleven kleurharmonieën zijn weergegeven in in de plattegronden.

Kleur bepaald op basis van de correspondentie en aantekeningen

Op basis van de kleurontwerpen en correspondentie is het duidelijk dat Kleurharmonie voor de keukens hoort bij de keuken en het blauw in Kleurharmonie voor kasten hoort bij kasten in de achterkamers. Dit betreft dus één kast in de achterkamer op de begane grond, daar er op de verdieping geen blauwe kast getekend is in één van de achterste slaapkamers. Kleurharmonie IV is bedoeld voor ‘slaapkamers en donkere vertrekken’.127 Hieruit kan niet worden opgemaakt in welke slaapkamer of welk donker vertrek deze geplaatst is. Dit was aan De Boer om te beslissen. ‘Donkere vertrekken’ zou kunnen wijzen op de gangen waar weinig licht viel. Op de verdieping is de overloop het donkerste vertrek in het huis dus deze kleurharmonie zou betrekking kunnen hebben op deze ruimte.

125 Brief Van Doesburg aan De Boer. 06-09-1921. Kopie in bezit RKD. 126 Brief Van Doesburg aan De Boer. 06-09-1921. Kopie in bezit RKD.

Halverwege oktober 1921 verzond Theo van Doesburg de Kleurharmonie behang. Hierop is geschreven welke harmonie hoort bij welke behangstaal en of deze voor de begane grond of voor de verdieping was gepland. Op basis van deze behangharmonie kan er geconcludeerd worden dat de volgende harmonieën horen bij de begane grond: II en de volgende harmonieën op de verdieping: V, II, IIIa, IV en III. Uit de brief van 6 september 1921 blijkt dat kleurharmonie VI ook bedoeld is voor de verdieping. Deze is bedoeld voor de ‘slaapkamers en de bovengangen'.128 Uit het voorlopige onderzoek van Megan Kisters naar het oorspronkelijke behang in het Van Doesburg-Rinsemahuis kunnen de volgende harmonieën gekoppeld worden aan de volgende ruimtes (tabel 2):129

Verdieping Kleurharmonie Kamer

Verdieping V Kleine kamertjes/slaapkamers

Verdieping/Begane grond

II Kleine kamertjes verdieping/voorkamer begane grond.

Verdieping IIIa Het behang op deze harmonie is aangetroffen in Slaapkamer C in de woning Houtlaan 22.

Verdieping III Slaapkamers/donkere kamers

Verdieping IV ?

Tabel 2. Kleurharmonieën geplaatst bij kamers gebaseerd op resultaten uit het behangonderzoek door Megan Kisters.

128 Brief Van Doesburg aan De Boer. 06-09-1921. Kopie in bezit RKD. 129 Zie voor het volledige onderzoek masterscriptie Megan Kisters 2016.

Afb. 6 t/m 13. V. l. n. r., van onder naar boven: Fragment Kleurontwerp begane grond, plattegrond huidige situatie, Kleurharmonie IV, Kleurharmonie voor keukens,

Kleurharmonie I, Kleurharmonie Ia, Kleurharmonie voor kasten, Kleurharmonie II. De nummers op de harmonieën corresponderen met de nummers op de

plattegrond. Achterkamer Voorkamer Keuken Ha l Ga ng Toilet Berging

Slaapkamer B Slaapkamer A Slaapkamer C Zolder Ov er lo op

Afb. 14 t/m 18. V. l. n. r., van onder naar boven: Fragment Kleurontwerp voor de verdieping, plattegrond huidige situatie, Kleurharmonie IIIa,

6. 1. 3 Samenstelling van de verf

Beschrijving en resultaten onderzoek ontwerptekeningen en kleurharmonieën

Theo van Doesburg geeft in een brief over het exterieur aanwijzingen voor de bereiding van de blauwe verf: ‘Het blauw kan uit ultramarijn met zinkwit en een weinig groen bewerkt worden. Cobaltblauw is natuurlijk nog beter, maar dat zal wel te duur zijn. Goede ultramarijn is echter ook goed. Geen mineraal-(?)- kalk of Pruisisch blauw daar deze na donkeren.’130 Hoewel deze brief het exterieur betreft, is het goed mogelijk dat hij deze kleurstelling ook ambieerde voor het interieur. In de brief behorend bij het Kleurontwerp voor de keukens beschrijft hij namelijk de blauwe verf als volgt: ‘In het blauw wat wit en groen. Misschien is dit van belang voor de ververs, om dezelfde toon te krijgen. Het kleuren worden glad en geheel vlak zonder (?) afgewerkt.’131

De resultaten van de XRF-analyse aan Ontwerptekening begane grond en Ontwerptekening verdieping wijzen uit dat Van Doesburg voor alle blauwe kleurvlakken op de ontwerptekeningen synthetisch ultramarijnblauw heeft gebruikt, behalve voor het blauw en het blauwe kastenglas in de voorkamer op de begane grond. Dit blauw bevat koper en barium, dit wijst mogelijk op het gebruik van azuriet (zie bijlage II). Het synthetisch ultramarijnblauw op het deurpaneel op de verdieping bevat eveneens zinkwit. Het onderzoek naar Kleurontwerp voor keukens wijst uit dat Van Doesburg hier met cobaltblauw heeft gewerkt. Deze ontwerptekening heeft hij als eerste verzonden. Mogelijk was hij hier nog in de veronderstelling dat het blauw in de middenstandswoningen uitgevoerd kon worden in cobaltblauw. Hoewel Van Doesburg niet zeer exact de kleurtoon aangaf op de kleurontwerpen, werkte hij mogelijk wel met de juiste pigmenten.

In de kleurharmonieën gaf Van Doesburg wel de juiste kleurtoon aan, aangezien de schilders hier hun kleur naar dienden te mengen. Resultaten van eerder onderzoek aan de Kleurharmonie voor de keukens tonen aan dat Van Doesburg hier gewerkt heeft met synthetisch ultramarijnblauw of Pruisisch blauw en zinkwit. Deze is tegelijkertijd verzonden met het Kleurontwerp voor de keukens en spreekt dus tegen dat hij in de veronderstelling zou zijn geweest dat het blauw in de middenstandswoningen uitgevoerd zou kunnen worden in kobaltblauw. In de kleurharmonie die aanwezig is op de Behangharmonie oogt het blauwe kleurvlak groener. XRF-analyse aan het groen/blauwe kleurvlak heeft uitgewezen dat hier mogelijk Schweinfurtergroen is gebruikt.132 Om meer duidelijk te krijgen welke pigmenten Van Doesburg gebruikt heeft in zijn kleurharmonieën, zijn er reconstructieproeven uitgevoerd gebaseerd op aanwijzingen door Van Doesburg.

Reconstructieproeven

De bovenstaande citaten evenals de pigmentanalyse geven geen uitsluitsel over welk synthetisch ultramarijnblauw gebruikt is, noch welk zinkwit er gebruikt is. Ook de verhouding van het wit met het blauw en groen is geheel onbekend. Er zijn reconstructieproeven uitgevoerd met drie

130 Brief Van Doesburg aan De Boer. 02-10-1921. Kopie in bezit RKD. 131 Brief Van Doesburg aan De Boer. 18-08-1921. Kopie in bezit RKD.

132 Tijdens deze scriptie is aanvullend onderzoek uitgevoerd aan Kleurharmonie voor kasten, Muurvlak ingang a

soorten synthetisch ultramarijnblauw en twee soorten zinkwit: een loodhoudend en een loodvrij zinkwit. Aan alle proeven is geleidelijk Zinkgroen M toegevoegd. (bijlage XII).133 Ter vergelijking zijn er twee proefstalen opgezet met ‘cobaltblauw middel’ en ‘cobaltblauw donker’ (afb. 18). De verf is gewreven met gekookte lijnolie en een kleine hoeveelheid terpentijnolie en schilderssiccatief. Het doel van de proef was om een idee te krijgen van de verhoudingen van de verf, om een idee te krijgen welk synthetisch ultramarijnblauw en welk zinkwit er gebruikt is, en om te zien of het mogelijk is om cobaltblauw te benaderen.

Tijdens het wrijven van de verf werd onmiddellijk duidelijk dat het loodhoudend zinkwit vele malen lastiger fijn te wrijven was dan het loodvrij zinkwit. Dit resulteerde in een minder mooie menging van de pigmenten in het loodhoudende zinkwit. Dit gegeven maakt het aannemelijk dat de schilders in de afwerklaag met loodvrij zinkwit gewerkt zouden hebben, aangezien hier een gladder oppervlak mee wordt verkregen (hoofdstuk 5).

De verschillende soorten synthetisch ultramarijn blauw verschillen in kleurtint (afb. 18). Tijdens het opzetten van de proefstukken bleek dat alle soorten synthetisch ultramarijnblauw met de toevoeging van een zeer kleine hoeveelheid groen en een zeer kleine hoeveelheid zinkwit het cobaltblauw middel benaderden (afb. 20). Er is geen groen pigment gevonden in de analyse van de verfdwarsdoorsnedes (bijlage IX). Dit is mogelijk te verklaren doordat een toevoeging van een zeer kleine hoeveelheid groen al volstaat om het cobaltblauw te benaderen. De toevoeging van enkel zinkwit resulteerde in een violette kleur. Over welk synthetisch ultramarijnblauw er mogelijk gebruikt is, kan op basis van deze proef geen uitspraak worden gedaan.

133 Het groen dat is gebruikt is Zinkgroen M. Dit is niet gebaseerd op resultaten uit onderzoek omdat hier niks

over is gevonden.

Afb. 19 (links) en afb. 20 (rechts). Links: drie soorten synthetisch ultramarijnblauw die gebruikt zijn tijdens de reconstructieproef. Rechts: een kleurverloop van ‘ultramarijn extra grünstich’ met loodhoudend zinkwit (naar onderen) en groen (naar rechts). Het blauw met een kleine toevoeging wit en groen benadert het cobaltblauw middel.

6. 2 Resultaten kleuronderzoek in situ

Tijdens verkennend kleuronderzoek naar de oorspronkelijke verflagen in het Van Doesburg- Rinsemahuis werd duidelijk dat met name de blauwe verflagen onderling in kleurtint verschillen. Literatuuronderzoek, archiefonderzoek en materiaal-technisch onderzoek aan de tekeningen heeft uitgewezen dat deze verschillen enerzijds het gevolg kunnen zijn van het idee van Theo van Doesburg, maar mogelijk zijn ontstaan als gevolg van beslissingen door architect Cees Rienks de Boer, door huisschilderpraktijken of door degradatie van de verflagen. In deze paragraaf worden de blauwe verflagen gecategoriseerd naar hun verflagenopbouw en naar de kleurverschillen. De verschillende blauwe verflagen in situ zijn onderzocht op bindmiddel, pigmenten, laagopbouw (zie bijlage IV, VIII, IX, X en XI). De resultaten zijn vergeleken met het eerdere onderzoek dat is uitgevoerd naar de ontwerpplannen van Theo van Doesburg voor de middenstandswoningen en de huisschilderpraktijk.

6. 2. 1 Locatie van de blauwe verflagen

Middels het maken van stratigrafieën en puncties zijn de locaties van de oorspronkelijke blauwe afwerklagen in het Van Doesburg-Rinsemahuis in kaart gebracht en zijn deze vergeleken met de locaties van de blauwe verflagen volgens de ontwerpplannen van Theo van Doesburg. Dit is weergegeven op de onderstaande plattegronden (afb. 21 t/m 24).

Afb. 21 t/m afb. 24. Boven plattegronden begane grond. Beneden plattegronden verdieping. Links zijn de locaties weergegeven van het blauw volgens de ontwerptekeningen. Rechts zijn de locaties weergeven van de gevonden blauwe afwerklagen is situ. De nummers rechts corresponderen met de categorieën besproken in 6. 2. 2 ‘Het blauw gecategoriseerd’.

Toelichting en discussie:

Het vloervlak en het muurvlak bij de ingang zijn niet nader onderzocht. De randen in de tekening (afb. 22), langs de wanden in de keuken en de gang, geven plinten aan. Het aanrecht is niet meer aanwezig in het Van Doesburg-Rinsemahuis dus hierover kan geen uitspraak worden gedaan. Het pakket met overschilderingen op de deur naar Slaapkamer C komt overeen met het pakket met overschilderingen in de voorkamer (bijlage XI). Deze deur bevond zich dus voorheen beneden en is als zodanig aangegeven op de plattegrond. Het raam en deur aan de achterzijde van het huis op de verdieping hebben een ander formaat en zijn mogelijk niet origineel. Enkel de paneeldeuren dienden voorzien te worden van kleur (behalve de kastdeuren). Dit is in alle gevallen uitgevoerd, behalve voor de deur naar het toilet en naar de berging. Hier is het kader blauw gekleurd en het paneel rood (afb. 25). In de volgende sub-paragraaf wordt hier dieper op ingegaan.

Het valt op dat veel van de locaties van de blauwe verflagen in situ niet overeenkomen met de locaties van het blauw op de ontwerptekeningen. Het plafond is totaal niet uitgevoerd naar de ontwerpplannen. Men heeft de balken gekleurd en de plafondvlakken zijn wit gebleven (afb. 26 en afb. 27). Een soortgelijke afwijking is te zien op de trapschutting. Op de tekeningen is de trapschutting blauw gekleurd (afb. 28). Van Doesburg gaf als optie dat de rasters wit geschilderd konden worden. In het Van Doesburg-Rinsemahuis lijkt het precies andersom te zijn uitgevoerd (afb. 29). Daarnaast zijn de plinten in de keuken blauw gekleurd, terwijl de ontwerptekeningen van de keuken laten zien dat de plinten wit geschilderd dienden te worden. Alle kasten zijn aan de binnenzijden tevens blauw, maar deze verflagen zijn grauwer dan het blauw op bijvoorbeeld de deuren. De nummers op de afbeelding geven de verschillende

GERELATEERDE DOCUMENTEN