• No results found

Huishoudensontwikkeling gemeente Epe

In document Zorgen voor goed wonen (pagina 24-29)

Alleenstaand Eénoudergezin Paar zonder kind(eren) Paar met kind(eren)

Bron: Primos Bron: Primos

ONTWIKKELING ZORGVRAAG

Drie scenario’s in vraag naar intramurale ouderenzorg

In de grafiek hiernaast en de grafiek op de volgende bladzijde is de vraag naar en het aanbod van ouderenzorg in de gemeente Epe weergegeven. Het gaat hier om psychogeriatrische zorg (dementie) en somatische zorg. Daarnaast is het totaal aantal intramurale plekken voor deze beide groepen aangegeven.

Voor de ouderenzorg is met drie scenario’s gewerkt:

• Scenario 1 (S1): sterke extramuralisering; gaat er van uit dat de extramuralisering verder door zet. Dit scenario gaat uit van een sterke extramuralisering van de cliënten met somatiek en in mindere mate cliënten PG.

• Scenario 2 (S2): matige extramuralisering; gaat er van uit dat de extramuralisering verder door zet, alleen minder sterk dan scenario 1.

• Scenario 3 (S3): geen verdere extramuralisering. Normen blijven zoals ze nu zijn (2019).

Vraag- en aanbodmodel

De grafieken geven de vraagontwikkeling van intramurale zorg voor de doelgroepen SOM en PG weer. De eerste grafiek neemt de huidige situatie (aanbod aan plekken) als vertrekpunt. Dit noemen we het aanbodmodel. De tweede grafiek kijkt niet naar de huidige situatie, maar naar de daadwerkelijke vraag op basis van de inwoners in de gemeente Epe. Voor de gemeente als geheel gaan we uit van het aanbodmodel. De reden hiervoor is dat op gemeenteniveau er al een bestaande zorgstructuur is. Het aanbodmodel houdt rekening met deze structuur en neemt dit als vertrekpunt. Zouden we dit niet doen dan zou er voor de gemeente Epe op basis van het aantal inwoners bijvoorbeeld meer intramurale plekken bij moeten komen. Dit zou dan kunnen leiden tot leegstand (binnen en/of buiten de gemeentegrenzen), doordat gemeentegrenzen niet altijd een rol spelen bij de keuze van een woonvorm. In de kernen waar nog geen

zorgstructuur is leidt het aanbodmodel echter tot zeer lage aantallen. Dit komt doordat er geen aanbod is waar vanuit gerekend kan worden. Voor de kernen in de gemeente Epe waar geen intramurale voorzieningen zijn (Emst en Oene) hanteren we daarom het vraagmodel. Met het

vraagmodel kunnen we voor deze kernen inzichtelijk maken of er voldoende vraag is om hier een intramurale voorziening te realiseren.

Verschillen vraag- en aanbodmodel

We zien dat de daadwerkelijke vraag vanuit de gemeente Epe iets hoger ligt dan de berekende vraag op basis van het aanbod. Dit gaat dan met name om de groep PG. In de huidige situatie zal een deel van deze groep naar instellingen buiten de gemeente verhuizen. Doordat de gemeente Epe een kleine gemeente is met grotere kernen van buurgemeenten nabij

(Apeldoorn, Deventer), is dit niet verassend en hoeft dit niet per definitie een probleem te zijn.

Gemeentegrenzen spelen niet altijd een grote rol bij het maken van keuzes met betrekking tot wonen en zorg.

OUDERENZORG

Aanbodmodel ontwikkeling vraag SOM&PG (Bron: KAW-woonzorgscan)

ONTWIKKELING ZORGVRAAG

Conclusies

Voor de gemeente als geheel hanteren we het aanbodmodel. Kijken we naar de vraag dan zien we dat in 2019 in totaal 327 mensen een indicatie hebben voor Wlz-zorg. Hiervan ontvangt ongeveer 22% de zorg thuis (72 personen op basis van VPT, MPT of PGB). Het totale aanbod aan intramurale plekken in de gemeente is 257. Hiermee lijkt het aanbod voor nu voldoende, alhoewel zorgpartijen aangeven behoorlijke wachtlijsten te hebben, met name voor de doelgroep PG. Het kan zijn dat een deel van de bewoners die de zorg thuis ontvangt ingeschreven staat voor een plek in het verpleeghuis of dat een deel van de mensen die op de wachtlijst staan nog geen CIZ indicatie hebben (als mensen ouder zijn dan 80 moet de zorginstelling dit regelen). Kijken we naar de toekomst dan zien we afhankelijk van het

ontstaan. Doordat een deel van deze groep de zorg thuis wil ontvangen, betekent dit niet dat er ook zoveel intramurale plekken nodig zijn. In de tweede tabel is voor scenario 1 en 3 het tekort of overschot aan intramurale plekken aangegeven als we er van uitgaan dat ook in de toekomst 22% van de ouderen zorg thuis ontvangt op basis van MPT, VPT of PGB. Hierbij gaan we voor de vraag uit van het aanbodmodel.

OUDERENZORG

Aanbodmodel

SOM S1 SOM S3 PG S1 PG S3

2019 82 82 245 245

2020 64 85 247 255

2025 49 94 268 287

2030 32 108 300 333

2035 38 131 351 405

Tekort incl. thuiswonend*

SOM+PG S1 SOM+PG S3

2019 +1 +1

2020 +14 -9

2025 +9 -40

2030 -2 -87

2035 -47 -162

Vraagmodel ontwikkeling vraag SOM&PG (Bron: KAW-woonzorgscan) Ontwikkeling zorgvraag gemeente Epe (Bron: KAW-woonzorgscan)

ONTWIKKELING ZORGVRAAG

De toename aan de behoefte aan Wlz-zorg (PG en SOM) varieert tussen de 61 (scenario 1) en 125 (scenario 3) in 2025 en loopt op tussen de 133 en 280 in 2035. Als we er van uitgaan dat ook in de toekomst 22% in de gemeente Epe de zorg thuis ontvangt varieert het

overschot/tekort aan intramurale plekken tussen de +9 (scenario 1) en -40 (scenario 3) in 2025 en loopt dit op naar een tekort tussen de -47 en -162 in 2035. Omdat scenario 1 uitgaat van een vergaande extramuralisering en hier op dit moment nog geen sprake van is, lijkt dit in ieder geval tot 2025 niet realistisch. Scenario 3 gaat er vanuit dat er geen verdere

normverandering plaatsvindt, waardoor dit scenario op langere termijn (na 2025/2030) minder realistisch lijkt, aangezien het huidige systeem financieel en qua personeel niet in stand gehouden kan worden. Tot 2025/2030 is het aan te bevelen rekening te houden met de cijfers uit scenario 3.

OUDERENZORG

ONTWIKKELING ZORGVRAAG

OUDERENZORG

Zelfstandig wonen met Wmo-indicatie

In de onderstaande figuur is het aantal ouderen (75+) weergegeven dat zelfstandig woont met een Wmo-indicatie (begeleiding, dagbesteding, huishoudelijke hulp). In 2018 hadden 818 ouderen (75+) een Wmo-indicatie (begeleiding, dagbesteding, huishoudelijke hulp). In alle drie de scenario’s zien we deze groep sterk toenemen tot minimaal 1225 (S3) en maximaal 1371 (S1) in 2035), wat met name wordt veroorzaakt door de vergrijzing en de verdere extramuralisering.

Bij scenario 3, waarbij we uitgaan van een sterke extramuralisering, neemt deze groep sterker toe dan in scenario 1, doordat er dan minder ouderen dan nu een indicatie krijgen voor Wlz zorg en er dus meer ouderen thuis wonen en gebruik maken van zorg en ondersteuning vanuit de Wmo.

Kwetsbare ouderen

Door de sluiting van de verzorgingshuizen en de extramuralisering zien we een steeds grotere groep van de zelfstandig wonende ouderen met Wmo-indicatie die kwetsbaar is. Deze kwetsbare ouderen hebben naast een geschikte woning behoefte aan een beschutte omgeving waar bijvoorbeeld ruimte is voor ontmoeting en activiteiten. In de volgende grafiek is de ontwikkeling van de vraag van deze groep weergegeven. We zien dat het aantal ouderen dat behoefte heeft aan een beschutte vorm van wonen in alle drie de scenario’s behoorlijk toeneemt. Bij scenario 3, waarbij we uitgaan van een sterke extramuralisering, neemt deze groep sterker toe dan in scenario 1, doordat er dan minder ouderen dan nu een indicatie krijgen voor Wlz zorg en er dus meer kwetsbare ouderen thuis wonen die behoefte hebben aan een beschutte vorm van wonen.

Afhankelijk van het scenario neemt deze groep toe tussen de 54 en 200 personen in 2035.

ONTWIKKELING ZORGVRAAG

Vraag- en aanbodmodel VG en LG

Onderstaande grafiek en de grafiek op de volgende bladzijde geven de vraagontwikkeling van intramurale zorg en het aanbod aan intramurale plekken voor de doelgroepen VG en LG weer.

De eerste grafiek neemt de huidige situatie (aanbod aan plekken) als vertrekpunt. We kijken hier dus naar bestaande indicaties in de gemeente en van daaruit wordt berekend wat de toekomstige behoefte is. Deze behoefteraming is aanbodgestuurd. Dit noemen we het aanbodmodel. De tweede grafiek kijkt niet naar de huidige situatie, maar naar de daadwerkelijke vraag op basis van de inwoners in de gemeente Epe. Voor de gemeente als geheel gaan we uit van het aanbodmodel. Omdat we voor de kernen geen exacte cijfers hebben van het aantal VG en LG indicaties, maken we hier gebruik van het vraagmodel om de behoefte in beeld te brengen per kern.

In document Zorgen voor goed wonen (pagina 24-29)