• No results found

5.3 Huidige toestand

5.3.1 Bodem

5.3.1.1 Bodemgebruik;

Het bodemgebruik in het plangebied wordt voornamelijk bepaald door de bebouwing van het stadarchief en de serviceflats.

5.3.1.2 Samenstelling van de bodem (Figuur 12);

De bodems in het centrum van Hasselt zijn grotendeels verstoord door antropogene invloeden zoals bebouwing en vergraving. De onverstoorde bodems bestaan uit matig natte tot natte zandleembodems (Lhcz, Lecz, Ldcz).

5.3.1.3 Bodemverontreiniging

Aan de Casterstraat 11, ongeveer 50 m ten oosten van het plangebied, werd in een beschrijvend

bodemonderzoek uitgevoerd in het kader van een overdracht van de grond. Er werd een historische

verontreiniging met tetrachlooretheen vastgesteld, veroorzaakt door de wasserijactiviteiten tot

eind jaren ’70. De verontreiniging vormt geen ernstige bedreiging en een bodemsanering is niet

noodzakelijk.

Figuur 12 Bodemkaart 5.3.2 Water

In de omgeving van het plangebied is de Helbeek gelegen (categorie 3), een zijbeek van de Demer categorie 1)die ten noorden van het plangebied en het centrum van Hasselt stroomt.( (Figuur 13).

In onderstaande tabel worden de watertoetskaarten weergegeven voor het plangebied en de

omgeving.

Overstromingsgevoelige gebieden Hellingenkaart

Het plangebied is niet in overstromingsgevoelig gebied gelegen.

Het plangebied ligt in een gebied met hellingen tussen 0,5 en 5 %.

Erosiegevoelige gebieden Winterbedkaart

Het plangebied is niet gelegen in erosiegevoelig gebied

Het plangebied is niet gelegen in het winterbed van de grote rivieren.

Infiltratiegevoelige bodems Grondwaterstromingsgevoeligheid

Het plangebied ligt in infiltratiegevoelig gebied. Het plangebied is matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2).

5.3.3 Fauna & Flora

5.3.3.1 Biologische Waarderingskaart

Het volledige plangebied wordt beschouwd als biologisch minder waardevol volgens de biologische

waarderingskaart. De bwk-eenheid is “ud” (dicht bebouwd gebied).

Figuur 13 Biologische waarderingskaart 5.3.4 Ecosysteemkwetsbaarheidskaarten

Uit de ecosysteemkwetsbaarheidskaarten (Figuur 14-Figuur 17) blijkt dat de vegetatie in het

plangebied niet gevoelig is voor verzuring, verdroging, ecotoopverlies of eutrofiëring.

Figuur 14

Ecosysteemkwetsbaarheidskaart voor verzuring

Figuur 15 Ecosysteemkwetsbaarheidskaart voor ecotoopverlies

Figuur 16 Ecosysteemkwetsbaarheidskaart voor eutrofiëring

Figuur 17 Ecosysteemkwetsbaarheidskaart voor verdroging

6 BESCHRIJVING VAN HET VOORGENOMEN PLAN

6.1 DOELSTELLING VAN HET PLAN

Door plaatsgebrek is een uitbreiding van het bestaande gebouw van het stadsarchief van Hasselt nodig. Dergelijke uitbreiding kan niet gerealiseerd worden binnen de strikte bestemmingen van het huidige BPA Casterwijk. Daarom wordt het BPA herzien ter hoogte van het stadsarchief en de aangrenzende percelen.

6.2 BPA CASTERWIJK: RUIMTELIJKE HERBESTEMMINGEN

In het huidige BPA is het perceel met het stadsarchief onderverdeeld in 5 bestemmingszones (Figuur 8): zone voor achteruitbouwstrook, zone voor aaneengesloten bebouwing, zone voor bijgebouwen, zone voor koeren en hovingen en zone voor openbaar nut. Binnen de zones voor aaneengesloten bebouwing en de zone voor bijgebouwen is niet voldoende ruimte om de uitbreiding van het stadsarchief te realiseren. Daarom wordt het volledige perceel opgenomen in een zone voor wonen, waarbij in de voorschriften openbare nutsfuncties toegelaten worden. De aangrenzende percelen waarop de serviceflats gelegen zijn in een zone voor openbaar nut wordt eveneens herbestemd naar zone voor wonen om een praktische organisatie van de bestemmingszones te bekomen.

6.3 INRICHTING VAN HET PLANGEBIED

In onderstaande figuur wordt het ontwerp van het nieuwe stadsarchief getoond. Het bestaande gebouw wordt verbouwd en aansluitend wordt een nieuwbouw voorzien ter hoogte van de bestaande parking achter het gebouw. Het bestaande gebouw omvat de leeszaal, de vergaderzaal en burelen. Het nieuwe gedeelte wordt voorbehouden voor het archief met archiefrekken. De gebouwen hebben twee bovengrondse bouwlagen, er is geen volledige kelderverdieping.

Aan zuidelijke en oostelijke zijde van het perceel worden ca. 30 parkeerplaatsen voorzien.

Ter hoogte van de serviceflats houdt het plan geen wijzigingen in. Het bestaande gebouw en de aanliggende tuin blijven integraal behouden.

Figuur 18 Grondplan Stadsarchief

de huidige bestemmingen van het BPA en de nieuwe bestemmingen in het gewijzigde BPA.

Gewestplan Bodemgebruik BPA Casterwijk BPA Casterwijk - Partiële herziening Zone voor

Zone voor koeren en hovingen

Parking Zone voor koeren en hovingen

Zone voor koeren en hovingen

Tuin

Zone voor openbaar nut

Woongebieden

Serviceflats Zone voor openbaar nut

Zone voor wonen

Nieuwe

BPA-bestemming Huidige BPA-bestemming (ha)

Zone voor

Zone voor wonen 0,43 0,03 0,05 0,03 0,28

TOTAAL 0,82

7 VOORAFGAANDE RELEVANTE PLANNINGSPROCESSEN EN STUDIES

In het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan van de Stad Hasselt wordt de wijk Casterwijk, waarin

het plangebied gelegen is ondergebracht in de deelstructuur “stedelijke woonwijken” van de

gewenste nederzettingenstructuur. In deze wijken zijn voorzieningen aanwezig, zowel op

wijkniveau als provinciaal niveau. De selectie van Casterwijk als stedelijke woonwijk wordt

vastgelegd in bepaling 5.

8 ALTERNATIEVEN VOOR HET PLAN OF VOOR ONDERDELEN ERVAN

Het nulalternatief houdt in dat er geen nieuwe ruimte voorzien wordt voor het stadsarchief van Hasselt. Door plaatsgebrek in het huidige gebouw is echter extra ruimte voor archiefmateriaal nodig.

Er wordt gekozen om het bestaande gebouw te verbouwen en aansluitend een nieuwbouw te voorzien. Locatiealternatieven werden niet overwogen.

9 BEOORDELING GRENS- OF GEWESTOVERSCHRIJDENDE AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN

Gezien de aard en omvang van de ontwikkelingen volgens het plan en de ligging van het plangebied, zijn er geen grens- of gewestgrensoverschrijdende milieueffecten te verwachten.

10 MOGELIJKE AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN VAN HET VOORGENOMEN PLAN

10.1 MOGELIJKE AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN VAN HET PLAN EN SCREENING NAAR SIGNIFICANTIE VAN DE EFFECTEN

Als referentiesituatie wordt de bestaande toestand van het plangebied beschouwd. Het perceel

wordt gedeeltelijk ingenomen door het bestaande gebouw van het stadsarchief. Het overige deel

van het perceel is in gebruik als parking en tuin/grasveld. Op het perceel ten noorden van het

stadsarchief zijn serviceflats aanwezig met bijbehorende tuin/park.

1

(topografie, wijzigingen in watersysteem, landgebruik, enz.…)

Watersysteem: De realisatie van het plan veroorzaakt geen rechtstreekse of

onrechtstreekse impact op waterlopen in de omgeving van het plangebied.

Het plan voorziet in bijkomende dakoppervlakte (ca. 350 m²). Er wordt geen volledige

kelderverdieping voorzien. Enkel een hoek van het gebouw is onderkeldert met een oppervlakte van ca. 20 m².

Landgebruik: Het plan voorziet niet in de wijziging van het landgebruik. Het stadsarchief wordt op de huidige locatie uitgebreid. De serviceflats blijven behouden.

Watersysteem: De installatie van een regenwaterput van 20000 l, wordt voorzien. De regenafvoer wordt in deze put verzameld en via een overloop afgevoerd naar de riolering. Gezien de bijkomende horizontale

dakoppervlakte van 350 m² bedraagt, is de regenwaterput voldoende gedimensioneerd. Geen significante effecten.

De kelderverdieping is beperkt in oppervlakte (onder een hoek van het gebouw) en in diepte (1,70 m), onder de overige delen van het gebouw worden enkel funderingen aangebracht in de volle grond, tot 80 cm onder het maaiveld. Er worden geen significante effecten op het watersysteem in het plangebied en de omgeving verwacht.

Landgebruik: Geen significante effecten.

2

Gebruik van natuurlijke grondstoffen, in het bijzonder niet-hernieuwbare of schaarse grondstoffen

Het plan geeft geen aanleiding tot een lokale winning van delfstoffen. Voor de realisatie van gebouwen en infrastructuur ten behoeve van bepaalde functies, zullen normale hoeveelheden aan grondstoffen (bouwzand ed.) worden aangewend.

Geen significante effecten.

3

Gebruik, opslag, transport, productie van stoffen of materialen die schadelijk zijn voor de gezondheid of het milieu

Het plan omvat de uitbreiding van het

stadsarchief en houdt geen productie, transport, gebruik of opslag van gevaarlijke stoffen in.

Geen significante effecten.

4

Vrijstelling van verontreinigingen of schadelijke, toxische of milieuverstorende stoffen in de lucht

De realisatie van het plan gaat gepaard met de emissie van luchtverontreinigde stoffen door het verkeer en de emissies van

verwarmingsinstallaties van gebouwen.

Verkeersemissies: De bestaande parking voor personeel en bezoekers van het stadsarchief blijft behouden en biedt plaats voor ca. 30 wagens. Het verkeersgenererend effect en de bijbehorende verkeersemissies zijn minimaal.

De verkeersemissies ten gevolge van de bezoekers en bewoners van de

Effecten Mogelijke milieueffecten. Ja / neen Significantie van effecten serviceflats blijven ongewijzigd.

Geen significante effecten.

Gebouwenverwarming:De uitbreiding van het stadsarchief veroorzaakt slechts een lichte toename in gebouwverwarming. De toename van verontreinigende stoffen door gebouwenverwarming is bijgevolg zeer klein tot verwaarloosbaar ten opzichte van de referentiesituatie.

5

Productie van vaste afvalstoffen De uitbreiding en exploitatie van het stadsarchief en de serviceflats veroorzaken geen productie van vaste afvalstoffen andere dan het normaal huishoudelijk afval.

Geen significante effecten.

6

Veroorzaken van geluid en trillingen of

vrijstelling van licht, warmte of straling De uitbreiding en exploitatie van het stadsarchief veroorzaakt een zeer beperkte vrijstelling van licht en geluid (ten gevolge van verkeer).

De exploitatie van de serviceflats veroorzaakt geen wijziging qua geluids- of lichtverstoring ten op zichte van de referentiesituatie.

Geen significante effecten.

7

Risico’s op verontreiniging van bodem of water als gevolg van emissies naar de bodem of in oppervlaktewater of grondwater

Regenwater wordt via verschillende punten afgevoerd van het dak naar een regenwaterput op het terrein. De regenwaterput heeft een dimensie van 20000l en een overloop naar de riolering.

Afvalwater van de keuken en het sanitair wordt gescheiden afgevoerd naar de riolering.

Het run-off water afkomstig van de parking kan licht vervuild worden door bv. olielekken.

De realisatie van het plan veroorzaakt geen significante verontreiniging van de bodem of water ten gevolge van emissies naar het watersysteem.

8

Risico op ongevallen gedurende bouw of exploitatie die de menselijke gezondheid of het milieu kunnen schaden

Er kunnen negatieve effecten optreden bij calamiteiten tijdens de aanlegfase en

exploitatiefase. Het risico op het optreden van relevante verontreinigingen is echter beperkt.

Indien nodig wordt ogenblikkelijk een sanering

Geen significante effecten.

9

Sociale veranderingen bvb. in

demografie, tewerkstelling, … De realisatie van het plan, zijnde de uitbreiding van het stadsarchief, zal geen nadelige sociale veranderingen teweegbrengen.

Geen significante effecten.

10

Afgeleide ontwikkelingen die kunnen leiden tot milieueffecten of cumulatieve effecten met andere bestaande of geplande activiteiten in de omgeving

Het plan veroorzaakt geen afgeleide

ontwikkelingen die kunnen leiden tot cumulatieve milieueffecten.

Geen significante effecten.

11

Effecten op deelgebieden in de omgeving die beschermd zijn omwille van

ecologische, landschappelijke of cultuurhistorische waarden

Landschappelijk en cultuurhistorisch: De realisatie van het plan heeft geen effect, direct noch indirect (visueel, contextverlies) op beschermde landschapselementen.

Ecologisch: Het plangebied is niet gelegen in de ruime omgeving van een Speciale

Beschermingszone. De meest nabijgelegen SBZ is het Habitatrichtlijngebied “Valleien van de Laambeek, Zonderrikbeek, Slangebeek en Roosterbeek met vijvergebieden en heiden” en ligt ca. 3000 m ten noorden van het plangebied.

Landschappelijk en cultuurhistorisch:

Geen significante effecten.

Ecologisch: De realisatie van het plan veroorzaakte geen directe noch indirecte impact op de SBZ in de ruime omgeving. Er worden geen significante effecten verwacht.

12

Effecten op voor fauna of flora

waardevolle of kwetsbare gebieden in de omgeving

In het plangebied is geen waardevolle vegetatie

aanwezig. De uitbreiding van het stadsarchief wordt gerealiseerd op een grasveld en parking. Er worden geen waardevolle vegetatie-elementen verwijderd.

Geen significante effecten.

13

Gebieden of elementen met grote landschappelijke waarde of elementen van historische- of cultuurhistorische waarde, die door het plan kunnen beïnvloed worden

Het plangebied is niet gelegen in een relictzone of ankerplaats. Er zijn ook geen punt- of lijnrelicten aanwezig in het plangebied.

De geplande bouwwerken veroorzaken geen verstoring van gekende archeologische waarden.

Gezien de ligging nabij de historische kern van

Geen significante effecten.

Archeologie:

Met betrekking tot de mogelijk impact op archeologisch erfgoed dient een vroegtijdige afstemming te gebeuren met het Agentschap R-O Vlaanderen Onroerend Erfgoed. Indien een onderzoek naar de archeologische

potenties van de site noodzakelijk wordt geacht zijn drie

Effecten Mogelijke milieueffecten. Ja / neen Significantie van effecten Hasselt is een verstoring van ongekende

archeologische waarden in de ondergrond. Maar aangezien geen grootschalige ondergrondse verdiepingen gepland worden, is het effect op gekende en ongekende archeologische waarden in de ondergrond beperkt.

stappen mogelijk:

Stap 1: terreininventarisatie: bureaustudie, veldkartering, boringen (i.f.v. pre-historische sites), proefputtenonderzoek (waardering van prehistorische sites) en proefsleuven (i.f.v. niet-prehistorische sites). Noodzakelijk om de archeologische waarde van een terrein in te schatten en keuzes te maken naar beheer (behoud in situ), opgraving of vrijgave van terreinen. Afwegen economische kost en alternatieven voor archeologisch beheer.

Stap 2: opgraving + basisrapportage: indien een vindplaats bedreigd wordt door de ontwikkeling van het terrein kan deze op voorhand opgegraven worden (=behoud ex situ). De

opvragingsgegevens worden minimaal verwerkt (basisrapportage).

Stap 3: vrijgave van terrein (door Agentschap R-O Vlaanderen Onroerend Erfgoed)

14 Waterlopen, kust- of zeewateren die

door het plan beïnvloed worden. Het plan heeft geen invloed op waterlopen,

kust-of zeewateren. Geen significante effecten.

15 Publieke toegangswegen die door het

plan worden beïnvloed Er worden geen publieke toegangswegen door het

plan volledig afgeschaft. Geen significante effecten.

16

Transportroutes in de omgeving die kwetsbaar zijn t.a.v. congestie of die omgevingshinder veroorzaken en die door het project kunnen worden beïnvloed.

Zeer beperkte toename van het verkeer in en in

de directe omgeving van het plangebied Aansluitend aan het stadsarchief blijft de bestaande parking behouden met ca. 30 plaatsen, de parking sluit aan op de Rederijkerstraat. De situatie ter hoogte van de serviceflats blijft ongewijzigd ten opzichte van de referentiesituatie.

Er worden geen significante effecten op transportroutes of ontsluitingswegen in de omgeving verwacht.

17

Bestaande landgebruiksvormen die door het project kunnen worden beïnvloed (woningen, tuinen, andere private eigendommen, industrie, handel, recreatie, publieke open ruimte,

Het plan houdt de uitbreiding in van het stadsarchief op de bestaande locatie. De bestaande serviceflats blijven ook integraal behouden.

Geen significante effecten.

18

Geplande landgebruiksvormen die door

het project kunnen beïnvloed worden. Er worden geen geplande landgebruiksvormen

door de realisatie van het plan beïnvloedt. Geen significante effecten.

19

Dichtbewoonde zones, kwetsbare landgebruiksvormen (ziekenhuizen, scholen, bejaardentehuizen,

gemeenschapsvoorzieningen) die door het plan kunnen verstoord worden.

De serviceflats in het plangebied blijven behouden in het plan en worden in het BPA bestendigd in een zone voor wonen met openbare nutsfuncties.

Geen significante effecten.

20

Zones die reeds onderhevig zijn aan verontreiniging of milieuhinder (bvb.

waar milieunormen reeds overschreden worden) en die door het plan kunnen beïnvloed worden.

De realisatie van het plan heeft geen invloed op gekende verontreinigde locaties in de nabijheid van het plangebied.

Geen significante effecten.

21

Duurzaamheid Bij nieuwe projecten van de gemeente of aanpassingswerken wordt steeds gekozen voor energie- of waterbesparende materialen of methoden. De afvalstoffen in gemeente gebouwen worden systematisch gesorteerd. Er zijn recipiënten voorzien voor de verschillende afvalfracties: PMD, glas, GFT, papier & karton, …

Geen significante effecten.

11 BESLUIT

De noodzaak tot het opstellen van een MER (screening) werd nagegaan op basis van het optreden van “aanzienlijke effecten”, zoals dit blijkt uit de aard van het plan en de ligging van het plangebied.

Op basis van een toetsing van de plan-MER-plicht overeenkomstig artikel 4.2.6 §1 5° van het D.A.B.M. kan geoordeeld worden dat:

De opmaak van het BPA “Casterwijk - Partiële herziening” valt onder de definitie van een plan of programma;

Het BPA valt onder het toepassingsgebied van het D.A.B.M. omdat het een plan is dat een kader vormt voor de toekenning van een project;

Het BPA is niet van rechtswege plan-MER-plichtig, aangezien het plan geen kader vormt voor vergunningen van bijlage I en bijlage II-projecten en aangezien voor het plan de opmaak van een passende beoordeling niet noodzakelijk wordt geacht. Om deze reden werd een screening uitgevoerd teneinde te oordelen of het plan aanzienlijke milieueffecten kan hebben.

Screening plan-MER-plicht: onderzoek aanzienlijke milieueffecten

De geplande bestemmingswijzigingen hebben betrekking op de geplande uitbreiding van het stadsarchief van Hasselt.

Het plan voorziet slechts in een uitbreiding van het bestaande gebouw van het stadsarchief met een beperkte bijkomende dakoppervlakte. Aangezien er een regenwaterput voor hemelwaterbuffering voorzien wordt en er geen grootschalige ondergrondse verdieping gepland wordt veroorzaakt de realisatie van het plan geen belangrijke fysische veranderingen en abiotische verstoringen van het bodem- en watersysteem.

De exploitatie van de het stadsarchief en de serviceflats in het plangebied leidt niet tot potentiële risico’s met potentieel schadelijke milieueffecten.

De uitbreiding van het stadsarchief leidt niet tot een significante toename van het verkeer in de omgeving van het plangebied. En de voorziene parking die aansluit op de Rederijkersstraat veroorzaakt geen significante impact op de verkeersontsluiting.

Rekening houdend met de beperkte uitbreiding van de activiteiten binnen het plangebied zal de lucht- en geluidskwaliteit ten gevolge van emissies van het verkeer of gebouwverwarming niet significant wijzigen.

Er treden geen significante verstoringen op van beschermde of waardevolle ecologische, landschappelijke of cultuurhistorische elementen in de ruime omgeving van het plangebied.

Globaal kan geoordeeld worden dat het plan niet resulteert in aanzienlijke milieueffecten en

bijgevolg niet plan-MER-plichtig is.