• No results found

Het plangebied is gelegen in het oosten van het centrum van de stad Hasselt. Het centrum van Hasselt wordt gevormd door de historische centrum, omgeven door de Groene Boulevard (R70) en de omringende wijken, omgeven door de grote ringweg (R71).

In het historische stadscentrum is de bebouwing het dichtst. Het stratenpatroon is oud en sinds eeuwen weinig gewijzigd. Naast de kerktorens wordt de binnenstad gemarkeerd door de hoogbouw van de Twee Torenwijk. De Groene Boulevard die het stadscentrum omringd ligt ter hoogte van de vroegere historische stadswal. De bebouwing langs de Groene Boulevard met zowel particuliere woningen, kantoorgebouwen, openbare gebouwen als handelspanden markeert duidelijk de stadskern. Tussen de Groene Boulevard en de Ring wordt de kernstad omgeven door een gordel van woonwijken. Opvallend is de historische bebouwing langsheen de oorspronkelijke radiaalwegen (Kuringersteenweg, St.-Truidersteenweg, Luikersteenweg, Maastrichtersteenweg en Kempische Steenweg) die dwars door de wijken lopen. De wijken zijn aparte, herkenbare deelgebieden binnen de stedelijke ringstructuur met een eigen karakter (Runkst, Casterwijk, Katharinawijk Willekensmolenveld, H. Hartwijk). Het plangebied is gelegen in het deelgebied Casterwijk, die zich in het oosten van Hasselt bevindt en een vrij dichte bebouwingstructuur kent.

Figuur 5 Bestaande ruimtelijke structuur Hasselt centrum 5.1.2 Microniveau

Het plangebied is gelegen aan de Rederijkerstraat. Het omvat de percelen met het bestaande

gebouw van het stadsarchief en de bijbehorende parking. Op het perceel ten noorden is een

gebouw aanwezig met serviceflats en een tuin.

Figuur 6 Ruimtelijke Structuur van het plangebied 5.2 JURIDISCH BELEIDSMATIGE SITUATIE

Thema Relatie tot het plan

Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen3

Delen van de gemeente Hasselt behoren tot het regionaal stedelijk gebied Hasselt-Genk. De ontwikkelingsperspectieven voor stedelijke gebieden zijn:

Trendbreuk in de verdeling van de behoefte aan bijkomende woongelegenheden 60% in de stedelijke gebieden en 40% in de kernen van het buitengebied;

Minimale woningdichtheden;

Differentiatie en verbetering van de woningvoorraad;

Versterken van de multifunctionaliteit;

Kantoren aan knooppunten van openbaar vervoer;

Afstemmen van voorzieningen op het belang van het stedelijk gebied;

Bundelen van de kleinhandel;

3 Het RSV werd als beleidsdocument goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 23.09.1997, gedeeltelijk herzien en definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 12.12.2003.

Stadsarchief Serviceflats

Tuin

P

Thema Relatie tot het plan

Optimalisering van recreatieve en toeristische voorzieningen en medegebruik;

Zorg voor collectieve en openbare ruimten;

Behoud en ontwikkeling van stedelijke en randstedelijke natuurelementen;

Waarborgen voor landbouw in stedelijke gebieden;

Behoud en uitbouw van cultureel-maatschappelijke en historische elementen in de stedelijke gebieden;

Stedelijke mobiliteit en locatiebeleid.

Het stedelijk gebied Hasselt behoort tot het economisch netwerk van het Albertkanaal (ENA). Door de selectie van Hasselt als stedelijk gebied wordt het automatisch beschouwd als economisch knooppunt.

Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Limburg4

Het stedelijk gebied Hasselt-Genk is het zwaartepunt van de hoofdruimte “netwerk Midden-Limburg” en van de provincie Limburg. Er moet worden gewerkt aan de versterking van de stedelijkheid (verdichting, grootstedelijk imago op bepaalde plaatsen) van het gebied. Daardoor wordt een draagvlak gecreëerd om een aantal hoogwaardige stedelijke voorzieningen aan te trekken.

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan

In het GRS van Hasselt behoort Casterwijk tot de Hoofdruimte “Demervallei” en de Deelruimte “Verstedelijkt gebied Hasselt”. In deze deelruimte wordt een kwalitatief stedelijk beleid gevoerd met volgende aandachtspunten:

profileren als stad binnen het regionaal stedelijk gebied;

ontwikkelen van diensten, onderwijs, cultuur t.b.h. van de volledige provincie;

de Demer als belangrijke natuurlijke en groenstructuur;

woonkwaliteit

economische activiteiten onder de vorm van bedrijvigheid worden gestimuleerd

handelsactiviteiten in deze deelruimte worden gestimuleerd door een gericht locatiebeleid

kwalitatieve inrichting van het stadscentrum

bereikbaarheid en ontsluiting zijn essentieel voor het functioneren van de stad

de Singel vormt de toegangspoort tot de kernstad (nu Groene Boulevard) dragers voor het verbeteren van de herkenbaarheid en identiteit van Hasselt relatie van de stad met de omringende open ruimte

In de gewenste nederzettingsstructuur is Casterwijk een onderdeel van de “stedelijke woonwijken”. Deze wijken vormen een gordel rond de historische stadskern.

Voorzieningen zijn aanwezig, zowel op wijkniveau als provinciaal ondersteunend. De selectie van Casterwijk als stedelijke woonwijk wordt vastgelegd in bepaling 5.

Gewestplan Het plangebied is gelegen op het gewestplan nr. 19 Hasselt-Genk. Ter hoogte van het stadsarchief in de Rederijkerstraat zijn woongebieden aangeduid als gewestplanbestemming. (Figuur 7)

BPA Het plangebied is volledig gelegen binnen het BPA Casterwijk. Het BPA werd opgemaakt op 04/03/1959 en werd gedeeltelijk gewijzigd in 1970, 1972, 1982, 1986 en 1994. De huidige BPA-bestemmingen in het plangebied zijn zone voor openbaar nut, zone voor achteruitbouwstrook, zone voor aaneengesloten bebouwing, zone voor bijgebouwen, zone voor koeren en hovingen (Figuur 8).

4 Goedgekeurd door Ministerieel Besluit op 12 februari 2003.

Beschermingszones afbakening van een Vogelrichtlijngebied of Habitatrichtlijngebied (Figuur 4). De dichtstbijzijnde SBZ liggen ca. 3 km ten noorden van het plangebied en zijn de SBZ-H

“Valleien van de Laambeek, Zonderrikbeek, Slangebeek en Roosterbeek met vijvergebieden en heiden” en de SBZ-V “Bokrijk en omgeving”.

VEN-gebieden Het plangebied situeert zich niet in VEN-gebied. Het dichtstbijzijnde VEN-gebied “Het vijvergebied van Midden-Limburg situeert zich ten noorden van het centrum van Hasselt (ca. 3,5 km). (Figuur 9)

Beschermde landschappen, monumenten en dorpsgezichten

Beschermde Landschappen:

Het plangebied is niet gelegen in een beschermd landschap (Figuur 10) Beschermde stadsgezichten:

Het plangebied is niet gelegen in een beschermd stadsgezicht. Ten westen van het plangebied liggen de stadsgezichten “Omgeving koninklijk atheneum” en “omgeving huis de engelkes”.

Beschermde Monumenten:

Er zijn geen beschermde monumenten aanwezig in het plangebied. Het atheneum en het huis “de engelkes” aan de Guffenslaan zijn wel beschermd als monument.

Landschapsatlas Het plangebied is niet gelegen in een relictzone of ankerplaats.

Er zijn geen lijn- of puntrelicten aanwezig in het plangebied.

In de ruime omgeving van het centrum van Hasselt zijn het Domein van Bokrijk aangeduid als relictzone en de Demer en de oude steenwegen Hasselt-Tongeren en Luik-Den Bosch als lijnrelict. Het kasteel ter Poorten ten oosten van Hasselt is aangeduid als puntrelict. (Figuur 10)

Archeologische

waarden In het plangebied bevinden zich geen gekende archeologische waarden (CAI) (Figuur 11). In het centrum van Hasselt zijn enkel restanten in het oude centrum uit de Middeleeuwen en latere tijden opgenomen in de inventaris.

Het plangebied is gelegen net buiten het historische centrum van Hasselt, waarvan de omwalling samenviel met de huidige Groene Boulevard. Het plangebied is gelegen nabij de vroegere Maastrichterpoort. Op de Ferrariskaart zijn ter hoogte van het plangebied landbouwpercelen weergegeven. Op de Vandermaelenkaart is de bebouwing van Hasselt nog steeds beperkt tot binnen de vroegere omwalling. Enkel het station is net buiten het centrum gelegen. Ter hoogte van het plangebied is het landgebruik nog steeds agrarisch.

Figuur 7 Gewestplan

Figuur 8 BPA Casterwijk ter hoogte van het plangebied

Figuur 9 VEN-gebieden in de omgeving van het plangebied

Figuur 10 Landschapsatlas

Figuur 11 Centraal Archeologische Inventaris

5.3 HUIDIGE TOESTAND

In onderstaande paragraaf wordt de huidige toestand van het plangebied besproken, voor zover dit nog niet werd vermeld in voorgaande paragrafen “Bestaande ruimtelijke structuur” en “Juridisch-Beleidsmatig deel”. Aspecten die hier achtereenvolgens aan bod komen zijn; bodem (samenstelling en gebruik), water, fauna & flora, ecosysteemkwetsbaarheid. De huidige toestand zal hierbij voornamelijk aan de hand van kaartmateriaal beschreven worden.

5.3.1 Bodem

5.3.1.1 Bodemgebruik;

Het bodemgebruik in het plangebied wordt voornamelijk bepaald door de bebouwing van het stadarchief en de serviceflats.

5.3.1.2 Samenstelling van de bodem (Figuur 12);

De bodems in het centrum van Hasselt zijn grotendeels verstoord door antropogene invloeden zoals bebouwing en vergraving. De onverstoorde bodems bestaan uit matig natte tot natte zandleembodems (Lhcz, Lecz, Ldcz).

5.3.1.3 Bodemverontreiniging

Aan de Casterstraat 11, ongeveer 50 m ten oosten van het plangebied, werd in een beschrijvend

bodemonderzoek uitgevoerd in het kader van een overdracht van de grond. Er werd een historische

verontreiniging met tetrachlooretheen vastgesteld, veroorzaakt door de wasserijactiviteiten tot

eind jaren ’70. De verontreiniging vormt geen ernstige bedreiging en een bodemsanering is niet

noodzakelijk.

Figuur 12 Bodemkaart 5.3.2 Water

In de omgeving van het plangebied is de Helbeek gelegen (categorie 3), een zijbeek van de Demer categorie 1)die ten noorden van het plangebied en het centrum van Hasselt stroomt.( (Figuur 13).

In onderstaande tabel worden de watertoetskaarten weergegeven voor het plangebied en de

omgeving.

Overstromingsgevoelige gebieden Hellingenkaart

Het plangebied is niet in overstromingsgevoelig gebied gelegen.

Het plangebied ligt in een gebied met hellingen tussen 0,5 en 5 %.

Erosiegevoelige gebieden Winterbedkaart

Het plangebied is niet gelegen in erosiegevoelig gebied

Het plangebied is niet gelegen in het winterbed van de grote rivieren.

Infiltratiegevoelige bodems Grondwaterstromingsgevoeligheid

Het plangebied ligt in infiltratiegevoelig gebied. Het plangebied is matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2).

5.3.3 Fauna & Flora

5.3.3.1 Biologische Waarderingskaart

Het volledige plangebied wordt beschouwd als biologisch minder waardevol volgens de biologische

waarderingskaart. De bwk-eenheid is “ud” (dicht bebouwd gebied).

Figuur 13 Biologische waarderingskaart 5.3.4 Ecosysteemkwetsbaarheidskaarten

Uit de ecosysteemkwetsbaarheidskaarten (Figuur 14-Figuur 17) blijkt dat de vegetatie in het

plangebied niet gevoelig is voor verzuring, verdroging, ecotoopverlies of eutrofiëring.

Figuur 14

Ecosysteemkwetsbaarheidskaart voor verzuring

Figuur 15 Ecosysteemkwetsbaarheidskaart voor ecotoopverlies

Figuur 16 Ecosysteemkwetsbaarheidskaart voor eutrofiëring

Figuur 17 Ecosysteemkwetsbaarheidskaart voor verdroging

6 BESCHRIJVING VAN HET VOORGENOMEN PLAN

6.1 DOELSTELLING VAN HET PLAN

Door plaatsgebrek is een uitbreiding van het bestaande gebouw van het stadsarchief van Hasselt nodig. Dergelijke uitbreiding kan niet gerealiseerd worden binnen de strikte bestemmingen van het huidige BPA Casterwijk. Daarom wordt het BPA herzien ter hoogte van het stadsarchief en de aangrenzende percelen.

6.2 BPA CASTERWIJK: RUIMTELIJKE HERBESTEMMINGEN

In het huidige BPA is het perceel met het stadsarchief onderverdeeld in 5 bestemmingszones (Figuur 8): zone voor achteruitbouwstrook, zone voor aaneengesloten bebouwing, zone voor bijgebouwen, zone voor koeren en hovingen en zone voor openbaar nut. Binnen de zones voor aaneengesloten bebouwing en de zone voor bijgebouwen is niet voldoende ruimte om de uitbreiding van het stadsarchief te realiseren. Daarom wordt het volledige perceel opgenomen in een zone voor wonen, waarbij in de voorschriften openbare nutsfuncties toegelaten worden. De aangrenzende percelen waarop de serviceflats gelegen zijn in een zone voor openbaar nut wordt eveneens herbestemd naar zone voor wonen om een praktische organisatie van de bestemmingszones te bekomen.

6.3 INRICHTING VAN HET PLANGEBIED

In onderstaande figuur wordt het ontwerp van het nieuwe stadsarchief getoond. Het bestaande gebouw wordt verbouwd en aansluitend wordt een nieuwbouw voorzien ter hoogte van de bestaande parking achter het gebouw. Het bestaande gebouw omvat de leeszaal, de vergaderzaal en burelen. Het nieuwe gedeelte wordt voorbehouden voor het archief met archiefrekken. De gebouwen hebben twee bovengrondse bouwlagen, er is geen volledige kelderverdieping.

Aan zuidelijke en oostelijke zijde van het perceel worden ca. 30 parkeerplaatsen voorzien.

Ter hoogte van de serviceflats houdt het plan geen wijzigingen in. Het bestaande gebouw en de aanliggende tuin blijven integraal behouden.

Figuur 18 Grondplan Stadsarchief

de huidige bestemmingen van het BPA en de nieuwe bestemmingen in het gewijzigde BPA.

Gewestplan Bodemgebruik BPA Casterwijk BPA Casterwijk - Partiële herziening Zone voor

Zone voor koeren en hovingen

Parking Zone voor koeren en hovingen

Zone voor koeren en hovingen

Tuin

Zone voor openbaar nut

Woongebieden

Serviceflats Zone voor openbaar nut

Zone voor wonen

Nieuwe

BPA-bestemming Huidige BPA-bestemming (ha)

Zone voor

Zone voor wonen 0,43 0,03 0,05 0,03 0,28

TOTAAL 0,82

7 VOORAFGAANDE RELEVANTE PLANNINGSPROCESSEN EN STUDIES

In het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan van de Stad Hasselt wordt de wijk Casterwijk, waarin

het plangebied gelegen is ondergebracht in de deelstructuur “stedelijke woonwijken” van de

gewenste nederzettingenstructuur. In deze wijken zijn voorzieningen aanwezig, zowel op

wijkniveau als provinciaal niveau. De selectie van Casterwijk als stedelijke woonwijk wordt

vastgelegd in bepaling 5.

8 ALTERNATIEVEN VOOR HET PLAN OF VOOR ONDERDELEN ERVAN

Het nulalternatief houdt in dat er geen nieuwe ruimte voorzien wordt voor het stadsarchief van Hasselt. Door plaatsgebrek in het huidige gebouw is echter extra ruimte voor archiefmateriaal nodig.

Er wordt gekozen om het bestaande gebouw te verbouwen en aansluitend een nieuwbouw te voorzien. Locatiealternatieven werden niet overwogen.

9 BEOORDELING GRENS- OF GEWESTOVERSCHRIJDENDE AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN

Gezien de aard en omvang van de ontwikkelingen volgens het plan en de ligging van het plangebied, zijn er geen grens- of gewestgrensoverschrijdende milieueffecten te verwachten.

10 MOGELIJKE AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN VAN HET VOORGENOMEN PLAN

10.1 MOGELIJKE AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN VAN HET PLAN EN SCREENING NAAR SIGNIFICANTIE VAN DE EFFECTEN

Als referentiesituatie wordt de bestaande toestand van het plangebied beschouwd. Het perceel

wordt gedeeltelijk ingenomen door het bestaande gebouw van het stadsarchief. Het overige deel

van het perceel is in gebruik als parking en tuin/grasveld. Op het perceel ten noorden van het

stadsarchief zijn serviceflats aanwezig met bijbehorende tuin/park.

1

(topografie, wijzigingen in watersysteem, landgebruik, enz.…)

Watersysteem: De realisatie van het plan veroorzaakt geen rechtstreekse of

onrechtstreekse impact op waterlopen in de omgeving van het plangebied.

Het plan voorziet in bijkomende dakoppervlakte (ca. 350 m²). Er wordt geen volledige

kelderverdieping voorzien. Enkel een hoek van het gebouw is onderkeldert met een oppervlakte van ca. 20 m².

Landgebruik: Het plan voorziet niet in de wijziging van het landgebruik. Het stadsarchief wordt op de huidige locatie uitgebreid. De serviceflats blijven behouden.

Watersysteem: De installatie van een regenwaterput van 20000 l, wordt voorzien. De regenafvoer wordt in deze put verzameld en via een overloop afgevoerd naar de riolering. Gezien de bijkomende horizontale

dakoppervlakte van 350 m² bedraagt, is de regenwaterput voldoende gedimensioneerd. Geen significante effecten.

De kelderverdieping is beperkt in oppervlakte (onder een hoek van het gebouw) en in diepte (1,70 m), onder de overige delen van het gebouw worden enkel funderingen aangebracht in de volle grond, tot 80 cm onder het maaiveld. Er worden geen significante effecten op het watersysteem in het plangebied en de omgeving verwacht.

Landgebruik: Geen significante effecten.

2

Gebruik van natuurlijke grondstoffen, in het bijzonder niet-hernieuwbare of schaarse grondstoffen

Het plan geeft geen aanleiding tot een lokale winning van delfstoffen. Voor de realisatie van gebouwen en infrastructuur ten behoeve van bepaalde functies, zullen normale hoeveelheden aan grondstoffen (bouwzand ed.) worden aangewend.

Geen significante effecten.

3

Gebruik, opslag, transport, productie van stoffen of materialen die schadelijk zijn voor de gezondheid of het milieu

Het plan omvat de uitbreiding van het

stadsarchief en houdt geen productie, transport, gebruik of opslag van gevaarlijke stoffen in.

Geen significante effecten.

4

Vrijstelling van verontreinigingen of schadelijke, toxische of milieuverstorende stoffen in de lucht

De realisatie van het plan gaat gepaard met de emissie van luchtverontreinigde stoffen door het verkeer en de emissies van

verwarmingsinstallaties van gebouwen.

Verkeersemissies: De bestaande parking voor personeel en bezoekers van het stadsarchief blijft behouden en biedt plaats voor ca. 30 wagens. Het verkeersgenererend effect en de bijbehorende verkeersemissies zijn minimaal.

De verkeersemissies ten gevolge van de bezoekers en bewoners van de

Effecten Mogelijke milieueffecten. Ja / neen Significantie van effecten serviceflats blijven ongewijzigd.

Geen significante effecten.

Gebouwenverwarming:De uitbreiding van het stadsarchief veroorzaakt slechts een lichte toename in gebouwverwarming. De toename van verontreinigende stoffen door gebouwenverwarming is bijgevolg zeer klein tot verwaarloosbaar ten opzichte van de referentiesituatie.

5

Productie van vaste afvalstoffen De uitbreiding en exploitatie van het stadsarchief en de serviceflats veroorzaken geen productie van vaste afvalstoffen andere dan het normaal huishoudelijk afval.

Geen significante effecten.

6

Veroorzaken van geluid en trillingen of

vrijstelling van licht, warmte of straling De uitbreiding en exploitatie van het stadsarchief veroorzaakt een zeer beperkte vrijstelling van licht en geluid (ten gevolge van verkeer).

De exploitatie van de serviceflats veroorzaakt geen wijziging qua geluids- of lichtverstoring ten op zichte van de referentiesituatie.

Geen significante effecten.

7

Risico’s op verontreiniging van bodem of water als gevolg van emissies naar de bodem of in oppervlaktewater of grondwater

Regenwater wordt via verschillende punten afgevoerd van het dak naar een regenwaterput op het terrein. De regenwaterput heeft een dimensie van 20000l en een overloop naar de riolering.

Afvalwater van de keuken en het sanitair wordt gescheiden afgevoerd naar de riolering.

Het run-off water afkomstig van de parking kan licht vervuild worden door bv. olielekken.

De realisatie van het plan veroorzaakt geen significante verontreiniging van de bodem of water ten gevolge van emissies naar het watersysteem.

8

Risico op ongevallen gedurende bouw of exploitatie die de menselijke gezondheid of het milieu kunnen schaden

Er kunnen negatieve effecten optreden bij calamiteiten tijdens de aanlegfase en

exploitatiefase. Het risico op het optreden van relevante verontreinigingen is echter beperkt.

Indien nodig wordt ogenblikkelijk een sanering

Geen significante effecten.

9

Sociale veranderingen bvb. in

demografie, tewerkstelling, … De realisatie van het plan, zijnde de uitbreiding van het stadsarchief, zal geen nadelige sociale veranderingen teweegbrengen.

Geen significante effecten.

10

Afgeleide ontwikkelingen die kunnen leiden tot milieueffecten of cumulatieve effecten met andere bestaande of geplande activiteiten in de omgeving

Het plan veroorzaakt geen afgeleide

ontwikkelingen die kunnen leiden tot cumulatieve milieueffecten.

Geen significante effecten.

11

Effecten op deelgebieden in de omgeving die beschermd zijn omwille van

ecologische, landschappelijke of cultuurhistorische waarden

Landschappelijk en cultuurhistorisch: De realisatie van het plan heeft geen effect, direct noch indirect (visueel, contextverlies) op beschermde landschapselementen.

Ecologisch: Het plangebied is niet gelegen in de ruime omgeving van een Speciale

Beschermingszone. De meest nabijgelegen SBZ is het Habitatrichtlijngebied “Valleien van de Laambeek, Zonderrikbeek, Slangebeek en Roosterbeek met vijvergebieden en heiden” en ligt ca. 3000 m ten noorden van het plangebied.

Landschappelijk en cultuurhistorisch:

Geen significante effecten.

Ecologisch: De realisatie van het plan veroorzaakte geen directe noch indirecte impact op de SBZ in de ruime omgeving. Er worden geen significante effecten verwacht.

12

Effecten op voor fauna of flora

waardevolle of kwetsbare gebieden in de omgeving

In het plangebied is geen waardevolle vegetatie

aanwezig. De uitbreiding van het stadsarchief wordt gerealiseerd op een grasveld en parking. Er worden geen waardevolle vegetatie-elementen verwijderd.

Geen significante effecten.

13

Gebieden of elementen met grote landschappelijke waarde of elementen van historische- of cultuurhistorische waarde, die door het plan kunnen beïnvloed worden

Het plangebied is niet gelegen in een relictzone of ankerplaats. Er zijn ook geen punt- of lijnrelicten aanwezig in het plangebied.

De geplande bouwwerken veroorzaken geen verstoring van gekende archeologische waarden.

Gezien de ligging nabij de historische kern van

Geen significante effecten.

Archeologie:

Met betrekking tot de mogelijk impact op archeologisch erfgoed dient een vroegtijdige afstemming te gebeuren met het Agentschap R-O Vlaanderen Onroerend Erfgoed. Indien een onderzoek naar de archeologische

potenties van de site noodzakelijk wordt geacht zijn drie

Effecten Mogelijke milieueffecten. Ja / neen Significantie van effecten Hasselt is een verstoring van ongekende

archeologische waarden in de ondergrond. Maar aangezien geen grootschalige ondergrondse verdiepingen gepland worden, is het effect op gekende en ongekende archeologische waarden in de ondergrond beperkt.

stappen mogelijk:

Stap 1: terreininventarisatie: bureaustudie, veldkartering, boringen (i.f.v. pre-historische sites), proefputtenonderzoek (waardering van prehistorische sites) en proefsleuven (i.f.v. niet-prehistorische sites). Noodzakelijk om de archeologische waarde van een terrein in te schatten en keuzes te maken naar beheer (behoud in situ), opgraving of vrijgave van terreinen. Afwegen economische kost en alternatieven voor archeologisch beheer.

Stap 2: opgraving + basisrapportage: indien een vindplaats bedreigd wordt door de ontwikkeling van het terrein kan deze op voorhand opgegraven worden (=behoud ex situ). De

opvragingsgegevens worden minimaal verwerkt (basisrapportage).

Stap 3: vrijgave van terrein (door Agentschap R-O Vlaanderen Onroerend Erfgoed)

14 Waterlopen, kust- of zeewateren die

door het plan beïnvloed worden. Het plan heeft geen invloed op waterlopen,

kust-of zeewateren. Geen significante effecten.

15 Publieke toegangswegen die door het

plan worden beïnvloed Er worden geen publieke toegangswegen door het

plan volledig afgeschaft. Geen significante effecten.

16

Transportroutes in de omgeving die kwetsbaar zijn t.a.v. congestie of die omgevingshinder veroorzaken en die door het project kunnen worden

Transportroutes in de omgeving die kwetsbaar zijn t.a.v. congestie of die omgevingshinder veroorzaken en die door het project kunnen worden