Ad 3. Constructie in de teen heeft de voorkeur boven een constructie in de kruin Een constructie in de teen (damwand) heeft de voorkeur boven constructies die geplaatst
6. WATER 1. Het beleid
7.3. Huidige situatie
7.3.1. Biotopen in en nabij het plangebied
Het betreffende dijktraject wordt aan de buitendijkse zijde gekenmerkt door direct aangren-zende bebouwing. Aan de binnendijkse zijde van het dijktraject ligt de bebouwing op grote-re afstand. Voor een deel is de binnendijkse zijde onbebouwd. Hier ligt een slotpark met gracht. De rivierzijde van de dijk is met stenen afgewerkt. Plaatselijk is oevervegetatie (met name kattenstaart) en opslag van jonge bomen aanwezig. Vegetatie wordt gedomineerd door grassen met her en der grote brandnetel en braam. De tuinen en balkons van de aan-gelegen woningen grenzen tot aan de waterkant.
7.3.2. Beschermde soorten Vaatplanten
Tijdens het veldbezoek zijn geen beschermde vaatplantsoorten waargenomen. Mogelijk dat in het slotpark beschermde vaatplantsoorten aanwezig zijn. Op en nabij de dijk zijn be-schermde vaatplantsoorten uitgesloten. In de NDFF zijn waarnemingen opgenomen van kleine maagdenpalm, zwanenbloem, gewone dotterbloem en brede wespenorchis (tabel 1-soorten). De soorten zijn waargenomen buiten het plangebied van het dijktraject.
Amfibieën
De omgeving van het dijktraject (het Slotpark) is waarschijnlijk leefgebied voor licht be-schermde amfibiesoorten als bruine kikker, gewone pad, bastaardkikker en/of kleine water-salamander. De NDFF geeft het voorkomen van bruine kikker en kleine watersalamander aan buiten het plangebied. Het plangebied en directe omgeving is niet geschikt als
leefge-bied voor zwaar beschermde amfibiesoorten. Zo reikt de verspreiding van kamsalamander en poelkikker niet tot aan het plangebied (bron: telmee.nl).
Reptielen
Het plangebied is niet geschikt als leefgebied voor beschermde reptielsoorten. Ook de om-liggende stedelijke omgeving niet. Het plangebied ligt buiten het verspreidingsgebied van ringslang (bron: telmee.nl). De NDFF bevat geen waarnemingen van ringslang.
Vissen
Gezien het stenige karakter van de rivieroever is de aanwezigheid van rivierdonderpad niet uit te sluiten. Tevens kunnen in het slotpark beschermde soorten (kleine modderkruiper en bittervoorn) aanwezig zijn. Tijdens het veldbezoek zijn tientallen ruisvoorns waargenomen.
De NDFF bevat waarnemingen van kleine modderkruiper (tabel 2, Ffw) buiten het plange-bied.
Grondgebonden zoogdieren
In het plangebied kan het voorkomen van algemene licht beschermde soorten zoals egel, huisspitsmuis, mol, veldmuis, wezel en hermelijn niet worden uitgesloten. De NDFF bevat geen waarneming van zwaar(der) beschermde zoogdiersoorten. De zwaar beschermde soorten noordse woelmuis en waterspitsmuis komen volgens telmee.nl niet voor in de om-geving van het plangebied. Ook het voorkomen van eekhoorn is volgens telmee.nl niet be-kend in de omgeving van het plangebied. Gezien de geïsoleerde ligging, beperkte potentie en zeer geringe omvang van het park, dat omgegeven is door de bebouwde kom van Ca-pelle aan den IJssel, is de aanwezigheid van zwaarder beschermde zoogdiersoorten uit te sluiten.
Vleermuizen
Het park, de aanwezige bebouwing en oudere bomen hebben potentie als vaste rust- en verblijfplaats en foerageergebied voor vleermuizen. In meerdere huizen zijn open stootvoe-gen aanwezig. Het voorkomen van gewone dwergvleermuis blijkt ook uit de NDFF-gegevens. Hierin is waarneming van gewone dwergvleermuis opgenomen in het Slotpark.
Alle vleermuissoorten in Nederland zijn zwaar beschermd (tabel 3-soorten + bijlage IV Ha-bitatrichtlijn) onder de Ffw.
Broedvogels
Foeragerende gierzwaluwen (soort met jaarrond beschermd nest) zijn waargenomen boven de bebouwing tijdens het veldbezoek. Mogelijk maken deze gebruik van nesten in de be-bouwing of rondomliggende huizen. Mogelijk dat huismus ook gebruik maakt van bebou-wing in het plangebied. In de NDFF-gegevens zijn verder geen waarnemingen van jaarrond beschermde nesten opgenomen. Voor overige vogelsoorten met jaarrond beschermde nes-ten zijn geen geschikte broedlocaties aanwezig.
Dagvlinders, libellen en overige ongewervelden
Leefgebied van beschermde dagvlinders, libellen en overige ongewervelden wordt op basis van de bekende verspreiding en het ontbreken aan geschikt biotoop uitgesloten. De NDFF bevat geen waarneming van beschermde ongewervelden. Het voorkomen van beschermde ongewervelden is uitgesloten.
7.3.3. Beschermde natuurgebieden Natuurbeschermingswetgebieden
In de onderstaande afbeelding is de ligging van de Nbw ’98-gebieden in de omgeving van het plangebied weergegeven. Het beschermd natuurmonument Huys ten Donck en het
Na-tura 2000-gebied Boezems Kinderdijk liggen op respectievelijk 3,3 km en 5 km van het dijk-traject Capelle aan den IJssel. Beide gebieden zijn onder de Natuurbeschermingswet 1998 beschermd. In afbeelding 7.1 is de ligging van de Natuurbeschermingswetgebieden ten op-zichte van het plangebied aangeduid. Beide gebieden liggen buiten de invloedszone van de voorgenomen werkzaamheden.
Afbeelding 7.1. Natuurbeschermingswetgebieden in de omgeving van plangebied
Bron: http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/googlemapszoek2.aspx.
Ecologische hoofdstructuur
Het dijktraject Capelle aan den IJssel valt buiten de begrenzing van de Ecologische Hoofd-structuur. De Hollandsche IJssel is wel onderdeel van de EHS (zie afbeelding 7.2). Verder liggen in de nabije omgeving van het dijkversterkingsproject Capelle geen EHS-gebieden.
Afbeelding 7.2. Ecologische Hoofdstructuur ter plaatse van het plangebied
Bron: http://geo.zuid-holland.nl/geo-loket/html/atlas.html?atlas=ehs.
Belangrijke weidevogelgebieden
In afbeelding 7.3 zijn de belangrijke weidevogelgebieden op een kaart weergegeven ten opzichte van de planlocatie. In de directe omgeving van de planlocatie zijn geen belangrijke weidevogelgebieden gelegen. Het dichtstbijzijnde weidevogelgebied ligt op circa 5 km af-stand van het dijktraject Capelle aan den IJssel.
Afbeelding 7.3. Belangrijke weidevogelgebieden (lichtgroen) nabij het dijktraject Capelle aan den IJssel (rood)
Bron: http://geo.zuid-holland.nl/geo-loket/html/atlas.html?atlas=ehs.
7.4. Autonome ontwikkeling
In de Hollandsche IJssel worden enkele KaderRichtlijnWater maatregelen getroffen. Het Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard neemt verschillende maatregelen om de gemalen (beter) vispasseerbaar te maken. Ook zijn enkele projecten voorzien met ui-terwaardverlagingen. Hierdoor wordt het gebied vernat en krijgt de rivierdynamiek invloed op het gebied met zoetwatergetijdenatuur tot gevolg.