• No results found

4. Scenario's voor het gemeentelijke pachtbeleid

4.1 Huidig gemeentelijk pachtbeleid

Voor het Kampereiland en omstreken heeft de gemeente Kampen op (datum) een missie opgetekend1. Die missie bestaat uit vier hoofddoelstellingen, te weten:

- behoud erfgoed der vaderen; - ondersteuning pachters; - redelijk rendement verpacht bezit;

- behoud of herstel natuur- en landschappelijke waarden.

Het komt er op neer dat het Kampereiland en omstreken niet wordt verkocht, dat de bestaande natuur- en landschappelijke waarden niet mogen worden aangetast en dat er zorgvuldig met de pachters omgegaan dient te worden, maar dat er niettemin een redelijk rendement voor de gemeente als verpachter resteert. Die missie probeert de gemeente uit te voeren met behulp van het bestaande pachtbeleid. Naast de op de Pachtwet geënte algeme- ne pachtvoorwaarden (en voorwaarden waaronder (gedeelten van) stadserven met het recht van opstal worden uitgegeven) is daartoe een set specifieke beheersregels beschikbaar. In de praktijk is het beheer sinds 01-01-2003 uitbesteed aan Noorderstaete Rentmeesters. Daarvoor heeft Domeinen dat enige jaren gedaan en weer daarvoor de gemeente zelf (Bu- reau Stadserven en Landerijen).

4.1.1 Groei beheersregels in de tijd

Het huidige pachtbeleid van de gemeente Kampen terzake de stadserven op het Kamperei- land e.o. heeft in de loop van de tijd vorm gekregen. Veelal waren kwesties met een of meer pachters, soms naar aanleiding van een beleidswijziging op EU- of nationaal niveau, aanleiding voor weer een nieuwe regel. Volgens een samenvatting van Noorderstaete Rent- meesters gaat het om de volgende regels:

Gronden en opstallen

1. Als een stadserf wordt opgeheven, worden de gronden toegedeeld aan aangrenzende stadserven naar een logische verkaveling (College, 3 juni 1991).

2. Grond wordt niet in erfpacht uitgegeven (Raad, 21 september 2000).

3. Gronden die pachtvrij komen worden primair gebruikt voor schaalvergroting (Raad, 14 december 2000).

1

Noorderstaete rentmeesters: Notitie inzake (her)ijking beleidsregels beheer Kampereiland e.o. Kampen, 6 oktober 2003.

4. Pachters die het areaal van het stadserf uitbreiden, krijgen deze uitbreiding in eenma- lige pacht tegen de dubbele pachtcanon1 (Raad, 14 december 2000). Is inmiddels komen te vervallen.

5. De gemeente is bereid een verzoek van een pachter om tegen betaling (van een ande- re pachter) de pacht te beëindigen, in behandeling te nemen. De gemeente beoordeelt en onderhandelt per geval met de verzoekende pachter. De opkopende pachters krij- gen een regulier pachtcontract (Raad, 14 december 2000).

6. Verzoeken van pachters tot overname van de opstallen, beoordeelt de gemeente per geval. Bij verkoop worden de opstallen (drie)dubbel getaxeerd (Raad, 14 december 2000).

7. Pachters die het melkquotum structureel verhuren of die minder dan 350.000 kg melkquotum hebben (grondgebonden of niet-grondgebonden, geen huurmelk) of die geen positief economisch plan kunnen overleggen, komen niet in aanmerking voor toedeling van grond (Raad, 1 februari 2001).

Melkquota

8. Een verpachter die verplaatst naar een ander stadserf, krijgt op het nieuwe stadserf 12.500 kg grondgebonden melkquotum per hectare. Het meerdere blijft achter op het oude stadserf (College 3 juni 1991).

9. Ieder stadserf komt eenmalig in aanmerking voor 40.000 kg melkquotum. Toedeling volgens het olievlek principe (College, 21 maart 1995).

10. Pachters die het gehele melkquotum verhuren komen niet in aanmerking voor de 40.000 kg regeling. Toedeling geschiedt onder de voorwaarde dat het toegedeelde melkquotum moet worden teruggegeven als de pachter overgaat tot verhuur. De 40.000 kg regeling loopt eind 2002 af (Raad, 14 december 2000). Loopt nog door tot een ieder aan de beurt is geweest.

11. Vanaf 2003 vindt verkoop van vrijkomend melkquotum plaats (Raad, 14 december 2000).

Bedrijfstoeslagen

Nog geen regels.

4.1.2 Functioneren beheersregels

De bestaande regels zijn aanleiding tot geschillen en voorspelbare acties van pachters. Ver- schillende regels zijn van toepassing op verschillende situaties. De ene keer op de verdeling van gronden bij een afgaande pachter van 65 jaar en de andere keer op de verde- ling van gronden bij een afgaande pachter die jonger is dan 65 jaar (pachtafkoop). Wanneer een pachter, met medewerking van de gemeente, een andere pachter uitkoopt en daarmee alle gepachte grond (in pacht) overneemt (5), conflicteert dit met de rechten van de overige aanliggende bedrijven die daardoor immers een toekomstige toedeling om niet mislopen (1) en (3). Vooropgesteld natuurlijk dat de afgaande uitgekochte pachter geen opvolger had. Verder zijn de regels soms wisselend in de tijd: de gemeente verdeeld de ene

1

keer vrijkomende quota om niet onder alle pachters (9) en weer later wordt besloten tot verkoop aan derden (11). En tenslotte is er niet altijd sprake van gelijke behandeling van de pachters. Om aanspraak te kunnen maken op gratis extra melkquotum (40.000 kg regeling) dient men bijvoorbeeld al over minimaal 350.000 kg melk te beschikken (7).

4.1.3 Enkele vragen van de rentmeester

Een greep uit de zaken die de rentmeester aan de orde stelt:

- Toekomstbedrijf: ook indien als nevenbedrijf geëxploiteerd?

- Wegen als grens aanhouden of alleen De Goot, Ganzendiep en de IJssel? - Maximum bedrijfsareaal (43 ha) aanhouden?

- Wat te doen met structureel verleasen, divanmelkers, samenwerken (graag nader om- schrijven)?

- Hoogte pachtcanon in geval van eenmalige pacht?

- Verdeling grond bij beëindiging: naar toekomstbedrijven of gelijk over aanliggende bedrijven?

- Hiërarchie regels bij vrijkomende erven?

- Handhaven 350.000 kg melk als ondergrens voor in aanmerking komen van vrijval- lende gronden/quota?

4.2 Beleidsscenario's

4.2.1 Inleiding

Bij beleidscenario's gaat het in dit onderzoek om de opstelling van de verpachter, de ge- meente Kampen, ten opzichte van de boeren, de pachters, op het Kampereiland. Het zijn scenario's waarmee de gemeente als verpachter de ontwikkelingen op het Kampereiland tracht te sturen. Voorgesteld wordt om 4 verschillende beleidscenario's op te stellen, name- lijk (1) een scenario dat resulteert in een zo optimaal mogelijke landbouwstructuur, waarbij bedrijven tegen zo laag mogelijke kosten per eenheid produceren (optimale landbouw), (2) een scenario waarbij de verpachter zich ten opzichte van de pachters loyaal opstelt (loyale verpachter), (3) een scenario waarbij aan het behoud en de ontwikkeling van natuur en landschap voorrang gegeven wordt (natuur en landschap) en (4) een scenario gericht op een zo hoog mogelijk rendement voor de verpachter (rendement verpachter). De scenario's hebben allemaal effect op de structurele ontwikkeling van de landbouw (en daarmee op het inkomen van de pachters). En voorts op het rendement van de verpachter, op het behoud dan wel de ontwikkeling van de natuur en het landschap en op de mate van loyaliteit waarmee de pachters worden behandeld. De resultaten van elk scenario dienen te worden afgezet tegen het resultaat van het vorige hoofdstuk, de toekomstige ontwikkeling van de landbouwstructuur op het Kampereiland en omstreken bij ongewijzigd gemeentelijk pacht- beleid, het 0-scenario. In alle scenario's zijn twee vragen essentieel, te weten:

- Met welk tempo komen pachtgronden, melkquota en in de toekomst ook toeslagrech- ten vrij? En welke beheersregels kunnen dat tempo beïnvloeden?

- Op welke wijze dienen vrijkomende pachtgronden, melkquota en later ook bedrijfs- toeslagen te worden verdeeld. En welke beheersregels zijn daarvoor dan het meest geschikt?

4.2.2 Uitgangspunten bij de uitwerking van de scenario's

Er zijn 4 scenario's die alleen verschillen qua hoofddoelstelling van het gemeentelijk pachtbeleid.

De omgeving, zoals weergegeven in hoofdstuk 2, is voor elk scenario hetzelfde. Dat wil zeggen dat elk scenario te maken heeft met hetzelfde EU-landbouwbeleid (prijsdaling melk en mestvee, bedrijfstoeslagen vanaf 2007, melkquotering minimaal tot 2014/15), Vo- gelrichtlijn en Habitatrichtlijn, milieubeleid, rijks- en provinciaal natuurbeleid (beheerslandbouw toepasbaar op gehele eiland) mate van verstedelijking, enz.

Het rendement van elk scenario bestaat uit een vast aantal componenten (zie para- graaf 3.7). Sommige componenten verschillen per scenario, zoals de pachtopbrengsten, de opbrengst uit de verkoop van opstalrechten, de opbrengst uit de verkoop van melkquota, enz. Anderen, zoals de opbrengst uit stadsuitbreiding, zijn in elk scenario gelijk.

Verkoop van het Kampereiland is geen optie. Wel wordt in het rendementsscenario ingeschat wat verkoop op zou kunnen brengen.

Alle scenario's scoren op dezelfde criteria: mate van realisatie van de hoofddoelstel- ling van het scenario en mate van realisatie van de hoofddoelstellingen van de overige scenario's. Daarnaast op onderliggende kengetallen, als het aantal resterende pachters, de verdeling over typen bedrijven zoals gespecialiseerde melkveebedrijven, overige graas- dierbedrijven en natuurbedrijven, het aantal koeien, het inkomen van de pachters, enz. (de landbouwstructuur). En tenslotte ook de mate waarin inkomsten van buiten de landbouw noodzakelijk zijn.