• No results found

Houding in tekeningen volgens Goeree Het vijfthiende Hooft-deel.

Van de Houdinge ofte Perspective van Doncker en Licht.

[In marge: Nootzakelickheyt van de houdinge. ] Het nootwendighste dat in eene

Teyckninghe ofte Schildery behoort te wesen, ende datse in allen de volmaeckte Natuyr kan doen ghelijck wesen, is de. houdinghe ofte Perspective van Donckerheydt en Licht, en die daer niet in zijnde, soo is oodanighen Teyckeningh reden-loos en doodt, des wy hier kortelijck sullen toonen wat die is, en waer door men die moet sien te bekomen. [In marge: Wat

houdinge is.] Houdinghe dan, om den sin van het woordt en kracht van hare werckinghe uyt te drucken, is dat geene , ’t welcke alles wat in een Teyckeningh ofte Schildery komt, doet achter en voor uyt wijcken, en van her voorste tot het achterste, alles op sijn plaets doet staen, alsoo dat yder dinck sijn eygen standtplaets komt te behouden, ende dat men de ruymte en wijdtheydt van de plaets die tusschen yder Beeldt ofte Lichaem open en ledigh is, wijckende ofte na sich toe-komende, Natuyrlijck met de oogh, als of het met de Voeten toe-ganckelijck

ware, kan naspooren, daerom sy dan houdinghe ghenoemt wordt. [In marge: Ghelijckenis.] Ende even gelijck men in een Perspectijf ofte Deur-sicht, de wijtte en Distantie die yder Colomne den eenen na den anderen elck op sijn bysondere plaets heeft, moet bemercken; soo moet men oock in een Teyckeningh en Schildery, door het verminderen van Doncker en Licht, elck na sijn Distantie toe-gepast, de wijcde wijckende reddinghe, en ruymte van alle dinghen, sien konnen; het zy dan dat gy na Teyckeninghe, Playster, `t Leven, ofte

Schilderyen Teyckent, [In marge: Wat men tot de houdinge moet observeeren.] soo moet ghy om eenighsins dese houdinghe te bekomen, letten wat voor ofte achter komt, ofte hoe datse namalkander volghen. Ten anderen, let waer door datse voor of achter komen, of het door Doncker of Licht gheschiedt, en door welcken Graedt of Trap, van meerder of minder Doncker ofte Lichtigheyt, dat het komt voor ofte achter uyt te wijcken: [In marge: Doncker komt soo wel voor uyt als Licht.] want het Doncker kan soo wel na Proportie dat het sterck is, en na de standt daer het geplaetst is, voor uyt als achter uyt wijcken, en van gelijcken oock het Licht, soo dat in desen als op eene van de swaerste Studyen der Teycken en Schilder-konst, te letten staet. [In marge: Houdinge swaer om te leeren verstaen.]

Ende al-hoe-wel dit door onderwijs van Schrijven niet wel en is te leeren, soo sullen wy uyt verscheydene Exempelen evenwel dese Lesse (om in `t generael een middel tot goede houdinge aen te wijsen,) den Leerlingen met een woordt voorstellen.

In het Teyckenen dan, soo let daer op, dat [In de marge: Generael middel om houdinge te bekomen.] gy in het verminderen van Doncker en Licht, soodanigen verschil maeckt, alser is tusschen het flaeuwste Hooghsel, ende eyge Vlackte van u Grondt-papier, daer men in `t ghemeen met witte Cryon op Teeckent, soo fult ghy een seer groote reddinghe, wijckinge, en uytheffinge in uwe Teyckening, bekomen, en bevrijdt zijn van dat uwe dingen aen elkanderen nimmer vast sullen sitten; `t gene noch breeder inde generale op-merckinge van de Teycken-konst sal geleert werden.89

Literatuur

Benesch, O., The drawings of Rembrandt I-VI London: 1954-1957.

Biografisch Portaal http://www.biografischportaal. nl/persoon/47540926 De Nieuwe Bijbelvertaling, Haarlem: 2004.

Dictionnary of Art Historians http://www.dictionaryofarthistorians.org/sandrart.htm 12-8-2014.

Goeree, W. Inleydinge tot de Al-ghemeene Teycken-konst, waer in den Gronden en

Eygenschappen, die tot onfylbaer en verstandigh begrijp van de Teycken-konst noodigh te weten zijn, kortelijck en klaer werden aen-ghewesen, Middelburg: 1668.

Giltay J. The drawings by Rembrandt and his schools, Rotterdam: 1988. Haak, B. Rembrandt zijn leven werk en tijd, Amsterdam: 1968.

Hoogstraeten, S. van Inleyding tot de hooge schoole der schilderkonst, Rotterdam: 1678 Jong, J. L. e.a., Karel van Mander het schilderboek het leven van de doorluchtige

Houbraken, A. De groote schouwburgh der Nederlantdsche konstschilders, deel I Maastricht: 1943. Oorspronkelijk uitgegeven 1718-1721

Kern, U. ’Licht and shadow, Clouds and Sunrays: The concept of Reddering in Netherlandish Art’, Oud Holland jrg. 124 –(2011) nr.4, pp 209-230.

Klemm, Chr. Joachim, Sandrart Teuche Academi der Bau-, Bild, und Mahlerey- Kunste

1675, Nordlingen: 1994.

Kok, E. Culturele ondernemers in de Gouden eeuw, Amsterdam: 2013.

Kwakkelstein, M. Willem Goeree een kritische geannoteerde editie, Leiden: 1998. De Lairesse, G. Het groot schilderboek, Haarlem: 1707.

Mander, K. Den grondt der edel vry schilder-const (ed.) H. Miedema, Utrecht : 1973. Müller-Schirmer, A.’Grenzen im Licht. Über Licht und Schatten in den Zeichnungen von Rembrandt’ Oud Holland jrg. 121-2008 nr.1 pp. 56-79.

Peltzer, A.R. Teutsche Academi der Bau-, Bild, und Mahlerey- Kunste, München: 1925.

Pels, A. Gebruik en misbruik des Tooneels, Culemborg: 1979. Oorspronkelijk uitgegeven in 1681

Roscam Abbing, M. Rembrant toont sijn konst, Leiden: 1999.

Roscam Abbing, M. De schilder en schrijver Samuel van Hoogstraten 1627-1678 Eigentijdse

bronnen & oevre en gesigneerde schilderijen, Leiden: 1993.

Sandrart, J. Teuche Academi der Bau-, Bild, und Mahlerey- Kunste, Neurenberg: 1675. (http://ta.sandrart.net/en/)

Schapelhouman, M., Rembrandt en de kunst van het tekenen, Zwolle: 2006. Schatborn, P. Tekeningen / Drawings by Rembrandt zijn onbekende leerlingen en

navolgers, Amsterdam Rijksmuseum: 1985.

Schatborn, P. ’Rembrandts gebruik van tekeningen’, Kroniek van het Rembrandthuis: 2004/1-2. pp 29-38.

Schatborn, P. Sloten L van. Oude tekeningen, Nieuwe namen Rembrandt en

tijdgenoten Amsterdam Rembrandthuis: 2014.

Sluijter, E. J. Rembrandt and the Female Nude, Amsterdam: 2006. Slive, S., The drawings of Rembrandt, Londen: 2009.

Strauss, W. Meulen, M. van der, The Rembrandt Documents, New York: 1997.

Taylor, P. ’The Dutch concept of houding in Dutch Art Theory’, Journal of the Warburg

and Courtauld Institutes, volume, 55 1992. pp 210-232.

Taylor, Paul, Bloemstillevens in de Gouden Eeuw, 1600-1720 Zwolle: 1995. Tümpel, Chr, Rembrandt kwadraat Monografie, Utrecht: 1992.

Vasari, G. De levens van de grootste schilders, beeldhouwers en architecten Amsterdam: 1998. Oorspronkelijk uitgegeven in 1550

Veen, J. van der, Dat kan beter Rembrandt en de oude meesters, Amsterdam: 2013. Vries, de L. Gerard de Lairesse An Artist between Stage and Studio

Amsterdam: 1998

Weststeijn, Th. (ed.), The universal Art of Samuel van Hoogstraten (1627-1678), Painter,

Writer, and Courtier, Amsterdam: 2013.

Weststeijn, Th. The Visible World Amsterdam: 2008.

Wetering, E. van de, Rembrandt the painter at work, Amsterdam: 2000.

Wetering, E. van de, e.a. A Corpus of Rembrandt’s Paintings Dordrecht: 2011 deel V Westermann, M. Rembrandt, London: 2000.

WNT Woordenboek der Nederlandse Taal

Afbeeldingen

Afb. 1A

Afb. 1 Eén van de drie koningen aanbidt Maria en het kind.(ca 1635) Studie voor de aanbidding van de drie koningen 17, 8 x 16, 0 cm

Amsterdam Rijksprentenkabinet. inv. nr. RP-T-193 Afb. 1B

Afb. 2 De voetwassing (ca. 1650 ) Voetwassing 15, 7 x 22, 1 cm pen in bruin kaderlijnen in grijs Amsterdam Rijksmuseum. inv. nr. RP-T A- 2035 Rechts in het beeld, vanuit de kijker gezien, is nog net een lijn voor de afbakening te zien.

Afb.3 De graflegging (ca. 1640 ) Graflegging pen en inkt 15, 6 x 20, 1 cm Amsterdam Rijksmuseum. inv. nr. RP-T-1930-28 Links in de hoek is de vrouw, met haar handen voor het gezicht, en het stukje papier dat opnieuw geplakt is, is te zien. De vrouw is waarschijnlijk van een eerdere tekening zichtbaar gebleven. Van links naar rechts zijn de mannen genummerd: a, b, c en d.

Afb. 3A, 3B De inktvraat bij het dode lichaam van Christus is bij deze twee afbeeldingen duidelijk aanwezig.

Afb. 4 De terugkomst van de verloren zoon. (ca.1642) De terugkomst van de verloren zoon 19, 0 x 22, 7 cm pen en inkt, wassing, witte verf correcties. Haarlem Teylers Museum inv. nr. 0048. Er zijn drie technieken in de tekening gebruikt. Aquarel, wassing en lijnen met de pen.

Afb. 5 Saskia kijkt uit open raam (ca. 1633-1636) Saskia in het open raam 23, 6 x 17, 8 cm. Inkt. Pen en penseel, bruin gewassen en getint papier. Rotterdam Museum Boymans van Beuningen. inv. nr. 1633-36 R 131PK.

Afb. 5 A De elleboog van Saskia met de inktvraat.

Afb. 6 B De witte verf voor de correctie is te zien bij de rode pijl. De bakermat gaat de hoek om wat vreemd is. Afb. 6 A

Afb. 1C Lucas Vorsterman naar een prent van P. P. Rubens The Hunterian Museum and Art Gallery,

University of Glasgow 2015. Eén van de drie magiërs aanbidt Maria en het kind ( ca. 1621) 56. 2 x 73. 7 cm. National Museum Warsaw inv. 81622 Schatborn stelt in zijn boek Tekeningen / Drawings by Rembrandt zijn onbekende leerlingen en navolgers dat Rembrandt een detail genomen heeft voor zijn tekening en het gaat dan om de knielende.magiër die naar voren buigt naar het kind toe.

Afb. 7

Jacob en zijn zonen (ca.1641) Jacob en zijn zonen 18, x 30 cm x 27, 6 cm pen en bruin inkt. Amsterdam Rijksmuseum. inv. nr. RP-T-1901-A-45. Links bij de zittende man op de stoep is een toegevoegd stukje papier te zien .

Afb. 6 Saskia in bed met baldakijn (ca. 1635) Saskia in het bed met baldakijn pen en penseel, inkt, gewassen inkt, witte verf voor 17, 7 x 24, 1 cm. Amsterdam Rijksprentenkabinet. inv. nr. RP-T-1930-53

Afb. 6A Het tafeltje in perspectief getekend met de kan en emmer.

Afb. 6B De witte verf voor de correctie is te zien bij de rode pijl. De bakermat gaat de hoek om wat vreemd is.