• No results found

Hoop voor de toekomst te midden van onzekerheid

In document A D CDA ontleed C (pagina 32-38)

Op deze manier kan de ethische oriëntatie van de religieuze gemeenschappen opnieuw een bron van inspiratie zijn. De dialoog van de christendemocraat moet zijn betekenis zoeken op de productieve gemeenschappelijke basis die hij deelt met de sociale leer van de kerken: menselijke waardigheid, solidariteit met onderdrukten, en mensenrechten. De uitdaging voor de christendemocratie is in essentie deze: is christendemocratie een dienst aan onszelf, of een dienst

32 | Van Gennip heeft dat in verschillende speeches uitgewerkt. Zie bijvoorbeeld: J.J.A.M. van Gennip, ‘De grote verhuizing. Vragen rond een komend beleid voor internationale samenwerking’, Den Haag 2002.

OVER DE BETEKENIS VAN DE C, D EN A

aan anderen (de ander)? Moet ze een beroep doen op de egocentrische gevoe­ lens van het electoraat, of op de altruïstische gevoelens, dus ons betere ik, dat onze naasten en de onderdrukten liefheeft?

Tegen deze achtergrond moet mijn laatste vraag worden beantwoord: is er een toekomst voor de christendemocratische politiek? Ik kan hier geen ja of nee op zeggen, maar ik kan wel iets zeggen over omstandigheden en voorwaarden. Er moet een toekomst voor het christendom zijn, aangezien deze geen tijdelijke maatstaf kent. Een toekomst voor het christendom zal altijd synoniem zijn met de bereidheid om verantwoordelijk te worden gesteld voor onze daden en omissies wanneer we worden geconfronteerd met het bestaan en de behoeften van de ander. Let op, wees voorbereid: ieder ogenblik kan een omslagpunt zijn tussen goed en kwaad.

Een barmhartige politiek die principes van menselijke waardigheid en solida­ riteit belichaamt, kan geen verlengstuk zijn van de kerkelijke aanwezigheid in de samenleving, aangezien deze principes inherent zijn aan de mensheid. Christenen kunnen ook niet worden verplicht om exclusief lid te worden van christendemocratische partijen. Niettemin waren christendemocratische partijen een geschikte plaats voor een dergelijke politiek en dat was goed. Ze deden een beroep op de brede demografie van katholieke en protestantse burgers en boden hun een kader voor de politieke uitdrukking van hun ethische overtuigingen. Dergelijke partijen konden breed aanspreken omdat hun principes voldoende divers en aantrekkelijk waren.

De recente keus van de Nederlandse christendemocratische leiders om een gematigde en bescheiden positie in te nemen, is begrijpelijk, maar als christendemocraten niet bereid zijn om het zout der aarde te zijn of weer zout gemaakt te worden, wat is dan hun waarde? Het grondwerk moet nog worden gedaan. Alleen als de leiding gereed is om te accepteren dat de eigen identiteit als christendemocraten moet worden hersteld, is er een kans om aan dit appel nieuw kracht te geven. De partij weer in het midden plaatsen door uitgesproken standpunten te vermijden, kan wel helpen om verdere dramatische verliezen te voorkomen, maar zal niet genoeg zijn om die vernieuwing te bewerkstelligen die zo dringend nodig is. Christendemocraten moeten begrijpen dat hun kritische dialoogpartner niet de mode van dit seizoen is, maar een geloof voor alle seizoenen. Politieke marketingmanagers, die zich soms voordoen als strategen hoewel ze geen idee hebben van inhoudelijke strategieën, zijn wel zeer invloed­ rijk geworden in democratische politiek, maar ook zij kun­nen een dergelijke inspanning niet overbodig maken.

Ieder mens heeft een spiegel nodig: een spiegel laat zien hoe iemand er­ voorstaat en wat er moet worden opgeknapt. Waar is de spiegel van de christen­ democraat? Wie of wat neemt de maat van wat ze doen en wat ze weigeren te doen? Onthult zo’n spiegel de wens om de onderdrukten terzijde te schuiven omdat ze in de weg staan van pogingen om meer rijkdom te vergaren, en een

neiging om meedogenloos om te gaan met de tekortkomingen van iemand anders? Ik ben jarenlang een van de verantwoordelijken geweest voor het beleid in het Nederlandse en Europese beleidsterrein van vrijheid, veiligheid en recht. Ons beleid, het product van onze overtuigingen over mensenrechten en gerechtigheid, was bedoeld om humaan te zijn, maar het was ook streng en stelde een duidelijke grens. Er waren natuurlijk politici die aandrongen op een meedogenlozer, minder humane aanpak, maar voor een christendemocraat kunnen wrok tegen migranten en jongeren die verslaafd zijn aan drugs en geweld, geen maatstaf zijn. Christendemocraten zijn geen heiligen, maar we moeten onszelf serieuze vragen stellen over barmhartigheid: compassie met slachtoffers van onrecht. Een belangrijke stroming in de negentiende­eeuwse beweging tegen de slavernij was geworteld in de christelijke notie van de gelijkheid van elk menselijk wezen. In onze tijd zou de strijd tegen mensenhandel voor christen­ democraten typisch een hoge prioriteit moeten hebben, zowel op nationaal niveau als op Europees en internationaal niveau.

Een gelovig politicus is niet bezig zich het leven gemakkelijk te maken. Maar wie oprecht naar de ander omziet, kan bondgenoten vinden over politieke en confessionele scheidslijnen heen. Wat uiteindelijk telt, is niet hoeveel zetels de christendemocraten in het parlement of in de regering behalen, maar hoeveel significante personen er zijn (ongeacht partijlidmaatschap) die het zout der aarde zijn, en die de politiek zouten met compassie.

Een democratie kan geen levende realiteit zijn op basis van eerlijke proce­ dures en democratische besluitvorming alleen. Een meerderheid kan gemakkelijk een weggestemde minderheid discrimineren; er zijn veel recente voorbeelden van mensenrechten die ‘democratisch’ onder de voet worden gelopen. Een levende democratie op basis van gerechtigheid moet zijn geworteld in een overtuiging van wederzijds respect. Maar een democratische staat kan geen overtuigingen creëren,33 laat staan mensen verplichten om die te delen. Christen­ democratie is een mogelijke bron van dergelijke overtuigingen, net zoals sociaal­ democratie en liberalisme. Elke politieke beweging ondermijnt zichzelf als ze haar principes opgeeft, ook als de betreffende partij alle procedures van interne democratie in acht neemt.

Ik sluit af door eenvoudig mijn hoop uit te spreken. Wat ik hoop, is dat christendemocratische waarden één van de legitimerende krachten zullen vormen in dit land en dit deel van de wereld, dat ze de structuren van onze democratieën leven zullen inblazen, en dat hun appel zal worden gedragen door de principes van respect en compassie. Christendemocratische politieke partijen moeten niet aannemen dat ze in dit opzicht exclusieve rechten hebben of dat ze in de

33 | Dat is het zogeheten ‘Böckenförde­dilemma‘: ‚Der freiheitliche, säkularisierte Staat lebt von Voraus­setzungen, die er selbst nicht garantieren kann‘. Zie Ernst­Wolfgang Böckenförde, Recht, Staat, Freiheit. Studien zur Rechtsphilosophie, Staatstheorie

und Verfassugsgeschichte (Erweiterte Ausgabe). Frankfurt am Main: Suhrkamp 1991,

OVER DE BETEKENIS VAN DE C, D EN A

beste positie zijn om de antwoorden te geven. Hun toekomst hangt niet af van de woorden die op congressen worden gesproken, maar van het antwoord dat anderen lezen in wat politici doen of weigeren te doen. Elke dag opnieuw hebben politieke partijen en hun leiders de kans om een verschil te maken, om het gezicht van de toekomst te helpen bepalen.

CHRISTELIJKE

In document A D CDA ontleed C (pagina 32-38)