• No results found

Hoofdstuk 6. Bevindingen en Conclusies

6.4 Hoofd conclusie

Op basis van de bevindingen van de onderzochte banken kan het volgende worden geconcludeerd. Banken worden naast de invoering van de maatregelen als gevolg van de kapitaalseisen (Basel III regelgeving), veelal beïnvloed door de wijze waarop de regelgeving geïnterpreteerd behoort te worden, door de toezichthouder.

De Nederlandse Bank ,toezichthouder, hanteert richting de banken een prudente houding in de uitvoering van deze reguleringsmaatregelen en hanteert bij de respondenten een meer dan maximaal door Basel III opgestelde kapitaalseis. Het gevolg hiervan zorgt er voor dat door de uitvoering van de interpretatie er bij de respondenten in vergelijking tot de periode voor de crisis er

Ho of ds tuk 6 . B ev indi ng en e n Co nc lus ie s.

48

meer tijd en aandacht besteden wordt aan de interne organisatie om te voldoen aan de gevraagde zorgplicht. Wat zichtbaar is in een verlenging van het proces tot het komen van een advies naar een klant. Onbekend is echter of door de maatregelen op zorgplicht de kwaliteit van het advies is verbeterd.

Door de prudente houding van de toezichthouder op de verplicht gestelde kapitaaleis en te zien dat banken hieraan voldoen, kan gesteld worden dat er ruimte is om de kapitaaleis naar de toekomst toe verder te verhogen. In gesprek met toezichthouders zullen de banken moeten zien wat een verdere verhoging van de kapitaaleis voor effecten kan hebben op de positie en het verdienmodel van de banken.

De overige elementen die een mogelijk effect hebben op de banken, zoals de splitsing van de retail/consumenten activiteiten en investment activiteiten hebben op de gerespondeerde banken geen effect. Dit komt mede doordat er bij geen van deze banken investment activiteiten

plaatsvinden. Het aanpassen van de bonuscultuur die aanwezig was bij de respondenten is na de crisis (2008) aangepast door deze te maximaliseren en uitsmeren over meerdere jaren, zodat financiële prikkels gericht op de korte termijn, de kop in worden gedrukt.

Daarnaast is bij de respondenten het onafhankelijk toezicht vanuit de Raad van Commissarissen aangescherpt. Bij de onderzochte banken worden gerichte kennis van de branche en het hebben van een staat van dienst binnen de financiële sector of andere relevante sectoren, als vereisten gesteld voor het in aanmerking komen voor een zetel in de Raad van Commissarissen.

Ho of ds tuk 7 . A anbe ve ling en

49

Hoofdstuk 7. Aanbevelingen

Naar aanleiding van de gesprekken die zijn gevoerd met respondenten zijn er vier aanbevelingen opgesteld ten gunste voor de bankensector die gezet kunnen worden naar een verdere stabilisatie en dienstbaardere bankensector.

1. Voort zetten van de uitgevoerde zorgplicht maatregelen om op langere termijn verdere stabiliteit en continuïteit in de bankensector te waarborgen.

Vanuit de respondenten kwam naar voren dat, hoewel het adviesproces langer is geworden, het onduidelijk is of de kwaliteit van het advies ook is verbeterd. Daarnaast wordt erg veel gesproken over het huidige verdienmodel van banken dat geraakt wordt door de huidige maatregelen. Deze respons wordt veelal beleefd vanuit een kortere termijn visie. De zorgplicht maatregel die het adviseringsproces hebben verlengt. Hebben er voor gezorgd dat de relatie tussen de bank en de klant is geïntensiveerd na de crisis. Deze intensivering geeft banken de mogelijkheid om meer in dienst te staan voor al hun klanten, wat de klant relatie verder kan versterken bij zowel de spaarders als de investeerders. Op het langere termijn zal de kwaliteit van de adviezen, welke zijn gegeven na de crisis, pas zichtbaar kunnen worden.

2. De splitsing tussen retail- en investmentbank moet versneld plaatsvinden.

Het nog niet verplicht stellen van een splitsing tussen Retail en Investment activiteiten bij banken, brengt onduidelijkheden richting een klant over de mogelijke risico’s die het vermogen van de klant loopt bij een bank. Na de crisis is het imago en vertrouwen van de bankensector in de ogen van de maatschappij beschadigd. Het splitsen van de banken activiteiten zal

duidelijkheid brengen richting de klanten waarmee een stap gezet kan worden tot een verbetering van het vertrouwen in de sector.

3. Risicovol gedrag van bankiers moet via het strafrecht worden aangepakt.

Overdadig risicovol gedrag van bankiers is na het uitbreken van de crisis in Nederland niet aangepakt via het strafrecht. Hoewel bankiers na de crisis beterschap beloofd hebben en de opgelegde reguleringsmaatregelen hebben uitgevoerd. Is het onbekend of het gedrag van bankiers hier ook door veranderd? Gelet op de huidige banken lobby en roep tot verruiming van

Ho of ds tuk 7 . A anbe ve ling en

50

de kapitaalsregelgeving doet dit anders vermoeden. Door risicovol gedrag via het strafrecht aan te pakken zal een dubbel signaal worden afgegeven zowel richting de bankiers, bij het niet volgen van de gestelde regels als naar de maatschappij waarbij wordt aangegeven paal en perk te stellen aan bankiers die de sector met hun risicovol gedrag in gevaar brengen.

4. Afgestudeerden die een loopbaan ambiëren bij een bank, moeten aan een grondige psychologisch onderzoek worden onderworpen. Deze selectie aan de poort moet ertoe leiden dat afgestudeerden met megalomane bankambities buiten de deur worden gehouden. Het gedrag van bankiers zal voor het verkrijgen van meer stabiliteit en dienstbaarheid in de sector gericht moeten worden naar de klant. Om dit aan te passen zal naast de regulering een houding en gedragsverandering nodig zijn. Doordat het veranderen van gedrag en cultuur veelal iets van de lange adem is, kan het proces van gedragsverandering in de banken sector versneld worden door het aannemen van nieuwe medewerkers. Banken doen er hierbij verstandig aan om een strenge selectie aan de poort te houden, doormiddel van het verplicht afnemen van een grondig psychologisch onderzoek. Dit zal helpen om het juiste gedrag binnen de organisatie te verkrijgen .

Li te ra tuur

51

Literatuur

1. Basel Committee on Banking Supervision (BCBS). (2010). Basel III: A global regulatory framework for more resilient banks and banking systems. Geraadpleegd op 20 december 2013,

http://www.bis.org/publ/bcbs189.htm

2. Boonstra, W., en Smolders, N., (2011) Strengere eisen aan banken vergen economische offers, Me Judice.

3. Boot, A.W.A, (1999). Corporate Governance: hoe nu verder? Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie Vol 73, pp: 533-544.

4. Boot, A.W.A. en Wallage, P., (2006). Formele versus materële naleving van de code Tabaksblad. MAB, mei, pp 206-216.

5. Boot, A.W.A, (2008). Corporate finance theorie en financiële crisis in breder perspectief. Amsterdem Center for Corporate Finance.

6. Boot, A.W.A., (2011) Financiële sector en toezicht: zijn we op de goede weg?. In: E. de Jong (red.) Wat zegt de crisis over onze moraal, Valkhof Pers, pp. 29-42.

7. Boot, A.W.A., Tilburg, R. van, (2011). Juist risicovolle banken zijn dure banken. Me Judice. 4e jaargang.

8. Boot, A.W.A., (2012) Lessen uit de Crash, Een antwoord op de financiële crisis, Uitgeverij Bakker, Amsterdam.

9. Boot, A.W.A en Wijnbergen, S. van, (2013) Bankieren op drijfzand. Economisch Statistische Berichten (ESB), december, pp. 742-745.

10. Caruana, J. (2005). Implementation of Basel II, Financial Markets, Institutions & Instruments 14, (5), pp 253-266.

11. Commissie-Wijffels (2013), Naar een dienstbaar en stabiel bankwezen - Commissie Structuur Nederlandse Banken. Ministerie van Financiën, Den Haag, DNB Statistieken. www.statistics.dnb.nl. 12. De Nederlandsche Bank, (2008). Strengere eisen aan liquiditeitsrisicobeheer bij banken,

Kwartaalbericht september, pp. 36-39.

13. De Nederlandsche Bank, (2009), Procycliciteit en Toezichtregels, Kwartaalbericht, pp. 22-25 (http://www.dnb.nl/binaries/Financiele%20stabiliteit%20Procyclciteit%20en%20toezichtregels_tc m46-222864.pdf)

14. De Nederlandsche Bank, (2011), Migratie Naar Bazel III, (http://www.toezicht.dnb.nl/2/50- 202420.jsp)

15. Ewijk, C. van en Teulings, C.N., (2009). De Grote Recessie. Het Centraal Planbureau over de kredietcrisis, Balans, Amsterdam.

Li

te

ra

tuur

52

16. Giordana, G.A., Schumacher, I., (2013). Bank liquidity risk and monetary policy. Empirical evidence on the impact of Basel III liquidity standards. In: International Review of Applied Economics, pp. 633-655.

17. Grauwe, P. de, Boot, A.W.A., (2011). Towards a Fundamental Resolution of the Euro and Banking Crisis. Amsterdam Center for Corporate Finance.

18. Jacobs, B., (2013). Macro-economische politiek voor een uitweg uit de crisis (deel II). In: Economisch Statistische Berichten (ESB), oktober, pp.636-639.

19. Leenaars, Prof. dr. J. J. A. (2003). Risicomanagement van banken. In: Maandblad voor accountancy en bedrijfseconomie, 8, (7), pp. 340-347.

20. Masters, B. (2013), Basel committee willing to rethink complex bank rules. In: The Financial Times, 8 juli 2013. (http://www.ft.com/intl/cms/s/0/269f465c-e7bc-11e2-babb-

00144feabdc0.html#axzz2jUEqvmip)

21. Moosa, I. A., (2010). Basel II as a casualty of the global financial crisis. In: Journal of Banking Regulation, Vol. 11, pp. 95-114.

22. Pacces A.M., (e.a.), (2010). The Law and Economics of Corporate Governance. Changing Perspectives. Edward Elgar Publishing Limited.

23. Stiglitz, J., (2010). Vrije Val. Uitgeverij Unieboek/ Het Spectrum BV.

24. Veen, T. Van, (2012). Bankenakkoord Basel III is onbegonnen werk, banken zijn meer geholpen met eenvoudige regels. Me judice

Scriptie - Bijlage

Hoe gaan banken om met de reguleringsmaatregelen gezien vanuit de zorgplicht en het realiseren van rendement.

Bi

jlage

1

Bijlage

1. Voorbeeld Vragenlijst.

Achtergrond van de geïnterviewde.

Leeftijd. ………….

Hoogst genoten opleiding. …………..

Loopbaanontwikkeling. ………..

………..

Waar Achmea Bank staat, wordt bij het interview met Triodos Bank / Staalbankiers veranderd naar Triodos Bank of Staalbankiers.

1. Hoe lang bent u werkzaam bij Achmea Bank? 2. Waar bent u werkzaam bij Achmea Bank?

3. Wat is volgens u het wezenskenmerk van een bank?

4. Wordt uw mening over wat u het wezenskenmerk van uw bank vindt, door uw collega’s gedeeld?

a. Zo ja: waar blijkt dat uit? b. Zo nee: waar blijkt dat uit?

5. Hoe omschrijft u de klanten van Achmea Bank? 6. Wat willen zij van Achmea Bank?

7. Stond u achter de roep om deregulering met betrekking tot de financiële sector in de jaren negentig?

a. Zo ja: waarom? b. Zo nee: waarom niet? c. Achmea Bank is ?

8. Zegt de bank Lehman Brothers u iets? 9. Weet u waar u was op 15 september 2008?

Bi

jlage

2

10. Wat vindt u van de roep om regulering van de financiële sector sinds de tweede helft van 2008?

11. Wat betekenen de Basel kapitaalseisen (toespitsen op Basel III) voor uw bank met betrekking tot:

1. het realiseren van de rendementsverwachting en het afstemmen van deze verwachting met uw aandeelhouders.

2. activiteiten die u heeft moeten ondernemen te behoeven van de zorgplicht jegens uw klanten

3. wijziging en aanpassing die u moet doorvoeren ten behoeve van de

bedrijfscontinuïteit. En welke effect heeft dit gehad op het eenvoudiger en transparanter werken.

12. Zijn in uw ogen de kapitaalseisen van Basel III voldoende om banken in het gareel te krijgen? a. Zo ja: waarom?

b. Zo nee: welke aanvullende maatregelen acht u gewenst? 1. Verbetering toezicht?

a. Zo ja: waar schort het huidige toezicht aan? b. Wat zou volgens u verbeterd moeten worden? c. Hoe is het toezicht geregeld bij Achmea Bank?

d. Waar worden leden van de Raad van Commissarissen bij Achmea op geselecteerd?

e. Hoe vaak vergadert de Raad van Commissarissen met de Raad van Bestuur?

2. Splitsing retail-investment?

a. In hoeverre is dit van toepassing op uw bank?

b. Zo ja: welke effecten heeft het gehad bij uw medewerkers? 3. Betere voorlichting betreffende ingewikkelde financiële producten (standaardversie)?

4. Vereenvoudiging van de structuur van het bankwezen: hoe zou die vereenvoudiging er volgens u uit kunnen/moeten zien?

Bi

jlage

3

Zo ja, hoe zou die aanpak volgens u gestalte moeten krijgen? Hoe ziet de bonuscultuur er bij Achmea Bank uit?

13. Wat vindt u van de aanbeveling van de commissie Wijffels (2013) om de maximumnorm voor de hypothecaire kredietverstrekking verder te verlagen om zodoende het risicoprofiel van banken verder te verlagen?

14. Wat vindt u van het voorstel van diezelfde commissie om niet de

samenleving/belastingbetaler, maar bepaalde crediteuren te dwingen mee te betalen aan de afwikkeling en herstructurering van de bank (net als bij faillissementen)?

Bi

jlage

4

2. Vragenlijst Geïnterviewde

2.1 Vragenlijst 1.

Achtergrond van de geïnterviewde.

Leeftijd. 57

Hoogst genoten opleiding. WO Econometrie

Loopbaanontwikkeling. 15 jaar bij Interpolis, 12 jaar Achmea afdeling kapitaal en waardesturing.

15. Hoe lang bent u werkzaam bij Achmea Bank? - Inmiddels 4 jaar

16. Waar bent u werkzaam bij Achmea Bank?

- Kapitaal en Waardesturing van Achmea Holding die ondersteunend is aan Achmea Bank 17. Wat is volgens u het wezenskenmerk van een bank?

- De nutsfunctie. Die zorgt voor stabiliteit voor en ondersteuning van de economie 18. Wordt uw mening over wat u het wezenskenmerk van uw bank vindt, door uw collega’s

gedeeld? - Ja

a. Zo ja: waar blijkt dat uit?

- Dit blijkt uit de communicatie die wij hebben richting onze klant, die wij centraal met elkaar uitdragen. Wij zijn een spaar en hypotheekbank, ook wel nutsbank genoemd. 19. Hoe omschrijft u de klanten van Achmea Bank?

- De klanten van Achmea Bank zijn veelal spaarders of klanten die naast hun

verzekeringsproducten een hypotheek afsluiten en dit doen onder de paraplu van Achmea. 20. Wat willen zij van Achmea Bank?

- Spaarders willen dat hun geld veilig is en willen daar rente over ontvangen. Klanten die een hypotheek willen, willen dat de bank niet moeilijk doet en makkelijk een hypotheek verstrekt. 21. Stond u achter de roep om deregulering met betrekking tot de financiële sector in de jaren

negentig?

- Persoonlijk sta ik achter deze roep. Vanuit mijn functie ben ik voor deregulering, omdat deregulering meer vrijheid geeft om het bankiersvak uit te kunnen oefenen. Echter, bankiers hebben deze functie niet succesvol uitgeoefend.

Bi

jlage

5

22. Zegt de bank Lehman Brothers u iets?

- Ja, dat is de bank die na Northern Rock failliet is gegaan in 2008. 23. Weet u waar u was op 15 september 2008?

- Ja, dit weet ik nog heel goed. Toen Lehman viel gingen werd hevig gespeculeerd wie de volgende bank zou zijn, aangezien we konden waarnemen dat de liquiditeit bij bepaalde banken in hoog tempo afnam.

24. Wat vindt u van de roep om regulering van de financiële sector sinds de tweede helft van 2008?

- Begrijpelijk, gezien alle events en maatschappelijke onrust die hier uit voortkomt.

25. Wat betekenen de Basel kapitaalseisen (toespitsen op Basel III) voor uw bank met betrekking tot:

1. het realiseren van de rendementsverwachting en het afstemmen van deze verwachting met uw aandeelhouders.

- Basel zorgt er voor dat minder kapitaal geïnvesteerd kan worden. De

aandeelhouders zijn hierover geïnformeerd en aangezien het een branchebreed iets is hebben zij dit geaccepteerd.

2. activiteiten die u heeft moeten ondernemen ten behoeve van de zorgplicht jegens uw klanten

- Basel heeft er voor gezorgd dat de zorgplicht, het adviestraject naar de klant, meer tijd kost dan voorheen wat gelijk staat aan meer geld, waardoor de kosten voor het advies hoger zijn geworden na de invoering en verplichtstelling van de eisen, dan voor die tijd. Al is mij onbekend of het advies ter zake is verbeterd.

3. wijziging en aanpassing die u moet doorvoeren ten behoeve van de bedrijfscontinuïteit. En welk effect heeft dit gehad op het eenvoudiger en transparanter werken.

- Er zijn meer uniforme werkwijzen en regels gekomen ten aanzien van kapitaal en liquiditeitsvoorzieningen bij de bank. Dit is wennen. Daarbij hanteert de

toezichthouder richting ons een zeer prudente positie. De toezichthouder is zeer strak in de leer en is binnen Europa het beste jongetje van de klas.

26. Zijn in uw ogen de kapitaalseisen van Basel III voldoende om banken in het gareel te krijgen? - Ja

a. Zo ja: waarom?

- Gelet op de nutsfunctie die Achmea Bank heeft is de kapitaalseis voldoende om zowel de functie als de klantbediening te kunnen waarborgen zonder dat gewerkt wordt voor eigen rekening. Ofwel te beleggen om er zelf beter van te worden.

Bi

jlage

6

3. Verbetering toezicht?

- Voor Achmea Bank is het huidige toezicht voldoende, dit mede gezien de kleine positie die wij als bank innemen binnen Nederland.

a. Zo ja: waar schort het huidige toezicht aan?

- Voor de grotere banken in Nederland kan ik niet beantwoorden of bepalen. Daarvoor heb ik te weinig inzicht in en kennis van hun risico's en posities. b. Wat zou volgens u verbeterd moeten worden?

- N.v.t. zie antwoord bij a)

c. Hoe is het toezicht geregeld bij Achmea Bank?

- Achmea Bank kent intern toezicht vanuit de ICAAP. Dit is een interne kwaliteitscommissie waarvan kennisexperts en bestuursleden deel uitmaken. Twee keer per jaar vindt een gesprek plaats met DNB, vanuit de ICAAP. Daarnaast kan DNB op ieder moment een controle inplannen en laten plaatsvinden met of zonder medeweten. Ook wordt door de audit en risk commitee (ARC) intern toezicht gehouden op de kapitaals- en risicopositie van Achmea Bank. Deze commissie bestaat uit leden van de raad van commissarissen aangevuld met ICAAP- leden.

d. Waar worden leden van de Raad van Commissarissen bij Achmea op geselecteerd?

- De leden van de raad van Commissarissen worden geselecteerd op hun kennis van de financiële markt, kennis van Achmea Bank en hun staat van dienst.

e. Hoe vaak vergadert de Raad van Commissarissen met de Raad van Bestuur?

- Buiten de ARC's is er vier keer per jaar een RVC / RVB vergadering. 4. Splitsing retail-investment?

- Een splitsing zal meer inzicht geven in de risico's die een klant loopt bij een bank. De banken zullen elkaar echter nodig hebben op het moment dat gekeken wordt naar het rendement aangezien het rendement veelal gerealiseerd wordt bij de investmentbank waar ook meer risico wordt gelopen.

a. In hoeverre is dit van toepassing op uw bank? - N.v.T

Bi

jlage

7

- N.v.T

3. Betere voorlichting betreffende ingewikkelde financiële producten (standaardversie)?

-Regelgeving heeft er al voor gezorgd dat het adviestraject is verlengd en dit een pricingeffect heeft. Daarnaast wordt bij alle financiële producten tegenwoordig de financiële bijsluiter en het risicosjabloon getoond. Dit is verplicht gesteld.

4. Vereenvoudiging van de structuur van het bankwezen: hoe zou die vereenvoudiging er volgens u uit kunnen/moeten zien?

- Door een juridische splitsing van nutsbanken en investmentbanken wordt het risico en het rendement van elkaar gescheiden. Hoewel deze banken elkaar nodig hebben, is een structuur momenteel moeilijk denkbaar. De eerste stap zal komen te liggen bij de juridische splitsing van de banken waarna een vereenvoudiging van de structuur een gevolg zal zijn.

5. Aanpakken van de bonuscultuur.

- Binnen Achmea Bank is ‘bonus’ sinds de crisis een verboden woord geworden. De bonus, zoals deze bestond voor 2008, is in die vorm beëindigd en vervangen voor een langere termijnbonus. Dat houdt in dat de bonus over een periode van vijf jaar gelijkmatig wordt uitgekeerd. Echter alleen wanneer een positief rendement is gecreëerd.

Zo ja, hoe zou die aanpak volgens u gestalte moeten krijgen? - Nee, deze heeft reeds plaatsgevonden.

Hoe ziet de bonuscultuur er bij Achmea Bank uit? - Zie antwoord gegeven bij 5.

27. Wat vindt u van de aanbeveling van de commissie Wijffels (2013) om de maximumnorm voor de hypothecaire kredietverstrekking verder te verlagen om zodoende het risicoprofiel van banken verder te verlagen?

- Nederland kent een bepaalde structuur bij het verstrekken van hypothecaire kredieten. Op het moment dat die kredietverstrekking verder verlaagd gaat worden zal dit indirect impact hebben op deze structuur, aangezien er vanuit de klant iets anders wordt gevraagd, namelijk eigen kapitaal. Banken kunnen hun risicoprofiel wel verlagen, maar zij komen door een dergelijke aanbeveling in een spagaat als zijnde motor voor de economie. Zij moeten risico's afwenden tegen een rente opslag en daarnaast zo min mogelijk risico mogen lopen. Deze spagaat zal in de komende jaren meer en meer zichtbaar worden omdat voor iedereen duidelijk is dat banken geen geld verstrekken, aangezien het risico te groot is en het risicoprofiel van de bank verder verlaagd moet worden.

Bi

jlage

8

28. Wat vindt u van het voorstel van diezelfde commissie om niet de

samenleving/belastingbetaler, maar bepaalde crediteuren te dwingen mee te betalen aan de afwikkeling en herstructurering van de bank (net als bij faillissementen)?

- Dit principe kennen wij al bij achtergestelde spaarproducten waarbij de spaarder een hoger rendement ontvangt, maar risico loopt het geld kwijt te zijn op het moment dat de bank failliet gaat.

Bi

jlage

9

2.2 Vragenlijst 2.

Achtergrond van de geïnterviewde.

Leeftijd. 49

Hoogst genoten opleiding. WO Economie

GERELATEERDE DOCUMENTEN