• No results found

literatuur?

Er zijn veel criteria waar goed voorlichtingsmateriaal aan zou moeten voldoen. Door deze criteria toe te passen kan voorlichtingsmateriaal leiden tot meer gezondheidswinst, zoals patiënten met een hogere HRQOL en minder angsten of depressies (Husson, Mols, van de Poll- Franse, 2011). Om te onderzoeken of voorlichtingsmateriaal aan deze criteria voldoet is het van belang om de patiënten er bij te betrekken (Cené en DeWalt, 2013; Lampert, Wien, Haefeli en Seidling, 2016; Seligman, 2007). Met dit onderzoek is dat gedaan en daaruit blijkt dat het nieuwe voorlichtingsmateriaal grotendeels voldoet aan deze criteria.

Hoeveelheid informatie

Ten eerste blijkt uit de resultaten dat PJI-patiënten positief zijn over de hoeveelheid informatie op het voorlichtingsmateriaal. Zij hebben behoefte aan een beknopt overzicht met alleen de belangrijkste informatie, zodat zij niet te veel hoeven te lezen. In de literatuur worden hierover wisselende resultaten gevonden: er is onderzoek waar patiënten veel

informatie en details willen, terwijl patiënten in ander onderzoek juist alleen een beknopt overzicht willen (Zurakowski, Taylor en Bradway, 2006). Door het huidige onderzoek lijkt het erop dat de meeste PJI-patiënten behoefte hebben aan een kort overzicht met de belangrijkste informatie. Deze bevinding sluit aan op de bevindingen van Hoffmann en Worrall (2004), die stellen dat het van belang is om informatie beknopt te houden zodat het overzichtelijk blijft. Zowel uit het huidige onderzoek als uit de eerdere pilotstudie naar de voorlichting bij PJI blijkt dus dat deze doelgroep meer behoefte heeft aan kort en beknopt voorlichtingsmateriaal dan aan uitgebreide informatiefolders of boekjes.

Overzicht

Ten tweede blijkt dat het nieuwe voorlichtingsmateriaal als goed overzichtelijk gezien wordt, zoals verwacht op basis van Hoffmann en Worrall (2004). Wat opviel is dat het voorlichtingsmateriaal overzichtelijk werd ervaren door het gebruik van kleuren. Zowel Hoffmann en Worrall als Griffin, Mckenna en Tooth (2003) onderzochten hoe effectief voorlichtingsmateriaal ontwikkeld moet worden, maar beschrijven daarbij geen effecten van kleurgebruik. Het gebruiken van kleuren kan een uitbreiding zijn op de criteria voor het ontwikkelen van nieuw voorlichtingsmateriaal. Het huidige onderzoek sluit zich aan bij ander kwalitatief onderzoek waarin participanten kleuren op voorlichtingsmateriaal waarderen (Tsui, Fleig, Langford, Guy, MacDonald en Ashe, 2015).

Opmaak

Ten derde is de tekst op het voorlichtingsmateriaal goed leesbaar, wat bevestigt dat de opmaak goed is. Daarmee sluit dit onderzoek aan op de bevindingen van Hoffmann en Worrall (2004).

Tailoring

Tailoring laat het voorlichtingsmateriaal completer en belangrijker lijken, waardoor het eerder

gelezen wordt. Ook voegt het relevante kennis voor patiënten toe, zoals de naam van de arts en de data van de operaties. In een literatuurreview van Commodore-Mensah en Himmelfarb (2012) bleek tailoring invloed te hebben op meerdere dimensies van gezondheidswinst. Patiënten met getailorde voorlichting hadden o.a. een hogere HRQOL en minder medische hulp nodig. In het huidige onderzoek zijn dergelijke effecten niet onderzocht, maar toch was

er meer waardering voor tailoring verwacht. Dat deze resultaten niet gevonden zijn kan meerdere verklaringen hebben. Een mogelijkheid is dat de tailoring op het voorlichtingsmateriaal te minimaal was vergeleken met tailoring in andere studies. Een andere verklaring is dat de participanten moeite hadden om zich in te leven in een nieuwe patiënt. De tailoring op het voorlichtingsmateriaal bestaat uit fictieve patiëntgegevens, is dus geen realistische tailoring voor de participanten, en vereist inlevingsvermogen. Het kan ook dat tailoring vooral onbewust invloed heeft op de gezondheidswinst, zonder dat participanten de impact doorhebben, en het dus ook niet benoemen. Volgend onderzoek kan zich richten op tailoring van PJI-voorlichtingsmateriaal om te onderzoeken hoe en waarom het tot de meeste gezondheidswinst kan leiden.

Begrip van de tekst

Ten vijfde is het nieuwe voorlichtingsmateriaal goed te begrijpen. Dit is opvallend, omdat voorlichtingsmateriaal in de praktijk vaak moeilijk te begrijpen is voor patiënten (Shieh en Hosei, 2008; Smith et al., 2014). Het voorlichtingsmateriaal was gebaseerd op de criteria van Hoffmann en Worrall (2004) om de begrijpelijkheid te vergroten. Dit leidt dus tot voorlichtingsmateriaal dat goed begrepen wordt door PJI-patiënten. Deze bevinding draagt bij aan het belang om de criteria te hanteren bij het ontwikkelen van voorlichtingsmateriaal. Toch was er op het nieuwe voorlichtingsmateriaal ook afgeweken van een criterium. Zo raden Hoffmann en Worrall het af om woorden met drie of meer lettergrepen te gebruiken, zoals ‘antibiotica’, ‘infectiewaarde’ en ‘prothese’. Deze woorden werden in het huidige onderzoek wel goed begrepen door de participanten. Een mogelijke verklaring daarvoor is dat deze woorden veel gebruikt worden bij de behandeling van PJI, en daardoor eerder begrepen worden. Volgens onderzoek van Webb (2007) begrijpen mensen de betekenis van onbekende woorden beter nadat zij een woord vaker hebben gelezen. De participanten uit dit onderzoek hebben bijna allemaal al het gehele behandeltraject meegemaakt, wat kan verklaren waarom zij de woorden goed begrijpen. Een vervolgstudie kan onderzoeken of deze woorden goed te begrijpen zijn voor PJI-patiënten die nog niet behandeld zijn.

Illustraties

Ten slotte vergroten de illustraties op het voorlichtingsmateriaal de begrijpelijkheid van de tekst, en zijn de illustraties duidelijk en herkenbaar. De illustraties stonden in tekstvakken en

dat vergroot de begrijpelijkheid. Dit is een mogelijk nieuw criterium voor de begrijpelijkheid van afbeeldingen. In de literatuur vonden Hoffmann en Worrall (2004) wisselende resultaten voor tekstvakken. Er is onderzoek waar tekstvakken niet gelezen worden door patiënten (Davis, Fredrickson, Arnold, Murphy, Herbst en Bocchini, 1998), terwijl in ander onderzoek een tekstvak de aandacht wel verhoogt (Doak, Doak en Root, 1996). Het huidige onderzoek versterkt het idee dat tekstvakken de aandacht verhogen. Welke moderatoren de wisselende resultaten veroorzaken kan in een volgende studie worden onderzocht.

Deelvraag 3: Wat vinden PJI-patiënten van voorlichtingsmateriaal dat ontwikkeld is op basis

van de criteria uit de literatuurstudie?

Door de mening van patiënten mee te nemen in de ontwikkeling van nieuw voorlichtingsmateriaal wordt de kwaliteit verbeterd en is het voorlichtingsmateriaal beter leesbaar, begrijpelijker en relevanter is (Nilsen, Myrhaug, Johansen, Oliver en Oxman, 2006). Uit het onderzoek blijkt dat PJI-patiënten positief zijn over het nieuwe voorlichtingsmateriaal en dat zij er meerdere voordelen in zien.

De belangrijkste redenen dat PJI-patiënten positief zijn over het nieuwe voorlichtingsmateriaal is dat het goed te begrijpen is en de informatie beknopt is. Ook zien zij meerdere voordelen in het ontvangen van het nieuwe voorlichtingsmateriaal voorafgaand aan het behandeltraject. Het grootste voordeel is dat PJI-patiënten informatie over het behandeltraject kunnen nalezen. Deze bevinding komt overeen met eerdere onderzoeken naar voorlichtingsmateriaal (Johnson en Sandford, 2005; Kääriäinen, Kukkurainen, Kyngäs, en Karppinen, 2011; Shi, Nanda, Lee en Armstrong, 2013). Het onderzoek bevestigt ook dat voorlichtingsmateriaal een goede aanvulling is voor PJI-patiënten, en niet een vervanging van het consult.

Een ander voordeel is dat patiënten beter kunnen uitleggen aan hun naaste omgeving hoe zij behandeld worden. Indirect zou dat kunnen leiden tot gezondheidswinst (Nausheen en Kamal, 2007; Walker, Zona en Fisher, 2006). PJI-patiënten zijn tijdens de zware behandeling namelijk vaak afhankelijk van hun naaste omgeving (Moore et al., 2015). Deze plotselinge afhankelijkheid kan bij de naaste omgeving stress veroorzaken en het moeilijker maken om de juiste steun te bieden (Weihs, Fisher en Baird, 2002). Als de naaste omgeving van de patiënt

betrokken wordt in de voorlichting, kunnen zij de patiënt beter steunen (Northouse, Kershaw,

Mood en Schafenacker, 2005).

Ten slotte heeft het voorlichtingsmateriaal het voordeel dat PJI-patiënten beter geïnformeerd zijn over de behandeling. Volgens Bailey et al. (2009) kan dat leiden tot minder onzekerheid, pijn en bijeffecten. Daarnaast kan het verbeteren van de voorlichting leiden tot meerdere vormen van gezondheidswinst (Husson, Mols en van de Poll-Franse, 2011; Kessels, 2003; Maly, Bourque en Engelhardt, 1999). Of dit nieuwe voorlichtingsmateriaal ook daadwerkelijk tot meer gezondheidswinst leidt kan in vervolgonderzoek geverifieerd worden. Samenvattend kan gesteld worden dat het nieuwe voorlichtingsmateriaal veel voordelen heeft en volgens PJI-patiënten van meerwaarde is om de voorlichting te verbeteren.

Met dit onderzoek is inzichtelijk gemaakt welke informatiebehoeften PJI-patiënten hebben bij voorlichtingsmateriaal over het behandeltraject. Hierdoor is de literatuur uitgebreid met een basis aan wetenschappelijke kennis die kan bijdragen aan vervolgonderzoek en de verbetering van voorlichting van PJI-patiënten. Daarnaast zijn meerdere criteria uit de literatuur voor voorlichtingsmateriaal gebundeld en onderzocht bij een nieuwe doelgroep. Zo is de literatuur verder uitgebreid en verifieert dit onderzoek dat de criteria ook bij voorlichtingsmateriaal voor PJI-patiënten kan resulteren in voorlichtingsmateriaal waar patiënten tevreden over zijn en voordelen aan hebben.

Aanbevelingen

Met dit onderzoek is inzicht verkregen in de informatiebehoeften van PJI-patiënten bij voorlichtingsmateriaal over het behandeltraject. Het is aan te bevelen om deze informatiebehoeften niet alleen te bespreken tijdens een consult, maar ook mee te geven aan de patiënt als voorlichtingsmateriaal. Hierdoor kunnen PJI-patiënten de informatie nalezen, het beter bespreken met hun naaste omgeving en meer informatie onthouden. Voorlichtingsmateriaal moet patiënten informeren over: de behandelingen, de totale duur van het behandeltraject, de spacer, de verwachtingen van de behandeling, de lengte van de revalidatie, de lengte van de ziekenhuisopnamen en de antibiotica.

Uit het onderzoek zijn ook meerdere criteria gebleken waar PJI-voorlichtingsmateriaal aan zou moeten voldoen. Door deze criteria te hanteren bij het ontwikkelen van nieuw PJI- voorlichtingsmateriaal ontstaat begrijpelijk en overzichtelijk voorlichtingsmateriaal dat

patiënten makkelijk doorlezen. Het is dan ook sterk aan te bevelen dat wanneer nieuw PJI- voorlichtingsmateriaal ontwikkeld wordt, deze criteria gehanteerd worden. De criteria gaan in op de hoeveelheid tekst, het overzicht, de opmaak, tailoring, de begrijpelijkheid en de illustraties. Een compleet overzicht met alle criteria is weergegeven in tabel 2 in de methodesectie.

Met deze studie is ook onderzocht hoe PJI-patiënten tailoring ervaren op voorlichtingsmateriaal. Ondanks dat de tailoring minimaal was, bleek het toch voor veel participanten een goede toevoeging te zijn. Een aanbeveling is daarom om tailoring toe te passen op PJI-voorlichtingsmateriaal, en te onderzoeken hoe tailoring uitgebreid kan worden zodat het nog beter aansluit op de behoeften van PJI-patiënten.

Ten slotte blijkt dat PJI-patiënten behoefte hebben aan goed voorlichtingsmateriaal en het waarschijnlijk veel voordelen heeft als zij dat ontvangen. Het is dan ook aan te bevelen om het voorlichtingsmateriaal structureel in te zetten bij de voorlichting van PJI-patiënten met een

two-stage behandeling aan de knie- of heupprothese. Daar aan voorafgaand kan het

voorlichtingsmateriaal verbeterd worden met de bevindingen uit dit onderzoek. Andere behandelingen aan PJI (zoals de one-stage behandeling) komen in enige mate overeen met de behandelingen die in deze studie zijn onderzocht. Het zou ook voor deze behandelingen een toegevoegde waarde kunnen zijn om vergelijkbaar voorlichtingsmateriaal te ontwikkelen en in te zetten. Volgend onderzoek moet verifiëren of dit tot dezelfde tevredenheid leidt. Verder zijn er nog een aantal aanbevelingen die specifiek ingaan op het verbeteren van het onderzochte voorlichtingsmateriaal. Deze aanbevelingen zijn beschreven in Appendix 4.

Limitaties

Aan dit onderzoek zijn enkele limitaties verbonden die van belang zijn bij het correct interpreteren van de bevindingen. Ten eerste zijn de participanten in deze studie in het verleden behandeld aan PJI. Hierdoor hadden de participanten al kennis van de behandeling, waardoor het aannemelijk is dat zij het voorlichtingsmateriaal anders ervaren dan patiënten die nog niet bekend zijn met PJI. Het kan bijvoorbeeld zijn dat sommige begrippen makkelijk te begrijpen zijn voor de participanten, terwijl nieuwe PJI-patiënten dezelfde begrippen minder goed begrijpen. Door het lage aantal nieuwe PJI-patiënten in MUMC+ was het echter niet mogelijk om genoeg participanten uit deze groep te werven binnen de onderzoeksperiode. Het was ook niet mogelijk om landelijk nieuwe PJI-patiënten te werven

voor het onderzoek, omdat daar geen ethische verklaring voor was. Er is daarom besloten om ervaringen van PJI-patiënten te onderzoeken die relevant kunnen zijn voor nieuwe PJI- patiënten.

De tweede limitatie bij deze methode is dat de resultaten afhankelijk zijn van wat de participanten zich herinneren van de behandelperiode, ookwel recall bias genoemd. Doordat de participanten relatief oud zijn (gemiddeld 69 jaar) is enige mate van recall bias aannemelijk. Om de kans op recall bias te verkleinen is er voor gekozen om PJI-patiënten te interviewen die maximaal 12 maanden vanaf het begin van het onderzoek zijn behandeld. Er is één uitzondering gemaakt voor een participant die drie jaar geleden behandeld is aan PJI. Een derde limitatie is dat de interviews zijn geanalyseerd door één onderzoeker. De data in het kwalitatieve onderzoek zijn geen harde feiten, maar ervaringen die geïnterpreteerd moeten worden door de onderzoeker. Ondanks dat de onderzoeker geprobeerd heeft om de data zo objectief mogelijk te analsyeren, is het aannemelijk dat de verwachtingen en interpretaties van de onderzoeker enige invloed hebben gehad op de resultaten (Braun en Clarke, 2020). De data laten analyseren door meerdere onderzoekers zou een oplossing kunnen zijn.

Een vierde limitatie is dat alleen PJI-patiënten met een knie- of heupprothese zijn onderzocht. De bevindingen uit dit onderzoek zijn waarschijnlijk niet te generaliseren naar patiënten met PJI op andere gewrichten.

De vijfde limitatie is de manier waarop tailoring is onderzocht. Dat werd gedaan door fictieve patiëntgegevens toe te voegen aan het voorlichtingsmateriaal. Participanten moesten zich inleven dat hun eigen naam en operatiedata op het voorlichtingsmateriaal stonden. Het kan zijn dat enkele participanten moeite hadden om zich in te leven, waardoor de toegevoegde waarde van tailoring minder duidelijk was. Voor een vervoglstudie naar tailoring is het daarom aan te bevelen om geen fictieve gegevens te gebruiken, maar gegevens van de participant zelf. Hierdoor zouden de resultaten minder afhankelijk zijn van het inlevingsvermogen van de participanten.

Een laatste limitatie is dat een kleine participantengroep is onderzocht. De kans is hierdoor aanwezig dat er nog informatiebehoeften of criteria zijn die niet in dit onderzoek gevonden zijn. Ook maakt een kleine participantengroep het lastig om uitspraken te doen over effecten van het nieuwe voorlichtingsmateriaal. In volgend onderzoek kunnen twee groepen PJI- patiënten vergeleken worden, waarbij de eerste groep het voorlichtingsmateriaal ontvangt en

de tweede groep de gebruikelijke voorlichting krijgt. Zo kan worden aangetoond welke effecten het voorlichtingsmateriaal heeft op de gezondheidswinst van PJI-patiënten.

Conclusie

Dit onderzoek had het doel om antwoord te geven op de volgende onderzoeksvraag:

“Aan welke informatiebehoeften en criteria moet goed PJI-voorlichtingsmateriaal voldoen volgens PJI-patiënten?”

Uit de literatuurstudie bleek al dat voorlichtingsmateriaal moet informeren over de informatiebehoeften van de patiënten, en dat er veel criteria zijn waar goed voorlichtingsmateriaal aan zou moeten voldoen. Het was nog niet bekend welke informatiebehoeften PJI-patiënten hebben bij voorlichtingsmateriaal over het behandeltraject. Het was ook nog niet bekend wanneer voorlichtingsmateriaal voor PJI- patiënten voldoet aan de criteria uit de literatuurstudie en welke waarde zij zien in zulk voorlichtingsmateriaal. Dit is daarom onderzocht door nieuw voorlichtingsmateriaal te ontwikkelen op basis van deze criteria, en te laten evalueren door PJI-patiënten. Het blijkt dat PJI-patiënten meerdere informatiebehoeften hebben bij voorlichtingsmateriaal over het behandeltraject, namelijk informatie over: de duur van de behandeling, de behandelingen, de

spacer, de opnameduur in het ziekenhuis, de duur van de revalidatie en de verwachtte

uitkomsten van de behandeling. Daarnaast zijn er criteria inzichtelijk gemaakt waar PJI- voorlichtingsmateriaal aan zou moeten voldoen. Deze criteria gaan over de hoeveelheid informatie, het overzicht, de opmaak, tailoring, de begrijpelijkheid van informatie en de illustraties. Een totaaloverzicht van de criteria is te zien in tabel 2 in de methodesectie. Concluderend kan gesteld worden dat PJI-voorlichtingsmateriaal dat voldoet aan deze criteria en informatiebehoeften kan leiden tot voorlichtingsmateriaal dat goed begrepen wordt, overzichtelijk is, gelezen wordt en meerdere voordelen kan hebben voor PJI-patiënten.

Referenties

Alanazi, A. A. (2014). Reducing anxiety in preoperative patients: a systematic review. British

Journal of Nursing, 23(7), 387-393. https://doi.org/10.12968/bjon.2014.23.7.387

Arnold, J., Goodacre, S., Bath, P., & Price, J. (2009). Information sheets for patients with acute chest pain: randomised controlled trial. Bmj, 338, 2-6.

Arora, A., McNab, M. A., Lewis, M. W., Hilton, G., Blinkhorn, A. S., & Schwarz, E. (2012). ‘I can’t relate it to teeth’: a qualitative approach to evaluate oral health education materials for preschool children in New South Wales, Australia. International journal of paediatric

dentistry, 22(4), 302-309. https://doi.org/10.1111/j.1365-263X.2011.01195.x

Bailey Jr, D. E., Landerman, L., Barroso, J., Bixby, P., Mishel, M. H., Muir, A. J., ... & Clipp, E. (2009). Uncertainty, symptoms, and quality of life in persons with chronic hepatitis C. Psychosomatics, 50(2), 138-146. https://doi.org/10.1176/appi.psy.50.2.138

Bate, P., & Robert, G. (2006). Experience-based design: from redesigning the system around the patient to co-designing services with the patient. BMJ Quality & Safety, 15(5), 307- 310. http://dx.doi.org/10.1136/qshc.2005.016527

Behar-Horenstein, L. S., Guin, P., Gamble, K., Hurlock, G., Leclear, E., Philipose, M., ... Weldon, J. (2005). Improving patient care through patient–family education programs. Hospital

Topics, 83(1), 21–27. https://doi.org/10.3200/HTPS.83.1.21-27

Birkhäuer, J., Gaab, J., Kossowsky, J., Hasler, S., Krummenacher, P., Werner, C., & Gerger, H. (2017). Trust in the health care professional and health outcome: A meta-analysis. PLoS

ONE, 12, e0170988. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0170988

Bishop, P. E., Barlow, J. H., Williams, N., & Hartley, P. (1997). Reflections on a multidisciplinary approach to evaluation of patient-literature materials. Health Education Journal, 56(4), 404-413. https://doi.org/10.1177/001789699705600409

Braun, V., & Clarke, V. (2006). Using thematic analysis in psychology. Qualitative Research in

Psychology, 3(2), 77–101. https://doi.org/10.1191/1478088706qp063oa

Braun, V., & Clarke, V. (2020). Can I use TA? Should I use TA? Should I not use TA? Comparing reflexive thematic analysis and other pattern‐based qualitative analytic approaches.

Counselling and Psychotherapy Research, 1-11. https://doi.org/10.1002/capr.12360

Butler, G. S., Hurley, C. A., Buchanan, K. L., & Smith-VanHorne, J. (1996). Prehospital education: effectiveness with total hip replacement surgery patients. Patient Education

and Counseling, 29(2), 189-197. https://doi.org/10.1016/0738-3991(96)00883-X

Campbell, M. K., DeVellis, B. M., Strecher, V. J., Ammerman, A. S., DeVellis, R. F., & Sandler, R. S. (1994). Improving dietary behavior: the effectiveness of tailored messages in primary care settings. American journal of public health, 84(5), 783-787. https://doi.org/10.2105/AJPH.84.5.783

Cené, C. W., & DeWalt, D. A. (2013). Left behind: ensuring clarity and completeness of our educational materials and messages. JAMA internal medicine, 173(7), 583-584. doi: 10.1001/jamainternmed.2013.3779

Commodore-Mensah, Y., & Himmelfarb, C. R. D. (2012). Patient education strategies for hospitalized cardiovascular patients: a systematic review. Journal of Cardiovascular

Nursing, 27(2), 154-174. doi: 10.1097/JCN.0b013e318239f60f

Davis, T. C., Fredrickson, D. D., Arnold, C., Murphy, P. W., Herbst, M., & Bocchini, J. A. (1998). A polio immunization pamphlet with increased appeal and simplified language does not improve comprehension to an acceptable level. Patient Education and Counseling, 33(1), 25-37. https://doi.org/10.1016/S0738-3991(97)00053-0

Doak, C. C., Doak, L. G., & Root, J. H. (1996). Teaching patients with low literacy skills (2e ed.). Philadelphia, Verenigde Staten: J.B. Lippincott Company,

Eames, S., Hoffmann, T., Worrall, L., & Read, S. (2010). Stroke patients’ and carers’ perception of barriers to accessing stroke information. Topics in stroke rehabilitation, 17(2), 69-78.

Faller, H., Koch, U., Brähler, E., Härter, M., Keller, M., Schulz, H., ... & Reuter, K. (2016). Satisfaction with information and unmet information needs in men and women with cancer. Journal of Cancer Survivorship, 10(1), 62-70. https://doi.org/1007/s11764-015- 0451-1

Griffiths, R., Johnson, M., Piper, M., & Langdon, R. (2004). A nursing intervention for the quality use of medicines by elderly community clients. International journal of nursing

practice, 10(4), 166-176. https://doi.org/10.1111/j.1440-172X.2004.00476.x

Hack, T. F., Degner, L. F., & Parker, P. A. (2005). The communication goals and needs of cancer patients: a review. Psycho-Oncology, 14(10), 831–845. https://doi.org/10.1002/pon.949

Hoffmann, T., & Worrall, L. (2004). Designing effective written health education materials: considerations for health professionals. Disability and rehabilitation, 26(19), 1166-1173. https://doi.org/10.1080/09638280410001724816

Husson, O., Mols, F., & van de Poll-Franse, L. V. (2011). The relation between information provision and health-related quality of life, anxiety and depression among cancer survivors: a systematic review. Annals of Oncology, 22(4), 761–772.

Jackson, R. L., Drummond, D. K., & Camara, S. (2007). What is qualitative research?.

Qualitative research reports in communication, 8(1), 21-28. https://doi.org/10.1080/17459430701617879

Johnson, A., & Sandford, J. (2005). Written and verbal information versus verbal information only for patients being discharged from acute hospital settings to home: systematic review. Health education research, 20(4), 423-429. https://doi.org/10.1093/her/cyg141

Kääriäinen, M., Kukkurainen, M. L., Kyngäs, H., & Karppinen, L. (2011). Improving the quality