Overheidsbijdragen en subsidies 47.335 42.774 39.300 36.038
Netto omzet 12.254 11.715 11.335 10.914
Materiaal verbruik/ uitbesteed werk 250 225 200 175
Toegevoegde waarde (b) 12.004 11.490 11.135 10.739
Totalen baten 59.339 54.264 50.435 46.777
Lasten * 1.000 2016 2017 2018 2019
Programmalasten 49.087 45.165 41.968 38.945
Personele lasten 7.637 6.929 6.572 6.247
Kapitaallasten 100 65 30 30
Materiele lasten 1.040 1.005 955 920
Overige lasten 1.475 1.100 910 635
Totalen lasten (a) 59.339 54.264 50.435 46.777
1 Overheidsbijdragen en subsidies
De overheidsbijdragen en subsidies bestaan uit de bijdragen van de deelnemende gemeenten. In
het verleden betaalden de gemeenten het WSW-budget dat ze vanuit het Rijk ontvangen 1 op 1
door aan Breed. Vanaf 2016 werkt de systematiek als volgt:
In de begroting van de MGR hebben we voor de SW taak een kostprijs berekend per SE.
Dit betreft een kostendekkend tarief;
op basis van dit tarief is de bijdrage per gemeente bepaald;
hierdoor wordt de bijdrage per gemeente hoger dan het WSW-budget dat de gemeente
ontvangt vanuit het Rijk;
de gemeenten kunnen de bijdrage dekken door het van het Rijk ontvangen
participatiebudget in te zetten. In de meicirculaire 2015 zijn de budgetten 2016-2019
gepubliceerd. Dit betreft een voorlopig budget per gemeente. Afhankelijk van de
uitstroom uit de SW populatie kan de bijdrage per gemeenten hoger of lager worden. Dit
wordt in 2016 bepaald op basis van de gerealiseerde uitstroom 2015. Indien de uitstroom
tegenvalt zullen de gemeenten een lagere bijdrage ontvangen. Op dat moment zal binnen
de gemeentelijke begroting extra dekking gevonden moeten worden.
In de jaarrekening wordt de door elk van de deelnemende gemeenten over dat jaar werkelijk
verschuldigde bijdrage opgenomen. De werkelijke bijdrage wordt berekend naar rato van het
aantal uit de deelnemende gemeenten afkomstige SW-aantallen.
De gemeente Mook en Middelaar neemt niet deel aan de SW-taken. Bij de verrekening van
toekomstige financiële voor- en/of nadelen voortkomend uit Onderdeel SW, wordt de gemeente
Mook en Middelaar buiten beschouwing gelaten.
De bijdrage per deelnemende gemeenten wordt berekend naar rato van het aantal uit deze
gemeente afkomstige SE (SW-aantallen uitgedrukt in standaardeenheden).
Het aantal SW-medewerkers wordt bepaald op basis van de realisatiecijfers van t-2
(begrotingsjaar minus twee jaar). Met deze cijfers en aan de hand van het meest recente SEO
rapport (Economisch Onderzoek naar ontwikkeling van het WSW-bestand) wordt, op basis van de
blijf-kans van kandidaten, een prognose gemaakt voor het betreffende begrotingsjaar.
Berekening Omschrijving
59.339
Totale lasten (a)12.004
toegevoegde waarde (b)47.335
Saldo (= a -/- b)1735
SE Regio (zie schema blz 36)27.280 Prijs per SE
De bijdragen van de deelnemende gemeente voor 2016 is alsvolgt berekend:
In bovenstaande tabel hebben we als uitgangspunt, voor de schatting van de aantallen SE 2016,
de realisatie-cijfers genomen uit de Sisa-opgave 2014 uit de Jaarrekening van Breed 2014. Om
de SE-aantallen voor 2016 te bepalen hebben we vervolgens de blijfkanspercentages uit het
SEO-rapport september 2014 losgelaten op deze gegevens.
Met de gemeente West Maas en Waal zijn andere afspraken gemaakt dan de overige
gemeenten, omdat West Maas en Waal geen onderdeel uitmaakt van de MGR. De netto kostprijs
van € 27.300 wordt in rekening gebracht. Deze kostprijs bestaat uit een bruto kostprijs van €
35.000 (loonsomkosten en uitvoeringskosten) en een verwachte gemiddelde bate per SE van €
7.700.
Op basis van nacalculatie worden de werkelijke lasten en baten (gerealiseerd door SW
medewerkers van West Maas en Waal) in rekening gebracht bij de gemeente West Maas en
Waal.
Aanvullende bijdrage:
De aanvullende bijdrage 2016 wijkt op de volgende punten af van de bijdrage zoals opgenomen
in de bijgestelde Begroting 2015 - d.d 25-03-2015 van <Breed>;
Verklaring verschil Breed ten opzichte van deze begroting:
Breed had in haar begroting rekening gehouden met een WSW budget ter hoogte van € 44,05
mln. In de meicirculaire 2015 staat een bedrag ter hoogte van € 45,5 opgenomen.
Bijdrage per deelnemende gemeente 2016
Realisatie Medio 2015 Medio 2016 Bijdrage 2016 WSW Aanvullende
2014 budget bijdrage SE SE SE *1000 Beuningen 133,26 127,93 117,27 3.199 3.096 103 Druten 108,54 105,28 97,69 2.665 2.528 137 Berg en Dal 208,67 202,83 187,10 5.104 4.757 347 Heumen 59,84 59,84 56,85 1.551 1.469 82 Nijmegen 1125,77 1091,99 1013,19 27.640 26.648 992 Wijchen 233,42 221,75 200,74 5.476 5.365 111
West Maas en Waal 64,93 64,93 62,33 1.700 1.641 59
Totaal 1934,43 1874,55 1735,17 47.335 45.503 1.832
* 1.000 3.229
Subsidie WSW Begroting Breed 44.047
Subsidie WSW meicirculaire 45.503
-1.456 Efficiencyvoordeel
59
1.832 Tekort Begroting <Breed> tov MGR
Tekort Begroting Breed
Overige opbrengsten
Daarnaast hebben we de bijdragen van de regio voor de bestuurs- en adviesfunctie niet meer bij
onderdeel SW opgenomen aangezien er een bijdrage betaald moet worden voor de
ondersteuning van de gehele module Bestuursondersteuning. Zie paragraaf 3,4.
Onwikkelingen WSW-Budget:
Het macrobudget voor de WSW is door het Rijk voor de komende jaren gepubliceerd. In principe
blijft de hoogte van het macrobudget gehandhaafd. Als de volume-daling harder gaat dan waar
vanuit is gegaan, neemt de "vergoeding per plek" toe en zal het macrobudget niet aangepast
worden.
Het WSW-budget hebben we conform de meicirculaire (betreft het budget obv t-2) opgenomen. In
de septembercirculaire wordt het nieuwe budget bekend gemaakt op basis van t-1. Omdat de
begroting dan al bij provincie dient te liggen rekenen wij met t-2.
Wanneer de budgetten wijzigen dienen deze bijgesteld te worden middels een
begrotingswijziging.
Netto opbrengsten:
Opbrengsten * 1000 2016 2017 2018 2019
Netto omzet 12.254 11.715 11.335 10.914
Materiaal verbruik/ uitbesteed werk 250 225 200 175
toegevoegde waarde 12.004 11.490 11.135 10.739
Netto opbrengsten 12.004 11.490 11.135 10.739
De netto bedrijfsopbrengsten nemen de komende jaren af als gevolg van de verwachte jaarlijks
daling van het aantal sw-medewerkers. In onderstaande tabellen wordt een verdere specificatie
gegeven van de netto bedrijfsopbrengsten.
2016 2017 2018 2019
specificatie netto opbrengsten (* 1000)
detachering (individueel) 5.178 4.829 4.509 4.133
detachering (groep) 5.365 5.704 5.900 6.099
werken op locatie 775 450 300 150
beschut 604 425 345 275
overig 82 82 82 82
totaal 12.004 11.490 11.135 10.739
specificatie opbrengst per sw-mw. (fte)
detachering (individueel) 10,4 10,5 10,7 10,9
detachering (groep) 8,9 8,8 8,7 8,7
werken op locatie 3,9 3,0 3,0 3,0
beschut 1,9 1,9 1,9 1,9
totaal 7,4 7,7 8,1 8,4
specificatie sw-medewerkers (fte)
begeleid werken medewerkers 90 90 90 90
individuele detachering 500 460 420 380
groepsdetachering 600 650 675 700
werken op locatie 200 150 100 50
beschut 312 223 183 148
totaal 1.702 1.573 1.468 1.368
De komende jaren wordt voor (groeps)detacheringen een stijging verwacht van het aantal
productieve uren door een daling van het ziekteverzuim uren en leegloopuren. De gemiddelde
jaarlijkse stijging is 1%.
Het gemiddelde uurtarief voor individuele detachering zal naar verwachting stabiel blijven op €
9,50 per uur. De uitdaging is om de komende jaren het gemiddelde uurtarief op peil te houden
ondanks de uitstroom van oudere individueel gedetacheerde medewerkers met een relatief hoge
loonwaarde door instroom van sw-medewerkers uit de werkvorm groepsdetachering en werk op
locatie naar de werkvorm individuele detachering.
Het gemiddelde uurtarief voor groepsdetachering zal de komende jaren naar verwachting licht
dalen naar € 7,30. De groei van het aantal groepsdetacheringen zal de komende jaren in het
bijzonder gerealiseerd worden in de werksoort Productie & Logistiek. De gemiddelde uurtarieven
in deze werksoort zijn over het algemeen lager dan de werksoorten Groen & Grijs en
Schoonmaak.
Van de begrote omzet betreft 46 % gegarandeerde omzet gerelateerd aan gemeenten of
overheid gelieerde bedrijven (bv de DAR).
1 Programmalasten
Lasten 2016 2017 2018 2019
Salarissen SW-medewerkers 46.575 42.838 39.794 36.911
Overige kosten SW medewerkers 2.512 2.327 2.174 2.034
Programmalasten 49.087 45.165 41.968 38.945
De programmalasten van het onderdeel SW bestaan volledig uit kosten voor de
SW-medewerkers.
Salarissen SW-medewerkers:
De salarissen van de SW-medewerkers is een vaste uitgavenpost waar relatief weinig invloed op
uit te oefenen is. Verlaging van de salarissen is een langjarig proces dat alleen via natuurlijke
uitstroom van relatief dure Wsw-medewerkers, en het niet langer nieuwe werknemers in hogere
schalen te belonen, beïnvloed kan worden.
Overige kosten SW-medewerkers:
Het SW-bedrijf hanteert bij tegemoetkoming woon-werkverkeer de cao als uitgangspunt.
Uitzondering hierop vormt een groep SW-medewerkers die op locatie werken welke met het
openbaar vervoer lastig te bereiken is en als er een medische indicatie aan ten grondslag ligt.
2 Personele lasten
Lasten * 1000 2016 2017 2018 2019
Ambtelijk medewerkers indirect personeel 2.557 2.557 2.557 2.557
Via support 4.313 3.763 3.411 3.091
Uitzendkrachten (plus detachering) 650 500 500 500
Diverse salariskosten 117 109 104 99
Personele lasten 7.637 6.929 6.572 6.247
De andere grote kostenpost buiten de salarissen van SW-medewerkers, zijn de kosten van niet
gesubsidieerde medewerkers (ambtelijk personeel) voor begeleiding van SW-medewerkers en
overhead. In de huidige meerjarenraming is al rekening gehouden het effect van het dalend
aantal SW-medewerkers op het aantal niet gesubsidieerde medewerkers.
Deze formatie kan aangepast worden door enerzijds de caseload van de operationele functies
(consulent en werkcoach) te vergroten. De huidige caseload voor consulenten is gemiddeld
genomen 1:70. Voor werkcoaches is de huidige caseload gemiddeld 1:60.
Voor de uitvoering van de SW zijn ook SW-medewerkers in dienst. Op het moment dat deze
uistromen kan dit leiden tot stijging van de ambtelijke formatie.
3 Kapitaallasten
Lasten * 1000 2016 2017 2018 2019
Afschrijvingen vaste activa 30 30 30 30
Rente baten/lasten 70 35
Kapitaallasten 100 65 30 30
Afschrijvingen vaste activa:
De afschrijvingen vaste activa bestaat voor ruim 80% uit afschrijvingen van het onroerende goed.
De boekwaarde hiervan was ultimo 2014 € 0,9 miljoen. Op het grootste deel van deze
boekwaarde, de grond, wordt niet afgeschreven. Door de transitie van Breed zijn de
afschrijvingen voor de interne werkplekken sterk afgenomen in de laatste jaren.
Rente baten/ lasten:
De rentebaten zijn door de invoering van het schatkistbankieren te verwaarlozen. De rentelasten
bestaan uit een langlopende lening, welke in 2017 wordt afgelost.
4 Materiele lasten
Lasten * 1000 2016 2017 2018 2019
Onderhoudslasten 820 795 745 720
Energielasten 220 210 210 200
Materiele lasten 1.040 1.005 955 920
Onderhoudslasten:
Deze kosten bestaan hoofdzakelijk uit onderhoudskosten voor de informatievoorziening
(techmisch beheer van het netwerk) en de reguliere onderhoudskosten voor het onroerend goed.
In de komende jaren zal hier nog naar verdere besparingsmogelijkheden gezocht worden.
Energielasten:
De energielasten van de gebouwen is € 0,2 miljoen op jaarbasis, de verwachting is dat deze
kosten nog gaan dalen door de lagere bezetting in de gebouwen. De overige energielasten betreft
het brandstofverbruik van de leasewagens.
5 Overige lasten
Lasten * 1000 2016 2017 2018 2019
Huur/Lease 170 170 170 170
Overige lasten 1.305 1.280 1.240 1.215
Bezuiniging / taakstelling -350 -500 -750
Overige lasten 1.475 1.100 910 635
Huur/lease:
Hieronder vallen voornamelijk de huur/lease van vervoermiddelen, welke de afgelopen jaren sterk
zijn afgebouwd en de lease van de multifunctionele printers.
Overige lasten:
De overige lasten bestaan uit onderstaande posten.
Lasten * 1000 2016 2017 2018 2019
Aanschaf apparatuur en inventaris 110 105 100 95
Reis- en verblijfkosten 320 320 320 320
Verkoopkosten 100 100 100 100
Kantoormiddelen, abonnementen, etc. 190 190 185 185
Telefoon/ datacommunicatie 60 55 50 45
Externe diensten, adviezen 215 205 195 185
Verzekeringen, belastingen en
bankkosten 125 125 115 115
Overige 185 180 175 170
Overige lasten 1.305 1.280 1.240 1.215
Bezuiniging / taakstelling:
Er kan een besparing op overhead gerealiseerd worden doordat er schaalvoordelen te behalen
zijn. De ondersteunde functies van het huidige Werkbedrijf, ICT en Onderdeel SW kunnen samen
worden gevoegd. Dit moet een bezuiniging opleveren vanaf 2017.
De bezuiniging moet te realiseren zijn uit de efficiency tussen het Werkbedrijf en de gastheer en
het samenvoegen van de taken SW en re-integratie.
In document
Ontwerpbegroting 2016 MGR Regio Rijk van Nijmegen
(pagina 38-44)