• No results found

Het Werkbedrijf (Onderdeel Arbeidsbemiddeling)

Toelichting op de meerjarenbegroting 2016 – 2019 van het Werkbedrijf

Baten * 1.000 2015 2016 2017 2018 2019

Overheidsbijdragen en subsidies 22.594 23.800 24.264 26.259 28.758

Totalen baten 22.594 23.800 24.264 26.259 28.758

Lasten * 1.000 2015 2016 2017 2018 2019

Programmalasten 13.089 15.285 16.249 18.244 20.743

Personele lasten 7.423 6.056 6.056 6.056 6.056

Kapitaallasten 72 72 72 72 72

Materiele lasten 578 580 580 580 580

Overige lasten 1.432 1.808 1.308 1.308 1.308

Totalen lasten 22.594 23.800 24.264 26.259 28.758

1) Overheidsbijdragen en –subsidies

De overheidsbijdragen en –subsidies betreffen bijdragen van de deelnemende gemeenten en een

bijdrage vanuit het Rijk.

Onder het kopje Deelnemersbijdrage verderop in deze bijlage volgt een tabel met de bijdragen

per deelnemende gemeente. In de onderstaande tabel staan de totale bijdragen naar de

verschillende inkomstenbronnen:

Baten * 1000 2015 2016 2017 2018 2019

Participatie 14.017 14.360 14.672 15.456 16.001

Inkomensdeel regulier (I-deel) 281 919 1.650 2.401 3.429

Inkomensdeel beschut (I-deel) 259 793 1.295 1.754 2.679

Meerwerk 2.853 3.139 2.959 2.959 2.959

Arbeidsmatige dagbesteding 3.689 3.689 3.689 3.689 3.689

Bijdragen gemeenten Transitiekosten 500 500

Middelen regionale uitvoering 600 400

Adviezen UWV. Begrotingswijziging 2015 395

Overheidsbijdragen en subsidies 22.594 23.800 24.264 26.259 28.758

Participatie:

In de integratie-uitkering Sociaal domein is het onderdeel participatie opgenomen. In de

meicirculaire 2015 zijn de voorlopige budgetten voor 2015-2020 opgenomen. In totaal is voor de

deelnemende gemeenten € 14,4 miljoen beschikbaar voor 2016.

Inkomensdeel regulier en beschut:

De loonkostensubsidies vanuit het inkomensdeel (niet geoormerkte gelden vanuit de

deelnemende gemeenten) zijn in de deelbegroting van het Werkbedrijf als inkomsten

opgenomen. Bron hiervoor zijn de berekeningen uitgevoerd door bureau Berenschot van april

2015.

Berenschot heeft zijn gegevens ontleend aan de memorie van toelichting op de Participatiewet

December 2013. Het aandeel dat een individuele gemeente van het macrobudget ontvangt is

berekend door de taakstelling WSW te delen door de landelijke taakstelling.

Meerwerk:

De gemeenten Nijmegen en Berg en Dal zetten in 2016 extra middelen in voor meerwerk.

Uitgangspunt voor de nadere afspraken met de gemeenten die extra middelen beschikbaar

stellen is het productenboek en de tarieven die het Werkbedrijf hanteert voor de te onderscheiden

producten.

Ten opzichte van de meerjarenraming 2015-2018 is het budget van Berg en Dal toegevoegd.

Arbeidsmatige dagbesteding:

In de integratie-uitkering Sociaal domein is het onderdeel WMO opgenomen. Een deel van dit

budget is voor de realisering van de begeleiding van mensen die arbeidsmatige dagbesteding

volgen. Voor de arbeidsmatige dagbesteding is in deze begroting rekening gehouden met een

bedrag van € 3,7 miljoen. Het bedrag staat budgettair neutraal in de begroting. Uit dit budget

moeten de begeleidingskosten en de reiskosten betaald worden. Het betreft nog een voorlopig

budget omdat de verdeling voor 2016 nog niet bekend is.

Bijdrage gemeenten transitiekosten:

In overeenstemming met Sterke Werkwoorden dragen de deelnemende gemeenten op basis van

het aantal inwoners (50%) en het aantal klanten (50%) bij aan de transitiekosten.

Middelen regionale uitvoering:

Het Rijk heeft in december 2014 extra middelen ter beschikking gesteld om de

samenwerkingsverbanden in de arbeidsmarktregio´s te ondersteunen. Het gaat om een

bedrag van € 1,0 miljoen euro per arbeidsmarktregio ten behoeve van extra ondersteuning voor

het opstellen van een robuust marktbewerkingsplan, de ontwikkeling van een eenduidig

basispakket aan instrumenten, een goede vormgeving van de transparantie van het

arbeidsaanbod en de vacatures en de inrichting van adequate dienstverlening. In 2016 komt de

laatste bijdrage ad € 0,4 miljoen beschikbaar (betalingen lopen via rijk – centrumgemeente

Nijmegen – Werkbedrijf).

Deelnemersbijdrage:

Voor 2016 betalen de deelnemende gemeenten onderstaande bijdragen:

Gemeente P-Budget I-deel Meerwerk Arb. Dagbest. Transitiekst. Totaal

Beuningen 481 125 252 29 886 Druten 297 105 355 20 778 Heumen 254 62 130 19 464 Nijmegen 11.498 1.043 2.733 2.074 330 17.679 Mook en Middelaar 102 30 87 8 227 Berg en Dal 902 133 406 332 43 1.816 Wijchen 826 214 460 50 1.549 14.360 1.712 3.139 3.689 500 23.400

De bijdragen vanuit de deelnemende gemeenten (€ 23,4) mln en de extra middelen vanuit het

Rijk (€ 0,4 mln) maken de totale baten € 23,8 mln.

2) Programmalasten

De programmalasten bestaan uit de volgende onderdelen:

Lasten * 1000 2015 2016 2017 2018 2019

Loonkostensubsidies 540 1.712 2.944 4.155 6.109

Instrumenten 2.000 2.250 2.500 2.750 2.750

Lopende re-integratieverplichtingen 3.315 3.331 2.478 2.478 2.478

Meerwerk

Nijmegen 1.826 2.733 2.553 2.553 2.553

Berg en Dal 406 406 406 406

Maatwerkbudget Regio 724 764 1.679 2.213 2.759

Arbeidsmatige dagbesteding 3.689 3.689 3.689 3.689 3.689

Extra middelen Rijk 600 400

Adviezen UWV. Begrotingswijziging 2015 395

Programmalasten 13.089 15.285 16.249 18.244 20.743

Verbindingsfunctie:

1. Loonkostensubsidies:

Vanuit het inkomensdeel (niet geoormerkte gelden vanuit de deelnemende gemeenten) zijn in de

deelbegroting van het Werkbedrijf loonkostensubsidies als instrument opgenomen voor de

doelgroepen regulier ad € 281.000 in 2016 en beschut ad € 259.000 in 2016. Deze bedragen

lopen op naar € 3,4 miljoen voor regulier in 2019 en € 2,7 miljoen voor beschut in 2019.

Bron hiervoor is het rapport Berenschot. Berenschot heeft zijn gegevens ontleend aan de

memorie van toelichting op de Participatiewet December 2013. Het aandeel dat een individuele

gemeente van het macrobudget ontvangt is berekend door de taakstelling WSW te delen door de

landelijke taakstelling.

2. Instrumenten:

In sterke werkwoorden is voor 4.000 kandidaten rekening gehouden met een budget voor de inzet

van instrumenten ten behoeve van de verbindingsfunctie van € 2,0 miljoen. Dit budget wordt

ingezet voor instrumenten voor het verkrijgen van werk en het behouden van werk. De vertaling

van deze wensen ligt vast in de re-integratieverordening.

Daarnaast is er vanaf 2016 een bedrag beschikbaar van € 0,25 mln voor nieuwe doelpgroepen

(vooral voor arbeidsgehandicapten). Dit bedrag wordt in 2017 opgehoogd naar € 0,5 mln en in

2018 en 2019 naar € 0,75 mln.

3. Lopende re-integratieverplichtingen:

Vanuit de deelnemende gemeenten is in juni 2014 een opgaaf verstrekt voor de lopende

structurele verplichtingen (WIW, ID en overige verplichtingen). In de begroting 2016 is hier

rekening mee gehouden.

Meer – en maatwerkafspraken

Gemeenten kunnen extra middelen inbrengen voor dienstverlening van het werkbedrijf, boven de

basisdienstverlening. Deze middelen worden dan extra bovenop het participatiebudget, dat zij al

overhevelen, ingezet. Dit noemen we meerwerk en is aanvullend op de basisdienstverlening.

Daarnaast heeft iedere gemeente (naar rato) een deel van het participatiebudget dat ingevuld kan

worden met specifieke maatwerkdienstverlening. Veelal gaat dit om lokale projecten of

initiatieven.

Meer- en maatwerkafspraken worden per gemeente vastgelegd in een

dienstverleningsovereenkomst (DVO) meer- en maatwerk. Deze DVO wordt afgesloten voor één

jaar 2016. De DVO basisdienstverlening geldt voor 2015 en 2016.

Met ingang van 2016 wordt het gehele meer- en maatwerkbudget aangemerkt als

programmalasten. De lasten voor de inzet van het personeel wordt vanuit de personele lasten

doorbelast. Zie 3) personele lasten.

Meerwerk

Nijmegen:

De gemeente Nijmegen brengt een eigen budget voor meerwerk in ter hoogte van € 2,73 miljoen

in 2016. Over de inzet van deze middelen voor formatie en verbinding worden nog nadere

afspraken gemaakt, vooralsnog is rekening gehouden met € 1,23 miljoen voor personele kosten.

Voor het restant zullen instrumenten van het Werkbedrijf ingezet worden (materiele kosten,

begeleiding pre-starters en verbinding). Hier is € 1,5 miljoen voor beschikbaar.

Berg en Dal:

De gemeente Berg en Dal brengt eigen budget voor meerwerk in ter hoogte van € 0,4 miljoen.

Maatwerk

In de begroting 2016 is rekening gehouden met een budget van € 0,76 miljoen (inclusief

loonkosten) voor 2016. De inzet van middelen voor formatie en verbinding is afhankelijk van de

afspraken die de individuele gemeenten maken met het Werkbedrijf. Vooralsnog is rekening

gehouden met € 0,70 miljoen voor personele kosten om het maatwerk uit te kunnen voeren (zie

nummer 3 Personele lasten).

Voor het restant zullen instrumenten van het Werkbedrijf ingezet worden. Hiervoor is € 0,06

miljoen beschikbaar. Bestaande uit materiele lasten en lasten ten behoeve van verbinding van

arbeidsgerechtigden.

In het najaar van 2015 maakt het Werkbedrijf met de gemeenten nieuwe afspraken over meer- en

maatwerk 2016.

2016 Participatie-budget Percentage aandeel P-budget Loonkosten subsidies

Totaal baten Basisdienst-verlening Verplichtingen Loonkosten- subsidies Maatwerk-budget Gecorrigeerd maatwerkbudget * € 1.000 + - - -Beuningen 481 3% 125 606 344 125 137 137 Druten 297 2% 105 402 212 105 85 84 Berg en Dal 902 6% 133 1.035 645 273 133 -16 Heumen 254 2% 62 316 181 62 72 72 Mook en Middelaar 102 1% 30 132 73 20 30 10 10 Nijmegen 11.498 80% 1.043 12.541 8.219 2.872 1.043 407 394 Wijchen 826 6% 214 1.040 590 167 214 69 68 Totaal 14.360 100% 1.712 16.072 10.265 3.331 1.712 764 764

Arbeidsmatige dagbesteding:

Voor de arbeidsmatige dagbesteding is in deze begroting rekening gehouden met een bedrag van

€ 3,7 miljoen. Dat is een indicatief bedrag omdat de exacte verhouding tussen arbeidsmatige en

belevingsgerichte dagbesteding nog niet bekend is en het budget op dit moment dus niet exact

verdeeld kan worden. Het bedrag staat budgettair neutraal in de begroting. Uit dit budget moeten

de begeleidingskosten betaald worden. Met de totale verdeling van het uitvoeringsbudget voor de

AWBZ en Jeugd wordt met dit feit rekening gehouden. De budgetten per gemeente voor de

arbeidsmatige dagbesteding voor 2016 zijn als volgt samengesteld:

Naam gemeente In €

Nijmegen 2.074.200

Wijchen 459.600

Druten 355.200

Berg en Dal 332.000

Beuningen 251.500

Heumen 129.500

Mook en Middelaar 86.800

Totaal 3.688.800

Voor dit budget hebben we partijen gecontracteerd die de begeleiding van de mensen in de

arbeidsmatige dagbesteding verzorgen. De uitvoeringskosten voor het contractbeheer van de

arbeidsmatige dagbesteding zitten nog niet in deze begroting. Met het Regionale Ondersteunings

Bureau maken we afspraken over de wijze waarop we de contractering, het contractbeheer en de

monitoring vormgeven.

Extra middelen Rijk:

Het Rijk heeft voor 2016 een bedrag van € 0,4 mln beschikbaar gesteld voor de ondersteuning

van de ontwikkeling van het Werkbedrijf en de samenwerking in de arbeidsmarktregio.

Adviezen UWV

Het budget dat voor 2015 aan gemeenten beschikbaar was gesteld voor de financiering van de

beoordeling van de adviezen UWV is in 2015 ‘teruggeboekt’ naar het ministerie van Sociale

Zaken en Werkgelegenheid. Ook voor 2016 is deze post niet beschikbaar.

3) Personele lasten

De personele lasten bestaan uit de volgende onderdelen:

Lasten * 1000 2015 2016 2017 2018 2019

Basisdienstverlening

Management en leiding 504 506 506 506 506

Primair proces 4.249 4.353 4.353 4.353 4.353

Ondersteuning primair proces 382 516 516 516 516

Ondersteunende functies (PIOFACH) 928 601 601 601 601

Personele voorzieningen 33 80 80 80 80

Maatwerk

Personele lasten Maatwerk 300 703 303 303 303

Doorbelasting naar programmalasten -703 -303 -303 -303

Meerwerk

Personele lasten Meerwerk 1.027 1.441 1.241 1.241 1.241

Doorbelasting naar programmalasten -1.441 -1.241 -1.241 -1.241

Management en leiding:

In de begroting is rekening gehouden met een directeur en vier leidinggevenden.Hierbij is

vooralsnog geen rekening gehouden met het meerwerkdeel van de gemeente Nijmegen (16,95

fte). Ook is nog geen rekening gehouden met meerwerkverzoeken vanuit overige

regiogemeenten zoals Berg en Dal. Afhankelijk van de daadwerkelijke omvang en de specifieke

keuzes voor het meerwerkdeel zal er vanuit het meerwerkdeel een leidinggevende aangesteld

worden.

Primair proces en ondersteuning primair proces:

Het primair proces bestaat uit de inzet van de formatie voor het programma Werk te weten de

kandidaatsbenadering en de bedrijfsdienstverlening. In totaal is hiervoor 80,13 fte beschikbaar.

Binnen deze formatie valt ook de directe ondersteuning van het primaire proces (10 fte), die er op

gericht is te voorkomen dat medewerkers te veel met administratieve taken bezig zijn. Deze

ondersteuning hangt zo sterk samen met het primaire proces, dat deze niet bij de secundaire

taken (PIOFACH) horen. Overigens wordt een deel van deze ondersteuning wel ingekocht bij de

Gastheer.

Indirecte loonkosten (PIOFACH):

Naast het primaire proces en de ondersteuning hiervan, heeft het Werkbedrijf ook nog secundaire

processen (PIOFACH). Voor deze indirecte loonkosten is een raming opgesteld. Deze raming

voor het benodigde personeel is gebaseerd op een tweetal uitgangspunten: ten eerste is de

personele inzet op de uitvoering van de PIOFACH-taken naar rato van de personele omvang van

het Werkbedrijf geraamd. Deze raming (inzet aantal fte per PIOFACH-taak) is specifiek. Ten

tweede is per unieke taak, respectievelijk functie, een specifieke factor berekend betreffende een

benodigde inzet. De berekening van die specifieke factoren is gebaseerd op ervaringsgegevens.

Uitgangspunt hierbij was de huidige, gemeentelijke inzet, naar functie, op de verschillende

PIOFACH-onderdelen, gerelateerd aan de totale omvang van de gemeentelijke organisatie in fte.

De raming is dat we de volgende ondersteunende functies en capaciteit nodig hebben:

Functie FTE

P&O 2,00

Financiën 2,20

Productontwikkeling 2,00

Juridisch ondersteuning 0,40

Totaal 6,60

De gemeente Nijmegen is gastheer voor de ondersteunende functies. Er zal een

dienstverleningsovereenkomst tussen het Werkbedrijf en de gemeente Nijmegen worden

afgesloten.

Personele voorzieningen:

Dit zijn de kosten die gemaakt worden voor de salarisadministratie, de bedrijfszorg en de

reiskosten.

Maatwerk en meerwerk:

Voor het uitvoeren van het maatwerkbudget van de Regio en het aanvullende meerwerk van de

Gemeente Nijmegen is naar verwachting 21,9 fte nodig. De benodigde omvang betreft een

inschatting.

Pas nadat de definitieve afspraken met de gemeenten zijn vastgelegd, zal de definitieve omvang

van deze formatie berekend kunnen worden.

De gemeente Berg en Dal (€ 0,4 mln) zet extra middelen in voor Meerwerk in 2016.

Over de inzet van deze middelen moeten nog concrete afspraken worden gemaakt. In deze

begroting is er rekening mee gehouden dat 50 % van het meerwerk wordt ingezet voor personele

lasten.

De personele lasten worden voor maat- en meerwerk worden met ingang van 2016 doorbelast

naar de programmalasten.

Bij de invulling van de formatie zal rekening worden gehouden met een ‘flexibele schil’, wat

inhoudt dat een deel van het personeel via een flexibele aanstelling werkt binnen het Werkbedrijf.

Dat zal in ieder geval gelden voor het personeel dat gefinancierd wordt vanuit de gelden die

ingezet worden voor het meerwerk. Indien nodig zal de flexibele schil nog wat groter worden

gemaakt.

Middels deze constructie kan er bijgestuurd worden indien er minder budget beschikbaar komt.

Bijvoorbeeld doordat gemeenten minder Meerwerkbudget inbrengen of er voor kiezen om het

Maatwerkbudget niet voor re-integratie in te zetten.

4) Kapitaallasten

Lasten * 1000 2015 2016 2017 2018 2019

Afschrijvingen 49 49 49 49 49

Rentekosten lening 23 23 23 23 23

Kapitaallasten 72 72 72 72 72

Afschrijvingen:

Dit betreft de afschrijvingslasten op de investering in de inrichting en verbouwing van het pand.

Deze investering wordt in 20 jaar afgeschreven en bedraagt € 49.000 per jaar.

Rentekosten lening:

Om de verbouwing te kunnen bekostigen zijn we een lening aangegaan bij de Bank Nederlandse

Gemeenten. Het rentepercentage bedraagt 2%. De jaarlijkse rentelast bedraagt € 23.000.

5) Materiele lasten

Lasten * 1000 2015 2016 2017 2018 2019

Huisvesting 488 488 488 488 488

Facilitaire voorzieningen 90 92 92 92 92

Materiele lasten 578 580 580 580 580

De materiele kosten bestaan uit de huisvestingslasten en facilitaire voorzieningen.

Huisvesting:

Het Toekomstplein van het Werkbedrijf is gevestigd aan de Nieuwe Dukenburgseweg. Intensief

overleg met het UWV over een gezamenlijke huisvesting heeft geleid tot een keuze voor dit pand

in Nijmegen.

De huisvestingslasten bestaan uit de volgende onderdelen:

Lasten * 1000

Huur 192

Huismeester en bewaking 115

Schoonmaak 93

GWE 48

Overig 40

Huisvesting lasten 488

De MGR Rijk van Nijmegen huurt van de gemeente Nijmegen kantoorruimte voor € 120 per

vierkante meter. De huisvesting voldoet aan het uitgangspunt van “Het nieuwe werken”. De

dienstverleningsovereenkomst met de gemeente Nijmegen voorziet in de volledige bij de

catering, telefooncentrale en receptie. Volgens regionale afspraken is de vierkante meterprijs voor

huisvesting bepaald op maximaal € 115. De prijs van € 120 is tot stand gekomen als gevolg van

een uitvraag van het UWV bij meerdere verhuurders van gebouwen waaronder gemeente

Nijmegen. De prijs van € 120 kan de toets aan de landelijke geldende normen doorstaan. Bij de

calculatie van de huisvestingskosten is uitgegaan van een bruto vloeroppervlakte van 12,1

vierkante meter per werkplek. Voor het Werkbedrijf aan de Nieuwe Dukenburgseweg wordt

uitgegaan van ca. 1.600 m2 verhuurbare vloeroppervlakte. Het Werkbedrijf huurt meer

oppervlakte dan noodzakelijk is voor de huisvesting van haar personeel. Dit wordt veroorzaakt

omdat het Werkbedrijf kandidaten en bedrijven ontvangt. Hiervoor zijn gebruiksruimten zoals een

klantzone, spreekkamers en cursusruimten nodig. Hiervoor is ongeveer 800 m2 voor nodig.

Facilitaire voorzieningen:

Dit betreft de kosten die betrekking hebben op koffie, kantoorartikelen, het bedrijfsrestaurant en

vervoer van personeel.

6 Overige lasten

Lasten * 1000 2015 2016 2017 2018 2019

Kosten Informatie &

Automatisering 699 1.082 1.082 1.082 1.082

Informatievoorziening 512 562 562 562 562

Automatisering 187 520 520 520 520

Promotiekosten 133 126 126 126 126

Werkbudget 75 75 75 75 75

Medewerker communicatie 58 51 51 51 51

Transitiekosten 500 500

Accountantskosten 10 10 10 10

Overige 100 90 90 90 90

Totaal Overige lasten 1.432 1.808 1.308 1.308 1.308

Informatie & Automatisering:

De kosten voor Automatisering bestaan uit kosten voor de werkplekken zoals pc’s, licenties etc.

(€ 0,52 mln). Deze kosten worden doorbelast vanuit de module ICT van de MGR.

De kosten voor Informatievoorziening bestaan onder ander uit:

 Applicatiebeheer € 376.000

 Metas € 90.000

 Post. en Doc. Info € 51.000

 Management en advies € 45.000

Deze kosten worden doorbelast vanuit de Gastheer. Bovenstaande kosten zijn conform

dienstverleningsovereenkomst 2015 opgenomen in de begroting 2016. Voor 2016 moeten er nog

overeenkomsten worden afgesloten met de Gastheer en de module ICT van de MGR.

De kosten voor informatie en automatisering zijn aanzienlijk toegenomen ten opzichte van de

begroting 2015 doordat er meer gebruikers zijn dan dat er begroot was en doordat er meer

applicaties nodig zijn dan vooraf was geschat.

Promotiebudget:

Het promotiebudget bestaat uit een budget van € 75.000 voor promotiemateriaal en de kosten

van een medewerker communicatie.

De diensten voor de medewerker communicatie worden op basis van opdrachten ingekocht bij de

Gastheer.

Transitiekosten opstart Werkbedrijf:

De regio investeert in 2016 € 0,5 miljoen in de ontwikkeling van het nieuwe Werkbedrijf. Hieruit

worden de kosten gedekt voor de opstart van het nieuwe Werkbedrijf en de kosten van

ondersteuning en inrichting die nodig is om het Werkbedrijf te bouwen. Hierbij moet gedacht

worden aan initiële opleidingskosten, inrichting automatiering, fiscale en juridische ondersteuning,

etc. Deze inzet van deze middelen zijn afkomstig van de eenmalige transitiekosten van € 1,5

miljoen zoals opgenomen in Sterke Werkwoorden voor de jaren 2014 tot en met 2016. Daarvan is

voor 2016 nog € 0,5 miljoen beschikbaar.

Accountantskosten:

Voor het Werkbedrijf is een kostenpost opgenomen van € 10.000 voor accountantskosten. In

2015 behoorde deze kostenpost tot de overige lasten.

Overige:

We houden rekening met een post overige lasten van € 90.000. Bv voor de adviesfunctie,

archiefinspectie en verzekeringen. Ten opzichte van 2015 is deze post met € 10.000 afgenomen

aangezien de accountantskosten specifiek begroot zijn.

7. Gastheerschap/ Module ICT

De onderstaande kosten worden door de gastheer in rekening gebracht of doorbelast vanuit de

module ICT nog een keer opgesomd. Voor de af te nemen diensten zal het Werkbedrijf een

overeenkomst met de gemeente Nijmegen afsluiten.

Er worden zowel PIOFACH-taken als ondersteunende functies welke direct te relateren zijn aan

het primaire proces, bij de gemeente Nijmegen afgenomen.

De ICT-kosten worden doorbelast vanuit de module ICT. Deze module maakt onderdeel uit van

MGR.

Lasten * 1000 FTE 2015 2016 2017 2018 2019

PIOFACH-functies 6,60 928 601 601 601 601

Promotie / medewerker communicatie 0,75 51 51 51 51

Contractbeheer en kwaliteit (0 de lijns) 2,00 129 129 129 129

ICT-kosten (incl.1 fte) 1,00 187 520 520 520 520

Applicaties / Informatievoorziening (incl.1 fte) 1,00 512 562 562 562 562

Huisvesting 578 580 580 580 580

Totaal 11,35 2.205 2.442 2.442 2.442 2.442

De formatie ingehuurd vanuit de Gastheer en de Module ICT komt overeen met Daadwerkelijk

versie 1,1.

Ten opzichte van 2015 zien we dat de kosten voor het Gastheerschap of inkoop bij de module

ICT zijn toegenomen. Dit komt voornamelijk doordat de ICT kosten in de praktijk hoger blijken uit

te vallen dan dat er in de begroting 2015 was opgenomen.

Daarnaast behoren de functies van contract- en kwaliteitsbeheer niet meer tot de

PIOFACH-functies maar tot de nuldelijnsPIOFACH-functies.

In bovenstaand overzicht zijn de kosten voor de inhuur van de medewerker communicatie ook

opgenomen. De diensten van de medewerker communicatie komen ten laste van het

Bijlage 2 Het Werkbedrijf (Onderdeel Sociale Werkvoorziening)