• No results found

Het product kan zowel binnen als buiten worden geïnstalleerd.

Gebruik een geschikte afdekking om het product te beschermen tegen direct zonlicht, regen of sneeuw.

Let hierbij op het volgende:

• Installeer het product op een goed geventileerde locatie om voldoende koeling van de onderdelen te garanderen.

• Installeer het product zodanig dat het gemakkelijk kan worden geïnspecteerd, onderhouden en gerepareerd.

• Wij adviseren u het product zo dicht mogelijk bij de te verpompen vloeistof te plaatsen.

• Wij adviseren u het product te installeren in de buurt van een afvoer of lekbak die is verbonden met een afvoer zodat mogelijk condensvocht van koude oppervlakken kan worden afgevoerd.

Gerelateerde informatie

3.1.2 Omgevingstemperatuur tijdens bedrijf

3.1.1 Installatie van het product in een vorstrijke omgeving Bescherm het product tegen bevriezing als dit buiten moet worden geïnstalleerd waar het kan vriezen.

3.1.2 Omgevingstemperatuur tijdens bedrijf

De temperatuur van de omgevingslucht mag niet hoger zijn dan 55

°C.

Omgevingstemperatuur Tot 40

°C De pomp kan in continu bedrijf werken.

40 tot 55 °C

De oververhittingsbeveiliging zorgt ervoor dat de pomp in onderbroken bedrijf werkt als de luchttemperatuuur te hoog is om de motor op efficiënte wijze te koelen.

Voorbeeld van cyclus van onderbroken bedrijf: de pomp werkt gedurende 20 minuten en stopt dan 40 minuten alvorens opnieuw te worden ingeschakeld. Zie de tabel hieronder.

Onderbroken bedrijf (S3 modus)

40-55 °C 50 Hz 60 Hz

3.1.3 Minimale ruimte

Zorg voor voldoende ruimte voor service en onderhoud en voor koeling van de motor.

• Wij adviseren een vrije ruimte van 0,5 m aan drie zijden van het product.

• De motor wordt gekoeld via een ventilator. Blokkeer het ventilatordeksel niet.

• Als u het product met één zijde tegen een muur installeert, moet u ervoor zorgen dat het typeplaatje zichtbaar is.

3.2 Mechanische installatie WAARSCHUWING Elektrische schok

Dood of ernstig persoonlijk letsel

‐ Schakel de voedingsspanning uit voordat u werkzaamheden gaat uitvoeren aan het product. U dient er zeker van te zijn dat de voedingsspanning niet per ongeluk kan worden ingeschakeld.

VOORZICHTIG

Beknelling van de voeten Gering of beperkt persoonlijk letsel

‐ Draag veiligheidsschoenen bij het hanteren van het product.

VOORZICHTIG

Onzuiverheden in het water Gering of beperkt persoonlijk letsel

‐ Voordat de pomp wordt gebruikt voor het leveren van drinkwater, spoelt u deze grondig door met schoon water.

3.2.1 Het product monteren

• Plaats het product in een horizontale positie onder een maximale hellingshoek van ± 5°. De voetplaat moet naar beneden gericht zijn.

• Monteer het product op een solide horizontale ondergrond met behulp van bouten door de gaten in de voetplaat.

F G

TM072334

Afb. Fundering van een JP pomp

F G

TM072477

Afb. Fundering van JP PT-H Booster JP pomp

[mm]

JP PT-H Booster [mm]

F 47 265

G 110 230

Nederlands (NL)

3.2.2 De tilgreep bevestigen

De handgreep wordt meegeleverd met de JP pomp. Het aanbrengen van de handgreep op de pomp is optioneel, bijvoorbeeld op vast geïnstalleerde pompen.

1x

2x

1

TM072418

2

1 2

3

TM072419

4

TM072480

Afb. Beschrijving van de montage van de tilgreep op de pomp

3.2.3 Het leidingsysteem aansluiten

Installeer het product zodanig dat het leidingsysteem dit niet onder spanning zet.

Leidingmaten:

• De diameter van de zuigleiding moet groter zijn dan 2,5 cm als de zuigleiding langer is dan 10 m of de opvoerhoogte groter is dan 4 m.

• Als een slang wordt gebruikt als zuigleiding, moet deze niet-opvouwbaar zijn.

Wij adviseren u isolatieafsluiters te installeren aan zowel zuig- als perszijde van de pomp.

1. Dicht de fittingen van de leidingen af met schroefdraadtape of vergelijkbaar materiaal.

2. Sluit leidingen aan op de inlaat en uitlaat van de pomp. Laat de pomp niet ondersteunen door de leidingen.

Gebruik een pijptang of vergelijkbaar gereedschap.

3. Installeer een voetklep in de zuigleiding als de pomp boven het vloeistofniveau is geïnstalleerd, bijvoorbeeld als u pompt vanuit een bron, tank of reservoir. Wij adviseren een voetklep met filter.

4. Het is beter een filter in de inlaat van de zuigleiding aan te brengen als de pomp wordt gebruikt voor het verpompen van regen- of bronwater.

5. Zorg dat de zuigleiding een geleidelijke opwaartse hellinghoek van 5° richting pomp heeft om luchtbellen te voorkomen, met name bij het opvoeren van de vloeistof.

TM064532

Afb. Zuigleiding met geleidelijke opwaartse hellinghoek richting pomp

3.2.3.1 Maximale systeemdruk

Controleer of het systeem waarin de pomp is geïnstalleerd is ontworpen voor de maximale pompdruk.

De maximale voordruk is afhankelijk van de opvoerhoogte op het daadwerkelijke werkpunt. De som van de voordruk en de opvoerhoogte mag niet groter zijn dan de maximale systeemdruk.

Wij adviseren u een veiligheidsventiel in de persleiding te installeren om te voorkomen dat de persdruk de maximale systeemdruk overschrijdt.

3.2.3.2 Zuig- en persleidingen

Tref deze algemene voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van de zuig- en persleidingen.

Laat de pomp niet ondersteunen door de leidingen.

Gebruik leidinghangers of andere steunen op geschikte tussenafstanden om de leidingen in de buurt van de pomp te ondersteunen.

De binnendiameter van de leidingen mag nooit kleiner zijn dan de diameter van de pompopeningen.

• Installeer de leidingen zodanig dat luchtbellen worden vermeden, vooral aan de aanvoerkant van de pomp.

• Gebruik excentrische verloopstukken met de tapse zijde naar beneden.

• Zorg dat de leidingen zo recht mogelijk zijn om onnodige bochten en aansluitingen te vermijden. Wij adviseren 90°

leidingbochten met lange radius om het weerstandsverlies te verminderen.

• Leid de zuigleiding zou direct mogelijk en zorg er idealiter voor dat de lengte ten minste tienmaal de leidingdiameter bedraagt.

• Zorg dat de zuigleiding zo mogelijk horizontaal loopt. Wij adviseren een geleidelijke opwaartse hellinghoek naar pompen die vloeistoffen opvoeren en een geleidelijke neerwaartse hellinghoek naar pompen die werken met positieve zuigdruk.

Nederlands (NL)

TM040338

Afb. Aanbevolen leidinginstallatie om weerstand en luchtbellen te vermijden.

• Een korte leiding moet dezelfde diameter hebben als de zuigleiding of moet een grotere diameter hebben.

• Een lange leiding moet een of twee maten groter zijn dan de zuigopening, afhankelijk van de lengte.

TM058227

Afb. Correcte dimensionering van leidingen voor aansluiting op zuig- of persopening van de pomp

3.2.4 Installatievoorbeelden

Wij adviseren u de installatievoorbeelden te volgen.

Er worden geen kleppen meegeleverd met de pomp.

3.2.4.1 Zuiging vanuit een tank

In dit voorbeeld wordt de JP PM getoond, maar het voorbeeld geldt voor alle uitvoeringen van de JP reeks.

1

2 4 3

3

6

5 7

TM072435

Pos. Beschrijving 1 Hoogste tappunt.

2 Isolatie-afsluiter.

3 Leidingbeugel.

4 Pressure manager.

5 Afvoer naar riool.

6 Zeef. Een voetklep is optioneel. Wij adviseren het gebruik van een voetklep met de JP PM.

7 Hoek van 5°.

3.2.4.2 Zuiging vanuit een put

In dit installatievoorbeeld wordt de JP PM getoond, maar het voorbeeld geldt voor alle uitvoeringen van de JP reeks.

6 1

7

2 4

3

3 5

TM072434

Pos. Beschrijving 1 Hoogste tappunt.

2 Isolatie-afsluiter.

3 Leidingbeugel.

4 Pressure manager.

5 Hoek van 5°.

6 Voetklep met zeef. De voetklep is optioneel. Wij adviseren het gebruik van een voetklep met de JP PM.

7 Pompdeksel.

3.3 Elektrische aansluiting WAARSCHUWING Elektrische schok

Dood of ernstig persoonlijk letsel

‐ Schakel de voedingsspanning uit voordat u werkzaamheden gaat uitvoeren aan het product. U dient er zeker van te zijn dat de voedingsspanning niet per ongeluk kan worden ingeschakeld.

WAARSCHUWING Elektrische schok

Dood of ernstig persoonlijk letsel

‐ Het product wordt geleverd met een aardleider en een geaarde stekker. Beperk het risico op elektrische schokken door ervoor te zorgen dat het product uitsluitend wordt aangesloten op een correct geaard stopcontact met randaarde.

Nederlands (NL)

WAARSCHUWING Elektrische schok

Dood of ernstig persoonlijk letsel

‐ Als de nationale wetgeving een reststroomonderbreker of equivalent vereist in de elektrische installatie, moet deze van type A of beter zijn.

WAARSCHUWING Elektrische schok

Dood of ernstig persoonlijk letsel

‐ Als het product wordt gebruikt voor reiniging of onderhoud van zwembaden, tuinvijvers en dergelijke, zorgt u ervoor dat het product is uitgerust met een aardlekschakelaar met een nominale aardlekstroom van niet meer dan 30 mA.

Alle elektrische aansluitingen moeten gemaakt worden door bevoegde personen in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving.

Controleer of de elektrische installatie de nominale stroom [A] van het product ondersteunt. Bekijk het typeplaatje van het product.

3.3.1 Producten met een stekker aansluiten WAARSCHUWING

Elektrische schok

Dood of ernstig persoonlijk letsel

‐ Controleer of de voedingsstekker die bij het product wordt geleverd voldoet aan de lokale voorschriften.

‐ De voedingsstekker moet gebruikmaken van hetzelfde PE-aansluitsysteem als het stopcontact. Als dat niet het geval is, gebruikt u een geschikte adapter in overeenstemming met de plaatselijke voorschriften.

Schakel de voeding van de pomp niet in voordat de pomp gevuld is met vloeistof.

1. Schakel de voedingsspanning naar het stopcontact uit.

2. Steek de stekker in het stopcontact.

3.3.2 Producten zonder stekker aansluiten WAARSCHUWING

Elektrische schok

Dood of ernstig persoonlijk letsel

‐ Voedingskabels zonder stekker moeten worden aangesloten op een stroomonderbreker die is

opgenomen in de vaste bedrading in overeenstemming met de plaatselijke bedradingsregels.

Schakel de voeding van de pomp niet in voordat de pomp gevuld is met vloeistof.

Als het product met een kabel maar zonder stekker wordt geleverd, sluit u de kabel aan op de externe hoofdschakelaar of brengt u een stekker aan.

De kabel aansluiten op een externe hoofdschakelaar 1. Strip de kabel.

2. Verbind elke individuele draad met de juiste aansluiting in de externe hoofdschakelaar.

Een stekker bedraden 1. Strip de kabel.

2. Draai de twee schroeven los die de kabelklem op zijn plek houden en trek de kabel er doorheen.

3. Verbind elke individuele draad met de juiste aansluiting.

4. Draai de aansluitschroeven en de schroef van de kabelklem vast. Draai de schroef van de kabelklem niet te vast aan.

1

2 3

4

TM072505

Afb. Voorbeeld van bedrading van stekker Pos. Beschrijving

1 E: Aarde, gele en groene draad 2 N: Neutraal, blauwe draad 3 L: Stroomvoerend, bruine draad

4 Kabelklem

Gerelateerde informatie

3.3.3 Producten zonder kabel aansluiten 3.3.3 Producten zonder kabel aansluiten

WAARSCHUWING Elektrische schok

Dood of ernstig persoonlijk letsel

‐ Voedingskabels zonder stekker moeten worden aangesloten op een stroomonderbreker die is

opgenomen in de vaste bedrading in overeenstemming met de plaatselijke bedradingsregels.

Schakel de voeding van de pomp niet in voordat de pomp gevuld is met vloeistof.

Als het product zonder kabel wordt geleverd, sluit u de pomp op de elektrische installatie aan via een van de volgende kabeltypen:

Pompmodel Aanbevolen kabeltype

JP 3-42 en JP 4-47 H05 RN-F JP 4-54 en JP 5-48 H07 RN-F Sluit als volgt de kabel op de pomp aan:

1. Verwijder de bovenklep op de motor door de schroeven los te draaien.

2. Zoek de voedingsklem en de kabelklem binnen in de klemmenkast.

3. Draai de kabelklem los.

4. Trek het ene uiteinde van de kabel door de kabelwartel aan de zijkant van de klemmenkast.

Nederlands (NL)

5. Strip de kabelgeleiders en breng kabelschoenen aan.

TM072423

6. Sluit de aders van de kabel aan op de voedingsklem. Zie het bedradingsschema.

7. Draai de aansluitschroeven en de schroef van de kabelklem vast. Draai de schroef van de kabelklem niet te vast aan.

8. Plaats het bovendeksel weer terug en draai de schroeven vast.

9. Strip het andere uiteinde van de kabel en sluit dit aan op een stekker of een externe hoofdschakelaar.

TM072433

Gerelateerde informatie

3.3.2 Producten zonder stekker aansluiten 3.3.4 Bedradingsschema

3.3.4 Bedradingsschema

N L

1

2 3

GERELATEERDE DOCUMENTEN