• No results found

5. Resultaten data-analyse

5.2 Het perspectief

Ook is er gekeken naar het perspectief waarin de verhalen geschreven zijn. Hierbij waren er twee opties: 1. het ik-perspectief waarbij de auteur zichzelf in het verhaal mengt; 2. het hij/zij-perspectief waarbij de schrijver zichzelf buiten beschouwing laat. Het ik-perspectief wordt in de blogsfeer onder burgerbloggers vaak gebruikt. Het geeft een dagboekachtige stijl die past bij de inhoud van veel burgerblogs. Met de analyse van de dataset is gekeken of j-bloggers (de rechtbankbloggers uit dit onderzoek) zich aan deze conventie hebben overgegeven of dat zij vasthouden aan het krantenformat waar het hij/zij-perspectief over het algemeen gebruikelijk is.

Figuur 5.2.1 Perspectiefgebruik blogposts en krantenartikelen

BLOG HIJ/ZIJ 83 55,3%

IK

-PERSPECTIEF

67 44,7%

TOTAAL 150 100,0%

KRANT HIJ/ZIJ 148 98,7%

IK

-PERSPECTIEF

2 1,3%

TOTAAL 150 100,0

Het bleek dat de krantenartikelen in de steekproef voor 99 procent geschreven waren in het hij/zij-perspectief (zie figuur 5.2.1). De blogverhalen waren voor 55 procent geschreven in het hij/zij-hij/zij-perspectief.

Een significant verschil tussen beide groepen (p<.01). Toch is het hierbij zaak op te merken dat nog steeds de meerderheid van de blogverhalen in de steekproef geschreven was in het hij/zij-perspectief dat men gewend is van de krant. Het ik-perspectief werd in 1 procent van de krantenartikelen gebruikt en in 45 procent van de blogposts. De 1 procent van de artikelen in het ik-perspectief is afkomstig van de artikelen van rechtbankverslaggever Rob Zijlstra. Zijn blogverhalen worden doorgeplaatst in de krant. Van de andere rechtbankverslaggevers werden geen krantenartikelen gevonden die waren geschreven in het ik-perspectief.

5.3 Teneur

In dit onderzoek is gekeken naar de teneur van de verhalen in de krant en op rechtbankblogs. De verhalen werden ingedeeld in categorieën : neutraal, voordelig voor de verdachte, nadelig voor de verdachte en als het verhaal niet ging over een rechtszaak dan kreeg het een 0-predikaat. Dit om te voorkomen dat er een vertroebeld beeld zou ontstaan over de teneur van de verhalen op de blogs. Op de blogs kwamen nogal eens wat verhalen voor die niks met rechtszaken te maken hadden en daarom is het 0-predikaat zeker van belang geweest. De verhalen werden tot de neutrale categorie gerekend als er geen elementen met toon aangetroffen werden. De verhalen werden als nadelig voor de verdachte gerekend als er negatieve toonelementen werden gebruikt om de verdachte te beschrijven of als de nadruk erg lag op de

omstandigheden van het slachtoffer. Voordelig voor de verdachte was de categorie waarin verhalen zaten waarin duidelijk gepleit werd over of de onschuld of de nare omstandigheden van de verdachte in zijn jeugd of leven. Daarnaast was er een categorie ‘verwarrend’. Dat was om de verhalen die van beide kanten toonelementen bevatten waarvan niet één kant rechtstreeks de boventoon voerde, te kunnen classificeren. De verdeling van de 150 blogposts over de categorieën is te zien in Figuur 5.3.1.

Figuur 5.3.1 Teneur ten aanzien van verdachten op blogs en in kranten

De blogposts in de steekproef waren voor het grootste deel (34 procent) geschreven in een teneur die opgevat kon worden als nadelig voor de verdachte. Er werden bijvoorbeeld stijltrucs gebruikt om de verdachte kwaadaardig over te laten komen. Bijvoorbeeld het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden: ‘vieze man’, ‘weerloos slachtoffer’, ‘laffe streek’. Soms werd er helemaal niet omheen gedraaid: ‘Ik heb een hekel aan dit soort mannetjes’, werd er bijvoorbeeld gevonden in een van de blogposts. Daarnaast was een groot deel van de blogs juist in het voordeel van de verdachte geschreven (20 procent). Dit waren bijvoorbeeld verhalen waarin de beroerde jeugd van de verdachte uitgebreid werd besproken waardoor er meer sympathie voor de verdachte werd opgewekt. Een andere gebruikte stijl om de verdachte in een positiever licht te zetten is het framen van de verdachte als underdog tegenover het grote en machtige rechtssysteem. Bijna net zo groot als het aandeel verhalen dat voordelig voor de verdachte is, is het aandeel verhalen met een neutrale toon (19 procent). In deze stukken waren geen elementen met toon te ontdekken. De verhalen leken zonder mening of specifiek standpunt geschreven te zijn. Het aloude format dat de krant de rechtbankverslaggevers opdraagt, dringt nog steeds door tot hun werk op de blogs. 15 procent van de verhalen kon niet ingedeeld worden in een teneurcategorie. Dit waren onder andere verhalen over het persoonlijk leven van de rechtbankverslaggever. Tot slot viel 11 procent van de verhalen in de categorie ‘verwarrend’. Dit waren blogposts die elementen met toon bevatten maar waarvan niet duidelijk werd wat precies de boventoon voerde: de negatieve elementen of de positievere elementen. Krant Blog .7% 15,3% 4% 20% 24% 34% 68,7% 19,3% 2,7% 11,3%

Teneur tav verdachten blog en krant

Daarnaast is gekeken naar de verdeling van de teneur in de krantenartikelen (zie figuur 5.3.1).

Bij de kranten lag de verdeling van de teneur compleet anders. Voor het overgrote deel (69 procent) van de verhalen, hadden de berichten een neutrale teneur. De verslaggeving was vrij van toonelementen, en zakelijk opgeschreven in het format van een klassiek afstandelijk krantenbericht. Toch was bijna een kwart van de berichten (24 procent), opgeschreven op een voor de verdachte nadelige manier. Hier werden haast dezelfde toonelementen gebruikt als bij blogs met een negatieve teneur. Nou is het zo dat in de collectie krantenberichten ook verhalen zaten die rechtstreeks van Rob Zijlstra’s blog kwamen maar in Dagblad van het Noorden waren doorgeplaatst. Dat zou een deel van het percentage van de gekleurde verhalen kunnen verklaren.

Opvallend was dat er slechts in enkele van alle 150 geanalyseerde krantenberichten een positieve teneur voor de verdachte werd gevonden (3 procent). Dat zijn veel minder positievere of mildere verhalen in de krant dan op het blog waar gevonden is dat 20 procent van de berichten met een positieve teneur heeft. Een verdachte is dus voorlopig beter af bij een rechtbankblogger dan een verslaggever met alleen een plek bij de krant.

Figuur 5.3.2 Teneur ten opzichte van de verdachte in de blogposts per auteur.

Wel was het opvallend dat hierbij binnen de groep rechtbankverslaggevers grote verschillen bestaan. Als verdachte ben je het voordeligst af bij Rob Zijlstra, van zijn blogverhalen zijn 37 procent als voordelig voor de verdachte geclassificeerd, en het beroerdst is een verdachte af bij Bjorn Thimister. Thimister publiceert niet alleen zelden een voor de verdachte voordelig verhaal, maar ook nog voor 40 procent aan nadelige verhalen. Chris Klomp komt op de tweede plek wat betreft verdachtevriendelijkheid. Maar Klomps

30 36.7 20 10 3.3 33.3 33.3 20 43.3 40 6.7 43.3 3.3 43.3 16.7 20 13.3 6.7 20 3.3 3.3 43.3 6.7 Chris Klomp Rob Zijlstra Jurgen Swart Nanko Kiel Bjorn Thimister

Teneur per auteur (%) N=150

voordelig nadelig neutraal ambivalent nvt

Kiel hebben zelden een neutraal verhaal, respectievelijk 7 en 3 procent. Swart en Thimister hebben beiden een voor groot deel neutrale verhalen op het blog staan, 43 procent. Dan rest er nog de categorie ‘nvt’ dat slaat op verhalen die geen rechtbankverslagen zijn maar over andere zaken gaan zoals het persoonlijk leven van de auteur. Zowel Kiel als Klomp hebben van die categorie een behoorlijk aantal verhalen op het blog staan, respectievelijk 43 en 20 procent.