• No results found

Art. 285. §1. Het onbetaald verlof wordt met ingang van 01.02.2017 geregeld via het BVR van 02.12.2016 tot wijziging van het RPB, wat betreft verloven en afwezigheden.

Het onbetaald verlof bestaat uit twee blokken:

- het onbetaald verlof als gunstmaatregel - het onbetaald verlof als recht

Onbetaald verlof als gunstmaatregel

Het personeelslid kan in principe in aanmerking komen voor de volgende contingenten onbetaalde verloven:

1° twintig werkdagen per kalenderjaar, te nemen in volledige dagen met een maximum van 2 werkdagen per maand. De dagen worden niet bezoldigd

2° twee jaar gedurende de loopbaan, te nemen in periodes van minimaal één maand. Die periodes worden niet bezoldigd.

Het onbetaalde verlof als gunst, wordt niet gelijkgesteld met dienstactiviteit tenzij het gaat om periodes van minder dan een maand of deeltijds verlof. Het onbetaald verlof kan geweigerd worden als de gevraagde periode van afwezigheid niet verenigbaar is met de goede werking van de dienst.

Het onbetaald verlof wordt schriftelijk aangevraagd aan het hoofd van het personeel. Het personeelslid deelt de datum mee waarop het onbetaald verlof dient aan te vangen en de duur ervan. Het diensthoofd van de aanvrager van het onbetaald verlof dient positief advies te geven omtrent de aanvraag.

Het onbetaald verlof als gunstmaatregel dient als volgt aangevraagd te worden:

- twintig werkdagen per kalenderjaar: tijdens de maand voorafgaand aan de maand waarin men het verlof wenst op te nemen

- twee jaar gedurende de loopbaan: minimum drie maanden op voorhand. Mits motivatie van dringende noodzakelijkheid kan deze termijn van 3 maanden teruggebracht worden tot 1 maand

Verlof wegens arbeidsongeschiktheid, met uitzondering van de arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte, maakt geen einde aan het

toegekende onbetaald gunstverlof.

Als een feestdag valt op een dag onbetaald gunstverlof, wordt die feestdag niet vervangen.

Rechtspositieregeling OCMW Wellen - gecoördineerd – laatste wijziging: raad 2017-05-02 Pagina 93 Het personeelslid kan het onbetaalde gunstverlof voortijdig opzeggen rekening houdend

met een opzegtermijn van één maand. Het personeelslid dient hiervoor een schriftelijke aanvraag in te dienen bij het hoofd van het personeel met vermelding van de gewenste datum van voortijdige werkhervatting.

De datum waarop het werk voortijdig hervat wordt, wordt vastgesteld in samenspraak met het diensthoofd van de aanvrager en het hoofd personeel rekening houdend met de goede werking van de dienst.

Het personeelslid hoeft geen reden op te geven voor de aanvraag van onbetaald verlof. In de gevallen dat het verlof eventueel kan worden geweigerd mag dit niet gebeuren omwille van het uit eigen beweging uitdrukkelijk meegedeelde of het door het bestuur vermoede doel van het verlof.

Tijdens het opnemen van onbetaald verlof blijven de deontologische regels die op het personeelslid van toepassing zijn onverkort van kracht, ook op het gebied van

onverenigbaarheden.

Het personeelslid dat gebruik maakt van het onbetaalde verlof gaat steeds zelf na of hij voldoende sociale zekerheidsbescherming geniet tijdens de opname van het onbetaalde verlof.

§2. Het personeelslid kan bij weigering bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Hij kan verzoeken om in dit verband gehoord te worden.

§3 Het personeelslid op proef (voor het contractueel personeelslid: het personeelslid in de inwerkingsperiode) komt niet in aanmerking voor het voltijds onbezoldigde verlof.

(onbetaald verlof als gunstmaatregel, 2°) Onbetaald verlof als recht

De secretaris en de financieel beheerder komen niet in aanmerking voor het onbetaald verlof als recht.

Het personeelslid kan in principe in aanmerking komen voor de volgende contingenten onbetaalde verloven:

1° twaalf maanden voltijds onbetaald verlof, te nemen in periodes van minimaal één maand. Vanaf 55 jaar heeft het personeelslid bijkomend recht op twaalf maanden voltijds onbetaald verlof, te nemen in periodes van minimaal één maand. Die periodes worden niet bezoldigd.

2° zestig maanden de prestaties minderen tot 80 % of 50 % van een voltijdse betrekking, te nemen in periodes van minimum 3 maanden.

Vanaf 55 jaar heeft het personeelslid altijd het recht om de prestaties te verminderen tot 80

% of 50 % van een voltijdse betrekking.

Het onbetaalde verlof als recht, wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit.

Rechtspositieregeling OCMW Wellen - gecoördineerd – laatste wijziging: raad 2017-05-02 Pagina 94 Het onbetaald verlof wordt schriftelijk aangevraagd aan het hoofd van het personeel. Het

personeelslid deelt de datum mee waarop het onbetaald verlof dient aan te vangen en de duur ervan. Het diensthoofd van de aanvrager van het onbetaald verlof dient positief advies te geven omtrent de aanvraag.

Het onbetaald verlof als recht dient als volgt aangevraagd te worden:

- het voltijds onbetaald verlof: minimum drie maanden op voorhand

- het minderen van de prestaties tot 80 % of 50 % van een voltijdse betrekking: minimum drie maanden op voorhand

- Mits motivatie van dringende noodzakelijkheid kan hoger vermelde termijn van 3 maanden teruggebracht worden tot 1 maand

Verlof wegens arbeidsongeschiktheid, met uitzondering van de arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte, maakt geen einde aan het

toegekende onbetaald verlof.

Als een feestdag valt op een dag onbetaald verlof, wordt die feestdag niet vervangen.

Het personeelslid kan het onbetaalde verlof voortijdig opzeggen rekening houdend met een opzegtermijn van één maand. Het personeelslid dient hiervoor een schriftelijke aanvraag in te dienen bij het hoofd van het personeel met vermelding van de gewenste datum van voortijdige werkhervatting.

De datum waarop het werk voortijdig hervat wordt, wordt vastgesteld in samenspraak met het diensthoofd van de aanvrager en het hoofd personeel rekening houdend met de goede werking van de dienst.

Tijdens het opnemen van onbetaald verlof blijven de deontologische regels die op het personeelslid van toepassing zijn onverkort van kracht, ook op het gebied van

onverenigbaarheden.

Het personeelslid dat gebruik maakt van het onbetaalde verlof gaat steeds zelf na of hij voldoende sociale zekerheidsbescherming geniet tijdens de opname van het onbetaalde verlof.

Art. 286. Als een vast aangesteld statutair personeelslid binnen de diensten van het bestuur een contractuele betrekking, een tijdelijke aanstelling of een andere functie waaraan een proeftijd verbonden is opneemt, wordt ambtshalve onbetaald verlof toegestaan voor maximaal de duur van de tijdelijke aanstelling of de proeftijd.

Het onbetaald verlof bedoeld in dit artikel wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit, behalve voor wat de bezoldiging betreft.

Rechtspositieregeling OCMW Wellen - gecoördineerd – laatste wijziging: raad 2017-05-02 Pagina 95