• No results found

28 /HERSTEL DOOR VERMINDERING VAN P-BELASTING /Vanuit een troebel meer

In document Wat er is als er water is (pagina 94-99)

�� �� �� �� �� ��

27 /EUTROFIËRING DOOR P-BELASTING /Vanuit een helder meer

28 /HERSTEL DOOR VERMINDERING VAN P-BELASTING /Vanuit een troebel meer

����� �� �� �� �� �� ��

stemd, maakt herstel van een natuurlijk peilregime een miljardeninvestering, en dus niet erg populair.

Onduidelijk is de invloed van visserij, beroeps-scheepvaart en intensieve watersport op de kansen voor herstel. Hoewel er troebele meren zijn met een lage watersportdruk, laat recent onderzoek in de Nor-folk Broads zien dat herstel van waterplanten te lijden kan hebben onder de wervelingen van schroeven en andere bootbewegingen.

Een eenmaal eutroof troebel systeem met veel blauwalgen en witvis kan ondanks verlaagde nutriën-tengehalten het herstel nog jaren remmen. Dan kan actief ingrijpen in het voedselweb (actief biologisch beheer of biomanipulatie) nodig zijn om versneld effect te krijgen en om het systeem te laten switchen van stabiel troebel naar stabiel helder. Daarbij kan gedacht worden aan het massaal wegvangen van

Brasem, het uitzetten van jonge Snoek, of het enten van waterplanten en driehoeksmosselen. Andere in-terne maatregelen zijn baggeren, een diepe put aan-leggen als slibvang of de voedselrijke bodem afdek-ken met zand.

Geruggensteund door de Kaderrichtlijn water moet het mogelijk zijn spoedig weer te zwemmen in helder meerwater, de kiel van de boot te zien en te genieten van onderwaterplanten, waartussen een Snoek loert op een lekker hapje.

29 /KRANSWIER

/ WAT ER IS ALS ER WATER IS / DIEPE MEREN /094

10/ DIEPE MEREN /

Door Herman Gons en Rixt Hovenkamp

/INLEIDING

Diepe meren onderscheiden zich van ondiepe meren door temperatuurgelaagdheid, stratificatie genoemd. Hierbij is het water ‘s zomers bovenin tot meer dan twintig graden warmer dan onderin. Dit heeft een grote invloed op het ecosysteem.

Diep is overigens een relatief begrip. Het IJssel-meer is als grootste IJssel-meer van Nederland nergens die-per dan tien meter. Als je op deze bladzijde de door-snede van het IJsselmeer wilt weergeven op dezelfde

schaal voor lengte en diepte, kom je tot een lijn van maximaal eentiende millimeter dik. Deze lijndikte is grotendeels slechts met een loep zichtbaar. In het IJs-selmeer wordt het water zo krachtig door de wind ge-mengd dat zelfs op de diepste plaatsen geen stabiele stratificatie kan optreden. Het IJsselmeer beschouwen wij als ondiep. In Nederland komen door zandwinning ontstane meren voor, die ook tien meter diep zijn, bij een lengte van pakweg tweehonderd meter. Bij het tekenen van de doorsnede van zo’n zandput zou de dieptelijn tot één centimeter dik worden. In het meer Het gaat niet om namen, het gaat om het wezen der natuurobjecten en dit wezen drukt zich uit door het verband, waarin zij staan, onderling en met de dingen van hun omgeving.

H.J. Jordan. Geciteerd uit: Hydrobiologie van Nederland. H.C. Redeke, 1948

zien we de hele zomer door een waterlaag met een steile afname van de temperatuur op een diepte van vijf tot zeven meter. Deze zogenoemde spronglaag scheidt een warme, goed gemengde bovenlaag van een koude onderlaag. Deze zandwinplas noemen we diep.

Absoluut genomen is de Vinkeveense Noordplas met zo’n vijftig meter het diepste meer in Nederland, waar vijfentwintig tot veertig meter normaal ge-sproken al veel is. Evenmin als het IJsselmeer zijn de Vinkeveense Plassen natuurlijke wateren, maar is de grote diepte ontstaan door zandwinning na de eer-dere vorming als veenplas. De geschiedenis van de Vinkeveense Plassen is geenszins uniek, maar geldt ook voor bijvoorbeeld de Wijde Blik bij Kortenhoef. Door de behoefte aan zand voor de aanleg van ha-ven- en industrieterreinen, woning- en wegenbouw zijn vanaf het midden van de vorige eeuw tientallen nieuwe zandputten ontgonnen, waardoor tot onge-veer tien meter diepe meren ontstonden met een op-pervlakte van enige hectaren. Alleen al in Friesland bevinden zich ruim veertig van zulke meren. In een aantal gevallen ontstonden op deze wijze aanmerke-lijk grotere en diepere wateren, zoals bij Utrecht de Maarsseveense Plassen en de Nedereindse Plas, bij Amsterdam het Nieuwe Meer, de Sloterplas, de Gaas-perplas en de Oudekerkerplas en in de Rijnmond het Oostvoornsemeer. Langs de Maas zijn diepe meren als grindgaten ontstaan.

De landschappelijke inrichting van diepe meren kan na het ontstaan ingrijpend zijn gewijzigd. Een voorbeeld hiervan is de Ouderkerkerplas (waterop-pervlak ca. tachtig hectare, diepte tot veertig me-ter). Na een periode van puinstorten is de plas nu belangrijk voor recreatie en als vogelgebied. Omdat het bodemverloop zeer steil is, zijn voor badgasten

ondiepe delen toegevoegd. Door de grote diepte en kwel vanuit de Noordzee kunnen zwemvogels als Smient en Kuifeend hier altijd in ijsvrij water over-winteren. Er zijn hier op één dag wel 14 duizend Smienten gezien.

Komen er in Nederland geen diepe meren van nature voor? Er zijn naast de grote rivieren een aan-tal ‘kolken’ of ‘wielen’ gevormd die als natuurlijke diepe meren kunnen worden beschouwd. Verrassend genoeg bevindt zich op de Veluwe een klein meer dat dertienduizend jaar geleden ontstond met een waterdiepte van maar liefst zeventien meter. Het werd in de loop der tijd echter opgevuld met planten-resten en bodemdeeltjes. De ontstaanswijze van dit nu slechts twee meter diepe Uddelermeer als een voormalige ijskernheuvel laat zich volledig vergelij-ken met die van talloze meren in de huidige arctische toendra.

In het algemeen lijken de Nederlandse kunstma-tig diepe meren qua doorsnede sterk op de meren in de Canadese en Scandinavische Schildgebieden, die zijn ontstaan bij het terugtrekken van het land-ijs. De Nederlandse situatie verschilt daarvan door het weinig variabele waterpeil, de doorgaans smalle oevervegetaties en het meestal ontbreken van door-stroming met rivierwater. De waterbalans wordt sterk bepaald door kwel, wegzijging en waterbehoefte in de polders. In het algemeen is de waterverblijftijd daarbij langer dan een jaar, maar soms slechts enkele maanden, zoals in het Alkmaardermeer. Door de hel-derheid en lichtgroene kleur kan het open water van diepe meren vergeleken worden met de getijden-wateren in Zuidwest-Nederland. Het is niet toevallig dat juist deze twee watertypen worden bezocht door sportduikers.

In document Wat er is als er water is (pagina 94-99)