• No results found

Herfstexcursie van “Heer naar Keer”

In document IVN Meerssen Nieuwsbrief december 2020 (pagina 21-26)

De voorbereiding

Voor de eerste keer na het uitbreken van de Coronavirus vindt weer een excursie plaats. Het is nu wel een heel bijzondere uitdaging voor Riekie Notten en ondergetekende om deze excursie te organiseren. Het begint al met de keuze van de plaats. Liefst dicht in de buurt zodat het rijden met auto, bus of trein zoveel mogelijk voorkomen kan worden. Dus deze keer helaas ook geen carpoolen. De aanmelding vooraf is nu verplicht, want je wilt weten wie aanwezig waren mocht iemand later besmet blijken te zijn geweest met het virus. Ook het aantal deelnemers moet beperkt blijven.

Een echte uitdaging is het bovendien om deze excursie een andere vorm en inhoud te geven. Met z’n allen kijken naar één plantje en toch op 1,5 meter afstand blijven is bijna niet te doen.

De vraag die nu bij de lezer opkomt is: hoe hebben jullie het dan uiteindelijk gedaan? Allereerst hebben we tijdens het voorwandelen bepaald waar we zouden stoppen, dus op plekken met veel ruimte. Vervolgens letten we op dat de deelnemers in een cirkel staan met 1,5 meter afstand. Ook hebben we een aantal plantjes/bloemen geplukt, niet de zeldzame hoor, en die op afstand laten zien met de bijbehorende uitleg. Al deze maatregelen zijn nodig om de excursie succesvol te laten verlopen en de deelnemers ook het gevoel te geven dat ze veilig kunnen meelopen met ons.

Het vertrek

Op zondag 27 september 2020 is het dan zover. Om 09:15 uur staan we al klaar bij de kruising Veldstraat en de Oude Molenweg in Heer om de deelnemers op te vangen. Wat is het geval? Op die dag komt bij ons startpunt ook de triatlon (Ironman) langs. Uiteindelijk missen we 2 deelnemers. Voordat we met de 9 deelnemers op pad gaan checken we of iedereen gezond is en vragen we om de Coronaregels in acht te nemen.

Onder een bewolkte hemel en een aangename temperatuur vertrekken we voor de jaarlijkse herfstexcursie.

Wat zien we onderweg?

Op de eerste halteplaats gaat iedereen in een mooie cirkel staan met 1,5 meter afstand. We zien van alles staan:

De Luzerne (foto links ) en de geelrode naaldaar (foto rechts ).

20

Luzerne (Wikipedia) is een vaste plant. Afhankelijk van variëteit en klimaat kan de plant vijf tot twaalf jaar oud worden. Met een hoogte tot 1 m en trosjes kleine paarse bloemen lijkt de plant op klaver. De plant beschikt over een diep en krachtig ontwikkeld wortelsysteem dat zich tot 4,5 m kan uitstrekken. Hierdoor kan de plant tijdens tijdelijke droogten overleven.

Luzerne is inheems in Europa en wordt wereldwijd verbouwd als veevoer.

In Nederland wordt luzerne hoofdzakelijk kunstmatig gedroogd voor de productie van eiwitrijk veevoer. Er wordt drie tot vier maal per jaar gemaaid.

Zoals andere soorten uit de vlinderbloemenfamilie heeft de plant het vermogen om met behulp van stikstofbindende bacteriën stikstof te binden, zodat het proteïnerijk voedsel kan produceren onafhank elijk van de aanwezigheid van stikstof in de bodem.

De uitgebreide teelt, die is begonnen in de 17e eeuw, was een belangrijke stap vooruit in de Europese landbouw. De stikstofbindende eigenschap en het gebruik als veevoer verhoogde in belangrijke mate de efficiëntie van de landbouw. Wanneer het op de juiste grond verbouwd wordt, heeft luzerne een hoge opbrengst.

Luzerne is een van de weinige planten die zelf-toxisch zijn. Hierdoor is het niet mogelijk om tussen oude planten opnieuw luzerne in te zaaien. De oude luzerne moet daarom eerst ondergeploegd worden voor het opnieuw op hetzelfde perceel ingezaaid kan worden. Beter is echter ook in verband met ziekten om vruchtwisseling toe te passen.

De geelrode naaldaar (Wikipedia) is een eenjarige plant, die behoort tot de grassenfamilie. De geelrode naaldaar komt van nature over de gehele wereld voor in gebieden met een gematigd of vrij warm klimaat. De soort

21

staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als een soort die in Nederland algemeen voorkomend en stabiel of toegenomen is.

De plant wordt 5 - 75 cm hoog en heeft opstijgende of rechtopstaande stengels.

De plant bloeit van juli tot in de herfst.

De bloeiwijze is een 2 - 15 cm lange en 6 - 8 mm dikke aarpluim met eivormige aartjes (zie voorgaande foto). Onderaan het aartje zitten gele later rood-oranje wordende borstels met naar boven gerichte tandjes, waardoor ze bij het opstrijken niet haken. De graanvrucht valt met het gehele aartje tegelijk af.

De deelnemers zijn verbaasd dat je zomaar langs de weg en in het akkerland zoveel planten bij elkaar ziet. Het ruikt letterlijk en figuurlijk naar meer. We zien bijvoet waar we eerder aandacht aan besteed hebben.

Denk nog maar aan het verhaal van de Romeinen die bijvoet in hun schoeisel stopten om vermoeidheid en pijn tegen te gaan.

De plant die veel lijkt op bijvoet is de Herfstalsem

Deze plant doet zijn naam eer aan in dit jaargetijde. Het is eigenlijk een verstoorde voedselrijke plekken zoals rommelige bermen en braakliggende stukjes land. De stengels zijn Corona-afstand!). De plant heeft een holle stengel die melksap bevat. Het bewijs wordt ter plaatse dan ook geleverd. Ze heeft bovenaan kleverige haartjes.

De bladeren zijn onbehaard en hebben een blauwgroene kleur.

De rand van het blad is stekelig getand en is daarmee distelachtig. De bloei is van juni tot de herfst.

22 De bloem is goudgeel van kleur. De akkermelkdistel heeft als vrucht een nootje met een witte haarkroon. Deze distel is een overblijvend kruid, terwijl de gewone melkdistel een- of tweejarig is.

Na deze ontdekkingstocht lopen we verder richting Keer terwijl de nieuwsgierigheid naar nog meer ontdekkingen steeds groter wordt. We zien onderweg nog vele bloemen, planten en gras- soorten. Teveel om het allemaal op te nemen in dit artikel.

We pikken nog een speciale bloem er uit en dat is de Borstelkrans.

Deze plant staat nog prachtig te pronken met zijn donkerroze bloemen.

Dit is volgens Wikipedia een vaste plant, die behoort tot de lipbloemenfamilie. De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als zeer zeldzaam.

De plant wordt 30-60 cm hoog, heeft harige schutbladen en ruikt iets naar tijm. Hij bloeit van juli tot september dus waren we nog net op tijd. De bloemen produceren veel nectar en worden dan ook bezocht door bijen, vlinders en andere insecten.

23 Het landschap

De hele tijd zijn we ongemerkt langzaam omhoog gekropen en komen aan op het Landgoed Heerdeberg. Dit landgoed ligt ten zuidwesten van de Rijksweg (N278) aan de Pater Kustersweg bij Cadier en Keer. Ja, we zijn dus intussen in Keer aanbeland.

Het gebied ligt aan de westelijke rand van het Plateau van Margraten in de overgang naar het Maasdal. Ter plaatse duikt het plateau een aantal meters naar beneden, onder andere door de afgravingen als gevolg van verschillende mergelgroeves die hier gelegen zijn. Naar het zuiden ligt een hellingbos, het Savelsbos.

We hebben een prachtig uitzicht op de stad Maastricht en toetsen nog even de kennis van de deelnemers over de stad aan de hand van karakteristieke gebouwen, kerken en flats.

Monumenten en gebouwen

Op het landgoed Heerdeberg is van alles te zien. Zo ligt er nog een begraafplaats van de paters van Huize Sint Jozef.

Huize Sint Jozef was vroeger het start- en aankomstpunt van de Margratentocht. Het was in het verleden een opvoedingsgesticht en is nu

nog even een jeugdgevangenis.

Wat heel opvallend is, is het Belgisch monument Heer.

Op 12 september 1944 werden elf Belgische verzetsstrijders en één onbekende verzetsheld door de Duitsers en hun handlangers gefusilleerd in het bosje bij Huize Sint Jozef. Deze laffe daad vond plaats enkele uren voordat deze regio door de Amerikanen bevrijd werd van het Nazi-geweld.

Het is hier tevens letterlijk en figuurlijk het keerpunt van onze Coronaproof excursie van Heer naar Keer, heen en weer. De deelnemers zijn helemaal tevreden. Wij, Riekie en ondergetekende, ook met ons geslaagde Corona experiment.

Wil Lemmens, Natuur- en Landschapsgids IVN Meerssen

24

Een nachtelijke bezoeker

Jaren geleden zag ik op enig moment een loopspoor in het naast onze bomentuin gelegen weiland, een duidelijk herkenbaar smal paadje door het gras. Het kon me aanvankelijk niet erg boeien. Zo direct nabij het bosgebied “De Breuk” kun je natuurlijk allerlei dierenleven verwachten.

Overdag was er nooit iets te zien. De weilandpassant moest dus eentje uit het nachtleven zijn. Het spoor in het gras trok ook niet altijd mijn aandacht.

Want vanaf de dag dat de schapen van mijn schoonzus Leentje in het voorjaar hun intrede doen is het rap gedaan met het pad door het gras. Ik had wel een vermoeden over de nachtelijke bezoeker. Het zou de egel kunnen zijn die ik bij vroegere gelegenheden wel eens in onze tuin had zien rondscharrelen. Andere eerdere bezoekers in mijn herinnering zoals reeën of wilde zwijnen zijn té groot voor de smalle opening onder de hagen waartussen het platgetreden pad zichtbaar was. En alles bij elkaar moet ik achteraf bekennen dat het me eigenlijk worst was, zoals dat plastisch wordt uitgedrukt. Totdat ik in afgelopen winterperiode 2019/2020 door een aantal opeenvolgende gebeurtenissen tot nadenken en zoeken werd gedwongen.

Midden in de winter verschenen er opeens gaten in het gazon, duidelijk het werk van een dier. Gaten met een doorsnee van 5 cm en van ongeveer gelijke diepte. Na enkele weken was dat stuk gazon gelijk een gatenkaas.

Dan keert de duister moeilijk herkenbaar maar alle signalen duiden in de richting van

In document IVN Meerssen Nieuwsbrief december 2020 (pagina 21-26)