• No results found

I. VOORWOORD

9.4 T HEORIE IN HET MONSTERBOEKJE

9.4.1 Instructieboeken

De ter beschikking staande instructieboeken van het korps op een rijtje;

• Instructieboek voor de Zeekadet - Opleiding tot ZK3

• Instructieboek voor de Zeekadet - Opleiding tot ZK2

• Instructieboek voor de Zeekadet - Opleiding tot ZK1

• Brevetopleiding Sloepgast 2

• Brevetopleiding Sloepgast 1

• Brevetopleiding Meestersloepgast

• Brevetopleiding Matroos Binnenvaart 2

• Brevetopleiding Matroos Binnenvaart 1

• Brevetopleiding Matroos Binnenvaart meester

• Brevetopleiding Motordrijver 1 & 2

• Brevetopleiding Hofmeester 1 & 2

• Brevetopleiding Verbindingsdienst

• Marifoon

• Vaarbewijs ANWB

Zeekadetkorps Nederland Opleidingen

9.4.2 Aanvullende informatie

In het monsterboekje zijn drie zaken vermeld die theorielessen, naast de brevetopleiding, noodzakelijk maken. Dit zijn;

- EHBO: dit is op vrijwillige basis en vindt buiten de zaterdagen plaats. De lessen worden gegeven door het Oranje Kruis;

- Uitwijkregels voor kleine vaartuigen: deze regels zijn afgeleid uit het BPR en zijn onderdeel van de

verplichte lesstof van de kadet in de ND. Na het behalen van het brevet sloepgast 1 wordt dit automatisch afgetekend. Voor kadetten buiten de ND wordt een aparte les gegeven door (onder)officieren van de ND;

- Zeiltheorie: Deze lessen kunnen plaatsvinden direct na en aansluitend op de brevetopleidingen. Dit valt dus samen met de opening van het vaarseizoen eind april. Kadetten van dezelfde rang (kennis) krijgen in een aantal zaterdagen gecombineerde zeiltheorie en –praktijk. Deze lessen zijn vooraf vastgesteld op datum en zijn gebaseerd op de lessen van het RBYA.

Nadat alle taken in het monsterboekje voor een bepaalde stand afgetekend zijn, zal de commandant de eerstvolgende zaterdag na aftekening tot bevordering overgaan.

In hoofdstuk 10 van dit handboek wordt nader ingegaan op de loopbaan van de zeekadet. In dit hoofdstuk staat per rang de taken vermeld en er wordt daarin aangegeven welke verwachtingen of eisen er worden gesteld.

Invulling en aftekening in het monsterboekje spreken dan verder voor zich.

Zeekadetkorps Nederland Opleidingen

10 De “loopbaan” van de zeekadet

10.1 Aspirant

10.1.1 Een nieuw potentieel lid

Nieuwe zeekadetten komen meestal geheel onverwachts aan boord en dus is het van belang om een vaste procedure te hebben voor het behouden van het potentiële nieuwe lid. Hieronder volgt een handleiding daartoe.

10.1.2 Eerste zaterdag

De Chef d’Equipage (CdE) is van het eerste moment de persoon die zich ontfermt over een nieuw lid. Het nieuwe lid wordt na een introductie bij de chef ingedeeld bij zijn vriend/vriendin die hem/haar meegenomen heeft aan boord. Is het nieuwe lid zelfstandig aan boord gekomen dan wordt een enthousiaste kadet hiervoor aangewezen.

Deze laatste kan een rondleiding aan boord geven en blijft de rest van de dag optrekken met het nieuwe lid. Als het kan is meevaren of mee roeien met de KVD aan te bevelen, in ieder geval moet er een leuke indruk gekregen worden van deze eerste dag. De CdE houdt persoonlijk een oog in het zeil en zorgt ervoor dat de nieuweling niet aan zijn/haar lot wordt overgelaten. Na het eindbaksgewijs krijgt de nieuweling een introductie pakket mee naar huis en neemt de CdE naam en telefoonnummer op. Tenslotte nodigt de CdE de nieuwe kandidaat uit om nog eens een paar zaterdagen mee te doen.

Het introductie pakket voor het nieuwe potentiele lid bestaat uit: de meest recente brochure van het

Zeekadetkorps Nederland, als het korps een eigen nieuwsbrief heeft de laatste nieuwsbrief, een introductiebrief aan de ouders en een korps specifiek introductie boekje. Onderdelen die in dit introductieboekje kunnen worden opgenomen zijn niet uitputtend opgenomen in bijlag A van dit document.

10.1.3 Navolgende zaterdagen

De CdE zorgt dat de aankomend aspirant meedraait in het dagprogramma en op een afwisselende manier kennisneemt van de verschillende activiteiten aan boord: varen met kleine vaartuigen, meelopen met leerling (dagdeel), schiemannen, eenvoudige activiteiten die altijd met leeftijdsgenoten plaatsvinden. Naar aanleiding van de introductiebrief zullen ouders of verzorgers mogelijk reageren naar de commandant. Het is dus noodzakelijk dat de CdE de commandant direct op de hoogte stelt van de gegevens van het nieuwe kandidaat-lid.

10.1.4 Een nieuw lid wordt aspirant

Wanneer de ouders toestemming geven voor lidmaatschap en aan de inschrijf voorwaarden voldoen, dan wordt het nieuwe lid de eerstvolgende zaterdag geïnstalleerd tot aspirant tijdens het openingsbaksgewijs. Direct na baksgewijs krijgt de nieuwe aspirant zijn monsterboekje. De CdE vult het persoonlijk log (blz. 2) in. Voorts zorgt hij ervoor dat het eerste deel van de bladzijde aspirant (punt 1/6) nog diezelfde dag afgetekend wordt. De aspirant draagt zorg voor het zo spoedig mogelijk inleveren van twee pasfoto’s. Pasfoto moet worden genomen in zwart wit, met buis en kraag maar zonder hoofddeksel. De buis en kraag worden voor deze gelegenheid aan de aspirant geleend.

Het monsterboekje wordt dus direct na aanmonsteren uitgegeven. De looptijd als aspirant is ten minste drie maanden maar daarnaast mede afhankelijk van de leeftijd van de aspirant omdat aanstelling tot zeekadet der derde klasse pas kan plaatsvinden als de aspirant elf jaar en drie maanden oud is.

Zeekadetkorps Nederland Opleidingen

10.1.5 Aspirant

De eerste zes punten dienen de eerste zaterdag als officieel lid door de CdE uitgevoerd en afgetekend te worden.

Kaart Taak Gestelde eisen / Uitleg Instructeur

4A1 Introductie Aspirant krijgt een kooi toegewezen en krijgt een eenvoudige uitleg van het bakkensysteem

CdE en baksmeester

* Uitgifte monsterboekje CdE

* Uitleg Monsterboekje

Invullen van het persoonlijk log. Uitleg & werking van het monsterboekje, wie tekent af en wanneer gebeurt dat. Waar wordt het boekje bewaard.

CdE

* Uitleg en onderhoud uniform

Stomen en chemisch laten reinigen, schoenen poetsen, hoofdstuk 3.5 van boekje opleiding tot ZK3, de onderdelen van het uniform.

Provoost (en HLD)

* Uitgifte uniform

Pakket bestaat uit werkpak, witje, complete muts, etc. Kosten (€ …,-) dienen voldaan te zijn. Het overhandigen van het uniform aan de kadet tijdens de installatie als ZK3

Provoost

4A2 Reddingvest en alarmrol

Uitleg alarm en verlaatrol. Waar moet je aantreden en wat moet je meenemen. Binnen een half uur volgt het alarm iom officier van de wacht en tijdens het appel wordt de nieuwe kadet officieel voorgesteld.

Nummer reddingsvest noteren in persoonlijk log, hoe werkt het reddingsvest (oefenen) en vervolgens laten opbergen in de op de daartoe aangewezen plaats.

CdE en de CND

4A3 Rangen en standen De Aspirant maakt kennis met rangen, standen en brevetonderscheidingen.

CdE en alle staf en kader leden 4A3A Inrouleerbriefje Aspirant gaat met Inrouleerbriefje rond langs alle staf

en kaderleden. Als laatste gaat de kadet naar de CDT. Baksmeester

* Gesprek met commandant Tekenen van het persoonlijk log van het

monsterboekje. Aftekenen Inrouleerbriefje CDT 4A4 Wegwijs aan boord

Aspirant moet de layout van het schip kennen en veilig blindelings uit het benedenschip bovendeks kunnen komen.

CdE

4A4A Kennis eigen schip Aspirant gaat het schip rond om zelf de benodigde

benamingen in te vullen.

4A5A en 4A5B

Inwendige Dienst

Hoofdstuk 2 uit boekje opleiding tot ZK3 De uitleg moet vooral accent hebben op de organisatie en gedragsregels zoals afmelden, eten aan boord, het dagprogramma, de dienstvakken en de wachtdivisie.

CdE

4A6 Exercitie beginselen

Instructie exercitie en eerbewijzen. Hoofdstuk 2.11 (eerbewijzen) en bijlage B (exercitie) van boekje opleiding tot ZK3 behandelen dit.

CdE en OOFF vd Wacht

4A7 Schiemannen

Zie verder bij schiemannen voor de vereiste knopen en steken en hoofdstuk 6 boekje opleiding tot ZK3.

En blad schiemannen deel 1 in Monsterboekje

Zeekadetkorps Nederland Opleidingen

Kaart Taak Gestelde eisen / Uitleg Instructeur

4A8 Wachtdienst

Aspirant loopt mee met de leerling van de wacht (ZK1) en leert glazen slaan, koper poetsen, vlaggen, et cetera

OOFF vd Wacht

4A9 Klein varend materieel

Roei-exercitie beenhakkervlet (bijlage A boekje opleiding tot ZK3) en optreden als haak voor- en achter. Meevaren met sleepboot of kajuitzeiljacht.

CND of KWMR

Na het aftekenen van alle taken en het behalen van de minimumleeftijd (11 jaar +3 maanden) wordt de aspirant de eerstvolgende zaterdag door de commandant aangesteld tot zeekadet der derde klasse. Bij de aanstelling behoort een aanstellingsbrief die door het bestuur (voor kennisgeving) en door de commandant is getekend.

Zeekadetkorps Nederland

Opleidingen

GERELATEERDE DOCUMENTEN