• No results found

HC6 Leiderschap in Organisaties (H12)

In document Hoorcollege aantekeningen (pagina 26-38)

Leiderschap bij mensen en dieren - Dier bereikt top door vechten

- Leiderschap bij mensen gaat om psychologie en niet lichaamsbouw/geslacht Definities

- Status

§ Iemands positie in de hiërarchie van een groep (plek in de piramide, bepaalt je inkomen). Status geeft macht.

- Macht

§ Controle hebben over de uitkomsten van anderen zonder dat anderen iets kunnen terugdoen

- Dominantie

§ Invloed op basis van waargenomen vermogen om groep te straffen of belonen (bijv. leraar). Dit is een machtsmiddel

- Gezag

§ Invloed op basis van waargenomen vermogen om groep of organisatie verder te helpen (bijv. leraar).

§ Gezag vertaalt zich in bewondering, aanzien en begrip: mensen gaan de leider vrijwillig volgen omdat zij die kennis ook wil hebben

- Leiderschap

§ De invloed die wordt uitgeoefend om gezamenlijke activiteiten te coördineren (bijv. leraar). Leiderschap ligt dichter bij gezag dan macht.

§ Emergent: wie wordt leider

§ Effectiveness: hoe effectief is persoon in die positie Leiderschap door macht of gezag?

- Macht: Volgen van iemand omdat het moet (door sancties, kans op promotie) àDominantie

- Gezag: Iemand volgen omdat je de persoon vertrouwt (door kennis, à

integriteit) Prestige

- Gezag werkt beter dan macht, omdat een leider met gezag beter met mensen in gesprek kan gaan doordat zij begrip hebben voor de leider

Leiderschap of manager?

- Leiderschap is gericht op verandering, visie, andere mensen motiveren en inspireren - Manager moet organisatie in stand houden, een voorspelbaar klimaat creëren,

plannen, begroten, controle hebben, problemen oplossen Areas of Managerial Responsibility

- Overlap tussen Management en effectief leiderschap

- Er zijn veel eigenschappen van managers die ook met leiderschap te maken hebben - Het onderhouden van goede relaties, invloed uitoefenen

- Niet elke manager is een leider en andersom, maar als je manager wil zijn dan helpt het om leiderschapskwaliteiten te hebben.

- Werknemers willen geleid worden, geïnspireerd worden, met respect behandeld worden

- Gevaar: te ver voor je groep uitlopen (voorbeeld pinguïns): leiderschap heeft risico, afhankelijk van de kenmerken van een individu om risico te nemen

Kenmerken van leiderschap

Leiderschap is universeel: op elk niveau van de samenleving

- Bijvoorbeeld leiders in de religie, politiek, leger, school, business, sport

- Er is altijd een behoefte aan een leider, iemand die beslissingen neemt in gevaar, een vertegenwoordiger

Universele geaccepteerde kenmerken van leiderschap - Integer: betrouwbaar, eerlijk

- Charismatisch, inspirerend: bemoedigend, positief, dynamisch, geeft vertrouwen - Team georiënteerd: team buildig, communicatief, coördinerend, probleem oplossen,

nadruk op belang van de groep

Universele kenmerken die negatief zijn voor leiderschap - Leider die alleen dingen doet en niet samenwerkt - Leider die geïrriteerd, meedogenloos, dictatoriaal is Culturele verschillen in leiderschap

- Power distance

§ machtsafstand tussen baas en werknemer - Uncertainty avoidance

§ hoe culturen omgaan met onzekerheid (de toekomst), van te voren rekening houden met dingen

- Collectivisme/Individualisme

§ gericht zijn op de groep of op de individu - Conducian dynamism

§ accepteren dan mannen en vrouwen dezelfde posities kunnen innemen Leiderschap maakt het verschil

Goed leiderschap redt mensenlevens en het levert geld op

- CEO is verantwoordelijkheid voor 14% van de variantie in bedrijfsrendement Slecht leiderschap komt dikwijls voor

- In de zakenwereld is de slaagkans van managers 50%

- 2/3 van medewerkers noemt de baas belangrijkste stress-factor De ‘romance’ of leadership

- overdreven positieve of negatief aandacht voor de CEO, niet realistisch Historische perspectieven op leiderschap

De mens is een groepsdier (Darwin)

- hieruit volgde de sociale brein hypothese (Dunbar)

‘Great Man’ theorie

- Unieke kwaliteiten van het individu (biographische methode) Trait theorie

- Leiders bevatten andere kenmerken dan niet-leiders: Leiders zijn ambitieuzer, intelligenter, extraverter, dominanten en hebben een ander gewicht en lengte dan niet-leiders

Gedragstheorie (behaviourism)

- Ohio studies: zij keken naar wat leiders de hele dag doen - Gedragsstijlen: consideratie (relatie) vs. Structuur (taak) - Consideratie (C)

§ Geeft aan in hoeverre leider relaties heeft met volgelingen die zich kenmerkt door vertrouwen, respect, en warmte/ondersteuning voor elkaar.

- Structuur (S)

§ Geeft aan in hoeverre een leider zijn of haar rol definieert en volgelingen in staat stelt hun doelen te verwezenlijken.

§ Gaat erom om het plannen en coördineren en waar nodig bekritiseren.

Contingentie theorie van leiderschap

- Persoon x Situatie: leiderschap wordt bepaald door interactie tussen de persoonlijkheid van de leider en de interactie met de omgeving

- Een stijl is effectief in bepaalde situaties, maar niet in alle situaties

- Een leider is de juiste persoon in juiste situatie (Oorlogsleider is niet een goede vredesleider)

- Kijken welke stijl het beste past in situatie - Deze theorie heeft weinig empirische evidentie Situationele leiderschapstheorie (Hersey en Blanchard)

- Leiderschapsstijl hangt af van de volgelingen die je hebt - Soorten volgelingen en leiderschapsstijl

§ Die niks kunnen en willen: Telling (Structuur )

§ Die kunnen niks en willen wel: Selling (Structuur en consideratie)

§ Die kunnen wel en willen niets: Participating (Consideratie)

§ Die kunnen en willen: Delegating, aan hen overlaten Psychoanalytische theorie

- Leiderschap heeft te maken met relatie met ouders

- Als vaderrol ontbreekt of er is een conflict met de vader dan wordt het kind later een leider

Charismatische leiderschapstheorie

- Charisma: Persoonlijke eigenschap van een leider die volgelingen hypnotiseert en dwingt hen te identificeren met en imiteren van de leider (eigen belangen opzij zetten) - Een charismatische leider trekt volgers aan als een magneet

- Dit doet de leider doormiddel van taal (Obama’s speeches), oogcontact en gebaren.

Zo krijgt men het gevoel van een persoonlijke relatie met de leider: charisma

- Een charismatische leider zorgt voor eerbied, vertrouwen, tevredenheid, het gevoel van groepsidentiteit en empowerment

Transactioneel leiderschap

- Dit leiderschap leidt tot een ‘sociaal contract’

- Als je dit doet, krijg je beloning (managers taak) - Transformationeel leiderschap houdt meer in

Transformationeel leiderschap

- De leider transformeert individuen tot groep (bijv. Steve Jobs) - Transformationeel leiderschap bestaat uit 4 componenten

§ Idealized influence/ charisma: denken in het belang van de groep

§ Inspirational motivation: een duidelijke visie overbrengen

§ Intellectual stimulation: anderen enthousiast maken over wat er bereikt moet worden

§ Individualized consideration: anderen begeleiden/onderwijzen Mythen en waarheden over leiderschap

Stelling 1: Leiderschap komt ook voor bij dieren: waar (bijen, olifanten etc.)

- Het dier dat de leiding neemt is het meest hongerig, dominant, brutaal en ervaren Voorouderlijke leiderschapsrollen

- Krijger: is competitief

- Scout: zorgt voor hulpmiddellen

- Diplomaat: zorgt voor een goede reputatie - Arbiter: lost problemen op

- Manager: let op de uitvoering van taken - Leraar: traint teamleden

Stelling 2: Wij kunnen zonder leiders: niet waar - leiderschap is onvermijdelijk

De ‘power’benadering van leiderschap: machtstechnieken van leiders - Reward power: belonen

- Coercive power: Op basis van straffen (geldt voor politieagent) - Legitimate power: Door bepaalde positie (geldt voor politieagent) - Referent power: Door dat mensen zich identificeren

- Expert power: Door kennis (geldt voor politieagent) Stelling 3: Wij zijn geboren volgers: waar (volgen is adaptief)

- Vanaf 3 maanden volgen kinderen oogbewegingen van hun moeder - We zijn de enigste diersoort die dingen aanwijst

Voordelen om een leider te volgen - Zelf leider worden

- Iets willen leren

- Bescherming (bij de groep willen blijven) Stelling 4: leiderschap is dominantie: deels onwaar

- aanwijzingen voor dienend leiderschap Destructief leiderschap

- Charisma, narcisme, negatief, ideologie van haat - Dit leidt tot een instabiele omgeving

Stelling 5: leiderschap is aangeboren, leiderschapsdynastieën : deels waar - Leiderschap heeft een aanzienlijke genetische invloed

- Correlaties tussen intelligentie, persoonlijkheidskenmerken (extraversie) en leiderschap

- Uit tweelingenonderzoek blijkt dat leiderschap een aanzienlijk erfelijk component heeft (30%)

Cognitieve prototypes van leiders

- Leiderschap attribueren aan mensen die overeenkomen met prototype qua uiterlijk of gedrag

§ In vrede: feminien uiterlijk en in oorlog: masculien uiterlijk - Van kinds af zijn prototypen duidelijk

- Man wordt altijd als leider gekozen ook al is hij niet dominant en een vrouw wel Verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke leiders

- Vrouwen hebben meer democratische en participatieve stijl en mannen meer autocratische stijl

- Mannen zijn assertiever en dominanter; vrouwen extraverter - Vrouwen aanzienlijk meer “caring” dan mannen

- Onenigheid tussen onderzoekers voor verklaring van sekseverschillen (sociale roltheorie – Eagly & Wood versus evolutionaire theorie – Van Vugt et al.) De mismatch hypothese van leiderschap

- Keuze voor leiders gebaseerd op “oude” beslisregels

- In de VS-presidentiele verkiezingen wint de langere kandidaat vaker (67%) - Lange mensen worden meer als leider gezien (Geldt meer voor mannen ) Conclusies

Lessen voor leiderschap en gezag

- Ontwikkel je aanzien en gezag : Zoek een niche om leiderschap uit te oefenen en wees integer

- Houd het klein, informeel, en egalitair: Maak leiderschap persoonlijk en vind nieuwe manieren volgers te binden (social media)

- Let op de (loon) kloof: Gooi schoften eruit (bijvoorbeeld, narcisme, psychopathie, machiavellisme)

- Voer gedistribueerd leiderschap in: Over krijger leiders, diplomaat leiders, scheidsrechter leiders, scout leiders, manager leiders, en leraar leiders als

"natuurlijke" leider prototypes

- Manage de managers: Beperk de macht van managers door middel van STOPs:, bijv.

laat ondergeschikten hun managers beoordelen

- Beoordeel leiders niet (alleen) op hun uiterlijk: Glazen plafond kan overblijfsel van onze evolutionaire geschiedenis zijn. Wees bewust van de invloed van mismatch cues (leeftijd, geslacht, lengte, aantrekkelijkheid, gezichtsdominantie)

Toekomst van leiderschap en onderzoek in organisaties - Meer focus op de rol van volgers

- Meer focus op de biologische aspecten van leiderschap (hormonen, genetica) - Meer aandacht voor leiderschap en diversiteit op de werkplek

- Meer aandacht voor leiderschap aan kenniswerkers (professionals)

- Integriteit van leiders (persoonlijkheidstests HEXACO en gedragsmetingen)

HC7 Functieanalyse (H4)

Prestatie

Prestatie is gedrag dat geobserveerd kan worden (bijvoorbeeld op tijd komen, anderen helpen)

Effectiviteit (succes)

- de uitkomst van gedrag (bijvoorbeeld cijfers en prijzen)

- is niet geheel onder invloed van een persoon: door omstandigheden kan je ook minder goed presteren

Productiviteit is de effectiviteit in relatie tot input, efficiëntie Campbell’s model

- bestaat uit 8 componenten van prestaties die in banen voorkomen - de 3 essentiële componenten die in alle banen voorkomen

§ Job specific tast : het uitvoeren van de taak

§ Demonstraiting effort: het tonen van motivatie

§ Maintaining personal discipline: het tonen van discipline (bijvoorbeeld op tijd op je werk zijn, niet drinken op het werk)

- Componenten die niet in alle banen voorkomen

§ Non-job-specific task profiency: alle taken die niet bij de hoofdtaak horen

§ Written and oral communication tast profiency: capaciteit om te schrijven/

spreken

§ Supervision/leadership: leiderschap

§ Management/administration: administratieve taken Maximale vs. Typische werkprestatie

- Maximale werkprestatie

§ Deze laat je alleen laat zien als je je volledig inzet. (van korte duur)

§ Situatie vraagt om maximale prestatie als werknemers weten dat zij

geëvalueerd worden en hun best moeten doen in een korte tijd (bijvoorbeeld bij een tentamen)

- Typische prestatie

§ laat je de meeste tijd zien, wanneer je je niet maximaal inzet Taakprestatie

- vaardigheid in het uitvoeren van taken die in de taakomschrijving staan OCB Organizational citizenship behavior (contextueel)

- Positief gedrag dat buiten de taakomschrijving valt - Mensen verschillen sterk in het laten zien van OCB

- Het kan bepalen waarom sommige mensen prettiger zijn om mee te werken - Manieren van OCB

§ Altruisme: hulp die gericht is op individuen binnen de organisatie

§ Gegeneraliseerde compliance: hulp die gericht is op de organisatie als geheel

- Probleem: tegenwoordig is OCB ook onderdeel van een vacature,

beoordelingsgesprekken, het wordt verwacht dat je het doet terwijl het niet bij je taak hoort

Verdeling van prestatie

- Bijvoorbeeld de verdeling van beloning, promoties, beoordelingen, bonus - Topprestaties: weinig mensen kunnen dit (winnen van prijzen)

- Als bedrijf wil je de personen die topprestaties uitvoeren binnen halen

- Uit onderzoek blijkt dat prestaties/vaardigheden normaal verdeeld zijn, maar bij topprestaties is de verdeling scheef (Lotka curve): dus een heel klein percentage is verantwoordelijk voor topprestaties

- Oorzaak van een Lotka curve

§ Combinatie van meerdere goede vaardigheden hebben is uniek.

§ ‘Succes breeds succes’: zelfvertrouwen krijgen na een prijs winnen, hierdoor behaal je nog meer successen, het smaakt naar meer

§ Statistisch effect: we selecteren steeds strenger, maar een paar mensen die aan extreme kant zitten

Determinanten van werkprestatie (campel)

Prestatie is een product van kennis, het uitvoeren van taken en motivatie - Declaraive knowledge (DK)

§ Feitenkennis

§ Aangeleerd

- Procedural knowledge and skills (PKS)

§ Vaardigheden, het uitvoeren van procedures (Aangeleerd) - Motivatie (M)

§ Je kan iets goed kunnen maar motivatie is nodig om dit te

laten zien in je werkprestatie.Heel belangrijk (Niet aangeleerd) - Deze 3 factoren zijn voorspellend voor werkprestatie

Voorspellen van werkprestatie is afhankelijk van het type werkprestatie

- Maximale werkprestatie wordt vooral voorspelt door kennis en cognitieve capaciteiten - Typische prestatie (hoe je in het algemeen werkt): door cognitieve vaardigheden,

persoonlijkheid en motivatie

- OCB voorspellen door persoonlijkheid

- Voor het meten van deze werkprestaties zijn dus verschillende tests nodig Studie Heilman & Chen: beoordelen van het werkprestaties

- Mannen worden goed beoordeeld met en zonder OCB

- Van vrouwen wordt verwacht dat zij OCB hebt, anders een slechte beoordeling

- Dit komt door stereotypering dat vrouwen meer helpen dan mannen Bartram’s Great Eight

- Bestaat uit 8 competenties die belangrijk zijn voor werkprestaties (je hoeft ze niet te kennen)

- Belangrijk: het maakt duidelijk wat de voorspellers zijn van een competentie - Voordeel: kan je op elk beroep toepassen

Meten van prestatie Objectieve criteria

- Door cijfers bij studieprestatie, omzet, winst Subjectieve criteria

- Het oordeel van een ander (collega’s, manager) Administratieve metingen

- Bijvoorbeeld het aantal prijzen dat je wint, afwezigheid, aantal keer te laat komen, toename salaris

- Niet echt een goede manier, maar wel objectief, hangt van beroep af Onderscheid criterium deficiëntie en contaminatie

Ultimate’ (theoretisch) criterium

- Ideale meting van alle relevante aspecten van werkprestatie

- Dit lukt vaak niet. Je moet het doen met een maat die dingen mist of teveel meet.

Daadwerkelijk criterium

- Daadwerkelijke meting van werkprestatie: meet te veel of te weinig

De mate van deficiëntie en contaminatie wordt bepaald door het verschil tussen het ultimate criterium en het daadwerkelijke criterium

Contaminatie

- Wanneer het daadwerkelijke criterium informatie bevat dat niet gerelateerd is aan het gedrag dat je wilt meten , je meet teveel

- Bijvoorbeeld het cijfer bij een teamprestatie Deficiëntie

- Wanneer het daadwerkelijke criterium een deel van het gedrag mist dat je wilt meten - Bijvoorbeeld tentamencijfers, een scriptie, nevenactiviteiten

Bedrijven letten vooral op cijfers

Counterproductive Work Behavior (CWB) Mensen stellen zich in op criteriummetingen

- Het gevolg is dat het criterium steeds wordt bijgesteld, het is dus het criterium is dynamisch

- En dat leidt tot dingen die met ethiek te maken hebben - Bijvoorbeeld

§ Mensen stellen zich in op 3 keer herkansen speciaal voor cum laude

§ Meer diploma’s uitreiken belangrijk voor een hogere beoordeling van de school

§ Het aantal publicaties

§ Het rijden van de tour de France

- Dus rekening houden als je mensen beloont met bepaalt gedrag en als je criterium stelt. Want mensen gaan doen wat daarvoor nodig is

Counterproductive work behavior

- Vrijwillig gedrag dat in strijd is met belangrijke normen van de organisatie en de organisatie zelf/ de leden schade toebrengt

- Interpersonal deviance/ Gericht op een individu

§ ruzie maken met collega’s, collega’s lastigvallen, roddelen - Organizational deviance: Gericht op de

organisatie

§ Bezittingen: diefstal (miljarden verlies)

§ Productie: vaak afwezig zijn, slordig zijn, te lange pauzes nemen

Oorzaken/determinanten

- Persoonlijkheid: blijkt vooral uit de persoonlijkheidskenmerken : consciëntieusheid, agreeableness en zelfcontrole

- Emoties: boosheid, equity: gevoelens van onrechtvaardigheid leiden tot diefstal Voorkomen van CWB

- Selectie

§ Door conditional reason test : meet zonder dat mensen het door hebben agressie onder sollicitanten en is voorspellend voor CWB

- Sancties (direct, helder, in verhouding tot gedrag) - Verontschuldigingen aan slachtoffers (direct, oprecht) - Rolmodellen die gedrag niet laten zien

- Training in sociale en communicatieve vaardigheden - Boosheid weghalen

Functieanalyse

Functieanalyse is belangrijk omdat het van invloed is op heel veel aspecten van het werk Functie analyse wordt gebruikt voor

- Beoordelen van de werkprestatie

- Selectie - Promotie - Beloning - Ontslag - Training - Werving

- Taakomschrijving

- Ontwikkeling van de criterium maat Twee perspectieven van functieanalyse

- Taak gerelateerd

§ Kijken naar wat de mensen precies doen, start vanuit taken, machines, gereedschap, context

- Werknemergeoriënteerd

§ Start vanuit kennis, gedrag, eigenschappen van werknemer die nodig zijn om de taken uit te voeren

Verschillende methoden van functieanalyse

- 1.Observaties (tijdsintensief, maar geeft veel informatie)

- 2.Interviews: Managers en werknemers (experts) interviewen en vanuit daaruit lijst van taken maken die horen bij de functie

- 3.Kritieke incidenten of dagboek: naar bepaalde situaties vragen waar mensen erg op verschillen, of vragen of mensen een dagboek bij houden

- 4.Vragenlijsten: met alle mogelijke taken en dan kijken naar de overlap en dat is dan de functie

- Het beste is deze 4 methoden te combineren Functieanalyse om KSAO’s te achterhalen

- Kennis

§ Kennis van relevantie feiten / informatie op een bepaald gebied - Skill

§ Vaardigheid die ontwikkeld is (Bijvoorbeeld interpersoonlijke vaardigheden) - Ability

§ Capaciteiten om bepaald gedrag te tonen - Other characteristics/

§ Andere kenmerken zoals interesses en persoonlijkheid

Vanuit de KSAO’s kan je een beloningssysteem ontwikkelen, een vacature opstellen

Recente ontwikkelen bij functieanalyse

Elektronisch monitoren wat iemand aan het doen is

- Voordelen: Kosteneffectief, gedetailleerd, objectief en accuraat

- Bijvoorbeeld: gesprekken opnemen, black box in een auto - Nadeel: alles wordt geregistreerd, dat vinden mensen niet fijn Cognitieve taak analyse.

- Meeste banen zijn kennis banen, gaat niet meer om handelingen, lastig om te observeren want mensen zitten achter de computer, dus cognitieve taak analyse nodig

- Think-aloud protocol: Beschrijving van gedachtenproces tijdens het uitvoeren van de taak

- Nadelen: Koste ineffectief, je leidt mensen af Persoonlijkheidsgebaseerde functieanalyse

- Gericht op het identificeren van de benodigde persoonlijkheidstrekken

- Formulier laten invullen door mensen die baan uitvoeren, dan weet je wat de taak is.

- Vaak gebruikt als anvulling op standaard procedures

Belangrijk:de functie vanuit verschillende perspectieven te bekijken: gebruik verschillende manieren

O’net: Hier is een verzameling de aspecten die relevant zijn voor functie te vinden (handig voor voorbereiden van een sollicitatiegesprek!)

JOHO SUPPORT CENTER AMSTERDAM

Kennis

- JoHo's van studieboeken, oude tentamens & collegeaantekeningen - Organisatieprofielen van stageorganisaties, taalcursussen & universiteiten Keuzehulp & advies

- bij het vinden van een stage of studie in het buitenland - bij het afsluiten van de juiste (studenten)verzekering Kortingen

- op studentenbenodigdheden als markers, pennen en schrijfblokken - op studentenverzekeringen

Adres: Taksteeg 8 Website: www.joho.nl Mail: info@joho.nl

Wat vind je er?

In document Hoorcollege aantekeningen (pagina 26-38)