• No results found

1.4 Onderdelen

3.4.4 Haringsurveys

In de Noordzee en in het Kanaal worden door Nederland en Duitsland een aantal haringlarven surveys (IHLS) uitgevoerd. De Nederlandse surveys worden uitgevoerd door de “Tridens”in de maanden januari (1 week), september (2 weken) en december (1 week).

In juni/juli neemt de “Tridens” gedurende vier weken deel aan de internationale akoestische survey op haring in de Noordzee (NHAS). Naast Nederland nemen Schotland, Duitsland,

Denemarken en Noorwegen deel aan de survey. Het doel van de survey is het maken van een schatting van de grootte van de Noordzee haring populatie. Voor de survey wordt gebruik gemaakt van een Simrad 38kHz splitbeam transducer met een EK60 echolood. De toegepaste methode is echo-integratie. Door transecten te varen in het gebied worden de echo's van haring en sprot bepaald. Het resultaat is de zogenaamde "Nautical Area

Scattering Coefficient" (NASC; m2/nm2). Met de bekende akoestische reflectie van een haring cq. sprot kan zo de totale hoeveelheid vis binnen het gebied worden berekend. Aan de hand van vistrekken wordt de soortsamenstelling bepaald. Van haring en sprot worden daarnaast biologische monsters genomen om leeftijd en rijpheid te bepalen. Voor deze soorten kan aldus een schatting van de populatie, uitgesplitst naar leeftijd en rijpheid, gemaakt worden.

De informatie verzameld door beide surveys wordt gebruikt door de HAWG bij de toestands- beoordeling van Noordzee haring.

In EU-verband wordt daarnaast een bijdrage geleverd aan een internationale akoestische survey op Atlanto-Scandische haring (ASH). Naast de EU leveren Noorwegen, Rusland, IJsland en de Far Oer een bijdrage aan deze survey. De survey levert een schatting van de omvang van dit bestand op welke wordt gebruikt door WGWIDE bij de toestandsbeoordeling.

De EU participatie en financiering van deze survey wordt op eenzelfde wijze geregeld als de survey op blauwe wijting. De betrokken EU Lidstaten leveren de wetenschappelijk opstappers en delen de kosten van het schip volgens een vooraf afgesproken verdeelsleutel. De survey in 2011 wordt wederom uitgevoerd door de "Dana" uit Denemarken.

3.4.5 Platvissurveys

Nederland voert drie verschillende platvissurveys uit. Deze vinden plaats in verschillende gebieden en zijn in beginne gericht op verschillende leeftijdsgroepen van de belangrijke commerciële

platvissoorten schol en tong. Er zijn geen wijzigingen ten opzichte van vorig jaar.

De “Beam Trawl Survey” (BTS) wordt in de periode augustus/september uitgevoerd, door de "Isis" in de zuidoostelijke Noordzee (5 weken) en door de "Tridens" in de westelijke en centrale Noordzee (4 weken). Het standaard vistuig voor beide schepen is een 8-meter boomkor. Doel van deze survey is het verkrijgen van visserijonafhankelijke schattingen van de dichtheid van de meest algemene (oudere) leeftijdsgroepen van commerciële soorten, waaronder tong en schol ten behoeve van stock assessment. Behalve gegevens over demersale vissoorten levert deze survey ook unieke gegevens over het voorkomen van macro-epibenthos in het onderzoeksgebied, welke kwantitatief goed wordt bemonsterd.

De "Sole Net Survey" (SNS) richt zich specifiek op het verkrijgen van indices voor het schatten van de jaarklassterkte van tong en schol op 1-, 2- en 3-jarige leeftijd, die van belang zijn bij het opstellen van vangstprognoses. De survey wordt door de Isis uitgevoerd in het najaar. Er wordt gevist met een

6 meter tongenkor voor de Noordzeekust van Nederland t/m Denemarken, onder andere in raaien haaks op de kust welke verschillende dieptezones bestrijken.

De "Demersal Young Fish Survey" (DYFS) is een internationale bestandsopname uitgevoerd met een garnalenvistuig gericht op 0- en 1-jarige tong en schol en garnalen in de continentale kustgebieden van de Noordzee en aangrenzende estuaria. De survey geeft bovendien informatie over de

veranderingen in de fauna van deze gebieden. De DYFS wordt uitgevoerd langs de kust met de Isis (5 weken in september en oktober), in de Zeeuwse estuaria met de Schollevaar (3 weken in september) en in de Waddenzee (4 weken in september en oktober) door de Stern.

De gegevens van platvis en garnalen worden beschikbaar gemaakt voor WGNSSK en WGCRAN.

3.4.6 Internationale coördinatie

In ICES verband wordt internationaal samengewerkt met zuster visserij instituten in Noorwegen, Zweden, Denemarken, UK, Ierland, IJsland, Rusland, Far Oer, Duitsland, België, Frankrijk, Spanje en Portugal.

Alle bestandsopnamen zijn onderdeel van internationale onderzoeksprogramma’s. De planning van surveys en in een aantal gevallen de uitwerking van de gegevens worden door de betrokken landen gezamenlijk in werkgroepen uitgevoerd.

De platvissurveys worden internationaal gecoördineerd door WGBEAM .De haringlarven surveys en de haring akoestische surveys in de Noordzee worden gecoördineerd door de ICES Working Group of International Pelagic Surveys WGIPS . De survey op haring in de Noorse Zee en de blauwe wijting survey worden gecoördineerd door de ICES Working Group on Northeast Atlantic Pelagic Ecosystem Surveys WGNAPES . De planning en coördinatie van makreel- en horsmakreel ei-surveys wordt gevoerd door de ICES Working Group on Mackerel and Horse Mackerel Egg Surveys, WGMEGS. De IBTS wordt gecoördineerd door de ICES International Bottom Trawl Survey Working Group IBTSWG .

3.4.7 Database en software

Alle gegevens van de vissurveys (BTS, SNS, DYFS, IBTS), de ei- en larvensurveys (IHLS, makreel- en horsmakreel eisuvey) alsmede de gegevens van de vistrekken uit de akoestische surveys (NHAS, blauwe wijtingsurvey) zijn opgeslagen in de centrale IMARES database frisbe. Voordat de gegevens in de database worden opgeslagen, worden ze via een standaardprocedure gecontroleerd.

De centrale opslag van de akoestische data is in ontwikkeling.

Een kopie van de Nederlandse (en internationale) BTS-gegevens wordt opgeslagen in een database (DATRAS) bij ICES in Kopenhagen.

Een kopie van de Nederlandse (en internationale) IBTS-gegevens wordt opgeslagen in een database (DATRAS) bij ICES in Kopenhagen en zijn daar beschikbaar voor onder andere assessment

werkgroepen zoals de Herring Assessment Working Group (HAWG), de Working Group on the Assessment of Demersal Stocks in the North Sea and Skagerrak (WGNSSK) en de Working Group on Assessment of New MoU Species (WGNEW).

3.5 Kennisverspreiding en Communicatie

De informatie die tijdens de surveys is verzameld, wordt beschikbaar gesteld aan internationale werkgroepen van ICES en STECF ten behoeve van de advisering van het visserijbeleid. Ten behoeve van de publieke voorlichting wordt informatie verstrekt voor de websites van IMARES en CVO. Via deze websites kunnen de resultaten van de surveys worden geraadpleegd zodra deze beschikbaar zijn.

Met regelmaat worden artikelen in vakbladen geplaatst met informatie over de surveys en de resultaten daarvan.

Gezien de impact van de resultaten van de bestandsopnamen op de toestandsbeoordelingen van de visstand en daarmee op de vangstadviezen bestaat er grote belangstelling bij de visserijsector voor de resultaten surveys en de wijze waarop de surveys worden uitgevoerd. Sinds 2007 gaan

waarnemers vanuit de visserijsector mee aan boord bij de BTS. Deze vorm van samenwerking zal in 2011 worden voortgezet.

De voortgang van een aantal surveys is online te volgen via een weblog en/of via twitter.

3.6 Producten

• Bijdragen aan internationale coördinatie van de surveys • Jaarlijkse survey rapporten, deels te produceren door de ICES

• Interne Nederlandstaligs reisverslagen en voor bestandsopnamen in internationale wateren daarnaast een Engelstalig verslag

• Bijdrage aan de rapportage van LNV naar de EU over 2010 (Report of Activities) • Bijdrage aan de planning voor 2012 van LNV

• Bewerking van de gegevens tot abundantie indices voor de betrokken vissoorten t.b.v. toestandsbeoordeling ICES werkgroepen;

• Actualiseren aan de websites van IMARES en CVO met de meest recente resultaten van de survey • Aanpassing van de werkprocedures en protocollen naar aanleiding van de vereisten in de nieuwe

DCF

• Diverse bewerkingen van gegevens verzameld tijdens de surveys t.b.v. publicaties vallen buiten dit project. 3.7 Begroting startdatum 1 jan 2011 einddatum 31 dec 2011 Financiering (€) Projectbudget (programmageld) 1,175,255 Cofinanciering (derden) cofinancierende partij Raming kosten (€) Personele kosten (dagen x tarief) schaal 1-6 138,736 schaal 7-9 448,814 schaal 10-11 322,664 schaal 12 122,166 schaal 13-14 32,880 schaal 15+

som personele kosten 1,065,259

Omschrijving overige kosten

Reiskosten 29,694

materiële kosten 45,100

overige kosten 32,202

som overige kosten 109,996

Totaal 1,175,255

3.8 English summary

project title: Marine research vessel surveys (project number 430-12110)

justification: The results of research vessel surveys are input to the assessments of the state of the fish stocks and the marine ecosystem. For EU member states, there is an obligation to carry out a number of these surveys.

project: Most of the surveys are carried out in collaboration with other countries and are co-ordinated by ICES planning groups. In 2010, IMARES participates in the following surveys:

International Bottom Trawl survey. This survey, almost covering the entire North Sea, is directed to roundfish and herring. In addition to trawl hauls fished during daytime, plankton hauls are fished during dark.

Acoustic survey on blue whiting: carried out in waters west of the British Islands to estimate the size of the stock during spawning.

Acoustic survey will be carried out on the feeding grounds of Atlantic scandian herring in the Norwegian Sea with a Danish research vessel.

Acoustic survey on North Sea herring. in the North Sea

Herring larvae surveys in North Sea and in the English Channel (on the Downs component).

Surveys in the nurseries of flatfish - plaice and sole – (Demersal Fish Survey and Sole Net Survey).

Survey on flatfish in the southern en central North Sea is (Beam Trawl Survey)

results and products: support and update of the national and international databases for survey data; contribution to international coordination of surveys; national data contributions to assessment working groups (survey indices); contribution to a technical report to EU on national survey sampling obligations; contribution to website.

International survey co-ordination groups in 2011

• Planning Group on Northeast Atlantic Pelagic Ecosystem Surveys PGNAPES

• International Bottom Trawl Survey Working Group IBTSWG

• Working Group on Beam Trawl Surveys

WGBEAM

• Planning Group of International Pelagic Surveys

PGIPS

• Working Group on Mackerel and Horse Mackerel Egg Surveys, WGMEGS

werkplan 2011 Programmanummer en titel WOT-05 Visserijonderzoek Projectnummer(s) 430-12130

Projectleider ir. A.T.M. van Helmond uitvoerende instellingen CVO; IMARES

gebruiker van de resultaten Directie Agroketens en Visserij (LNV-AKV) contactpersoon van de gebruikersgroep

ir. D.J. van der Stelt (LNV-AKV)

4

Monitoring van bijvangsten

4.1 Kennisbehoefte

Het verzamelen van informatie van bijvangsten in de zeevisserij die niet worden aangeland is essentieel voor evalueren van het effect van de visserij op het mariene ecosysteem en in het

bijzonden op de visbestanden. Voor een aantal visbestanden is in de afgelopen jaren voldoende informatie beschikbaar gekomen die nu wordt gebruikt bij de het bepalen van de toestand van deze bestanden. Vanaf 2002 is het verzamelen van deze gegevens door de Lidstaten verplicht gesteld door de Europese Commissie via de DCR. In 2008 is deze verplichting aangescherpt in de DCF. Dit

houdt in dat vanaf 2009 moet 90%11 van de Nederlandse visserij moet worden gedekt door een bemonsteringsprogramma. Bovendien moeten de te verzamelen gegevens voldoen aan een door de Europese Commissie bepaalde nauwkeurigheid. Dit heeft een aanzienlijke uitbreiding van het onderzoek tot gevolg gehad in 2009.

4.2 Wettelijke basis

Dit project is een uitwerking van de Europese verplichtingen die voortvloeien uit de Europese Dataverzamelings Verordening (DCF, Data Collection Framework) en is in zijn geheel onderdeel van het Nationaal Programma 2011-2013.

De DCF verplicht de lidstaten tot het verzamelen van gegevens over de omvang en de samenstelling van de teruggooi (discards)van alle nationale metiers tenzij kan worden aangetoond dat deze minder dan 5% bedraagt.

Daarnaast is Nederland door middel van EU Verordening (EG) nr. 812/2004 verplicht waarnemers mee te zenden aan boord van pelagische trawlers om de bijvangstgegevens van cetaceans

(wlavisachtigen) te registreren en rapporteren. Over de waarnemingen moet jaarlijks verslag worden uitgebracht.

Het verzamelen van gegevens over diepzeebestanden door waarnemers aan boord zijn bijzondere voorwaarden, vastgelegd in Verordening (EG) Nr. 2369/2004, voor het verkrijgen van toegang van de visserij tot diepzeebestanden.

4.3 Doelstelling en aanpak van het onderzoek

Alle onderdelen in dit project behoren tot de categorie strikte WOT. De drie verschillende

onderzoeksopdrachten 1) monitoren van discards, 2) monitoren van bijvangst zeezoogdieren en 3) monitoren vangsten van diepzeebestanden zijn geïntegreerd in één bemonsteringsprogramma.